(een portret van Paul
Verlaine, kort voor diens dood gemaakt) en
een zinkdruk („Moeder en kind") door Charles
Maurin. Buitendien veel fraaie „Culs de
lampe", titelvignetten, sluitstukken en initi
alen ... van Magnus von Wedder-
kop voorkomt, die speciaal de aandacht ver
dient: „Paul Verlaine und die Lyrik der
Décadence in Frankicich
Frangois Coppée, die in zyn jeugd
zeer intiem bcvri .ni was met don voor eenige
dagen overleien Paul Verlaine en-wiens naam
het laAtste woori was, dat do rampzalige
dichter van zoovele paarl«n der ... Verlaine, zegt hy, was een brave jongen,
maar ongelukkigerwijze een jongen zonder
wilskracht, die tot in het krankzinnige door
zyne moeder bedorven was. OngetwijfelJ was
zij do beste, maar tevens de
„Poèmes barbares"
vervangen in uwe waardeoring?"" was het,
zooals men weet, aan Verlaine, dat deze eer
te beurt viel. Het publiek scheen een beetje
van de wijs gebracht door die uitspraak. Bui-
ton een vrij ... beperkten kring van lozers kende
men het werk van Verlaine nauwelijks, en
men kon zoggen dat het groote publi-.k tot
hot eind toe onbekend met hem is gebleven
En,nu mag nog wel de waardeering uit
do „Pall
Nadat vermeld is, dat Francois Coppéo van
Verlaine's verzen getuigde: „de tols poömes
sont fait pour demeurer", besluit L. aldus:
„Deze hulde van den dichter aan den dichter
beteekent meer dau een
vooral: een geslaagde Engelsche vertaling
naar Maeterlinck's „Mort de Tintargiles", een
gedicht van Verlaine, „Monna Rosa" by een
zinco, naar Dante Gabriel Rossetti, „Grouped
studies" van Frederik