| Handelingen van de Raad | pagina 7
eti Lanschot; aanvaarding van dit geschenk25. 1.
eti Lanschot; aanvaarding van dit geschenk25. 1.
en van Lanschot; aanvaarding van dit geschenk25. 1.
van wapenborden der geslachten van Gael en van Lanschot, waarschijnlijk in de kerk geplaatst geweest. ... Tot de nalatenschap van Vrouwe van der Hoop, douairière van Leyden Gael, behoort eene verzameling wapenborden der geslachten van Gael en van Lanschot, waarschijnlijk in de kerk geplaatst geweest.
J. C. van Lanschot Hubrecht,
Tot leden van het hoofdbestuur uit de personeele leden .werden gekozen de heeren F. B. Löhnis te 's-Gravènhage L. Broekema te Wageriïngen en mr. *W. M. van Lanschot te 's-Hertogenbosch.
Huskens, winkelier te Sittard. Curator mr. R. von Geldern. F. Claassen-Knicknie, herbergier en hotelhouder te St. Michiels-Gestel. Curator mr. F. J. van Lanschot.
Vanwege de vereeniging uit het Bisdom Den Bosch de dames mevr. Rits-Hooge. weegen, mevr. W.- v. Lanschotv. Meeu wen en mevr. G. v. LanschotJurgens, allen te 's Hertogenbosch.
Uitgesproken: 'sHertogenbosch, 11 Maart L. L. van Zeeland, bakker te Ravenstein. Rechter commissaris: jhr. inr. van Nispen totSevenaer; curator: mr. F. van Lanschot. J. van der Kruis caféhouder te
bruari 1910, curator: mr, G. Kolfschoten. A. F. van den Steenhoven, molenaar, te Werken dam, mr. F. J. van Lanschot.
Benoemd tot griffier bij het kanton gerecht te 7s Hertogenbosch, Mr. F. J. van Lanschot, advocaat en procureur te 's Hertogenbosch.
De voorzitter Mr. W. a. van Lanschot wenschte in zijn openingsrede allen wel kom, die in breeide schade waren te zamen gekomen om getuigenis af te leg gen van het geloof onzer vaderen.
De oommissie bestaande uit de hee ren Mr. E. P. van Lanschot, burgemees ter van Breda, J. Simons, wethouder van 's Gravenhage, Mr. A. F. baron van Lynden, burgemeester van JJtrecht, Jhr. Mr. C. A
Naar uit 's Hertogenbosch aan |het „Centr." wordt gemeld, dingt mr. ,Wl van Lanschot, agertt der Nederlandsohe Bank aldaar, naar het lidmaatschap der Eerste Kamer, vacature K. Raijmakers.
Als candidaten voor het lidmaatschap der Eerste Kamer, ter vervanging van den heer Raymakers, worden, behalve mr. W. v. Lanschot, ook genoemd de oud-Minister Nelissen, mr. P. Loeff, presideni der
Men seint onsDe Provinciale Staten van Noord-Brabant kozen in hun heden gehouden vergadering tot lid der Eerste Kamer, (vacature Raymakers) den heer mr. W. M. van Lanschot, oud griffier der Staten
Mr. W. M. van Lanschot, gisteren door cie Prov. Staten van Noord-Brabant ge kozen tot lid van de Eerste Kamer, is dan 13 April 1869 te 's Hertogenbosch geboren. Als een en veertig jarige is hij ... Mr. W. van Lanschot heeft zich bij verschillende gelegenheden doen kennen als een vlot en vaardig spreker. Hij.is o. a. lid van de Nederlandsch-Belgische commissie en ridder in de orde van den Ned
Onder overlegging van het hierachter afgedrukt adres van Mr. E. P. van Lanschot, Burgemeester van Breda, e. a., uit makende eene commissie, die zich belast heeft met de voor bereiding van de ... Mr. E. P. van Lanschot, burgemeester van Breda, J. Simons, wethouder van 's Gravenhage,
Mr. E. P. van Lanschot. J. Simons.
20° Verzoek van Mr. E. P. van Lanschot e. a. in zake de oprichting van eene Vereeniging van Nederlandsche Ge meenten. (103)
XX. Verzoek van Mr. E. P. van Lanschot e.a. in zake de oprichting van eene Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten.
Na in handen van den voorzitter de vereischte eeden te hebben afgelegd/ neemt mr. Van Lanschot, nieuwbenoemd lid voor Noord-Brabant, zitting.
De heeren E. van Lanschot (burge meester), A. P. Scheltus en W. ingen Housz (wethouders), hebben zich ter uit voering van het door den gemeenteraad genomen besluit, nadere inlichtingen in te winnen
De heer v. Lanschot (R.K.ontwik kelde tegen deze regeling bezwaren van juridisch enaard, ontleend aan de thans toegenomen verantwoordelijkheid van den werkgever. Waar de regeling nu reeds gedurende
zijn benoemd tot inspecteur der di recte belastingen, invoerrechten en ac cijnzen te Breda C. H. Pan, thans te Roosendaaltot inspecteur te Roosen daal G. L. van Lanschot Hubrecht, thans te
Bij Kon. besluit is toegekend de aan de orde van Oranje-Nassau verbonden eere medaille, in zilver, aan P. C. Steures, kan toorbediende bij de firma F. van Lanschot, bankier en kassier te 's
De afdeelingen der Eerste Kamer be noemden de heeren Laan, Van Lanschot, Van Lamsweerde, Kraus en Barge tot rapporteurs over: de hoofdstukken I (Huis der Koningin) en Vila (Nat. Schuld) der
Geboreni D. van Van Lanschot en van Lanschot-de la Court, Breda. D. van baron van Voorst tot Voo st en van Voorts tot Voorst- Van Nispen tot Pannerden. 's-Gravenhage.
Vóór stemden de heeren Prinzen, van der Does de Willebois, van der Maesen de Sombreff, Michiels van Kessenich, van Lanschot, van Waterschoot van der Gracht, Haffmans, allen R. K., Hovy (A. R.}, Dojes
De heer v. Lanschot (R.K.) dringt aan op spoedige regeling van, het vak onderwijs. Het zal een regeling moe ten zijn die slechts eenjge algemeene be ginselen in de wet vastlegt, maar ove rigens ... De heer v. Waterschoot van der Gr «acht (R.K.) ffoot zich bij den heer Van Lanschot aan, Spr. critiseert verder de achterstelling van het bijzonder on derwijs en in het bijzoader van Katho lieken bij
Z. K. H. veel voor de verbetering van den veestapel. Nadat de rekening tot een bedrag van f 15033.35 in ont vangst en uitgaaf was goedgekeurd, een lid van het Hoofdbestuur, de heer van Lanschot was
De heeren v. Lanschot (R. K.) en Lely (U. L.) en v. Ni erop (L.) bestrij den de motie, die de heer 'tHooft (A. R.) daarna intrekt, wijl het hem niet te doen was om een stemming, doch om het debat.
, S. Langerveld te Oud-Beijerland; tot com missaris van den polder De Eendracht (gemeenten Vianen en Lexmond) mr. F. J. va*n Lanschot te 's Hertogenbosch.
De Minister van Oorlog, de heer Col ijn, antwoordt op een vraag van den heer v. Lanschot, dat hij, indien mogelijk, voor de kazemeeriug te 's Bosch het voln gend jaar een post op de begrooting zal
Die heer Van Lanschot (R.-K.): vraagt naar 's Ministers plannen in zake de kazerneering te 's Hertogen- j bosch.
. Ver, v. d. Handeldr. en Industr. Middenstand,, afdl. Tilburg; Hi. Himpenius Zonen, klompenhandel, Sneék; Koninigs, maéhinefabrieik, Swal- men; Aug. Kaal, lederfabriek, Cuyk a Maas; A. Wj. J. v. Lanschot
De heerV, Lanschot (R. K.) brengt Ihulde aan de groote v/erkkradht van, den) minister, billijkende ,uit deze ontwerpen» Aangenomen dat ouderdoms-, ziekte- en invaliditeitszoiig tot de taak; vani 'den
zijn benoemd tot burgemeester te Bre da mr. E. P. van Lanschot, te Roermond J. L. Th. Sanders;
den heer van Lanschot, lid van het hoofdbestuur der Kon. Ned. Landbouwvereen. en lid van de Eerste Kamer, en door den voorzitter van de commissie van ontvangst, den heer Vas yisser.
De heer Staal (U.-L.) brengt nia- mens de commissie tot onderzoek van d'e geloofsbrieven vara prof. G. J1. van Swaay en mr. Wi. M. van Lanschot ge kozen tot lid der Eerste Kamer, respec tievelijk ... De heeren prof. Van Swaay en mr. Van Lanschot door den griffier binnen geleid, nemen zitting, na in handen van den Vo o rz i 11 e r de gevorderde eeden te hebben afgelegd en door dezen wel kom te
De heer v. Lanschot (R. K.J re pliceert en heeft na het antwoord van den Minister inzake de Maaskanalisatie nog verschillende bezwaren.
J. C. van Lanschot Hubrecht, Presidente. H. G. van der Vies, ie Secretares.
. Tilman, mgr. C. Prinsen, dr. H. Möller, G. van Lanschot en E. A. Meul- der. Als eerevoorzitters zullen optreden mgr. W:. van de Ven, bisschop van den Bosch, en de burgemeester jhr. van der Does de
Dit comité, bestaande uit de heeren mr. R. E. Tilrnan, Mgr. C. C. Prinsen, dr. H. W. E. Moller, G. A. W. van Lanschot en E. A. Mulder, met medewerking van kapelaan VV. Smulders en prof. A. Hansen
Het wetsontwerp wordt aangenometti met 34 tegen 7 stemmen, die van de hee ren De Boer, Van Hardenbroek, De Vos van Steenwijk, Lanschot, Van den Biesen, van Catwyck en Ferf.
De heer Van Lanschot (R.-K.) maakt eenige opmerkingen, w.o. die niet zijn ter sprake gebracht ln de afd. Het is volstrekt niet spr.'s doel" den Minister hinderlagen te leggen. Als voorzitter van een
Na den heer Lanschot (R.-K.) is de heer Bavinck (A.R.) aan het woord. Deze bespreekt de geestelijke verzorging van de g ©mobiliseerden. ... De minister van Oorlog ant woordt dein heer Lanschot, dat (hij zaJ irachifitn tte rlnenZ^vvat tn zijn vei-mogen is tegen de onvoorzichtigheid met vuurwa pens. De regeling van de verhouding tus- schen
Eindelijk werd ook de verhooging van hoofdstuk X (economische maatregelen) zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd na een korte, weinige belangrijke discussie tusschen de heeren Van Lanschot en Polak
, de heeren Cremer, Van Lanschot, v. d. Bie- sen, Van Lamsweerde en Laan.
, burgemeester van Leiden, inge val laatstgenoemde mocht verhinderd zijn, werd mr. van Lanschot, burgemeester van Breda, aangewezen.
Naar de „N. R. Crt." verneemt, ea de heer mr. E. P. van Lanschot, barge meester van Breda, binnenkort als zoo- danig ontslag aanvragen*.