| Leidsch Dagblad | pagina 2
ben ik als overstelpt met de vraag, wie, ik of een mjjner zonen, en welken dan? - de menschen vinden graag het naadje van de kous pure belang stelling natuurljjk - de extra fooi beloopen heeft die dezer
ben ik als overstelpt met de vraag, wie, ik of een mjjner zonen, en welken dan? - de menschen vinden graag het naadje van de kous pure belang stelling natuurljjk - de extra fooi beloopen heeft die dezer
Inhoud: van No. 1. 1. Rietsjie, Poetsjie, Tietsjie, Tatsjie, Bom, Bom, Bom. 2. Ik heb den aap in de kous. 3. O, gij Rhinoceros. 4. De flesch. 5. De brandweer van Weesperdam. 6. O, gij Veronika. 7
vervangen door beter ingerichte werkmanswoningen, zoo dat men niets meer ont dekken kan van de vroegere 24 buizen, de Kous en de Vloobak.
Deine-Meu had in d'r tied, mennig en een met de kous op de kop noar huus loaten goan, en as ze nou van trouwen of trouwerij heurde, keek ze grom- mig, da's ook waar! ... melk afgereumd was, zoo schraal kosten wêzen da's waarEn had Deine-MeuHannes, en Teunis, en Evert met de kous op de kop noar huus loaten goan, zij had Miechel niet vergeten, die, toen zij achttien en hij
„Kous sommes civilisées et instruites et „on ne nous humilie pas impuuément.
„Welnu, wij keeren met de kous op den kop naar huis."
waa'rdigen Amsterdammer. Dezer dagen kwam een erg vermagerd, bleek jonk man, zooals men dat noemt met de kous op den kop, in de stad zijner vaderen torug. Hij had van Emmerik af geloopen en zag er uit