andicap als
ondgenoot
Alweer zo'n boek
over Limburg
Te veel platgetreden paden
'Nachtboek voor eenzamen'
log
mierzoete Kerst
Nieuwe boeken Schrale troost
Lapjeswerk
JRDAG 18 DECEMBER 1980
BOEKEN
TROUW/KWARTET H 2 - 19 - S 17;
°i ient verlamd en er be-
.-•leen grote kans dat het
is!' Ik hoor het wel,
besef er niet veel van.
Slou mij later nog dikwijls
n dat het „voor altijd" is
ill eer de menselijke geest
jj, ergelljk vonnis ten volle
ipt, moeten lange nach-
«fan depressie de liggende
zelf overtuigen."
8
22H ilglsche
'8'/i iebuer een verkeersongeluk.
m ierre -Ooetghebuer. die nu op
S2vi gt woont in het Belgische
in een rolstoel leeft, boeken
59,; jert, les geeft aan een school.
een boek geschreven over zijn
c" igen, zijn gevoelen.s zijn emo-
Jover de reacties van zijn omge-
5/12
ui x
»i.t
jj. J. van den Berg
maar hij is even duidelijk naar bij
voorbeeld die artsen en priesters, die
al pratend op een afstand bleven.
Opnieuw beginnen
10 altijd is!' Ik hoor het wel, Een handicap verwerken, is van de
„or. grond af aan weer jezelf opbouwen.
Je doorloopt weer de stadia van Je
leven. Vooral in het begin ben Je als
een baby. Je voelt je als een baby,
maar Je moet ook als een baby gehol
pen worden. En sommigen behande
len Je dan ook zo. En al ben Je ach
tentwintig. Je gedraagt Je weer als een
kind. weer als een puber. Je bent als
een kind zo blij als Je weer een stukje
nieuw leven voelt. Je bent als puber
1* *r zeven jaar geleden, kreeg opstandig om jezeli weer te wor-
priester Jean-Pierre den Maar schrijft hij: „Het is een
voorrecht om uitgescholden te wor
den. Het meest agressief was ik tegen
mijn ouders, broers en zussen. Omdat
ik gezinslid was, wist ik dat ze
ondanks alles toch zouden terug
keren. Het is opvallend dat een mens
enkel „knakt" bij zeer goede vrien
den. Nu ik wat nageacht heb over het
fenomeen agressiviteit, komt ik tot
het besluit dat het uitgescholden
worden een teken is van groot ver
trouwen." In het gesprek dat ik enke
le weken geleden met hem had, zei
hij: „Wel als hulpverlener nog nooit is
uitgescholden, mag wel eens gaan
iet verwerken van een handi-
êi* natuurlijk al heel wat geschre-
7s.?a aarvan weten we dat een mens
de stadia doormaakt. Dat is de - J -
hij nodig heelt om zichzelf nadenken over de kwaliteit van zijn
te kunnen aanvaarden in de hulpverlening.
i van zijn leven waarin hij nu
is. Ieder mens heeft daar-
se cilijn eigen tempo en dat tempo
verschillend met dat van de
Vaak zijn de beschrijvin-
deze stadia wat theoretisch.
Sadistisch godsbeeld
Zeer treffend zijn ook zijn, wat hij
noemt, „overdenkingen omtrent het
lijden in het algemeen en het mijne in
het bijzonder." Hij zegt in enkele pa-
466 nu is er een boek waarin dat gina's zeer waardevolle dingen. Zo
vendig, en zeer direct gebeurt schrijft hij bijvoorbeeld: „Er moet
de persoonlijke ervaring. Wie eens duidelijk geschreven worden dat
>ek van Goetghebuer leest, het lijden geen straf is, als een soort
geen medelijden met hem, rechtstreeks gevolg van een zondig
ik heb er wel momenten van leven. Heel wat mensen (en zelfs jon-
ontroering in ervaren. Hij raakt gen mensen) houden er een sadistisch
e emoties dan de wat goedkope godsbeeld op na, waarin een spione
lens van medelijden, die vaak rende, loerende, Jaloerse God wordt
teer zijn dan afweer. voorgesteld, klaar om de mens bij de
keel te nijpen bij de minste misstap."
blijkt er overigens volop te Hij schrijft over het ziekenbezoek:
«dom de wereld van de gehan-
mens. Die houdingen van af
reet Goetghebuer zeer raak te
Ijven. Zijn boek is dan ook niet
ten erg vriendelijk boek. Hij is
In staat tot het schrijven van
oso afrede op verpleegsters, die.
'so zegt -hem geholpen hebben
^elf weer terug te vinden,"
..Wanneer ik vandaag de dag op be
zoek ben bij zieke mensen, zal ik
nooit proberen het lijden van mijn
medemens christelijk te dulden. Dat
moet de betrokkene zelf doen!" Hij
zegt: „Ik heb te veel priesters aan
mijn bed gezien, klaar om haarfijn uit
te leggen welke kansen in mijn gebro
kenheid staken."
Goetghebuer maakt in zijn boek nog
eens duidelijk dat een goed spreker in
de eerste plaats een goed luisteraar
is. Dat betekent ook dat we kunnen
komen tot het inzicht, dat een aan
dachtig luisteren behoort tot het hart
van wat pastoraat is. Nog zo vaak
wordt er gezegd: „Ja, maar je hebt
toch ook nog een andere opdracht."
Steeds meer heb ik het gevoel dat we
dan niet verstaan wat de solidariteit
van Jezus met de mensen heeft bete
kend. Er is vaak te weinig respect en
vooral te weinig gevoel voor wat de
zieke, de gehandicapte mens door
maakt. Zijn gevoelens worden hem
afgenomen. Het boek van Goetghe
buer houdt ons een spiegel voor en
kan ons op verschillende manieren
helpen gevoeliger te worden voor de
mens die een verlies heeft te verwer
ken. Wie het boek zou willen lezen,
om nu eindelijk een antwoord te heb
ben op de steeds terugkerende moei
lijke vragen waarmee we geen raad
weten, kan het beter niet lezen. Het
gaat niet om „trucjes", maar het gaat
om onszelf.
Ik zou dit boek een verplicht boek
willen noemen. Daarbij denk ik met
name aan een aantal groepen, zoals
pastores, predikanten, vrijwilligers,
verpleegkundigen, fysiotherapeuten,
maar ik denk ook zeer bijzonder aan
de kring van artsen en specialisten.
Goetghebuer vertelde dat met name
priesters en artsen nog al eens nega
tief reageerden op zijn boek. Dat
geeft te denken. Inderdaad windt hij
er geen doekjes om. Je krijgt de in
druk dat in ieder geval in België art
sen, specialisten zeer technisch zijn,
„als een reus tegenover een zieke in
zijn bed." Maar hoeveel aandacht
wordt er in Nederland gegeven aan
het artsen helpen gevoeliger te wor
den voor de mens achter de zieke,
voor de mens achter de handicap. Is
het hier beter? Ik hoop dat dit boek
zijn weg zal vinden in opleidingen,
want ik ben ervan overtuigd dat het
kan bijdragen tot meer menselijke
zorg.
Jean-Pierre Goetghebuer: 'Handi
cap: Onverklaarbare bondgenoot'
(Profiel van een mens met bindernis
sen). Ultf. Lanno Tielt, Amsterdam.
Omvang 314 pag. Prijs 28.-
(Marinus van den Berg is pastor van
het interconfessioneel verpleeghuis
Randerode te Apeldoorn)
door Pauline van de Ven
Jean-Pierre Goetghebuer
In samenwerking met enkele
Limburgers schreef Adriaan
Buter „Mergelland op en af",
dat sinds vorige week in de
winkels ligt. Het is niet slecht
geschreven (behalve het eer
ste hoofdstuk), goed gedocu
menteerd en rijk geïllu
streerd, zij het zwart-wit.
Als rechtgeaarde Limburgse vind ik
dan ook dat dit boek, en dit soort
boeken in het algemeen, onverwijld
verboden met worden. Het werkt
maar ongewenst toerisme in de hand
en het duurt toch al niet lang meer, of
er staat een „Klein Zwitserland" op
elke Limburgse heuveltop
Wat boeken over Limburg in het alge
meen betreft het volgende: Over Lim
burg wordt elke tien jaar een boeken
kast volgeschreven. Een hoofdstuk
over de mijn, een hoofdstuk over car
naval en wie het echt goed wil doen
neemt een hoofdstuk Petrus Regout
op. Prachtig foto's van ruisende be
ken, glooiende heuvels en jolige Lim
burgers, afgewisseld met natuurbe
schrijvingen die uiteenlopen van ly
risch tot puur hysterisch. Hier is er
weer een.
Cliché-taal
De uit Twente afkomstige auteur
Adriaan Buter heeft zojuist de Wit-
door dr. C. Rijns dorp
In de loop van de Jaren zeven
tig heb Ik voor de krant zon
der overdrijving duizenden
bladzijden over eenzaamheid,
oud worden, sterven en ster
vensbegeleiding moeten lezen
en bespreken. Een merkwaar
dige zaak voor Iemand die zeil
in zijn laatste levensfase ls
beland. Ben lk er veel wijzer
van geworden?
!2. [|)KK HOKKEN KIN DER BOEKEN KINDERBOEKENKIN DER BOEKENKINDERB
EKENKIND
kerstverhalen blijft het
moeilijk leven. Het enge
lat ze blijkbaar moeten
ntwoorden aan een be-
üd patroon en dat de fan-
van de schrijvers dan
ort schiet als dat inge-
moet worden Daar-
ontstaan de mierzoete
|kte verzoeningsverha-
met het kenmerk dat
vredelievend moet zijn.
het tijdelijk, en elkaar
imenteel in de armen
m, zonder dat er wense-
confllcten worden op-
'0 st. Dat kan ook niet op
ine dag, en wie dat wel
'it is een dwaas
LUKKIG KERST
EST is een verhalenbun-
van C. Wilkeshuls. al ja-
toch een aangenaam
teller. Maar daar tref ik
een een kindje aan. dat
precies Kerstdag wordt
loren. in het huis van Jo-
óob |ntje dan. Opa. oom Piet
vader geven passende
in over het wonder dat
«j pasgeboren kind is ten
Ite, moeder glimlacht en
tientje denkt „'t Was na-
irlijk wel anders dan in
thlehem, maar 't was
'h ook hetzelfde"; en dat
|nu wat ik niet geloof
tnd verhaal dan maar:
Lekke Dak geheten, uit
tijd dat de Friese arbei-
io treurig gehuisvest
in en een erge hekel aan
Hooghiemstra hadden,
verandert met Kerst en
Door de preek van de
imlnee. En tegen zulk ge-
fek hèb ik wat:
o, wat kon de dominee
ochtig vertellen! Het leek
wel of hij er zélf bij
ntï p®cesl was, vond Sjoukje.
:n zap in haar verbeelding
b* t kleine stal. Natuurlijk
tl zo'n stalletje als van
356 mfcc Jan: daar konden
ok twee koeien in staan.
120 aar in deze stal lag het
»istuskindjeen dit
,40 '"dje stródlde helemaal,
los rielde de dominee. Net of
kwam van de kleine
oso Bn(len en voeten en het
128 oo/dje. dat op het stro was
1» 'ergevlijd En toen kwa-
450 en de herders, die hun
840 "Men hadden geweid op
jg f Pelden bij Bethlehem.
,e nar juist toen ze slaperig
303 Wonnen te worden was de
300 emei gaan gloeien en een
eoo Jöe' was neergedaald en
3,0 b fJlun 0C2e0d' da£ ze naar
"lilehem moesten gaan
,54 J"i het Kind te aanbid-
I'm i En op hetzelfde
st i 'en°lilc was de nacht opzij
,05 Schoven als een groot
i.oj onfijn, en de herders kon-
fj «n zómaar in de hemel kij-
i io i en' (En dat konden ze nou
Juist niét. O.E.) Daar zagen
ze engelen in lange jurken
(hoe weet dominee dat?)
later vertelde de dominee
dal het kerstfeest een feest
van liefde en vrede was en
dat de mensen van elkaar
moesten houden, omdat
God van hen allemaal
hield
Na afloop knoopt Sjoukje
dan ook een liefderijk ge
sprek aan met de voorheen
zo knoestige boer Hoog
hiemstra „als God van hem
hield, moest zij ook van de
boer houden."
Gooi 't maar in mijn pet. Er
staan nog meer verhalen in
dit kerstboek.
ELSEVIERS NIEUW
KERSTVERHALENBOEK
heeft klinkende auteursna
men op het achterblad
staan, die verhalen voor
kinderen én volwassenen
bieden. Henri Knap. J. M. A.
Biesheuvel en Mies Bou-
huys, Herman Pieter de
Boer en Cor Bruyn beloven
veel, maar het boek opent
met een Het Geheim van J.
van Doorne, over Klaas die
zijn moeder (Maria) heeft
verloren, zijn vader wès al
dood, en die nu met zijn
grootvader gesprekken
voert. o.m. over het feit dat
hij al tweemaal niet op zon
dagsschool geweest is, „en
liegen dat was zonde." Later
komen de oude man en de
jongen tot elkaar, in de kel
der bidden ze en grootvader
zegt dat ze moeder nu moe
ten vergeten (ik zou wel
eens willen weten waarom).
Klaas wil mee naar de kerk
en aan het eind noemt
grootvader hem niet meer
„Jongen", maar „mijn Jon
gen. Klaas kind van
Maria."
Zulke verhalen zijn niet
meer van deze tijd. en als
eerste in een zo fraai uitge
voerde bundel is het een af
knapper. Andere verhalen
zijn van Peter Andriesse,
Arne Zuidhoek, e.a. Geluk
kig voor de Friezen levert
Sjoerd Leiker een verhaal in
hun taal, en zo komt alles
toch nog goed.
In het genre uitdeel-kerst
boek je twee voorbeelden:
ALS JE NIET LOPEN
KUNT van Ina de Vrles-v.d.
Lichte handelt over een ge
handicapte Jongen die zijn
leven moet slijten In beu
gels en een rolstoel. Hij
heeft ideale ouders die nooit
ruzie hebben, een zusje Rl-
na, „zij is wel een leuk kind.
Maar het is een meisje. Hij
had liever een broertje ge
had. Kon-ie fijn mee spe
len." De dagen van een ge
handicapt kind, thuis en op
school, worden beschreven,
hoe hij zich redt in het
zwembad en op de Mytyl
school. Zijn vader, die bij de
politie ls, vertelt hem span
nende verhalen. Padvinder
is Bart ook. Als zijn moeder
naar het ziekenhuis moet
maakt Bart kennis met de
Surinaamse Ramon, een ei
gentijds trekje dus, ook aan
discriminatie wordt gedaan
want Ria noemt de zwarte
jongen „koffieboon", maar
wordt daarvoor berispt door
vader. Ramon rijdt Bart
naar het ziekenhuis om zijn
moeder te bezoeken, schoon
tante van niets op de hoogte
is gesteld en er dus grote
ongerustheid ontstaan kan,
die evenwel weer uitgepraat
wordt. Gepraat wordt er
ook over de vraag (van Bart)
waarom hij niet kan lopen,
maar de jongen wordt ge
troost met de stelling dat
hij zó ook nog heel veel voor
anderen kan betekenen.
Het is goedbedoeld, dit ver
haal en het gegeven, maar
de toon ls te beschermerig
en te braaf, een scheld
woord als .spriet" (zusje) is
al onvertogen. Zó zijn kin
deren niet.
PAUL (van Marianne Ver
hagen) zit in de tweede klas,
maar moet zijn moeder vra
gen of de juf op bezoek mag
komen, want hij kan eigen
lijk niet overgaan. Idyllisch
gezinnetje met een baby;
Paul rist graag bessen voor
zijn moeder; en in bad ver
telt zij hem dat hij lekker
nog een Jaartje'bij zijn juf
mag blijven (persoonlijk
vind ik zijn rapport best
goed voor de tweede klas.
maar ja); in elk geval kent
hij het lied Klokje klinkt,
dat daar nog wordt gezon
gen. Er wordt kleuterig te
gen kinderen gepraat en zo
dra iemand plaagt wordt er
vermaand. Na een dagje
aan het strand wordt de He-
re gedankt voor die fijne
vakantiedag en als het eens
heel vol is in de kerk (toeris
ten vullen het winterse aan
tal flink op) mag Paul, je
raadt het nooit, op de trap
trap van de preekstoel zit
ten. Hij heeft alle begrip
voor het zitten blijven en
tegen Kerst mag hij op zijn
xylofoon spelen. Even
vreesde ik nog dat het in
strument gejat zou worden
vlak vóór de Kerstnacht,
maar neen. Paul speelt en
meester preekt een soort
Grote Verzoendagpreek.
De uitwerking is dat Paul
meneer Klos boodschappen
helpt doen en vervoer voor
hem vindt ten behoeve van
door Gertie Evenhuis
de kerstdienst. Als je één
van deze boekjes gelezen
hebt ken je er meer. want
bet recept is altijd hetzelf
de. Klein conflict, grote ver
zoening en een toon van ou
ders en onderwijzers alsof
kinderen doof en hun ver
stand kwijt waren.
Leg hiernaast nu eens Guus
Kuyers DE TRANEN
KNALLEN UIT MIJN KOP.
over een Jongen die verliefd
is op zijn juf, zoals het ieder
een kan overkomen. Gewo
ne kleine stukjes observatie
toch, uit het leven van zo'n
Jonathan, maar zonder
neerbuigendheid naar het
niet geminachte kind toege
schreven. Je kunt deze keer
ook niet zeggen dat Kuyer
de kinderen opzet tegen
hun ouders, al heeft hij dat
vele malen wel gedaan. Ellie
en Fred zijn best aardig, en
gewoon ook (waarom ga je
niet wat dóen? wordt ook
daar gehoord en op vragen
als „ik zie nooit een politiea
gent bij de kapper, jij? en:
als ik zie je met je voorwiel
de bocht omstuurt waarom
rijdt het achterwiel dan niet
gewoon rechtdoor? zijn
daar ook niet altijd paskla
re antwoorden). Er zijn af
wisselend stukjes school en
huls, met daartussen in
droomtoestanden, waarin
Jonathan zijn juf redt, of
anderszins grote indruk op
haar maakt, of fantasieën
van Jonathan hoe het tus
sen hem en zijn geliefde juf
zal gaan als zij hem in haar
armen wiegt.
Tussen al die gekke regels
door zie je toch heel goed
hoe een kind, net als wij,
groter uitgevallen schepse
len, kan lijden aan een ver
liefdheid, aan eenzaamheid.
„O juf, o juf, ik denk mijn
eigen suf; ik ben een den
kend kind, maar u bent ste
keblind."
Op die manier dus. Zo is dit
boek geschreven. En een
verliefdheid gaat tenslotte
ook weer over.
Van Marianne Keser is
TANTE JET IN DE FLAT.
een in de tegenwoordige tijd
geschreven verhaal over een
bejaardenflat waar de men
sen geen dieren mogen hou
den. Maar een clubje kinde
ren dat bevriend ls geraakt
met juffrouw Jet uit die flat
vinden in het park een wit
konijn. Thuis kunnen ze er
niet mee aankomen (ik be
grijp niet waarom niet) dus
rennen ze naar tante Jet die
voor het dier zal zorgen.
Maar dieren zijn verboden.
Er ls zoveel verboden. Op
het balkon krijgt het konijn
toch plaats en eten ook; ten
slotte blaft, kwaakt en
miauwt een konijn niet De
concierge is een cliché-man
netje, met veertig jaar trou
we dienst ergens en met een
vol regels en verboden.
Toch vallen hij en zijn
vrouw mee op het eind, al
blijft het vervelend dat kin
deren „vent" genoemd wor
den (dat doet toch niemand)
Op den duw worden kleine
re huisdieren toegestaan in
het reglement.
Wie toch een heel mooi ka-
doo-boek wil. HET GROE
NE AAPJE ls een groot
blauw boek met sprookjes,
door Hetty Blok verzameld
en na verteld, met verbijste
rende grafische begeleiding
van Wim Wandel en met
schilderijen in prachtige
blauwen en groenen van de
schilder Hans Kanters. Pri
ma voor alle leeftijden,
maar wél veel voorlezen,
want woorden als queeste,
sobstories, geënthousias
meerd, wederom en ther
miek zijn niet voor iedereen
begrijpbaar. Gelukkig wel
vertaal- en vertel-baar. Al
kunnen we dat dan ook niet
zo knap als Hetty Blok zelf.
Gelukkig Kerstfeest, door
C. Wilkeshuls, uitg. Omni-
boek, 22,50, Elsevlers
Nieuw Kerst verhalenboek,
uitg. Elsevier, f22.90; Als
je niet lopen kunt, door Ina
de Vries-v. d. Lichte, uitg.
Voorhoeve, 9.90; Paul,
door Marianne Verhaagen,
uitg. Voorhoeve, 7.25; De
tranen knallen uit mijn
kop, Guus Kuyer, uitg.
Querido, 13.90; Tante Jet
in de Flat, door Marianne
Keer, uitg. Westfriesland,
13.50; Het groene aapje,
sprookjes vera, door Hetty
Blok/Hans Kanters, uitg.
Tiebosch, 29.90.
Als iemand mij vroeg naar de totaal
indruk die dit alles bij mij heeft ach
tergelaten, zou ik moeten zeggen: „In
al dat werk is over de dood geschre
ven van het leven uit, maar de laatste
levensfase wordt hierdoor geken
merkt, dat men het leven beziet van
uit de dood."
En die stroom van publikaties houdt
maar aan. Zo wacht al enige tijd op
bespreking een dik boek onder de
titel Gestalten van de dood, studies
over abortus, euthanasie, rouw, zelf
moord en doodstraf en moet ik van
daag iets zeggen over een boek van
dr. Cees Klapwijk, getiteld Nacht
boek voor eenzamen.
„De schrijver heeft dit boek vooral
als mens, medemens trachten te
schrijven. Niet zozeer als een of ande
re vakgeleerde of functionaris. We
schreven 'n nachtboek. Dus zonder
dagkalender, 's Nachts vervaagt al
les. De uren glijden weg. Programme
ring ontbreekt" (blz. 5). Het boek is in
nachtelijke wen samengesteld. „Lees
niet te vlug. Het boek is ook niet zo
vlug geschreven, 'k Schreef het boek
trouwens ook voor mijzelf. Als een
soort ludiek testimonium of testa
ment" (0). Dr. Klapwijk is predikant
en godsdienstleraar te Eindhoven.
Hij ls theoloog en psycholoog. Zijn
boek heeft, zegt hij, eigenlijk geen
pretenties. Het wil mensen in levens
nood een helpende hand bieden.
Maar zonder een pasklare oplossing
aan te kaarten.
Niet geestdriftig
Nu moet de recensent ervoor oppas
sen, dat hij oververzadigd als hij ls
door een te veel aan lectuw over
aanverwante onderwerpen uit re
actie onvoldoende belangstelling en
waardering toont voor weer een
nieuw boek over deze doodgeschre
ven zaken. Het is dan ook niet daar
om, dat ik voor dit boek van dr.
Klapwijk, met alle respect voor zijn
verdiensten als theoloog, psycholoog
en pastor, niet geestdriftig ben. Het
ligt niet aan mij, maar aan het pro-
dukt. Om mijn bezwaren te verdulde
lijken moet ik een kleine omweg ma
ken. Een bepaalde sociale groep ik
denk hier speciaal aan de meer ont
wikkelden binnen het orthodoxe pro
testantisme leeft In een ideeënwe
reld die een duidelijke samenhang
vertoont. Dit geheel van denkbeel
den, meningen, oordelen, controver
sen ook, ls ontstaan en gevormd door
veel gemeenschappelijke lectuw,
niet in het minst ook door preken.
Het is een geestelijke atmosfeer die
ons omringt en waarbinnen wij adem
halen. De grens tussen wat aan ge
dachten en overtuigingen in de lucht
zit en wat de enkeling werkelijk indi
vidueel van mening is, is niet scherp
getrokken, zodat, wanneer men zijn
gedachten en invallen de vrije loop
laat, er veel naar boven komt uit dat
collectieve complex. De schrijver kan
dan menen zelf aan het woord te zijn,
maar hij doet weinig meer dan ontle
nen aan dat algemeen gangbare. Een
publicist moet ervoor waken dat hij
zich niet gedachteloos aan die ge
meenplaatsen overgeeft en dat ge
vaar wordt nu juist levensgroot bij
een opzet als die van dr. Klapwijks
boekje.
Hij wilde zichzelf ontspannen en te
gelijk troosten, pretentieloos bezig
zijn en toch iets presteren, een eigen
bijdrage leveren zonder echte kriti
sche concentratie. Zo wordt de uitda
gende ondertitel „Heilzaam egoïsme"
onvoldoende uitgewerkt en ervaart
men een tegenspraak tussen ludiek
bezig zijn en de ernst van het een
zaamheidsprobleem. De autew heeft
weinig meer bereikt dan een inventa
risatie van in zijn kring gangbare
gedachten. Bij elk onderwerp dat hij
aansnijdt zie je al aankomen wat hij
ervan zeggen zal. Mijn hoofdbezwaar
is dus dat de schrijver het zich te
gemakkelijk heeft gemaakt. Bij het
woord „nachtboek" verwacht men
iets diepzinnigs; men herinnert zich
de Nachtgedachten van Edward
Young over leven, dood en onsterfe
lijkheid van halverwege de achttien
de eeuw, een van de aanvangsmo
menten der romantiek. Hoewel nu
natuwlijk verouderd en onleesbaar
geworden, kon dit destijds met recht
een nachtboek heten. Ik bedoel maar
dat de schrijver met woorden als
„nachtboek" en „heilzaam egoïsme"
verwachtingen wekt die niet worden
bevredigd. Deze nachtelijke gedach
ten hadden evengoed in portefeuille
kunnen blijven. Waarbij ik herhaal
dat dit ongunstig oordeel niets afdoet
van de waardering die de auteur uit
anderen hoofde verdient.
Dr. C. Klapwijk: „Nachtboek voor
eenzamen" („Heilzaam egoïsme").
Uitg. Kok, Kampen. Omvang 116
pag. Prijs 17,50.
temse Windberg beklommen, in heb
holst van de nacht. Volgt u mij maar.
„Omhoog turend ziek ik hoe aan het
nachtelijk uitspansel het ene glan-'
zende lichtjuweel na het andere aan
floept. Ook beneden in het dal flonke
ren steeds meer sterren. Het zijn de
lichtjes van Epen en zuidelijker die
van het grote Belgische spoorwegem-
placement In Montzen en de fabrie-
ken van La Calamine. Vanmiddag
zijn we naar de Geul gereden en heb
ben de eerste paardebloem geteld."
Het mag gezegd worden dat Buter
een scherp waarnemer is. Zelf heb ik
de Windberg wel eens beklommen
maar het spoorwegemplacement van
Montzen heb ik nooit in het vizier
kunnen krijgen. Wat Buter aanzag
voor het grote Belgische spoorweg
emplacement, was waarschijnlijk het
uithangbord van Café De Pereboom
op het dorpsplein, waar de werkloze
Limburgse dorpsjeugd zich doelloos
een stuk in de kraag drinkt.
Benauwde dorpen
Jazeker, óók terwijl „De zon van de
eerste echt voorjaarsdag nog niet
goed afscheid kan nemen en met
zachte penseelstreken het doek van
de hemel verft, waar dat de zwarte
bossen raakt, vol strepen geel en
oranje die slechts langzaam vervloei
en in de opalen onderrand" aldus
Buter in beeldspraak met slijtplek
ken waar hij gelukkig na het eerste
hoofdstuk mee ophoudt.
Want dat is ook Limburg: een land
waar de benauwdheid van het enge
dorpsbestaan je naar de keel vliegt,
en waar men zijn vrienden op dezelf
de kruk, aan dezelfde tap in hetzelfde
café aantreft, als waar ze een week-
een maand-een Jaar geleden werden
achtergelaten. Ze zitten te wachten
tot er iets gebeurt. Maar er gebeurt
niets en alcoholisme viert hoogtij.
De moeilijkheden in Limburg zitten
allang niet meer in de mij nsluiting.
Er is een nieuwe generatie Limbur
gers die „de koel" nog nooit van bin
nen heeft gezien. Er is een enorme
werkloosheid, de ontplooiingsmoge
lijkheden zijn op velerlei gebied on
dermaats. Er is véél apathie, het ziek
teverzuim ligt bij Limburgse bedrij
ven in veel gevallen twintig procent
boven het landelijke gemiddelde,
over industriële innovatie spreekt
men al jaren, maar er gebeurt niets,
het Limburgse Industrie- en Ontwik
kelingsfonds raakte tot voor kort zijn
geld aan de straatstenen niet kwijt.
Kortom: Gemoedelijkheid heeft vele
doffe keerzijden.
Maar dat boek heeft Buter niet willen
schrijven, en wie kan hem dat kwalijk
nemen. Vervelend er Is, dat niemand
het lijkt te willen schrijven. En Buter
heeft óók gelijk: Limburg is mooi, en
een reiziger wil en hoeft de keerzijden
van zijn vakantie-oord niet te ken
nen. Aan de toerist kan ik dit boek,
van iemand die Limburg best goed
genoeg kent, dan ook van harte aan
bevelen.
A. Buter en anderen: 't Mergelland
op en af. Tot 1 maart 49,90 gulden,
daarna 65 gulden. 195 pagina's. Uit
gever: J. N. Voorhoeve, Den Haag.
In zijn nieuwste bundel gedichten.
Avond in een tuin, vraagt Adriaan
Pflrlnnrln wan rharloc Moniên <1912) zich in een gedicht at,
rdl lallUU "all v^narico hoe vaak andermans leed herhaald
J. B. Charles (1910) is iemand die het
maar moeilijk kan laten zijn kwets
baar gemoed in praterige gedichten
te uiten. Geheel conform de verwach
ting neemt hij ook in zijn nieuwe
bundel De blauwe stoel geen blad
voor de mond. Hij zegt weliswaar zijn
gevoelens te filteren, wat tijd kost,
maar zijn parlando-manier is van een
opperste tijdgebondenheid, de actua
liteit van zijn poëzie ontbeert nauwe
lijks algemeengeldigheid, als de lezer
even bereid ls met Charles mee te
denken en te voelen, en vooral zich
met hem te ergeren-
Vitaal en direct laat hij blijken van
zijn goed- en afkeuring. Gehekeld
worden politieke ideeën die naar fas
cism e rieken, religieuze en godsdien
stige meningen en gebruiken die tot
geweld lelden. Zowel Israël als Neder
land ls dus voorwerp van kritiek. Ver
tellend ls hij van zijn wederwaardig
heden in Thailand, waar een reis uit
hoofde van zijn vroegere baan als
criminoloog hem gevoerd heeft langs
landschappen die aan Holland doen
denken, en langs gevangenissen waar
hij vervaarlijke mensen ontmoet.
Bondig is hij wanneer hij spreekt
over de dood, en blij wanneer hij de
goede momenten van het leven, voor
al vrijpartijen, beleeft. Maar meestal
is hij boos en opstandig. Zijn poëzie
verkwikt de ziel en dat doet zij voor
een moment, want met de uitgespro
ken gedachte is ook het gedicht uit.
Voor de lezer zou de volgende stap er
een moeten zijn die tot actie voert.
RF
J. B. Charles. De blauwe stoel. De
Bezige Bij Amsterdam 1980, 88 blz.
17,50.
moet worden, voordat het vervelend,
belachelijk en zinneloos wordt. De
lezer van zijn poëzie zou zich op een
gegeven moment deze vraag ook kun
nen stellen, wanneer hij bemerkt dat
Morriën gedachten uit over de ver
gankelijkheid, over dierbare doden
die in dromen verschijnen, over de
naderende dood, over de wil een sta
tus quo te handhaven, over het afge
zworen geloof, over eenzaamheid,
over de onmogelijkheid iets van de
toekomst te weten of op vragen een
duidelijk antwoord te geven.
Kortom, Morriën schrijft een poëzie
der vergankelijkheid en van ouder
worden menselijk leven, een thema
dat niet onbekend is. Zo wil hij ook
schrijven, naar het motto ontleend
aan Jan Hanlo: „Een gedicht moet
eigenlijk iets zijn dat voor iedereen
ee;dt."
Naar mijn mening slaagt Morriën er
wonderwel in het bekende thema niet
vervelend te doen zijn. Zijn zorgvul
dig taalgebruik, zijn spaarzame rij
men, zijn voorzichtige hantering van
beeldspraak en zijn verfijnde gevoe-
ligheid maken de lectuur van zijn
gedichten tot een intieme gebeurte
nis waarvan, in weerwil van het uitge
sproken verdriet, iets bemoedigends
uitgaat.
De gedichten zijn nergens sentimen
teel, maar raken op weldadige wijze
kernen van levensgevoel. Zodanig
zelfs dat de bundel een pastoraal ka
rakter draagt en dat in de dubbele
betekenis van het woord pastoraal:
de avond in een tuin biedt de dichter
gelegenheid zijns ondanks iets troos-
tends te zeggen.
Adriaan Morriën. Avond in een tuin.
Van Oorschot, Amsterdam 1980. 68
blz. 14,90.
Uit Japan komen via Uitgeverij
Zomer Keunlng twee nieuwe
handwerkboeken van Ondori onze
desbetreffende literatuur verrijken.
Het ene met veel fleurige borduurmo-
tieven en het tweede met een scala
aan gevarieerd lapjeswerk (patc
hwork). Het eerste boek „Leuke bor-
duurmotleven in kleur" is vooral ge
schikt voor wie weer eens graag op de
ouderwetse toer wil gaan borduren.
Een vijftigtal mooie voorbeelden van
tafelkleden, kussens en wat er verder
nog valt te versleren, rijkelijk be
strooid met charmante en fleurige
bloemen-motieven, vullen het eerste
gedeelte van het boek. Met de overge
bleven bladzijden, vol duidelijke pa-
tronen en werxoescnri) vingen, moet
het voor borduursters, die naar pa
troon willen werken, wel een DOE-
boek zijn om je helemaal in te ver
liezen.
In het tweede boek staat een zestigtal
niet alledaagse mooi uitgevoerde
werkstukken model voor een wat
vrije opvatting van patchwork. Veel
van dit lapjeswerk laat het niet bij de
bekende zeshoekjes en is aangevuld
met eenvoudig Zaans stikwerk. Ook
hier is meer dan de helft van de
ruimte aan werktekeningen en verde-
re informatie gewijd, wat het begin
nen aan een eigen werkstuk alleen
maar aantrekkelijker maakt
Ondori: patchwork, gevarieerd lap
jeswerk. Oorspr. titel „Patchwork:
best patterns". Ned. bew. H. Lisman-
Mijnhardt. Uitg. Zomer Keuning
boeken B.V., Ede, Paperback, 103
blz., prijs 19,90.
Ondori: Leuke borduurmotieven in
kleur. Oorspr. titel „Creative Embroi
dery Designs". Ned. bew. H. Lisman-
Mijnhardt. Uitg. Zomer Keuning
Boeken B.V., Ede, Paperback, 104
blz., prijs 19,90.
R. D.-S.