DOU it kle >ra I va ■ATERPAG 6 DECEMBER 1980 Volgens dierenbeschermers is het rituele slachten vaak een vorm van dierenmishandeling. Maar joden en moslims noemen zich dierenbeschermers bij uitstek, omdat de halssnede het slachtdier in acht seconden volledig bewusteloos maakt. Is de kritiek op de REPORTAGE! TROUW/KWARTET 19 uitheemse slachtmethode wel gevoed door zorg om het dier? Of spelen elementen mee van vreemdelingenhaat en angst voor het ongewone, het afwijkende? 'Gij zult geen bloed eten' door Haro Hielkema „Dan zijn er vier van die grote kerels, die zo'n arm schaap vast pakken en dan is het: rats!" Me vrouw J. L. Coster-de Jong uit Den Haag spreekt over ritueel slachten. In weinig vleiende woor den, want de wijze waarop isla mieten cp de dag van het jaarlijk se offerfeest een offerdier slach ten is volgens haar dierenmishan deling. Klungelwerk Omdat slachten volgens de Israëlitische of Islamitische ritus in de Vleeskeurings- wet is toegestaan, heeft mevrouw Coster- de Jong tegen de directeuren van slacht huizen een klacht ingediend. Zij laten toe dat dieren „nodeloos en zonder redelijk doel" gepijnigd worden en dat is volgens de voorzitster van de stichting „SOS voor huisdieren" in strijd met artikel 254 van het wetboek van strafrecht. Sinds mevrouw Coster-de Jong bij officie ren van justitie heeft geklaagd, „zijn er heel wat stormen over ons hoofdje heen gegaan. Er is zoveel kritiek gekomen, alsof ik iets tegen buitenlanders heb. Kom nou, wie ben ik? Ik ben 61, ik zit niet voor mezelf te praten, maar ik kom op voor dieren die zelf niks kunnen inbrengen tegen de manier waarop ze mishandeld worden," aldus de Haagse dame, die van twee officieren van justitie een reactie kreeg. „Maar deze mensen zijn erg overbe last: het kan dus nog wel even duren voordat ze tot stappen overgaan. Wij ho pen op één officier, die de slachthuisdirec ties wil vervolgen omdat de wet op de dierenbescherming wordt overtreden. Zoals er nu aangeklooid wordt met die dieren, kan gewoon niet. Ons normbesef komt in de knel." Het valt niet te ontkennen dat het slach ten voor het offerfeest (dit jaar op zondag 19 oktober) hier en daar fiks uit de hand gelopen is. In achtertuintjes, bijkeukens co flatgebouwen werden soms schapen voor het „feest van Abraham" van het leven beroofd. Een paar dagen later kon je bijvoorbeeld aan de voet van een Bijlmer flat een zak met schapekoppen vinden. Een voor Nederlandse begrippen weinig gebruikelijke, ongewenste situatie. Maar is het rituele slachten werkelijk zo veel wreder dan we hier gewend zijn? De veterinaire inspectiedienst van het minis terie van volksgezondheid is niet bepaald te spreken over de wijze waarop Neder landse boeren in het geheim slachten. En vanuit het kamp van de dierenbescher mers wordt lang niet even enthousiast gereageerd op de officiële slachtmethoden in Nederland al vóór de Tweede Wereld oorlog toegestaan dieren te slachten vol gens de Israëlitische ritus: „Kosjer slach ten" noemt men dat en hoewel er veel overeenkomsten zijn tussen de joodse en islamitische ritus, mogen we ze niet door elkaar halen. Mosje Krakauer uit Amster dam praat ook liever niet over het islami tische slachten. Hij is 32 jaar „sjochet", slachter voor de joden. Hij is de enige nog in Nederland. In de slachthuizen van Den Haag en Amsterdam doet hij dagelijks zijn werk, de vijfde generatie in dit vak. Op identieke wijze als zijn voorvaderen, j „Deze methode is al 2000 jaar geleden ehanteerd," zegt Krakauer. „Er is niets veranderd. Zo moet het en niet anders. De thora en de talmoed zijn duidelijk, wij hoeven niks te vernieuwen." Net als alle sjochets vóór hem volgt Kra kauer Gods gebod in Deuteronomium 12 vers 21 op: „Gij zult slachten zoals ik u geboden heb." In de talmoed is de slacht methode uitgebreid beschreven. Het mes van de sjochet (Krakauer heeft er twee) is vlijmscherp; vóór en nó het slachten wordt het gecontroleerd. Er mag geen braampje op zitten. Is dat wel het geval dan wordt de geslachte koe alsnog afge keurd het vlees is dan onrein. Halssnede: Ter illustratie stroopt Krakauer zijn mouw op en scheert met het 28 jaar oude' mes haren van zijn arm af. Met het mes wordt het slachtdier één halssnede toege bracht: door slokdarm, luchtpijp en beide halsslagaders heen. Niet nadat de sjochet (die een jarenlange opleiding heeft gehad en elk jaar op zijn kennis wordt beoor deeld) het rituele gebed heeft uitgespro ken: „Geloofd zijt Gij. eeuwige God, Ko ning van het heelal, die ons geheiligd hebt door Uw geboden en ons voorschriften hebt gegeven om te slachten." Niets mag er aan het slachtdier mankeren. Bij een gebroken poot wordt het afge keurd. Levend moet het beest onder het mes van de sjochet komen: bedwelming is niet toegestaan, want dan is het dier vol gens de wet dood. Eén poot wordt niet vastgebonden: zodra de slag met het mes is toegebracht, vloeit het bloed uit het dier weg en de losse poot pompt het in een reflex-beweging leeg. Vervolgens onder zoekt de sjochet het beest inwendig op mankementen. Wordt er een spijker in de maag gevonden, een gaatje in de longen, vergroeiingen of kwabben die vastzitten, dan wordt het dier alsnog onrein ver klaard. Geen bloed Is het dier goedgekeurd, dan wordt het vlees dat voor de consumptie is bestemd „Dan zijn er vier van die grote kerels, die zo'n arm schaap vastpakken en dan is het: rats!" (vet, lever en de achterhand mogen bij voorbeeld niet gegéten worden) verder be werkt. Bovenal is het noodzakelijk dat er geen bloed meer inzit. „Want het bloed is de ziel en gij zult niet de ziel met het vlees eten" zegt Deuteronomium 12 vers 23. „Gij zult het bloed op de aarde uitgieten als water." Elk woord heeft een betekenis, zegt Mosje Krakauer. die dan ook citeert: „Gij zult niets eten dat een gruwel is." Van kritiek op het zonder verdoving slachten van beesten wil hij niets weten. „Ik slacht zó dat het beest niets voelt. Het bloed stroomt onmiddellijk uit de hersenen, het beest is direct dood. Eigenlijk zijn de joden met hun slachtmethoden de eerste dierenbeschermers. Wij zorgen ervoor dat het heest geen pijn voelt. Het gaat zo snel dat je niet eens ziet hoe wij slachten," aldus de enige sjochet in Nederland. „Als God me gezondheid geeft, zal ik door gaan," zegt de 61-jarige uit Polen afkom stige jood. „Jammer dat de jongeren niet veel voelen voor dit werk. Die het wél willen leren, vertrekken naar Israël." In de islam is de slachtmethode veel min der precies voorgeschreven. In feite kan elke moslim een dier slachten en in de arabische wereld gebeurt dat dan ook. Met het oog op het naderende offerfeest (aan het eind van de pelgrimage naar Mekka op de tiende dag van de maand van de pelgrimage of Hadj) schaft elke moslim die het kan betalen zich een offer beest aan: meestal een schaap, net zoals Abraham een schaap offerde. Het heet ook het „feest van Abraham", naar de man die beschouwd wordt als de grote prediker tegen het heidendom en stichter van de heiligdommen in Mekka. Abraham was degene, die wat hem het dierbaarste was wilde offeren: zijn zoon volgens joden en christenen Izaak, volgens de (meeste) moslims Ismaël. God redde ech ter Abrahams zoon en zond een ram ter vervanging. Geen smet of gebrek Moslims mogen ook een geit, een koe of een kameel offeren, volgens de koran. Maar ook hier geldt dat de dieren vrij moeten zijn van elke smet en van alle gebrek. In eerste instantie is het gezins hoofd de aangewezen figuur om het slach ten uit te voeren, maar hij kan zich laten vervangen door iemand die er meer bedre ven in is. In Nederland, waar de islamiti sche slachtritus in officiële slachthuizen is toegestaan sinds 1 februari 1977, gebeurt dat ook. Tijdens het laatste offerfeest werden bij voorbeeld in het Haagse abat toir ruim duizend schapen en bijna hon derd koeien geslacht door islamitische slachters. Ook bij de islamitische ritus moet het bloed van het offerdier, dat met de kop naar Mekka is gelegd, snel wegvloeien. Bloed symboliseert het leven en mag niet lichtvaardig vergoten worden, is de opvat ting. Bij het slachten van het offer spreekt de moslim deze formule uit: „In de naam van God, God is groot. Heer God in Uw naam, door U en voor U; aanvaard het van mij, zoals U het hebt aanvaard van uw vriend Abraham." Daarna wordt het vlees verdeeld: één-derde houdt het gezin zelf, twee-derde is voor de armen (soms een derde voor de armen en een-derde voor de gasten). Hygiëne: Zowel in de joodse als de islamitische ritus liggen hygiënische motieven ten grondslag aan het slachten. Vlees zonder bloed is veel langer houdbaar. In bloed zitten bovendien ziekteverwekkers. Bij niet-ritueel geslachte dieren is meer kans op de aanwezigheid van ziektekiemen, stelt Abdul Wahid van Bommel, woord voerder van de Federatie Moslim Organi saties Nederland. Ook moslims wijzen op het humane aspect van hun rituele wijze van slachten: „Het mes waarmee de hals snede wordt toegebracht, moet lang ge noeg en vlijmscherp zijn," aldus Van Bommel. „Moslims zijn ervan overtuigd dat het offerdier niet hoeft te lijden, als het rituele slachten goed en deskundig plaats vindt," aldus drs. J. Slomp, gerefor meerd predikant en islam-deskundige. „Ook de moslimse wereld kent zijn dieren bescherming." Het gaat te ver om het rituele slachten van de moslims als een vrijblijvende zaak te beschouwen. Het is een voorname reli gieuze plicht, zegt Van Bommel En vol gens Slomp schept het offerfeest bij de moslims een diep gevoel van gemeen schap of solidariteit. „Alle moslims doen eraan mee, niet alleen zij die voor de pelgrimage naar Mekka zijn gegaan, maar ook zij die thuis zijn gebleven," aldus Slomp. En Van Bommel meent dat elke praktiserende moslim zijn offerplicht ver vult. Bij liberale moslims blijft die achter wege, maar een liberale jood zegt ook: „Ik koop geen kosjer vlees, mij veel te duur." Nazi-verbod Het is de vraag of de kritiek op de slacht methode van met name islamitische gelo vigen in ons land uitsluitend is ingegeven door zorg om het dier. Ritueel slachten is al veel langer een punt van discussie. Een van de eerste maatregelen, die de nazi's na 4 mei 1940 namen, was het verbieden van de joodse ritus. En tijdens de laatste we reldoorlog is voortdurend een hetze ge voerd tegen deze geloofsopvatting onder de joden. De overleden rabbijn Soeten- dorp heeft eens geschreven dat de bestrij ding van de rituele slachtmethode niet zijn oorzaak vindt in de liefde tot het dier, maar in haat tegen de joden. Van sjochet Krakauer horen we niets hierover: „Dat is politiek" zegt hij en daarvoor moeten we niet bij hem zijn. Onder islamieten is er een groot gevoel van ergernis over de manier waarop hun rituele handelingen worden gekritiseerd. Hoewel mevrouw Coster-de Jong en haar stichting SOS „geen personen maar het systeem" aanvallen, vindt Van Bommel het maar merkwaardig dat in de praktijk alleen de moslims worden aangevallen. Citaten als „het jaarlijks terugkerend wal gelijk bloedbad" en „het onbeschrijflijk leed dat zoveel dieren wordt toegebracht" hebben de Federatie Moslim Organisaties Nederland de gordijnen in gejaagd. „Als mevrouw Coster-de Jong spreekt over „zo genaamde traditionele gebruiken," doet zij alsof het om versleten gewoontes uit grootmoeders tijd gaat," zegt een boze woordvoerder Van Bommel. Voor de Turken en Marokkanen in ons land is het besluit uit 1977 dat in abattoirs niet alleen volgens de Israëlitische, maar ook volgens de islamitische ritus mag worden geslacht, een soort overwinning dat ze dat hier mogen doen, meent Van Bommel. En ds. Hans Bouma, gerefor foto: Hans van den Bogaard meerd theoloog en actief in de wereld van de dierenbescherming, begrijpt heel goed dat veel gastarbeiders zich vastklampen aan het recht om ritueel te slachten. „Het is immers een van de weinige mogelijkhe den om hun culturele identiteit aan te geven en hun geloofsbeleving te uiten. De stemming tegen buitenlanders is in Ne derland toch al niet zo gunstig, dat je heel voorzichtig moet zijn in je kritiek op deze mensen," aldus Bouma. Bouma maakt overigens een heel duide lijk onderscheid tussen de joodse en isla mitische ritus. „Het kosjer slachten is misschien wel humaner, minder meedo genloos dan wat je normaal in abattoirs ziet. De sjochet is zo vakkundig. Het is een kwestie van acht seconden, voordat het dier volledig buwusteloos is; bij het con ventionele slachten duurt dat langer. Bij het islamitische slachten heeft het dier naar mijn indruk meer te lijden, omdat iedereen mag slachten en omdat het op plaatsen gebeurt, waar dat niet kan. Een moslim is bij de ritus ook veel minder religieus gemotiveerd dan een jood, die op grond van oud-testamentische wetten handelt," aldus Bouma, die de moslims daarmee volgens Slomp onrecht doet. De opvatting van Krakauer dat de joden de eerste dierenbeschermers zijn, kan bij Bouma weinig goed doen. „Ik hoor de joden niet protesteren tegen allerlei vor men van dierenmishandeling. Ik heb in Israël tal van legbatterijen gezien," aldus Bouma, die de Nederlandse protesten te gen ritueel slachten 'nogal hovaardig' noemt. „Kunnen wij zoveel kritiek op de buitenlanders hebben, terwijl wij zelf drie miljoen gulden uitgeven voor vivisectie en tachtig miljoen in de bio-industrie steken?" Ook de directeur van het openbaar slacht huis in Den Haag, W. P. Terlouw, is voor zichtig in zijn kritiek op het rituele slach ten. Hij is een van de directeuren, die door mevrouw Coster-de Jong is aangevallen. „Maar wat wij doen, is volledig legaal. Het is in de Vleeskeuringswet geregeld en daar houd ik me aan. Persoonlijk heb ik geen bezwaar tegen ritueel slachten, als het maar goed gebeurt. Naast de heer Kra kauer komen er hier ook moslimse slach ters: vakmensen, die volledig volgens de regels te werk gaan. Als dienstverlenend bedrijf moet je voor deze mensen open staan." Tijdens de dag van het offerfeest (waar overigens officieel drie dagen voor staan) waren het de islamitische vakmensen die de rituële slachting verrichtten: „Om on nodig kwelling te voorkomen," zegt Ter louw. „Je moet wel, anders gaat de hele club naar het Malieveld om het daar te doen. En dan ben je nog verder van huis." Volgens Terlouw (van oorsprong dieren arts) is niet te bewijzen dat het rituele slachten onnodig dierenleed veroorzaakt. „Wetenschappelijk is vastgesteld dat het dier ogenblikkelijk het bewustzijn ver liest. Als je vinger wordt afgesneden, voel je niks wel twee minuten later. Overi gens vraag ik op zo'n dag van het offer feest altijd de inspecteur van de dierenbe scherming er bij. Al vijf jaar. Die heeft er geen problemen mee. En dat is een man van de praktijk, niet een dametje uit de stad met een bontjas aan." Terlouw heeft er wel moeite mee dat met de islamieten niet te praten valt over een goede organisatie van de massale slach tingen. „Je hebt je deur maar open te zetten, anders doen ze het thuis of op het Malieveld." Emoties Abdul Wahid Van Bommel geeft toe dat de moslims zelf nog weinig hebben bijge dragen tot een goede organisatie van het slachten. „Onze moslimse broeders reage ren meer vanuit emoties dan zuiver ratio neel. Hun rituele slachting is geen bezon ken daad." Hij vindt het van groot belang dat de ongeveer driehonderdduizend mos lims in ons land heldere informatie krij gen over de manier waarop hun leefwijze het best in de praktijk gebracht kan worden. Drs. Slomp vraagt zich af of de voorschrif ten van de rituele verplichtingen de mos lim in West-Europa geen „speelruimte" geven. „Het is een van de centrale plich ten. Maar Mohammed' heeft nooit voor zien dat de omstandigheden zo zouden veranderen als in zijn tijd. Als hij had geweten wat voor ongelooflijke ingrepen de rituele slachting pleegt op de veesta pel, wat voor gevolgen het heeft voor de verwerking van het offervlees (sommige mensen zijn dagenlang ziek van het vele vlees eten, zoals Nederlanders met kerst) en wat voor dierenleed er soms veroor zaakt wordt, dan had hij anders gespro ken. Wat nu soms gebeurt, is tegen de geest van de profeet", aldus Slomp. Compromissen? Volgens Slomp moet bij de vier wetsscho- len in de islam onderzocht worden of er voor de moslims geen compromissen met de omstandigheden waarin zij verkeren, mogelijk zijn. „Polygamie en echtschei ding zijn in sommige landen gevarieerd. Misschien zijn er ook op dit punt marges te vinden, zonder dat het principe van de offerplicht geweld wordt aangedaan. Wat dat betreft is een moslim anders dan een jood. Voor het vasten (ramadan) zijn toch ook alternatieven in de vorm van een goede daad. Wellicht kan een moslim het geld dat hij voor een offerdier besteedt, besteden aan een goed doel: een zieken huis of een armenproject. Voor een mos lim mogen gebod en rede niet met elkaar in strijd zijn. Want God is zelf ook rede lijk." Abdul Wahid van Bommel vertelt dat vele moslims in Duitsland al geld naar hun thuisland sturen in plaats van een dier te offeren. „Ik stuur ook geld naar islamiti sche landen. Het valt alleen niet mee om moslims tot zoiets te dwingen." Drs. Slomp meent dat vertegenwoordigers uit de moslimwereld met de dierenbescher ming om de tafel moeten gaan zitten. Hans Bouma vindt dat dierenbescher mers vaak onbekend zijn met de wijze waarop het ritueel slachten plaats vindt: „Anders zou er niet zo ongenuanceerd gereageerd worden." En slachthuisdirecteur Terlouw is van me ning dat het ritueel slachten van schapen eigenlijk beter kan plaats vinden in de talrijke schapenslachterijen. „Die zijn al leen in particuliere handen en de vraag is of je die particulieren meekrijgt. Waar schijnlijk zeggen die dat ze er geen bood schap aan hebben." Bovendien zou het zinnig zijn als de (overigens bijzonder schaarse) radio- en tv-programma's voor buitenlanders tegen het feest van Abra ham meer informatie zouden geven over de mogelijkheid om de offerdieren in openbare abattoirs te laten slachten. Of het ritueel slachten werkelijk zo wreed is als soms wordt beweerd, is in elk geval niet vastgesteld. Wetenschappelijke on derzoeken wijzen eerder op het tegendeel. Metingen van de hersenfuncties hebben uitgewezen dat het dier volledig het be wustzijn verliest, zodra het bloedverlies optreedt. Een arts. die de wat macabere vraag voorgelegd kreeg, welke wijze van doodgaan hij zou prefereren, wist het wel: „Ik zou kiezen voor doodbloeden." Voor het schrijven van dit artikel werd onder meer gebruik gemaakt van „Mos limse en christelijke feesten" van drs. J. Slomp (Dienstencentrum Leusden).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 19