Strakke opzet in boek over maatschappelijke gelijkheid Verhelderend boek over Suriname De hachelijke wereld van experimenten op mensen Greslacht Mensemius in een eeuw gevat Handige boekjes in de serie Medisch Kompas Wijze adviezen bij eerste kind Ethiek en medisch-biologische proefnemingen Het onbestemde klachtenboek }HS INDERDAG 4 DECEMBER 1980" BOEKEN TROUW/KWARTET H 15 door dr. Okke Jager ladat Joop Simonse (wetenschap pelijk medewerker bij een instelling voor buurthuiswerk) in „Belemmer de kansen" een beschrijving gaf van ii één van de groepen die het slachtof fer zijn van ongelijkheid (de bewo- y ners van oude stadswijken) en in „Meer kansen voor de buurt" moge- iljkheden van bevrijding toonde, a verscheen zojuist de basis van deze trilogie: een sociaal-ethische studie lade vorm van een confrontatie van bijbelse en de marxistische visie maatschappelijke gelijkheid. j omschrijft sociale ethiek als de jritische reflectie op het verande- Ingsgericht werken aan maat- jhappelijke verhoudingen. Onder laatschappelijke gelijkheid ver staat hij: gelijke kansen op het ver krijgen van maatschappelijke goe deren als gevolg van het gelijktrek ken van maatschappelijke posities. Hij toont aan, welke groepen in ons land tot de slachtoffers van onge lijkheid behoren: de lage inkomens- en beroepsgroepen, de laagge schoolden, de mensen met weinig opleiding, de bewoners van oude stadswijken, de buitenlandse werk nemers, de Surinamers. Uit het onderzoek van bijbelse ge gevens concludeert hij (in de geest van Trocmé's studie over het jubel jaar) dat mensen geen absoluut recht kunnen doen gelden op eigen dom van het productiemiddel grond en dat op gezette tijden de grond (het kapitaal) herverdeeld moet worden. Koninkrijk Gods en klassenloze maatschappij stemmen op dit ene punt overeen: in beide is geen sprake meer van maatschap pelijke ongelijkheid. Wel is het bij bels zondebegrip (dus ook de verlos sing) totaler. Dat Marx zoals de auteur zegt nog niet zo vaak onder het gezicht spunt van de gelijkheid bestudeerd is. mag waar zijn; maar omdat de ongelijkheid voor hem bestaat in de ongelijke eigendom van de produk- tiemiddelen en toeneemt door de accumulatie van kapitaal en de ver vreemding van de arbeid, moeten bij dit thema dezelfde hoofdthe ma's ter sprake komen die in elke studie over Marx besproken worden. Toch is dit boek door de systemati sche weergave van de bijbelse en marxistische visie zeer bruikbaar voor scholen, vormingswerk, ge- sprekskringen en actiegroepen. Het kan de dialoog tussen christenen en marxisten stimuleren. Uit de lijst van verwerkte literatuur blijkt dat Simonse uit de vloed van publikaties een verantwoorde keu ze deed, al ontbreken de studies van Tinbergen en Roscam Abbing over de inkomensverdeling. Als zijde lings genoemde boeken zoals die van Rawls en Dahrendorf en van A. Hoogerwerf en Henk Vos meer aan dacht hadden gekregen, zou het be toog ingewikkelder, maar spannen der zijn geworden. De prijzenswaardige strakke opzet kan toch ook de schijn wekken, dat alles duidelijker en realiseerbaarder is dan het in werkelijkheid is. Het is de vraag of het genoemde Corsica- project van Rousseau niet even uto pisch is als de Utopia van Thomas More. Een verheldering over de ver schillende manieren waarop ver schillende vormen van ongelijkheid in elkaar grijpen, kan toch moeilijk gemist worden. Simonse moest zich beperken, maar dat hij nu juist het probleem van het primaat van de gelijkheidsnorm en haar verenigbaarheid met ande re topwaarden zoals vrijheid niet uitdrukkelijk bespreekt, betekent dat hij aan de eigenlijke crux van de politieke filosofie voorbijgaat. Terecht schenkt hij aandacht aan Rousseau, maar dat de gelijkheids- en vrijheidspostulaten, radicaal ge formuleerd, elkaar bij praktische toepassing de voet dwars kunnen zetten, doemt bij Rousseau als spe cifiek probleem nog niet nadrukke lijk op. Maar deze studie kan in elk geval helpen de vanzelfsprekendheid te doorbreken, waarmee velen de on gelijkheid aanvaarden. Als de he dendaagse socialistische partijpoli tiek de eis stelt dat de maximale welstand de minimale niet meer dan vijf maal mag overtreffen, zijn we geen stap verder dan Plato, die al precies hetzelfde zei. Joop Simonse, Maatschappelijke gelijkheid. Uitg. Samsom, Alphen a.d. Rijn. Prijs 26,75. Kroniek-roman van Klaas Abma De levensgang van een van oor- ong Fries boerengeslacht tensemius heeft oud-notaris, [laas Abma. beschreven in twee «"ftoekdelen, die als vormgeving een verwevenheid van kroniek en ro- u man tonen. Het zijn ervaringen van families die spelen vanaf 1880 tot na de laatste JJ: wereldoorlog, aanvankelijk in een i Fries dorp, later overwegend in Am sterdam, met beelden van het ver set, het drama van Putten, met een r: zijlijn naar het voormalige Neder EenVOUd. lands-Oostindië (jongensdagboek uit Jappenkamp) en weer later de watersnoodramp in de Delta. sie heeft mede geschiedschrij ving betracht. De politieke, sociale en economische omlijsting van ie dere generatie is informatief. De verdienste van belde kroniek romans schuilt in de herkenning, in het licht en duister van het mensen leven. Van de hoofdige Friese boer Wiger (de stamvader) en zijn vrome vrouw, Minke, zijn er tot aan hun achterkleinkinderen grote strijd baarheid en levensmoed aanwezig. In het eerste deel „Rechtzaak om Roelie" typeert de auteur karakters In de beslotenheid van een agrari- he dorpsgemeenschap. Zijn sfeer- elden van een leven in de vorige uw getuigen van kennis en studie, als achtergrond, ook in het de. vervolgdeel De doden- jein de sterke godsdienstige in- wt «lag van het geslacht Mensemius. Door en door menselijke ervaringen van een middenstandsmilieu spanningen, tragiek, een steriel hu welijk, onbuigzaamheid vinden hun 67» wisselwerking in een sterk beleefd 77j£ calvinisme. Zoals bij een predi- 75» kantszoon die zijn onvoorwaardelij ks ke trouw aan het. evangelie (Duitse ju bezetting) met de dood bekoopt. I'S J]® Abma grijpt in onderdelen terug op in zijn vroegere beroep, maar en dat gj geeft beide delen een zekere dimen- Tragiek Abma verwoordt de soms schok kende ervaringen van de families met eenvoud, met een levenswijs heid die nergens belerend is. Hij is daarbij een verteller van de oude stempel, die realistisch taalgebruik vermijdt, maar de eigentijdse le venspatronen (jeugd) niet schuwt. Het zijn signalementen, principieel geënt op de afhankelijkheid van het menselijk bestaan en ten aanzien daarvan de bestiering Gods. Een mogelijk bezwaar is dat er vrij veel personen in het bijna 400 pagina's tellende verhaal voorkomen. Ieder deel laat zich afzonderlijk lezen, maar dat is terwille van het totale beeld niet aan te bevelen. De oms lagtekeningen zijn jammergenoeg niet overeenkomstig het peil van beide boeken. Ze maken een wat „tienerachtige" indruk. Het geslacht Mensemius: I Rechtszaak om Roelie, II De do dentrein zijn uitgaven van Buyten Schipperheyn, Amsterdam. Prijs per deel: 24,95.' J.R. Handige boekjes, die nieuwe uitga- ten van Elsevier in de serie Medisch •mpas. De onderwerpen „Eerste hulp in huis", „Verpleging thuis", n „Geneesmiddelen" worden elk in ;n zakboek-uitvoering van onge- )er 80 pagina's kort en overzichte ik behandeld. Natuurlijk staat er let alles in wat over dergelijke on derwerpen te weten valt, maar er is toch een zekere hoeveelheid basi sinformatie bijeen gebracht. Ditzelfde geldt in iets mindere mate voor twee nieuwe uitgaven in de serie Spreekuur Thuis: over Diabe tes en over Asthma. Al eerder heb ik op deze pagina lovend over uitga ven in deze serie geschreven en ook nu mag ik weer een positief geluid laten horen. De beide boekjes hebben de in deze serie langzamerhand beproefde op zet: eerst een beschrijving van de 72 betreffende aandoening en de licha melijke achtergronden ervan. Dan lets over diagnosestelling en een gedeelte over de behandeling door de arts en de bijdrage van de pa tiënt daarin. In het kader van dit laatste bevat de diabetes-uitgave z efs een aantal menu-suggesties voor diabetes-patiënten. In de Ast- hma-uitgave is achterin een lijst, met adressen toegevoegd die voor de patiënten (en hun omgeving) van belang kunnen zijn. Jammergenoeg ontbreekt zo'n lijst achterin de dia betes-uitgave; en dat terwijl de Dia betes Vereniging Nederland nog wel zo'n aktieve patiëntenvoorlichting .op dit terrein bedrijft. En nog een opmerking: in de asthma-uitgave komen de psycho-sociale aspecten van deze aandoening er wel erg be kaaid af. Het had geen kwaad ge kund in elk geval wat dieper in te gaan op de controverses die er in het denken over de oorzaken van asthma bronchiale bestaan. Maar verder bieden ook deze twee boek jes weer prima patiëntenvoorlich ting. Verpleging Thuis/Geneesmidde len/Eerste hulp in huis; serie Else- viers Medisch Kompas. Uitg.: Else vier, Amsterdam (elk 80 p.) Prijs ƒ7,90. D. Nolte: Asthma/R. Pek- zoldt, K. Schöffling: Diabetes. Se rie: Spreekuur Thuis. Uitg.: Else vier, Amsterdam (96 resp. 119 p.) Prijs 14,90 resp 18,90. J.J.K. Kort na de eerste staats greep in Suriname ver scheen er daar en ook in Ne derland een kleine golf van boeken en boekjes met ach tergronden van het gebeu ren. Erg veel wijzer werd de lezer daar niet van. De publi caties varieerden van het eenzijdige ooggetuigever- slag van een sergeant tot een marxistische analyse van de machtswisseling, met daar tussen in de onontkoombare fotoboeken. Zonder uitzondering wisten de schrijvers te melden dat de staats greep het gevolg was van de verrot te democratie in Suriname, aange duid met „de oude orde". Wat dat nu inhield wordt pas duidelijk als je het onlangs verschenen boek „Een gewezen wingewest" van de free lance journalist Rudie Kagie leest. Kagie kwam kort na de coup van 25 februari naar Suriname en bleef daar tot de militaire machthebbers hem begin mei noodzaakten het land te verlaten, nadat ze hem een nacht in de kazerne hadden vastge houden voor verhoor. De schrijver heeft niet toegegeven aan de verlei ding die bepaald niet prettige nacht in de Memre Boekoekazerne en de daarop volgende vlucht naar Brazi lië breed uit te meten. Hij volstaat met een nuchtere beschrijving, er gens aan het eind van het boek. Een gewezen wingewest schetst uit voerig de situatie van vóór de staatsgreep. Daar ging het de schrijver aanvankelijk ook om: hij was naar Suriname vertrokken met de opdracht een boek te schrijven ffiSSfcv 4 over vijf jaar onafhankelijkheid; dat er vlak voor zijn komst een gewelddadige machtswisseling plaats vond, was toeval. Kagie schrijft dan ook niet naar die staatsgreep toe. Hij beschrijft de sfeer in Suriname en een aantal aspecten van de samenleving en al lezende kom je vanzelf tot de con clusie: zo'n land kon helemaal niet bestaan, dat daar niet eerder een algemene volksopstand of militair ingrijpen is geweest. Corruptie, om koperij, vriendjespolitiek en een enorme hoeveelheid geld, dat hier door vrijwel nooit de bevolking be reikte. De schrijver laat het niet bij alge mene kreten, met de contracten van ontwikkelingsprojecten toont hij aan dat veel van de in Paramaribo altijd zo gretig verspreide roddel op waarheid berustte. Ook waar het de rol van het Nederlandse bedrijfsle ven betreft. Volgens Kagie heeft zelfs minister De Koning van ont wikkelingssamenwerking in januari* van dit jaar zijn Surinaamse ambtgenoot Cambridge schriftelijk gevraagd de aanbesteding van een gemaal ondershands aan een Ne derlands bedrijf te gunnen. De pro cedureregels schrijven in dergelijke gevallen openbare aanbesteding voor, zodat men in zee kan gaan met de ondernemer die het gunstig ste aanbod doet. (Een woordvoerder van het ministerie van buitenlandse zaken ontkende vorige week desge vraagd dat deze brief zou bestaan, het ging volgens hem juist om een Surinaams verzoek om het gemaal tegen de regels in zonder open bare aanbesteding bij een ervaren Nederlands bedrijf te kopen). Ook goede zaken Kortom: een verhelderend boek dat veel inzicht verschaft in de Suri naamse samenleving en niet nalaat ook de goedlopende zaken te be schrijven. Volledig is het niet. Zo ontbreekt een hoofdstuk over de belangrijke rol die vakbondjes spe len in Suriname. Je kunt in 222 pagina's en zestien foto's ook niet een heel land van a tot z doorlich ten. „Het einde is voorlopig nog niet in zicht" schrijft Kagie over de lan ge weg van Suriname naar volledige onafhankelijkheid. „Het eerste half jaar na de staatsgreep was een tur bulente periode, vol spanningen en onzekerheid. De hoerastemming van de begindagen leeft in herinne ring voort. Het land opbouwen ja dat wil iedereen wel, maar de vraag is hoe." Een gewezen wingewest, uitgege ven door het Wereldvenster in Bus- sum. Prijs: 19,50. Éen van de aardigste boeken over de opvoeding van kinderen die ik.de laatste tijd heb gelezen is „Help, de baby huilt," geschreven door Trish Gribben. Het is bedoeld als een ad viesboek voor ouders die met hun eerste kind worden geconfronteerd en korte tijd na de komst van de boreling ontdekken dat deze niet uitsluitend lief en aardig is. Zelf hebben mijn vrouw en ik ons indertijd met Spock en het tijd schrift „Ouders van Nu" moeten behelpen. Ik zal niet zeggen dat dat niks was, maar als we eens een probleem hadden dan had het tijd schrift er over geschreven in een aflevering die allang in de prulle- mand was verdwenen; en Spock leek ons steeds voor te houden dat we allereerst het kind zijn zin moes ten geven en, als dat niet hielp, de huisarts moesten raadplegen. Trish Gribben pakt de zaken geluk kig anders aan. Ten eerste behan delt ze problemen waar tegenwoor dig elke ouder van een baby mee te maken schijnt te krijgen, en voorts doet ze dat op zo'n wijze, dat je als lezer niet onmiddellijk een schuld complex krijgt als je het anders wilt doen (of zoals wij: als je het anders gedaan hebt). Aan de orde komen onderwerpen zoals: taalontwikke ling, slapen, eten („de grote voedsel- veldslag"), zindelijk worden, verve lend gedrag (slaan, bijten, krabben, etc). De schrijfster betoont zich bij alle problemen die ze behandelt een echt vrolijke en tegelijk wijze raad geefster iemand naar wie je wel luisteren wilt. Het boek is geïllu streerd met leuke tekeningen. Met Sinterklaas in gedachten zou ik wil len zeggen: ik kan me voor nieuw bakken ouders nauwelijks een beter kadootje voorstellen. T. Gribben: Help, de baby huilt! Uitg.: Het Spectrum, Utrecht/Ant werpen (52 p). Prijs 14,90. jj.k. In de zomer van 1979 heeft de wereldraad van kerken in Boston een wereldconferen tie over kerk en samenleving gehouden onder de titel: „Geloof, wetenschap en toe komst." Naast andere vraag stukken die met ethiek en wetenschap samenhangen, was er ook een sectie die zich de vraag stelde wat er me- disch-biologisch mag en niet mag met mensen. De sectie formuleerde een flink aan tal aanbevelingen (waarvan sommi ge er niet om liegen) en gaf die aan de lidkerken mee om er thuis een discussie over uit te lokken. Het lijkt wel of de Wereldraad op haar wenken bediend wordt, nu er onlmgs in ons land een boek ver scheen dat precies op het bedoelde onderwerp afstevent: W. H. G. Wol- ters (red.), Medische Experimenten met Mensen. Mogelijkheden en grenzen (Uitgave Bohn Scheltema Holkema. Prijs f39.50). Natuurlijk is ons land de wereld niet. Laten we hopen dat het ook elders gelukt om de medisch-biolo- gische experimenten in de open baarheid te krijgen en door middel van de biomedische ethiek kritisch te begeleiden. Maar in ons land zijn in elk geval met de verschijning van dit boek de voorwaarden voor een discussie vervuld. door prof. dr. H. M. Kuitert king). Was er maar een spoor van twijfel, dan nam een goeie huisarts vroeger eerst zelf dat middeltje om te kijken wat er gebeurde. Maar zijn er ook algemene richtlij nen te geven, afgezien van de richt lijn dat onderzoek (inclusief experi ment) wel mag als het ten behoeve van de genezing van de onderzochte persoon zelf wordt opgezet? Of mag het, als dat laatste niet het geval is, nooit? Mondig Wat alle drie niveaus met elkaar verbindt is dat het telkens om men sen en hun welzijn gaat en dus om de vraag wat je wel en niet met mensen mag doen. Ik laat de medische ethiek (dus de directe relatie arts-patiënt) er verder buiten evenals de gezond heidszorg met zijn beleidsvragen en beperk mij verder tot het thema van het boek, dat op het veld van de biomedische ethiek ligt: experimen ten met mensen. Vragen Wijderveld Dat er op het gebied van de medi sche wetenschap wat veranderd is de laatste jaren, is bekend. Het valt ook af te leiden uit de term biomedi sche ethiek die ik zopas gebruikte. Het woord medische ethiek is welis waar niet verdrongen maar het slaat op het beperkte veld van de morele problemen tussen arts en patiënt. We betreden met de biomedische ethiek en veel wijder veld: de pro blemen spelen zich nu af op het vlak van onderzoek en experiment ten behoeve van mensen aan mensen verricht. En wil iemand het veld nog wat wijder maken, dan komen we bij de gezondheidszorg terecht, waar de beleidslijnen voor de ont wikkeling van de medische weten schap en de medische technologie worden uitgestippeld. Het aardige is alvast dat het boek er niet op een abstracte manier over praat. Het is zó opgezet dat er na enkele artikelen waarin uiteengezet wordt wat een experiment eigenlijk is, onderzoekers aan het woord ko men die stuk voor stuk laten zien wat er op hun vakgebied (technisch) kan en niet kan en welke vragen van morele aard ze daarbij oplopen. Ook dat laatste is de moeite van het noteren waard. Er wordt nogal eens van wetenschappers op het gebied van biomedisch onderzoek gezegd dat ze ingenieurs geworden zijn, technici die zich met de waarde en de waardigheid van hun onder zoeksmateriaal mensen dus niet of weinig bezig houden. Het geldt in elk geval niet van de mensen die in dit boek hebben ge schreven wat ze aan het doen zijn. Het opvallende is juist dat ze nau welijks een vakethicus nodig heb ben, want ze stellen zelf de vragen. En zo hoort het natuurlijk ook. Gedetineerden Om zelf niet abstract te worden in deze aankondiging, bedoel ik neem ik een willekeurige bijdrage. In het hoofdstuk Experimenten en research met gedetineerden be schrijft Beyaert de methoden die (m.n. in het buitenland) gebruikt worden om biologisch of sociaal- psychologisch onderzoek met be hulp van gedetineerden te ver richten. Een tamelijk hachelijk onderwerp, als we bedenken wat Buikhuisen heeft moeten aanhoren toen hij zijn (niet methode maar) principes voor een dergelijk onderzoek uiteengezet had. Beyaert weet de morele vragen die hier opdoemen heel goed aan te wijzen. Je kunt natuurlijk wel zeggen: al leen op basis van vrijwilligheid en vrijheid mag je gedetineerden als proefpersonen gebruiken, maar wat heet in een bajes vrij en vrijwillig? Onderwerpt iemand zich nog vrij willig als hem bij wijze van beloning een vrij weekend wordt gegeven of een maand strafvermindering? Na een uitvoerige overweging van de argumenten pro en contra komt 'Beyaert m.i. tot de enig mogelijke regël die de toets van de kritiek kan doorstaan: slechts als men onder de niet gedetineerde burgers een groep zou kunnen vinden die bereid is aan hetzelfde experiment deel te ne men, zou men de gedetineerden voor de keus mogen stellen of ze al dan niet aan het experiment willen deelnemen. Geen garantie Ook dan is er natuurlijk nog geen garantie tegen misbruik van men sen ten behoeve van een medisch- biologisch experiment, maar je hebt wel bereikt dat gedetineerden tenminste net als andere mensen (en niet als „ondermensen") worden behandeld. Dat laatste komt ook voor, en dan niet eens altijd bij gedetineerden maar ook bij sociaal zwakkere groe pen. Het boek weet ook van het niet behandelen van een groep negers in de V.S., om uit te testen wat een jarenlange doorwoekering van syp hilis uitwerkt, en van het inspuiten van een groep bejaarden ook in de V.S. met levende kankercellen voor een soortgelijk doel. Daarover spreekt iedereen zijn afschuw uit, en je mag veilig aannemen dat se dert de publikatie van deze voor beelden meer dan vroeger tegen dit soort experimenten wordt gewaakt. Maar het probleem is het principe dat eraan ten grondslag ligt: een betere kennis van ziekten en van ziekteverloop is onontbeerlijk voor het bestrijden van ziekten. Maar om die kennis te krijgen is onderzoek nodig en wie onderzoek zegt, zegt experiment. Ook het biomedisch onderzoek heeft experimenten no dig, die (dus) aan mensen verricht worden, zij het dan ten behoeve van mensen. Medicijnen Hoe moeten we hier verder? Dat hangt natuurlijk allereerst van het betreffende onderzoek (en het daar aan gekoppelde experiment) af. La ten we onder de bedrijven door niet vergeten dat heel wat medicijnen die wij op een doordeweekse dag van de dokter krijgen omdat we ons niet lekker voelen, ook iets van een experiment hebben. Als het niet helpt, heb ik nog wel wat anders voor je, zegt de dokter in zo'n geval. Natuurlijk zijn de ver moedelijke uitwerkingen van het medicijn dan niet schadelijk (of hebben ze helemaal geen uitwer- Beemer, die het slothoofdstuk heeft geschreven, wijst m.i. de verant woorde weg. Experimenten in niet- therapeutische zin (dus voor een ander doel dan het directe nut van de proefpersoon) mogen natuurlijk, maar alleen dan, wanneer een proef persoon zelf, na volledige informa tie, op basis van zijn morele overtui ging zich voor een dergelijk experi ment beschikbaar stelt. Om Beemer hier aan te halen: „voorzover experimenten met men sen noodzakelijk zijn ter vermeer dering van kennis van de genees kunde, is het van groter belang dat de proefpersonen mondig worden en als zodanig door de onderzoeker in een coöperatieve verhouding worden erkend, benaderd en gewon nen voor dat algemene belang, dan dat hun (eigen) redelijke afweging wordt waargenomen door ethische commissies" (260). Het lijkt mij een heel juiste formulerin die de verant woordelijkheden van alle betrokke nen naar waarde weet te schatten (en daarmee de waarde van de be trokkenen zelf hoog houdt). Volledige informatie is voorwaarde, zei ik. Dat geldt natuurlijk voor meer dingen. In elk geval gaat bet. ook op voor het meepraten over deze problemen. Een brede maat schappelijke discussie moet het o.a. hebben van het beschikbaar stellen van informatie. Dat vindt ik het waardevolle van dit boek: onderzoekers die op zo'n pre cair gebied als het biomedisch ter rein werkzaam zijn, komen voor de draad met wat ze doen en welke problemen ze tegenkomen. Daar mee is het hek (terecht) van de dam: Ieder kan en mag daar over meep raten. Bij kennisneming van de inhoud van „Het onbestemde klachten- boek" geschreven door J. Lerer e.a. had ik de neiging dit te beschouwen als een poging een oplossing te bie den voor een probleem dat de au teurs eerst zelf moesten scheppen. Na de openingszin „miljoenen vrou wen hebben er last van" is het grootste deel van het boek gewijd aan de beschrijving van het pro bleem dat telkens wordt aange duid met de letters PMS: pre men struele spanning en de gevolgen daarvan, te beginnen bij migraine, hoofdpijn en abnormale eetlust, ge paard gaande met prikkelbaarheid, depressies en plotselinge stem mingswisselingen, overgaand in kinder- en echtgenotenmishande- ling. Als dit allemaal de revue is.- gepasseerd wordt de lezeres in de gelegenheid gesteld zelf door het beantwoorden van enkele vragen te bepalen of ze zelf soms ook PMS- patiënt is. Is dat het geval en de auteurs suggereren sterk dat dat voor zowat iedere vrouw geldt dan is er toch goed nieuws: in vele gevallen is succesvolle medische be handeling van de klachten moge lijk, aldus de auteurs. Bij die behandeling zet ik overigens nogal wat vraagtekens, met name gezien de informatie die de auteurs zelf daarover geven. Die wijst be paald niet op grote successen en betreft uitsluitend zeer ernstige PMS-patiënten. De poging om door middel van gevalsbeschrijvingen („Het geval Stella") de successen te onderbouwen zijn niet overtuigend. Dan komen de suggesties voor niet- medische behandeling van sommi ge klachten sympathieker over: ontspanningsoefeningen, mentale voorbereidingen, rust, etc. Als man moet ik natuurlijk bij de beoordeling van een boekje over bovengenoemde klachten enigszins voorzichtig zijn. Daarom heb ik toch wat aarzeling bij het gevoel dat ik in de eerste zin van dit stukje beschreef: misschien is PMS werke lijk wel een op grote schaal voorko mend en door mannelijke genees kundigen miskend probleem. Maar mocht dit het geval zijn wat ik niet hoop en eerlijk gezegd ook niet helemaal geloof dan vrees ik toch dat de echt ernstige PMS-patiënten aan dit boekje niet veel zullen hebben. J. Lerer e.a.: Het onbestemde klachtenboek. Elsevier, Amster dam (136 p) Prijs 17,90. JJ.K.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 15