Coventry, een waarschuwing treSnAG 15 NOVEMBER 1980 TROUWKWAHTET 11 Veertig jaar geleden, in de nacht van 14 op IS november intrede in twee talen: Hitier sohreeuwde dat hij nog méér rechtlijnig. Veel van het oude leeft slechts op afbeeldingen 1940, werd op bevel van de Führer aller Germanen het steden zou „coventrieren" en de Engelsen spraken op hun voort, gentrum van de Engelse stad Coventry voor een groot deel eigen wijze over „to coventrate". Coventry heeft in die ren de aardbodem weggevaagd. Een nieuw woord deed zijn veertig jaar een nieuw hart gekregen, modern, efficiënt en Het verslag van een bezoek aan een voormalig rampgebied. door J. G. A. Thijs van een lange discussie over de vraag: wat moeten we met de auto? Plannen om een gro ter gedeelte van het centrum autovrij te maken bleken niet uitvoerbaar: bedrijfsleven en winkelstand eisten dat op niet al te lange loopafstand van elke zaak parkeerruimte kwam en zo is het gewor den. Op het gemeentelijk ar chitectenbureau wijst een jonge ambtenaar („Ik ben na de oorlog geboren. Heb oud- Coventry dus niet gekend") op een grote maquette aan wat er na '45 vernieuwd is. „Binnen die nieuwe ringwe gen was erg veel beschadigd of verwoest. In de herbouw kunt u een paar stadia onder scheiden: met het voetgan gersplein vlak bij de kathe draal zijn we ai in 1946 begon nen. met het eerste deel van het winkelcentrum in 1950, met het tweede deel na 1960. Er zijn duidelijk verschillende stijlen in te herkennen. Kijk, daar staan de nieuwe thea ters. daar de nieuwe com plexen van de polytechnische school, daar het nieuwe sta tion. Nog steeds zijn er gaten in de stad. de herbouw is nog steeds niet volledig. Ja. die twee flatgebouwen bevatten de enige woonruimte in het nieuwe centrum." Uitdaging George Hodgkinson: „Al voor 1940 waren de stad en het ver keer door de industrialisatie zo gegroeid dat het probleem van de auto levensgroot was. Toen kwam de verwoesting en natuurlijk werd de situatie ondanks alle ellende een uit daging voor stadsplanners en stedebouwers. Er was ook écht een besef dat we iets voor de komende generaties móes ten doen." Hij toont me een vergeelde herbouwschets. „Zie eens welke datum op de ze kaart staat: begin februari 1941, een goeie tien weken na de ramp. Toen had de stadsar chitect dit dus al klaar, com pleet met ringwegen en al. Na tuurlijk is er later heel wat in de plannen veranderd. Zo is er jarenlang over gepraat of de kathedraal herbouwd moest worden zoals hij geweest was. Sommigen wilden dat, maar anderen wilden de ruïne zo laten, als een getuigenis, en er een nieuwe kathedraal naast bouwen. Die laatste gedachte won het. in 1962 werd de nieu we kathedraal ingewijd." La chend: ..Voor dat herbouw werk ben ik ook in Rotterdam geweest, maar weet u dat wij het veel beter aangepakt heb ben, dat wij de voetganger veel beter beschermd heb ben?" Dan weer over de oor logsjaren: „Vóór de invasie zijn de Amerikanen nog hier geweest om te bestuderen hoe ze in een kapotgeschoten ge bied (in Frankrijk konden ze immers niets anders verwach ten) de belangrijkste voorzie ningen weer snel op gang kon den brengen. Wij hadden im mers na november '40 dagen lang zonder stroom en zonder water gezeten en gas kregen we pas weer op de dag voor Kerst. Een van de Amerika nen zei toen dat het bombar dement van november '40 zijn land zo geschokt had dat je wel kon zeggen dat de aanval op Coventry meer gedaan had om Amerika in de oorlog te krijgen dan die op Pearl Har bour." "Niet tevergeefs'™ Die laatste gedachte mag wat overtrokken zijn, iets dat erop lijkt vind ik toch terug in de plaatselijke krant uit novem ber '40: de gezaghebbende New York Times noemde toen. zo werd gemeld. Coven try „een duidelijke waarschu wing aan Amerika" en schreef dat als die waarschuwing ter harte genomen zou worden Coventry's doden „niet tever geefs gestorven zouden zijn". De plaatselijke krant van 15 november meldt de luchtaan val nog sober, de voorpagina „opent" nog met een kleine Engelse aanval op Berlijn. Over Coventry weinig meer dan wat het communiqué uit „Londen" meldde: gevreesd wordt dat er ruim duizend do den zijn. de schade is enorm maar de „bevolking van Co ventry heeft de beproeving met grote moed doorstaan" De volgende dag schijnt men de omvang van de ramp beter te beseffen: een pagina-brede kop meldt dat koning George de vijfde de zwaargetroffen stad bezocht heeft en dat hij in de as van de kathedraal gestaan heeft. Een verslagge ver heeft vastgesteld dat de stad weliswaar verwoest en geslagen is. maar dat „haar geest ongebroken" is. In een zwaargehavende winkel werd alweer nering gedreven, meldt de journalist, en er hing een bordje voor met de woorden „Business as usual" (geopend als gewoonlijk). Verder een aantal afschuwelijke verha len: over mensen die in nauwe straatjes gevangen zaten doordat aan elk einde een bomkrater geslagen was. over vijf politiemannen die in één straat patrouilleerden en door één bom gedood werden, over een man die in Birmingham werkte, op het alarm direct terugkeerde om te helpen en als eerste lijk dat van zijn vrouw zag. Tegenover de hel denmoed moeten veel mense lijke zwakheid en angst ge staan hebben: elders lees ik dat veel mannen die zich bij de brandweer hadden moeten melden in de kelders bleven, waardoor veel huizen die nog te redden waren geweest toch verloren gingen. Zorgen „Leeft" de ramp nog in het Coventry van 1980? Dezer da gen zijn er herdenkingen: er zal muziek weerklinken. Ed ward Heath spreekt, er is een jongerenparlement. er wordt een schokkende film over de gevolgen van een atoomoor log vertoond. Maar Coventry heeft ook andere zorgen: veel werkloosheid, korter werken (soms maar één dag per week), onzekerheid over banen, een dreigende scheuring in de plaatselijke Labourpartij na dat tien jongere raadsleden anders stemden dan hun ne gentien oudere fractiegeno ten. Soms is er een wat vrolij ker bericht. Als de gemeente raad besloten heeft drastisch op de kerstverlichting te be zuinigen komt het bedrijfsle ven over de brug en de voor de Engelsen zo belangrijke kerst stemming is gered. Binnen kort zal de Lord Mayor plech tig de lampjes ontsteken, me thodistenkoor en Leger des Heils-kapel zullen „communi- ty-singing" begeleiden In de stadsbibliotheek brengt het parlementslid William Wilson dezer dagen wat plechtig het boek terug dat hij veertig jaar in bruikleen gehad heeft. Toen de sirene's op de 14e november 1940 begonnen te loeien klapte hij het boek dicht en spoedde zich naar buiten om zich volgens voor schrift bij de brandweer te melden en het bleef verge ten in zijn kast staan. De bi bliotheek heeft berekend dat het leesgeld opgelopen is tot zeventien pond. zes shilling en acht oude pennies, maar de schuld is kwijtgescholden. Want als Williams het boek tijdig teruggebracht had zou het toch in vlammen opge gaan zijn! Tijdens de discussies over de vraag of de film over de atoomoorlog wel vertoond mocht worden zei een raads lid: „De mensen moeten we ten wat er aan de hand is. de meerderheid van de bevolking van Coventry begrijpt niets van wat er in 1940 gebeurd is." George Hodgkinson over dat laatste: „De opgroeiende ge neratie weet er inderdaad niet zo veel van en ook de wat oudefren lopen trouwens niet over van belangstelling." Wat spottend laat hij erop volgen: „Wat hebben ze ook te maken met wat oude mensen zoals ik gedaan hebben!" Als ik even later nog wat rond dwaal in de oude kathedraal zie ik tegen een stuk muur een beschadigd, geblakerd bord. dat blijkens de nog net leesba re woorden gewijd is aan de „glorious memory" van de ge vallenen tussen 1914 en 1918. jaren die ik zelf slechts van horen zeggen ken en die mij altijd erg ver geleken hebben Ik begrijp nu ineens de jonge re generatie van Coventry be ter Wat. zullen we haar blijven achtervolgen met iets waar aan zij part noch deel heeft' ,Wat betekent de ka thedraal van Coventry volgens u?" De 23-jari- ge Oordon Mackay stelt de vraag met nadruk. Ik toek een poos naar een antwoord Ik hoop, zeg ik tenslotte, dat wat ik dier zie een waarschu wing zal zijn tegen de waanzin van de oorlog, dat de boodschap ervan aal uitgaan: zo'n Ver woesting nooit meer! Oordon en Ik zijn aan de praat geraakt, in de herfstzon geze- ten tussen de stukken muur die over zijn van Coventry's middeleeuwse kathedraal. De avond tevoren, tegen het don ker. heb ik hem een klein zil veren kruis zien wegbergen en we hebben toen een paar woorden gewisseld. Zojuist heeft hij een dienst geleid bij het in de open lucht staande altaar waarop het zilveren kruisje staat Daarna hebben we elkaar ontmoet in het in ternationale centrum in de ge welven. die in de jaren zestig door Duitse jongelui gerestau reerd zijn. als een teken van verzoening. De 26-jarige Duit se onderwijzer Gottfried Bay uit Stuttgart. principieel eigeraar, heeft ons brood en soep verstrekt en ;d dat de pennies die «ervoor neertelden naar de van Calcutta zullen Nu zitten Gordon en ik in de kathedraal, onder een Ie blauwe hemel, en hij üt me zijn verhaal. Als arige tekende hij alf jaar dienst bij de maar na een poos ikte ik als het ware", hij. „ik begon te beseffen n geloof me verbiedt in iht van anderen te do- Het duurde lang voordat mijn bezwaren erkende. lang hebben ze me Tveerd. Na ruim vijf ik er eindelijk uit. ik ben een van de slechts dertig dienstweigeraars die na '45 in Engeland 'erkend' zijn bij welk getal je wel moet beden ken dat hier geen dienstplicht bestaat. Een paar maanden' werk ik nu in de kathedraal, ik volg de open universiteit en ondertussen denk ik er nog over na of ik geestelijke zal worden Ik weet het nog niet Coventry trekt veel idealist i sche jongelui als Gottfried en Gordon De stad is na 1945 een internationaal symbool van het streven naar vrede en verzoening geworden, met contacten over de hele wereld en bijzondere banden met 23 andere door oorlogsgeweld ge troffen steden, onder meer Dresden In die symboolfunc- Itie spelen de ruïne van de ou de kathedraal (slechts de to- rtn bleef behouden) en de zo'n twintig jaar geleden ernaast, gebouwde supermoderne kerk een grote rol. „Father, forgi ve" (Vader, vergeef) staat er in grote letters achter het altaar met het zilveren kruis, dat een priester gemaakt heeft van middeleeuwse bouten, die tus sen de resten van het dak ge vonden zijn. Boven dat zilve ren kruisje uit rijst een groter zwart kruis: twee uit het dak afkomstige geblakerde balken Wraak. Veertig jaar geleden werd de trotse Sint Michaels kathe draal in een paar uur verteerd tot een smeulende berg afval Hitler was razend geworden nadat, Engelse vliegtuigen wat onbeduidende schade aange richt hadden in München. De Führer besloot tot een grote wraakneming en hij koos daarvoor het in de jaren der tig tot een belangrijk indus triecentrum uitgegroeide Co ventry. zo'n 150 kilometer noordwestelijk van Londen De operatie. „Mondscheinso- nate", verliep correct volgens plan Op de avond van 14 no vember 1940. goed zeven uur. verschenen er Duitse vliegtui gen boven de totaal onvoorbe reide stad. Ze smeten lichtko- gels en brandbommen om de na hen volgende bommenwer pers de weg te wijzen. Tot 's morgens kwart over zes ble ven in de heldere maannacht regens van afwisselend brand bommen en explosieven neer dalen op de stad. waarin 554 mensen omkwamen. 865 men sen ernstig gewond werden en bijna 50.000 huizen werden verwoest of ernstig bescha digd Van de ruim 400 Duitse toestellen, die 500 ton bom men en mijnen en 30.000 brandbommen gooiden, werd er slechts één neergeschoten. Behalve de kathedraal wer den veel andere oude gebou wen verwoest. Van de even eens middeleeuwse Christ Church bleef sléchts de toren overeind. De kerk is nooit her bouwd en de toren staat nu wat verdwaasd tegen een mo dern kantoorgebouw aan te leunen. Een derde middel eeuwse kerk. genoemd naar de Heilige Drieéenheid. vlak naast de kathedraal, kwam er wonder boven wonder zonder noemenswaardige beschadi gingen doorheen. Een van de eraan verbonden priesters had de bewaking perfect geor ganiseerd. met alarmtele foons en wachters op het dak, en hij sliep maandenlang op een veldbed in de kerk. Brandbommen die op het dak of naar binnen vielen werden snel in water of zand ge smoord. Op de vloer van een van de kapellen is nog een schroeiplek te zien. Gruwelijk „A night of horroreen gru welijke nacht, noemt de nu 86- jarige maar nog krasse Geor ge Hodgkinson de lange nacht van 14 op 15 november 1940. George was toen behalve raadslid en wethouder ook voorzitter van een stedelijke burger-noodwacht en tevens was hij als zovelen ingedeeld bij de brandwacht in een straat Een volle nacht en dag werkte hij tussen vlammen en vallend puin. terwijl alle ver bindingen verbroken en wa ter-. gas- en elektriciteits leidingen uitgevallen waren. George schampert: „Coventry was in een natuurstaat terug gevallen. We konden niet eens een kop thee zetten en u weet wat dat voor een Engels man betekent. Brandweren van elders kwamen te hulp, maar ze konden vrijwel niets doen doordat hun koppelin gen niet pasten, het materiaal was toen nog niet gestandaar diseerd Tientallen doden hebben we die nacht al gebor gen; velen van hen konden we niet aan de familie tonen, zó verminkt waren ze. Een aan tal is ongeïdentificeerd in een massagraf begraven. Mijn ei gen huis, vlak buiten het cen trum. was onbewoonbaar: ik moest mijn vrouw en twee kinderen elders naar familie brengen." George's verhaal stemt over een met andere getuigenissen. Bijvoorbeeld met die van de dokter in het grootste zieken huis. het. Coventry and War wickshire Hospital. Bij het eerste alarm rende hij het dak op en zag toen al honderden brandbommen op het zieken huisterrein gloeien. Alles wat 1 men kon doen was een aantal patiënten onder hun bed leg gen. Vijf brisantbommen en vele tientallen brandbommen troffen het ziekenhuis, waar van 's morgens weinig meer dan een ruïne over was Een agent die de kathedraal bin nenliep zag ergens in het dak iets branden. Het vuur had. zei hij. best gedoofd kunnen worden als er maar nood-voor- raden water geweest waren maar die ontbraken De gees telijke die de kerk bewaakte. R. T. Howard, zag om een uur of acht een brandbom door het dak komen, boven het or gel. en twee uur later was er nog slechts een rokende as- hoop. In het uit 1509 dateren de. grotendeels houten Ford's Hospital (zoiets als een Hol lands hofje) lagen de bejaarde bewoonsters plotseling in de open lucht; twaalf van hen vonden dié nacht de dood. 'Ultra'. Het hofje is prachtig her bouwd zoals het was. maar het staat er nu wat vreemd, bedriegelijk mooi te pronken tussen kale. rechte nieuw bouw Had een ramp van deze om vang voorkomen kunnen wor den? Op die vraag zijn ver Het in de open lucht, voor een stuk muur van de oude kathedraal „Community of the cross of nails"), die in kleine groepen bij van Coventry staande, altaar met de twee kruisen. Het kleinste, elkaar komt om christelijk leven en verzoening in praktijk te zilveren, kruis is gemaakt van bouten uit het verwoeste kerk- brengen. Er zijn afdelingen in andere steden, landen en wereld dak. Het is het symbool geworden van een gemeenschap (de delen. schillende antwoorden gege ven Coventry, een stad met 250.000 (nu 337.000) inwoners en veel belangrijke oorlogsin dustrie. was op geen enkele manier gewaarschuwd, hoe wel de Britse geheime dienst al een paar dagen tevoren al les van de Duitse plannen wist. De Britten waren name lijk volledig op de hoogte van de Duitse code's, nadat ze er dankzij onder meer hun con tacten met een Pool) In ge slaagd waren de befaamde Duitse coderingsmachine „Enigma" na te bouwen en op hun beurt een apparaat („Ul tra") te construeren dat alles wat van „Enigma" opgevan gen werd kon decoderen cn in mensentaal omzetten. Hitier moet een grenzenloos vertrou wen in de „Enigma" gehad hebben, want die werd in alle krijgsmachtonderdelen ge bruikt. Zolang de Führer en de Duitse „Abwehr" er geen idee van hadden dat de vijand hun berichten kon ontcijferen zou een waardevolle stroom inlichtingen het Britse eiland blijven bereiken. Oorlogsleider Churchill stond voor een dramatische beslis- sing. Zou de luchtverdediging van Coventry versterkt wor den of zou de bevolking inder haast geëvacueerd worden. dan zouden de Duitsers weten I dat hun codes bekend waren, ze zouden die op slag wijzigen. „Ultra" zou voorlopig niets kunnen beginnen en Enge land zou een belangrijke voor sprong ln de strijd verliezen. Werd Coventry niet gewaar schuwd dan zou de stad opge offerd worden, onder haar bur gers zou een slachting aange richt worden. Churchill en het departement van oorlog ko zen. het laatste: geen extra verdediging, geen evacuatie, zelfs geen bijzondere voor zorgsmaatregelen voor medi sche en andere hulp. Coventry's toenmalige politie chef. Hector., heeft het inder tijd allemaal bevestigd: er was geen enkele waarschu wing. zelfs geen extra ambu lances waren er. George's Hodgkinsons verhaal komt op hetzelfde neer. „Nee. we wis ten van niets. Wel is het zo dat we eigenlijk voortdurend in een zekere paraatheid ver keerden. De stad had al een paar aanvallen te verduren gehad, proef-raids kun je die wel noemen. We hadden ons op allerlei dingen al bezonnen, zelfs over de vraag waar we eventueel een massagraf zou den kunnen inrichten. Er wa ren toen nog 39 industrieën en industrietjes in het stadscen trum gevestigd; tweederde van de werkende bevolking was betrokken bij de vervaar diging van voor de oorlog be langrijke zaken als auto- en vliegtuigonderdelen en ver bindingssystemen. Ja, voor die industrieën waren wél maatregelen genomen; zo wa ren er buiten het centrum sch aduwfabrieken verrezen en die bleken later niet op de kaarten te staan waarmee de Duitse vliegers werkten We hadden dus wel vooruitge dacht maar nee. voor de mensen was er geen enkele bijzondere voorzorgsmaatre gel, die nacht hebben we alles moeten improviseren." Grondig De Duitsers hebben hun werk grondig gedaan, die 14e en 15e november 1940 en ook een paar maanden later, in de Het grootste ziekenhuis van Coventry, even nadat het grote bombardement van 14 op 15 november geëindigd is. week voor Pasen 1941. toen bij twee veel minder bekend ge worden aanvallen opnieuw ruim 500 inwoners omkwa men. De industrie kreeg een hevige klap en een mooie mid deleeuwse stad werd wegge vaagd („Coventrated" zeiden de Engelsen al spoedig, „co- ventriert" de Duitsers). Wie nu door de stad wandelt vindt van dat middeleeuwse niet veel meer. Wét er aan ouds gespaard bleef is wel zorgvul dig gerestaureerd, andere ge bouwen zijn in hun vroegere gedaante herrezen. Maar om echt te zien hoe het vroeger was moet je naar het 'raad huis. Naast de stijlvolle kamer van de Lord Mayor (burge meester) hangt een aantal aquarellen, door een schilder tussen 1920 en 1940 van de stad vervaardigd. Sfeervolle straatjes, mooie oude huizen Grotendeels weg. In een vouwblad dat ik op het raad huis krijg wordt gewezen op de fraaie oude bouwsels in de Spon Street, deels van elders afkomstig en hier nieuw opge trokken. Als ik door het straatje loop begint er een man tegen me te praten. „Het ziet er wel oud uit. meneer, maar verkijk u er niet op Het is bijna allemaal nieuwbouw in oude stijl, zoiets als nieuw antiek, Een paar maar zijn er oud. ik zal ze u wijzen." j De man die me in Spon Street j aanspreekt is niet enthousiast over Coventry's nieuwe hart. „Het heeft geen karakter", oordeelt hij streng. Even later loop ik door dat centrum, met winkelstraten die uitsluitend het domein van voetgangers zijn. gedeeltelijk op twee ni veaus. uiterst efficiënt en lo gisch allemaal, maar kil en rechtlijnig, met aan het ene einde een kaarsrecht torenge bouw en aan de andere kant de drie torenspitsen die sa men zo karakteristiek voor de stad zijn. Het voetgangersge bied is van alle kanten heel dicht per auto te benaderen. Die situatie is het resultaat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 11