oortreffelijke en volledige spooratlas i orlogsplaatjes kijken: en grote verlakkerij Seksuele voorlichting Bundel actuele opstellen over de rechtsstaat Geheimzinnig Flauw ïel en emel in te Gouden ■Jeuw FSTHNOVEMBER 19S0 TROUW/KWARTET RH 11 loor Koos van Werlngh ,ms kan het raar lopen, en klein Jaar geleden röAerd door de ultgever- maatschappij Elsevier een ,-pk gepubliceerd van O. Ww Nocl{ WERELD3POOR- ÏeGATLAS. Het verschil len daarvan moest, zo jfni „nd Elsevier, op passende plaatsvinden. ■het Tg. Kersenspoor van het rdamse Centraal Station twee restauratierijtuigen Iran Wagon Uts uit 1936 neergezet daarin zou het eerste exem- van het boek worden over- igd aan een Delltse hoogle- tn de mechanica. Vol ver- itch tinging ging lk er naartoe, de bedoeling over het boek stuk voor deze krant te ijven. ■ten aan tafeltjes met van die jrwetse lampjes hoorde het •lschap eerst Iemand In Jul ie termen spreken over de re aanwinst van het bedrijf. de Delftse hoogleraar het nam en breeduit zijn ver- n en die van één zijner me- .„jers ln het licht plaatste •n was het tijd voor de drankjes hapjes, die in overvloedige ma- stonden opgesteld. En passant itvingen de gasten het boek. het allemaal om begonnen Het zat in een linnen draag waar de naam van de uitgever gedrukt was kiens het gebeuren was lk al ln n toestand van treurigheid ver vallen. maar toen lk even later, na één drankje, door de hal van het Centraal Station liep endoor een kennis werd aangeschoten met de vraag of lk. gezien mijn draagtas, ln dienst van de firma Elsevier getreden was. raakte ik ln de ban van een grote ergernis. Een drank- Je Is natuurlijk nooit weg en twee waarschijnlijk nog minder, maar waarom, zo vroeg lk mij af. Is het nodig door een uitgever te worden „Ingepakt" als het de bedoeling la over één van zijn boeken te schrij ven? De lust dat stuk te gaan schrijven had mij dan ook geheel verlaten. Onlangs zag lk het boek ln een etalage staan en dat deed mij on middellijk aan deze ware geschie denis denken. En omdat de schrij ver het tenslotte ook niet helpen kan zal lk hier alsnog op zijn fraal- ultgegeven boekwerk de aandacht De sneltreinlocomotief „Sir Nigel Gresley" die in het Britse spoor wegmuseum de Vork wordt be waard. vestigen. O. S. Nock ls één van de grootste kenners op het gebied van de spoorwegen, waarover hij enige tientallen boeken gepubli ceerd heeft. Er ls bijna geen as pect van het trelnwezen, dat niet door hem behandeld is. In deze atlas, door Hans Hanenberg voor Nederland bewerkt, wordt een zo goed als volledig overzicht gege ven van de ontwikkeling van de spoorwegen. Dat gebeurt ln zeven hoofdstukken waarvan de eerste twee de opkomst en de functie van de trein bespreken. We lezen over de paardetractle, de IJzeren rails, de stoom-, diesel- en elektrische locomotieven, de eerste spoorweg van Stockton naar Darlington, de ontwikkeling van het reizigers- en goederenvervoer, het bouwen van stations, viaducten en tunnels, het selnstelsel en het maken van een dienstregeling. En over de onge lukken die zich met treinen heb ben voorgedaan. Ik noem hier slechts een aantal onderwerpen op. De stof ls buitengewoon overzich telijk ingedeeld, waarbij het van zelf spreekt dat de illustraties, bij na alle ln kleur, een belangrijk onderdeel van het geheel uitma ken. Het gaat niet alleen om foto's van stations, treinstellen en brug gen, maar ook om schema's en doorsneden van voertuigen. De volgende twee hoofdstukken gaan over beroemde routes en be roemde treinen. Routes door de Alpen, de lijn tussen Londen en Glasgow en vele andere, die tot de verbeelding spreken BIJ de be roemde treinen, dat ligt geheel voor de hand, komt allereerst de Oriênt-Express, die enige tijd ge leden verdwenen ls. Over al die treinen wordt een groot aantal bij zonderheden vermeld. Eén van de die treinen, de luxueuze Blou Trein die tussen Pretoria en Kaap stad heen en weer rijdt, heb ik Jaren geleden van dichtbij beke ken, toen hij op het station van de eerstgenoemde stad stond. Een belangrijk deel van het boek wordt ln beslaggenomen door kaarten waarop te zien is waar ter wereld spoorlijnen lopen, of het nu ln Noorwegen, Japan of Nieuw Zeeland ls. Over landen met een spoorwegstelsel zijn ook verschil lende gegevens opgenomen, zoals de netlengte per 10.000 vierkante kilometer en per 10.000 inwoners. Wat de netlengte per 10.000 vier kante kilometer Betreft ls het be langwekkend om te zien dat Bel gië het hoogst scoort: 1353, ge volgd door de DDR en de Bonds republiek Duitsland, met resp. 1329 en 1157. Nederland komt tot een netlengte van 691 per 10.000 vlerkante kilometer. België was het eerste land ter wereld waar de spoorwegen vanaf het begin een aangelegenheid van de staat ge weest zijn. waardoor vele tijdro vende problemen, die in andere landen ontstonden vanwege de concurrentie tussen verschillende spoorwegmaatschappijen, verme den konden worden. Interieur van een salonrijtuig van de London Brighton and Southcoast Railway' uit 1873. Van alle landelijke spoorwegnet ten zijn de essentiële gegevens op genomen in dit boek, zoals de naam (Nederlandse Spoorwegen, Australian National Railways e.d.) en een kort overzicht van de ge schiedenis van het betreffende net. Dit alles voorzien van zeer duidelijke illustraties. Het boek eindigt met een uitvoerige chrono logie, een verklaring van begrip pen uit het spoorwegjargon, zoals dodemanspedaal en spoorbreedte en een literatuuroverzicht. Tussen de honderden boeken die daar worden genoemd hadden enige over Nederland niet mogen ont breken, met name die van Jonkers Nieboer en Van Wljck Jurriaanse niet. Het lezen en kijken ln dit boek doet maar één verlangen opko men: naar het station gaan. een kaartje kopen en Je per trein door de wereld laten vervoeren. Wat een uitvinding! O. S. Nock, Wereldspoorwegatlas, Elsevier. 224 bladzijden, 89.50, meer dan 500 foto's en illustra ties. door Nico Jörg Het Komitee voor de Rechtsstr een overlegorgaan van tal van o._ nisaties die zich Inzetten voor be scherming van mensenrechten en democratie, heeft een bundel op stellen laten publiceren over een zevental onderwerpen. Centraal staan de problemen die een rechts staat in het huidig maatschappelijk bestel ondervindt van onder andere atoomenergie. geautomatiseerde persoonsregistratie, woningnood. Leiden deze problemen tot een toe nemende onderdrukking van groe pen van de bevolking? fEtnlsche minderheden, krakers, andersden kenden). Uit de bijdragen spreekt huiver voor het onstaan van de „sterke staat" of voor een „totalitai re demokratie", waarin het recht- van-de-staat automatisch voorrang heeft boven dat van burgers, of waarin de verzorgingstaken van de staat zó alomvattend zijn gewor den, dat er weinig burgerlijke zeg genschap meer overblijft. Achtergrondinformatie over actue le problemen. Eén van de stellingen uit het boek kan fraai geïllustreerd worden: „Een dreigende legitlmlteitskrisis (verlies van de vanzelfsprekendheid dat wat .het gezag' doet goed is) kan 'vaak alleen bezworen worden door dat de overheid zich als sterk pre senteert. een kracht die in feite ver hulling van zwakte ls." Zo mogen politieagenten aan hun gewetens bezwaren tegen kernenergie geen vorm geven door te weigeren als lid van de Mobiele Eenheid tegen anti atoomenergie-demonstranten op te treden. En militairen mogen hun gewetensbezwaren tegen a toom ta ken niet vorm geven in het weigeren van zulke taken, aldus de ministers van Justitie en defensie. Een demo cratische rechtsstaat ls niet de ge makkelijkste maatschappij-vorm. Els Nicolas, Paul van Tongeren e.a. (red.) Repressie in Nederland, Van Gennep, Amsterdam 1980, 264 p. 29.50. Praktijk van de ondernemingsraad De verzelfstandiging van de onder nemingsraden en de uitbreiding van hun bevoegdheden betekenen voor OR-leden onder meer dat ze steeds beter beslagen ten ijs moe ten komen. De serie OR-praktijk die Samsom uitgeeft, komt aan die behoefte tegemoet. Een nieuw deel tje in deze reeks bepleit een nauwer contact tussen OR en Raad van Commissarissen en concludeert dat ondernemingsraden weinig gebruik maken van de rechten die hun ln de structuurwet zijn gegeven. Een an der deeltje behelst een poging, de achtergronden van het financieel beleid en de techniek van de jaarre kening te verduidelijken. Oeen overbodige handreiking, want OR* 'leden hebben er nogal eens moeite mee. met geboden informatie om te kunnen gaan. Het boekje licht niet alleen balans en jaarrekening toe, maar wijst ook wegen voor gerichte vraagstelling. Ondernemingsraad en raad van commissarissen, door Rien van Lent en Rob Niezen, 86 bik., 16.50. Achtergronden van het financieel beleid en de techniek van de jaarre kening, door P. D. Coljee, 117 blz., 21. Uitgaven van Samsom, Alp hen aan den Rijn. W.F.S. door Jelle Jan KLinkert Uit een onlangs op de Vrije Universiteit gehouden en quête bleek, dat er ondanks de zogenaamde „seksuele re volutie" van de jaren zestig en zeventig toch nog talloze misverstanden en onbe kendheden op het terrein van voortplanting en seksu aliteit bestaan. Bijna driekwart van de eerstejaars studenten bleek dan ook sterke be hoefte aan voorlichting te hebben, en een nog onthutsender cijfer een op elke veertien studentes bleek met een ongewenste zwanger schap te zijn geconfronteerd, die ln alle gevallen werd afgebroken. Je vraagt je onwillekeurig af wat die seksuele revolutie eigenlijk heeft in gehouden. Want als je bovenstaan de gegevens legt naast treurigma- kende verschijnselen als pornobios copen en peep-shows dan consta teer ik dat ln onze samenleving het bestaan van seksualiteit weliswaar erkend wordt, maar dat er nog geen nieuwe normen zijn ontwikkeld om er mee om te gaan. En dat maakt dat de tegenwoordige ouders (en hun kinderen) het er moeilijk mee hebben. Immers, vroeger konden vader en moeder de feiten van de seksualiteit wellicht nauwelijks over de lippen krijgen (behalve de meest fundamentele), maar ze kon den ln elk geval de normen duide lijk maken: zelfbevrediging was ver boden, geen sex voor het huwelijk, liefde is voorwaarde voor seksueel verkeer, enzovoorts. Maar tegenwoordig willen de ou ders wellicht best de feiten goed vertellen maar nu hebben ze het probleem dat ze het zelf allemaal niet zo precies weten omdat het hen ook hooit verteld is. En bovendien hebben ze het gevoel dat ze hun eigen normen ook al niet meer kun nen overdragen, of ln elk geval aan hun kinderen begrijpelijk maken. Voorlichting Dit alles als Inleiding op een bespre king van een voorlichtingsboek over seksualiteit voor Jongeren, dat de lezer voortdurend op het pro bleem van de relatie tussen feiten en normen ln de seksuele voorlich ting drukt Mocht ik hierboven de indruk gewekt hebben, dat er tus sen die feiten en nonnen een schei ding gemaakt kan worden, uit dit boek blijkt (opnieuw) dat een „waardenvrlje" seksuele voorlich ting niet mogelijk ls alleen al niet omdat de keuze voor een „waarden- vrije" voorlichting zelf al een waar derende keuze betekent Het gaat allemaal over het boek van A. Se J. Comfort: Over liefde; voor lichting en sex voor jongeren (Uitg. Rostrum, Haarlem). In de Inleiding verklaren de auteurs: „In dit boek geven we vooral feitelijke informa tie. Daarnaast hebben we twee prin cipes waar we van uitgaan. Deze zijn: niemand mag roekeloos een ongewenst kind maken en het ls goed rekening te houden met ande ren Wij denken dat iedereen het eens kan zijn met onze uitgangspunten. Dat laatste zal vast wel waar zijn, maar dat komt omdat dergelijke uitgangspunten op zichzelf nog wei nig zeggen. Uit de inhoud van heti boek zelf blijkt duidelijker welke uitgangspunten de auteurs ln feite hanteren. Globaal genomen lijken me dat dat de volgende twee. Ten eerste gaan de schrijvers ervan uit dat seksualiteit iets is waarvan je zelf kunt genieten (door zelfbe vrediging) en waarvan Je anderen kunt laten genieten (ln hetero- en homoseksuele relaties). En ten tweede zijn de auteurs van mening dat seksualiteit door talloze maatschappelijke nonnen ls onder gesneeuwd. dat deze normen nooit absolute gegevenheden zijn, en dat het zaak is te ontdekken welke nor men je als jongere zelf omtrent seksualiteit wilt hanteren. Moet je als ouders van een boek over seksuele voorlichtng eisen, dat je het er zelf geheel mee eens bent? Ik dacht het niet; een eerste els lijkt mij, dat het boek de mogelijkheid moet bieden dat Je er met je kinde ren over kunt praten. Ik geloof dat dit boek van de Comforts daartoe uitstekende mogelijkheden biedt. Daar komt bij dat de vbrder gege ven informatie uitgebreid, duidelijk en heel fraai geïllustreerd is. Naast het vaste voorlichtingswerk bevat het ook hoofdstukken met onder werpen, die je ln lang niet alle boe ken op dit terrein tegenkomt; titels als: vrijen met jezelf; als het niet lukt; homoseksualiteit; fantasieën; pornografie; trouwen. Daarbij valt op dat de auteurs op bekwame wij ze gebruik maken van de resultaten van het wetenschappelijk onder zoek, dat de laatste jaren op dit terrein is verricht. A. J. Comfort: Over liefde; voor lichting en sex voor jongeren. Uitg.: Rostrum, Haarlem (128 p.) Prijs 24,90. Van de auteur Jack Higgins ver scheen „Mooi weer om te sterven", één van de moeilijkste zaken, waar mee Paul Chavasse van het (niet zo bekende) Bureau van de Britse In lichtingendienst wordt belast. Het onderzoek begint als m de netten van een vissersboot een lijk ln ver regaande staat van ontbinding wordt opgehaald. Het blijkt het li chaam te zijn van Harvey Preston, een beruchte onderwereldfiguur. Omdat het Bureau doorgaans opge scheept wordt met zaken, waar an deren geen raad mee weten, wordt Chavasse op de zaak gezet. Het spoor leidt via Napels naar Bretag- ne. waar hij te maken krijgt met de geheimzinnige Leonard Rossiter. Nog geheimzinniger rol in dit maca bere spel speelt de steenrijke Enrico Monteflore. Chavasse moet zich echter voor de ontknoping begeven in de verraderlijke moerassen van de Camarque, waar het op het nip pertje weer goed voor hem afloopt Jack Higgins: 'Mooi weer om te sterven'. Uitg. Zuidhollandse Uit geversmij. A'dam. Omvang 148 pag. Prijs 14,50 jrp. A. C. Baantjer ls rechercheur in de Warmoesstraat te Amsterdam ge weest, hetgeen hem Inspireerde tot een lange reeks boeken, waarin re chercheur De Cock doorgaans de hoofdrol speelt. Uit die boeken bleek al dat Baantjer geen groot auteur ls. hoewel ze duidelijk een sfeer van echtheid hebben. In de zelfde trage stijl en met dezelfde voorspelbaarheid, maar opnieuw met die sterke sfeer van authentici teit heeft Baantjer ook een aantal korte schetsen in de ik-vorm ge schreven. de meeste maar net een ruime pagina lang. Daardoor roept de bundel het beeld op van een verjaardagsfeest, waar je maar niet los kan komen van een op zichzelf best aardige man, die de ene flauwe anekdote na de andere vertelt over zijn werk, zonder dat er een einde aan komt. Rechercheur Baantjer van bureau Warmoesstraat vertelt, deel 3. Uitg. Teleboek, Amsterdam. Omvang 160 pag. Prijs 12,50 Jrp. n van de 6ew<>ne mensen w" Holland van de gouden eeuw j hun geloofdbelevlng vrfBelijks brood, de volkscul- Inji "'WU, UC ÏUÉE4EU1- in ®"«verhoud»ng volk en over- urïf vLerde thema dat Prof. Van •ursen behandelt in zijn reeks „kopergeld van de Oouden „Hel en hemel" noemt hij dit vierde deel, daarmee aangevend dat men sen van de zestiende en zeventiende eeuw zelden geloofden dat de dood een einde maakte aan hun bestaan. De mens moest dus vroeg of laat met God in het reine komen, en meestal ging hij dan langs het pad dat een van de bestaande kerkge nootschappen hem wees. Een over zichtelijke weg. want de keus was in hoofdzaak beperkt tot calvinisten, doopsgezinden en katholieken (al valt de doopsgezinde gemeenschap dan al ln verschillende stromingen uiteen). Toch ls er nog een ander wijdver breid geloof, dat door de kerken deels bestreden, deels aanvaard wordt: het volksgeloof, bewogen door angst voor duivels, spoken en onheilspellende wondertekenen Natuurrampen en onverklaarde ziekten worden óf aan God óf aan de satan toegeschreven. Van Deur- sen beschrijft hoe de angst voor onaardse machten de aantrekkings kracht van de gereformeerde kerk vergrootte, hoe het wondergeloof ln de katholieke kerk aansloeg en hoe profetieën, voorspellingen en Inspi raties ten gunste van de doopsge zinden werkten. Het kopergeld van de Gouden Eeuw. Deel IV, Hel en hemel, door prof. dr A. Th. van Deunen. Uitga ve Van Gorcum, 148 bis., 17,90. W. F. 8. Een zeeman vertelt Een Groninger zeeman gaf ander halve eeuw geleden zijn memoires uit en schreef in zijn voorrede „dat vele mijner lotgevallen weinig nieuws en belangrijks behelzen, en dat zij door menig andere overtrof fen en in de schaduw gesteld zullen worden." Daar had hij gelijk ln, zoals blijkt nu zijn boek opnieuw is uitgegeven. Het relaas is verre van onderhoudend. Deze en gene histo ricus zal er echter zijn voordeel mee kunnen doen, omdat het boekje de kleine handelsvaart ten tijde van het continentaal stelsel schrijft. Een Groninger veeman in Napole ontische tijd, land- en seereiz<*i van K. J. Kuipers. Uitgave De Wal burg Pers, 121 bis., 25. W.F.S. gereed voor vertrek naar bet front. Dexe plaat zou in een propagandafolder van Goebbels niet misstaan. H uitgeverij H. J. W. Becht jfttcheen „Het derde rijk" pschiedenis van de oorlog P woord een beeld) van prof >hn Bradley. Dit boek be- een goed geschreven his- hsch overzicht, maar het w-materiaal stelt niet zo- iel voor. "dtey begint zijn beknopte over at bij de Eerste Wereldoorlog en *[en dat de belde wereldoorlo- n één groot conflict vórmen. In tekst heeft, ondanks het be- «te kader, veel kwaliteiten. Wie de regels doorleest krijgt wr door de opstelling van de «en oog voor het walgelijke »kter van Hitier en zijn kliek. Hitler was vooral ten aanzien van het oosten, geobsedeerd door totale vernietiging. De legers ln het oosten moesten worden verpletterd, de sta ten weggevaagd, ambtenaren moes ten op grote schaal uit de weg wor den geruimd, de Intelligentsia moest met het „meest brutale ge weld" worden geliquideerd, enz. En zo ls het ook precies uitgevoerd, met dien verstande dat niet alles volgens het draaiboek verliep. Het spreekt vanzelf dat Hitiers ge neraals gezien hun pijnlijk fat soenlijke milieu zich aan richtlij nen betreffende terreur wilden ont trekken. maar zo zegt Bradley Hitler was er alles aan gelegen om ledereen ln zijn terreurplannen te laten deelnemen Dit soort opmerkingen geeft de- tekst van Bradley een aparte smaak, want het is inderdaad Hit- Iers standaard-taktiek geweest om zijn medewerkers eerst vuile han den te laten maken. Als ze eenmaal hun reputatie hadden besmeurd, konden ze steeds dieper ln de draai kolk worden meegezogen. In kijkboeken als het onderhavige, ligt de nadruk echter niet op de tekst, maar op het fotomateriaal. Maar de betekenis van dat foto materiaal ls in moderne kijkboeken opvallend vaak nihil. Ook ih dit boek staan talrijke foto's waarvan de waarde minimaal ls. De onderschriften van de foto's zijn dikwijls vaag en nietszeggend, tijd of plaatsaanduidingen ontbreken niet zelden, waardoor de foto's vra gen oproepen die niet te beantwoor den zijn. Het lijkt erop dat veel fotomateriaal uit de tweede wereld oorlog geringe documentaire waar de heeft omdat de beschrijving van de foto's kennelijk is zoekgeraakt. In veel fotoboeken (ook ln dit boek van Bradley) lijkt de jacht op de „nog niet eerder gepubliceerde fo to" belangrijker te zijn dan de vraag of de betreffende foto behoorUJk geplaatst en gedateerd kan worden. John Bradley: „Het derde rijk" (ge schiedenls van de oorlog in woord en beeld). Uitg. H. J. W. Becht, Amsterdam. Omvang 256 pag. Groot formaat. Prijs 49,50. C. G. v. Zw.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 11