De optimisten worden pessimistisch 3* NOTITIE 'Ik wil niet bewust modern zijn' Plan van de PTT voor buitenlandse tv NCRV-toekomstbeeld: geen zendtijduitbreiding En dan nog Jochum op zijn best Ashkenazy'in dubbelrol Dvorak dubbel Holst bij Vara Nieuwe boeken Choreograaf Hans van Manen: DINSDAG 4 NOVEMBER 1980 KUNST/RADIO/TELEVISIE TROUW/KWARTET OU Hier en Nu komt ook niet uit onder de Amerikaanse pre sidentsverkiezingen: film over het circus rond de campagnes. Verder mogelijk aandacht voor de debatten over de abor tuswetgeving in het parle ment. Ned. 2/22.25 Volop Amerikaanse verkie zingen in de nachtelijke uren. Op Nederland 1 van 23.38 tot 00.38 eerst nog wat vooruit blikken. Daarna van 03.30 tot 06.30 rechtstreeks uitzending van de resultaten. Van 06.30- 08.30 de „ontbijtshow" met commentaren op de uitslagen. Steeds op Nederland 1. Dé radio staat Hilversum 1 af voor de verkiezingen. Van middernacht tot 07.00 uur, commentaren, gesprekken, uitslagen, analyses en af en toe wat eigentijdse muziek. Portret van jonkheer W. J. H. B. Sandberg, oud-directeur van het Stedelijk Museum in Amsterdam, promotor van ei gentijdse kunst. Ned. 1/22.25 Wie ein Schicksalwie ein Yerhangnis. Duitse docu mentaire over de rol van de rooms-katholieke kerk in Hit- Iers Derde Rijk. Did. 2/21.25 NCRV-voorzitter drs. Jansen. Merk- en stoplappen, het results van noeste arbeid van scholieren tussen de 17de en 20ste eeuw de At sterdamse scholen bezochten, zi, vanaf 7 november tentoongesteld^ het Historisch Museum. Kalverstrji 92 ln Amsterdam. Tegelijkertijd vt schijnt er een boek over dit onde i werp onder de titel „Over merklq pen gesproken van mevrouw i O. A. Schipper-Van Lottum, die oc de tentoonstelling inrichtte. „Er valt een traan op m'n too poes", de wat bittere komedie Annie M.O. Schmidt, die vorig 1 zoen met veel succes werd ontvangd is voor het laatst te zien van 4 t/m 1 november in het Nieuwe de la Ma: theater ln Amsterdam en op 17 en november in de Stadsschouwburg Nijmegen. Wim Kouwenhoven spw in dit stuk de doodzieke man die het eind van zijn leven zelfs nog mo» marchanderen met echtgenoot i minnares. Van onze radio- en tv-redactle AMSTERDAM De PTT heeft een technisch plan ultgi werkt voor een landelijke aanvoemet van de televtsiepn gramma's van de omringende landen, inclusief Engeland c Frankrijk. Deze programma's, veertien ln totaal, zullen aïn d grens woden opgevangen en via straalverbindingen gedisti bueerd worden naar totaal 32 regionale knooppunten. Va daar zullen ze vla kabel (of straall-verblndingen word gedistribueerd naar plaatsen waar men voor deze progra ma's belangstelling heeft. Deze technische mogelijkheden voor de toekomst schetste mevrouw Smit- Kroes. staatssecretaris van verkeer en waterstaat, gisteren op het kabel televisiecongres in Amsterdam. Tot de uitvoering van dit plan dat gelijke kansen biedt aan alle aangeslotenen zal pas kunnen worden overgegaan als hiervoor politiek het groene licht wordt gegeven en de zekerheid be staat dat het geen onoverkomelijke problemen van auteursrechtelijke en andere aard zal opleveren. Dat zal nog helemaal moeten worden ver kend. Verwacht wordt dat het landelijke straalverblndingsnet twee jaar na de beslissing zal zijn gerealiseerd. Als bijkomstig voordeel van het plan noemde de staatssecretaris de moge lijkheid het televisiepiraten moeilijk te maken op kabeltelevisienetten te opereren, als gevolg van het ontbre ken van antennes voor buitenlandse zenders waarop kan worden ont vangen. Mevrouw Smit herinnerde eraan in de huidige situatie geen mogelijkheden voor de exploitant van een kabeltele visienet te zien ook zelf maatregelen te nemen om deze uitzendingen te weren, bij voorbeeld door het uitscha kelen van de antenne buiten de zend uren van de legale zenders. Ook is het niet mogelijk door middel van auto matisch werkende apparatuur onder scheid te maken tussen signalen van Staatssecretaris Smit-Kroes tijdes haar toespraak. legale en illegale zenders om zodoe de doorgeleiding naar illegale zendt te voorkomen „Men zou de vraag kunnen stellen de exploitant dergelijke uitzend!] gen, met name als ze ook met et eigen individuele antenne kunnt vr worden ontvangen, wel mag weren Lijkt dit niet strijdig met het toch we algemeen aanvaarde uitgangspunt, dat collectief tenminste moet word» Dl doorgegeven wat individueel te ooi vangen is?" vroeg de staatssecretarf zich af. door Jac. Kort AMSTERDAM „Lang zal-le leven ln de gloria"zette het Concertgebouworkest zaterdag avond in, toen Eugen Jochum. die die dag zijn 79ste verjaardag vierde het podium betrad. Voor het publiek een welkome aanleiding om deze goede bekende met een hartelijke ovatie te verwelkomen. Maar daarna begon echter eerst het grote feest en wel met een zeldzaam fijn afgewerkte en tot een in alle details verzorgde vertolking van We- bers aloude, maar mits zo uitgevoerd, springlevende ouverture „Oberon". Het feest werd voortgezet met Regers indrukwekkende lied voor mezzosop raan en orkest „An die Hoffnung" op tekst van Frtedrica Hölderlln. Men sen die geen affiniteit hebben met Reger mogen dan smalen, dat alle werken wel van zijn hand zijn, maar niet van zijn hart. wie dit lied onbe vooroordeeld beluistert, komt sterk onder de bekoring van zowel het vo cale als het instrumentale gedeelte van deze compositie. De Amerikaanse mezzosoprai Olenda Maurice, die met dit optredi tevens haar Europese debuut mai te. is een zangeres met een formid bele stem. maar niettemin in sta om ook de teerste nuances te realij ren. Aanstaande zondag zingt zij de kleine zaal liederen van Brahn Fauré, Poulenc en Strauss, die 1 reeds in geheel Amerika en ook va de plaat heeft gezongen. Het optr den van deze avond wekt veel vh wachting van het komende recital Speciaal vandaag Een opmerkelijk debuut deze week bij het Concertgebouwor kest: de pianist Vladimir Ashke- nazy als dirigent. Na drie dagen hard repeteren gaat woensdag-, donderdag- en vrijdagavond zijn wens in vervulling dit orkest pu bliekelijk te mogen dirigeren. Op het programma zelfs een stuk dat het orkest nog niet eerder uitvoer de: de derde symfonie (uit 1935/36) van Sergei Rachmaninof, ook een van oorsprong Russische pianist die het muzikaal métier op ver schillende vlakken uitoefende. Een symfonie die de Rachmani- nof-fans doet jubelen: zie je wel dat hij een volwaardig symfonisch componist was. Als blijkt dat Ash- kenazy ook een volwaardig orkest leider is, staan er spannende mu ziekavonden voor de deur. Overi gens is het niet Ashekenazy's di rectiedebuut in het Concertge bouw; in het Holland Festival 1977 leidde hij er het Nederlands Ka merorkest in een Mozart-program- ma; door de programmasamen stelling met twee pianoconcerten viel toen toch sterk de nadruk op de pianist. Ook bij het Concertge bouworkest treedt hij in die dub belrol op in Mozarts KV 414. Als opwarmer Beethovens Leonore ra. Ashkenazy (geboren 1937 in Gor ki) beschouwt de uitvoering van de 4e, 5e en 6e symfonie van Tsjai- kowski twee jaar geleden in Lon den als zijn werkelijk dirigenten- debuut. Hoe valt dat eigenlijk met elkaar te rijmen: een pianist van wereldformaat die gaat dirigeren. Komt de plano dan niet in de knel. Hijzelf ontkent dat. „De kwaliteit van mijn spel zal er zeker niet onder lijden. Al vanaf mijn Jeugd ben ik meer geïnteresseerd in het orkest dan in de piano; op het cónservatorium was ik steeds met orkestpartituren in de weer. Dat ik toch pianist ben geworden, is een speling Van het lot. Maar ik ben nu op een punt in mijn leven gekomen dat ik aan die diepge wortelde liefde voor orkestmuziek gestalte moet geven. Het is dus geen modegril omdat andere pia nisten ook zijn gaan dirigeren. De tijd die ik voor partituurstudie nodig heb vind ik in het vliegveld. Ik moet nogal wat reizen sinds ik met mijn gezin op IJsland ben gaan wonen. Die tijd kan ik toch niet aan pianostudie besteden, dus schaad ik mij er niet mee. Of ik als dirigent carrière zal maken, net zo groot zal worden, weet ik niet. Zo lang ik er plezier in heb, is het mij goed. Ik doe mijn best. Voor de rest zie ik wel." Tien dagen na zijn directie-activi- 2T door Franz Straatman teiten keert Ashkenazy terug in de Grote Zaal, dan in de onderhand vertrouwde rol van recital-gever. Op dinsdagavond 18 november staat hij genoteerd voor Beetho vens sonate in Bes opus 106, beter bekend als Hammerklaviersonate. en de 24 preludes van Chopin. Voor het eerst na ongeveer twintig jaar klinkt in Rotterdam weer het Requiem van de Tsjechische com ponist Antonin Dvorak. „Dit is toch zeker belangwekkend te noe men." zo reageerde de secretaris van de KCOV Halleluja heel alert op de introductie van de rubriek Notitie, waarin aangekondigd werd dat belangwekkende zaken in het muziekleven vooraf worden besproken. Ook naar Amsterdam se begrippen een zeldzame vogel in de wereld van amateurkoren, dat Requiem. Een indrukwekkend werk met een belangrijk aandeel voor mannenkoor. Dirigent Henk Helns, zijn Halleluja vier solisten en het Utrechts Symfonie Orkest zetten zich er zaterdagavond 8 no vember ten volle voor in, in de grote zaal van De Doelen. Waarom reist een heel orkest uit Utrecht naar Rotterdam, terwijl daar toch ook een uitstekend orkest huist, vroegen wij ons af. „Het R.Ph.O. weigert al jaren koren te begelei den." luidde de reactie. „Meestal werken wij met het Gewestelijk Orkest, maar dat was bezet." Tezelfdertijd meldde de KCOV Excelsior uit Amsterdam dat „in het kader van de repertoire-ver nieuwing" besloten was tot uit voering van Dvoraks Mis in D. daterend van 1887. Toch verras send dat twee koninklijke, tevens christelijke gezelschappen op zoek naar iets nieuws, beide bij Dvorak belanden. Nog opvallen der: ook Excelsior brengt deze mis op zaterdagavond 8 november, in het Concertgebouw Amsterdam Deze KCOV kan overigens wel re kenen op de instrumentale steun van het stedelijk orkest, het Am sterdams Philharmonisch. Mis schien kunnen de besturen van deze KCOV's besluiten bij een vol gende gelegenheid hun produktles te ruilen. Excelsior (geleid door Meindert Boekei) voert diezelfde avond ook een wat vrolijker werk uit: Elgars The music makers. Over repertoire-vernieuwing ge sproken: de Vara-matinee is daar heel regelmatig mee bezig. Ook op zaterdag 8 november, maar dan 's middags om 15 uur in het Amster dams Concertgebouw, twee wer ken van de in Engeland erg popu laire componist Gustav Holst (1874-1934). waarvan we hier al leen bekend zijn met zijn orkest suite De Planeten. Behalve in mu ziek (hij was trombonist) stak Holst veel tijd ln reizen (Noord- Afrika, Griekenland) wat hem tot componeren inspireerde. In de matinee twee resultaten daarvan: The hymn of the travellers en 8a- vitri. Dit programma wordt ge combineerd met een schitterend Engels werk van enige eeuwen eer der, de opera Dido en Aeneas Van Purcell. De Engelse dirigent Ri chard Hickox leidt Radiokoor en Radio Kamer Orkest en een inte ressante solistengroep, waaronder de jonge Nederlandse sopraan Co- by Dijk. Tot slot: vanavond de Spaanse tenor José Carreras in het Muziekcentrum Vredenburg in Utrecht. Een „must" voor lief hebbers van opera. De apotheose van wat ik nog stee< een feest wil noemen werd bereiktl Bruckners vreugdevolle Zesde Syi fonie. Jochum, Bruckner-dirigent Uitstek, was in dit werk waarlijk c zijn allerbest. Hij voerde het orka van het ene hoogtepunt naar het ar der, maar bleef zeer alert op alle ni ances. Hij was voortdurend uit op grootst mogelijke helderheid en Ik zich geen moment verleiden tot los klankuitbarstingen, zodat het sk van de finale na ruim een uur muzié toch nog als een verrassing kwan <1 r Dit concert was een waar geschent I maar dan van een jarige. AO-boekje nr 1837: Christiaan Ejl man, door J. H. Kruizinga. Uitf Stichting IVIO. Lelystad. 20 bbj 1.90 Uitgeverij Van Loghem Slaterus I Deventer heeft een losbladige Wi» zijnsgids uitgegeven, zijnswerk zoals dat i aan de orde komt. F ringen verschenen, na's. Wat nu verschenen i: Een consument is ook maar eti mens, door T. Poliesz. Uitg. Spet trurn. Utrecht 222 blz. 19 50 Innovatie langs nieuwe wegen, me bijdragen van H. K. Boswijk. J C Wissema en W. C. L. Zegveld. UU| Kluwer. Deventer 152 blz. - 24.58 Van uitgeverij Buijten en Schippet heijn te Amsterdam zijn twee boek] van J. H. Kruizinga met foto's van Steussy: Zag u dat in Amsterdafl en Zag u dit en dat in Amsterdam Per deeltje 157 blz. - 17 90 Uitgeverij De Arbeiderspers te AD sterdam zond (in de reeks 8-Fem) D vrouw man van J. Russ 235 blz 21.50), Vrouwen in wonderland, si mengesteld en van een nawoord tf aantekeningen voorzien door P Sai gent (350 blz. - 25. en De tijd vand jeneverbes door K. Wilhelm (318 b"1 24 50) Dokter Glas, roman uit 1905 van i Söderberg. Eerste Nederlandse uit|~ ve ln 1970 bij de Bezige BIJ vers nen. Na herdruk bij uitgevi BZZTÓH. Den Haag. 175 blz - 26.» 3 bb door Ruud Verdonck HILVERSUM Hoe kunnen we zo goed mogelijk behou den wat we nu hebben? Dat is kort samengevat de weinig opwindende boodschap van „Oog voor de toekomst (2)". de aanzetten van de NCRV tot een standpuntbepaling over de omroep in de Jaren tachtig. Het eerste deel ver scheen eerder dit jaar als per soonlijke verkenning van eni ge medewerkers. Deel drie komt volgend Jaar uit. Dan moeten de aanzetten vertaald zijn ln concrete beleidsvoor nemens. De uitkomst van de tweede serie overwegingen, „Hoe behouden we wat we hebben?", is natuurlijk geen slechte. Het Nederlandse omroep bestel wordt nogal eens aangevallen op niet meer dan het unieke concept en de beschermende wal daarom heen. Voorlopig beschermt dat bestel wel uitstekend tegen de twee uiter sten die anders zouden knokken om de macht in omroepland: de overheid -en de commercie. In belde gevallen vaart voornamelijk de bezitter wel bij de macht. In Nederland Is, hoe moei zaam geformuleerd ook. de omroep gebrulkersbezlt Om dat te bescher men is geen moeite te veel. Dat neemt niet weg dat zelfs zo'n uniek bestel met vliesdunne marges, toch in beweging kan zijn. Dat moet zelfs, als er gewerkt wordt aan aan zetten voor de Jaren tachtig, de mo derne tijd zelf. Wat dat betreft is de NCRV-wens. dat „niet de technische, maar de maatschappelijk/organisato rische kant van een communicatie systeem" bepalend moet zijn voor wat er in en met dat systeem gebeurt, een ontkenning van de toekomst. De techniek (kabel, satelliet) doet de grootste aanslag op het bestel. Het is aan de omroepen om die mogelijkhe den zodanig aan te wenden, dat er fundamenteel niets mis gaat met het gekozen systeem. Je kunt wel stellen, „niet de techniek bepaalt wat er ge beurt maar Individuen en groe pen die zich bepaalde doelen stellen en de techniek als middel daaraan ondergeschikt maken" Als dat bete dat de techniek onvoldoende wordt benut, dan wordt het vrij schieten op het omroepsysteem. Kunstmatige be perkingen vragen alleen maar om nieuwe en nog nauwere regels om de omroepen te beschermen. Vanuit de ondergeschiktheid van de techniek en nog een reeks andere. Interne NCRV-argumenten, volgt de conclusie, dat de NCRV tegen een „rigoreuze uitbreiding van de televi siezendtijd" is. Een beperkte uitbrei ding is mogelijk, maar die moet dan wel worden ingevuld tussen 18.00 en 24.00 uur. Veel beperkter kan de uit breiding dan al niet meer zijn. In NCRV-termen dient in die extra mi nuten een bepaalde doelgroep be diend te worden met educatieve en instructieve uitzendingen. Alle argumenten voor meer zendtijd worden door de NCRV verworpen. Volgens recente onderzoeken zit nie mand op middaguitzendingen te wachten, in Duitsland trekken ze ge ringe belangstelling, er wordt te mak kelijk gedacht over de financiering, er komt te veel concurrentie voor de radio, herhalingen komen terecht bij de groepen „zware" kijkers, de men sen die toch ai veel naar de televisie kijken. En vooral: de ontplooiing van de televisie moet gaan ln de richting van de kwaliteit en niet ln de richting van de kwantiteit. Samengaan van die twee zit er voor lopig niet in. Al moet er wel een talentenjacht georganiseerd worden om aan meer kwaliteit te komen. Daarbij moet er rekenng mee gehou den worden dat het verstrooid pro gramma teruggedrongen moet wor den. De kwaliteit moet vooral tot uitdrukking komen in de program ma's waarin de NCRV herkenbaar is. De NCRV gaat daarbij uit van een pessimistisch toekomstbeeld. Of nog beter: een pessimistische momentop name. Dat is zeker merkwaardig voor een omroep die ln de zomer van 1924 werd opgericht op basis van een opti mistische visie op de toekomst en de mogelijkheden van de techniek. Pre luderen op de toekomst levert altijd verschillende uitkomsten op. Ener zijds kan toegejuicht worden dat er meer televisie komt. Dat zou gaan betekenen dat de status van de tele visie omlaag gaat, zoals dat ook met de radio is gebeurd. In de program ma's worden dan steeds meer kleine groepen bediend. De NCRV koppelt daar meteen de vervlakking aan vast en de vergroting van de informatie- kloof tussen de Intelligentsia en de „gewone man". Terwijl in een toe komstvisie juist de plannen betrok ken zouden moeten worden, die nu ontwikkeld worden en al aan de gang zijn, om die kloof kleiner te maken De „gewone man" kan ook een be wuste kijker en informatiezoeker worden, die mogelijkheid blijft echter buiten beschouwing. Geen of nauwelijks uitbreiding van de zendtijd, tegen de mening van de meeste andere omroepen in, is de basis van „Oog voor de toekomst (2)". Daarnaast komt een lange reeks an dere aanzetten los, die vooral gericht is op de bescherming van het omroep bestel in Nederand. De NCRV zit daarmee grotendeels op de lijn van CDA en PvdA. De omroep met alle kansen voor particulier initiatief en commercie, de WD-liJn, wordt afge wezen. Kritiek heeft de NCRV op de manier waarop de NOS nu de zendtijd vult. De omvang van de NOS-zendtljd moet afgeleid zijn van de taken die de omroepen in gezamenlijkheid kun nen uitvoeren maar de indruk be staat dat de NOS met eigen program mastaven steeds meer opereert op het terrein van de omroepen zelf. Als voorbeelden noemde NCRV-voorzit ter Jansen gisteren programma's als „Oten hoe zit het nou met Slen" en het dagelijkse (met uitzondering van zaterdag) radioprogramma „Met het oog op morgen". Tenslotte wil de NCRV dat deze om roep blijft voortbestaan als een vere niging met leden. Mt dien verstande dat er wel een ontkoppeling zou moe ten plaatsvinden, zodat niet langer het getalscriterium alleen bepalend is voor de hoeveelheid zendtijd die te vullen is. „Een voortdurende dreiging van van statusverlies werkt verlam mend op het creatief functioneren van een organisatie Terwijl de NCRV met ongewijzigde zendtijd en creativiteit al problemen genoeg heeft. fantastisch vind. zonder dat zouden we nergens zijn. Er is veel Inzicht getoond, in wat, en hoe te subsi diëren." Je ballet Einlage is slecht ontvangen door de pers. „Ja. en ik vind het jammer, dat alleen het uiterlijk beoordeeld is. en niet de achtergronden Eén van die achter gronden was, dat het ballet twee maanden eerder dan de bedoeling was, werd ingezet. Er waren moeilijk heden met de programmering van twee andere balletten, en in de abon nementen moet een première zitten. Na de niet zo goede ontvangst deed iedereen plotseling, nou niet zo hygië nisch. Alsof ik er even niet was. In een enquête van Dansbulletin over de be langrijkste evenementen van het dansseizoen 1979-1980 staat, dat Ein lage het absolute dieptepunt van het seizoen was. van alles wat er ln pre mière gegaan was. in de workshops, bij de kleine dansgroepen, alles! Nou. het heeft me mijn vrijheid terug gege ven. Ik had altijd het walgelijke ver antwoordelijkheidsgevoel. dat het goed moest wezen. Het kan me niets meer schelen, of ze het mooi of lelijk vinden, dat merk je in mijn nieuwe ballet. Je kunt niet leven op succes. Dan zou Je commercieel worden en daar zijn we in Holland gelukkig niet mee bezig. Ik heb nooit geprobeerd succes te imiteren. Dat kan ik niet. daarvoor ben ik te waanzinnig ver liefd op mijn vak. Je moet steeds verder. Je moet bezig blijven, om er gens achter te komen." Je hebt na Einlage een tijd niets gdaan? „Ja, mede doordat het twee maan den eerder werd Ingezet. Maar ik wou ook wel een pas op de plaats maken. En ik vond het best lekker. Denk niet, dat ik helemaal niets gedaan heb. Ik studeer regelmatig over de hele we reld mijn balletten in bij andere ge zelschappen. Momenteel zijn er van dertien balletten zestig instuderin gen, in Keulen, München, Berlijn, Stockholm, Londen. Düsseldorf, Ko penhagen, Winnipeg. Basel. Stutt gart. Boston en Philadelphia." Dit lijkt het spreekwoord te bevestigen, dat profeten in eigen land niet geëerd worden, in ieder geval is het een niet geringe prestatie, dat een Nederland se choreograaf zich zo'n goede naam. heeft verworven in het buitenland. Intussen mag met spanning uitgezien worden naar Pianovariaties I. door Ineke Sluiter Morgenavond gaat in de Am sterdamse Stadsschouwburg in première Pianovariaties I van Hans van Manen, muziek L. DaUapiccola en J. S. Bach. Over dit nieuwe werk, de re den waarom hij bijna een sei zoen lang geen nieuw ballet heeft gemaakt, de tegenstel ling tussen het aantal ballet ten van hem. dat op het Ne derlandse en het buitenland se repertoire staat, gaat het volgende interview. De I achter pianovariaties betekent niet het begin van een serie, maar een bewuste keuze voor de vorm, die het heeft gekregen. Ik gebruik altijd de klassieke techniek, maar de muziek van DaUapiccola vraagt om een aan gepaste beweging, waarin ik de spit zen moest verwerken. Het mochten geen pasjes zijn zoals b.v. in het bal let GiseUe (muziek van Adam. 1802- 1850) De oorspronkelijke romanti sche opvatting van het klassieke bal let wil ik niet gebruiken. Het gaat me om de beweging die overbUJft, als ze van haar inhoud is ontdaan. Het is een objectivering van de techniek, want anders wordt het ouderwets. We zijn aUemaal op zoek naar nieuwe vormen, maar ik wil niet bewust mo dern zijn. Ik vind dat ik dat ben. Ik heb natuurlijk de laatste twintig jaar van de moderne dans geleerd. Dat leg je niet zo maar naast je neer. Ik vind het leuk onr-de klassieke teehniek te emanciperen. Zo gebruik ik bijvoor beeld, net als in de moderne dans, de armen functioneel, dus als ik ze nodig heb om een beweging goed, of snel, uit te voeren, en niet als ornament. Je leert veel van balletten maken Je moet ook grote voorbeelden hebben, zoals Balanchine bv, en hun werkwij ze leren ontdekken. Die mag je best gebruiken, dat doe ik ook, net als iedereen. Ik heb dan het gevoel dat zo iemand naast me zit en meekijkt, en dan zegt: „Goed, die oplossing zou ik zelf niet bedacht hebben". Met ande re woorden je moet er wel iets eigens mee doen". Denk Je dat er een groot gat valt als Rudi van Dantzig, Toer van Schalk en jij er niet meer zouden zijn? „Welnee, ik vind dat er best aanbod is. Als je kijkt naar de workshops van Het Nationale BaUet, vind ik dat jon ge choreografen al veel weten van het vak. Ze gebruiken solisten vaak heel goed op hun specifieke eigenschap pen. Ik denk dat als Rudi, Toer en ik aan een tafel zaten in Americain, en er ontplofte een bom. zij direct inge zet zouden worden." Wat denk je, dat het resultaat Is van die workshops? „Dat de balletten van Jan Llnkens, Rob van Woerkom en Leo Besseling worden uitgevoerd. Ja, ln de provin cie, maar daar hoef je niet op neer te kijken, hoor. Integendeel. Ze hebben daar schouwburgen met prachtige to nelen." Je hebt erg veel geproduceerd, is daar naar jouw smaak genoeg van terug te vinden ln het repertoire van de Nederlandse gezelschappen? „Nee. de wat meer recente werken bij het Nationale Ballet, zoals Adagio Hammerlclavier, Twilight. 5 Tango's, bij Scapino Ajakaboembie, Assortl- mente en Variomatic, en bij het Ne derlands Danstheater bijna niets. We zijn verwend door de grote produktie en gooien te gemakkelijk weg. Mijn Concert voor Blazers voor Dansthea ter is bijvoorbeeld na negentien voor stellingen van het repertoire. Memo ries of the Body. dat ik voor hun 20- jarig bestaan maakte, ook. Als het Danstheater mij vraagt, denk ik: ik moet iets voor ze maken, dat anders is, dat afwisseling van het repertoire betekent. Maai* als ik het geheel nu overzie, voel ik me als een subsidie- excuus voor een gezelschap, dat bijna uitsluitend uit buitenlanders bestaat en overwegend werk van buitenland se choreografen brengt. Maar wel met geld van de Nederlandse regering. Niet, dat ik subsidie op zichzelf niet Hans van Manen heeft doorgaans een interessante probleemstelling voor zijn balletten. Voor Planovariaties I is het de overgang tussen twee we relden. zonder enige aanwijsbare aan leiding. „Ik begon met een stuk van DaUapic cola, een voor zijn generatie zeer vooruitstrevende componist, die leef de van 1904 tot 1975. Ik vond het fantastische muziek. Toen kreeg ik pianostukken van Bach, die nog niet eerder waren uitgevoerd, toege speeld. Ik heb naar beide intensief geluisterd, en vond ze eigenlijk alle bei prima. Beide stukken hebben een eigen sfeer en mijn interpretatie, daarvan en de tegensteUing die daar door ontstaat, dat is het motief voor dit ballet. Hans van Manen, subsidie-ex cuus Nederlands Danstheater .<oto Lei van Roiaen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 4