De optimisten worden pessimistisch
3*
NOTITIE
'Ik wil niet bewust modern zijn'
Plan van de PTT
voor buitenlandse tv
NCRV-toekomstbeeld: geen zendtijduitbreiding
En dan nog
Jochum op zijn best
Ashkenazy'in dubbelrol
Dvorak dubbel
Holst bij Vara
Nieuwe boeken
Choreograaf Hans van Manen:
DINSDAG 4 NOVEMBER 1980
KUNST/RADIO/TELEVISIE
TROUW/KWARTET
OU
Hier en Nu komt ook niet
uit onder de Amerikaanse pre
sidentsverkiezingen: film over
het circus rond de campagnes.
Verder mogelijk aandacht
voor de debatten over de abor
tuswetgeving in het parle
ment.
Ned. 2/22.25
Volop Amerikaanse verkie
zingen in de nachtelijke uren.
Op Nederland 1 van 23.38 tot
00.38 eerst nog wat vooruit
blikken. Daarna van 03.30 tot
06.30 rechtstreeks uitzending
van de resultaten. Van 06.30-
08.30 de „ontbijtshow" met
commentaren op de uitslagen.
Steeds op Nederland 1.
Dé radio staat Hilversum 1
af voor de verkiezingen. Van
middernacht tot 07.00 uur,
commentaren, gesprekken,
uitslagen, analyses en af en toe
wat eigentijdse muziek.
Portret van jonkheer W. J.
H. B. Sandberg, oud-directeur
van het Stedelijk Museum in
Amsterdam, promotor van ei
gentijdse kunst.
Ned. 1/22.25
Wie ein Schicksalwie
ein Yerhangnis. Duitse docu
mentaire over de rol van de
rooms-katholieke kerk in Hit-
Iers Derde Rijk.
Did. 2/21.25
NCRV-voorzitter drs. Jansen.
Merk- en stoplappen, het results
van noeste arbeid van scholieren
tussen de 17de en 20ste eeuw de At
sterdamse scholen bezochten, zi,
vanaf 7 november tentoongesteld^
het Historisch Museum. Kalverstrji
92 ln Amsterdam. Tegelijkertijd vt
schijnt er een boek over dit onde i
werp onder de titel „Over merklq
pen gesproken van mevrouw i
O. A. Schipper-Van Lottum, die oc
de tentoonstelling inrichtte.
„Er valt een traan op m'n too
poes", de wat bittere komedie
Annie M.O. Schmidt, die vorig 1
zoen met veel succes werd ontvangd
is voor het laatst te zien van 4 t/m 1
november in het Nieuwe de la Ma:
theater ln Amsterdam en op 17 en
november in de Stadsschouwburg
Nijmegen. Wim Kouwenhoven spw
in dit stuk de doodzieke man die
het eind van zijn leven zelfs nog mo»
marchanderen met echtgenoot i
minnares.
Van onze radio- en tv-redactle
AMSTERDAM De PTT heeft een technisch plan ultgi
werkt voor een landelijke aanvoemet van de televtsiepn
gramma's van de omringende landen, inclusief Engeland c
Frankrijk. Deze programma's, veertien ln totaal, zullen aïn d
grens woden opgevangen en via straalverbindingen gedisti
bueerd worden naar totaal 32 regionale knooppunten. Va
daar zullen ze vla kabel (of straall-verblndingen word
gedistribueerd naar plaatsen waar men voor deze progra
ma's belangstelling heeft.
Deze technische mogelijkheden voor
de toekomst schetste mevrouw Smit-
Kroes. staatssecretaris van verkeer
en waterstaat, gisteren op het kabel
televisiecongres in Amsterdam. Tot
de uitvoering van dit plan dat gelijke
kansen biedt aan alle aangeslotenen
zal pas kunnen worden overgegaan
als hiervoor politiek het groene licht
wordt gegeven en de zekerheid be
staat dat het geen onoverkomelijke
problemen van auteursrechtelijke en
andere aard zal opleveren. Dat zal
nog helemaal moeten worden ver
kend.
Verwacht wordt dat het landelijke
straalverblndingsnet twee jaar na de
beslissing zal zijn gerealiseerd.
Als bijkomstig voordeel van het plan
noemde de staatssecretaris de moge
lijkheid het televisiepiraten moeilijk
te maken op kabeltelevisienetten te
opereren, als gevolg van het ontbre
ken van antennes voor buitenlandse
zenders waarop kan worden ont
vangen.
Mevrouw Smit herinnerde eraan in de
huidige situatie geen mogelijkheden
voor de exploitant van een kabeltele
visienet te zien ook zelf maatregelen
te nemen om deze uitzendingen te
weren, bij voorbeeld door het uitscha
kelen van de antenne buiten de zend
uren van de legale zenders. Ook is het
niet mogelijk door middel van auto
matisch werkende apparatuur onder
scheid te maken tussen signalen van
Staatssecretaris Smit-Kroes tijdes
haar toespraak.
legale en illegale zenders om zodoe
de doorgeleiding naar illegale zendt
te voorkomen
„Men zou de vraag kunnen stellen
de exploitant dergelijke uitzend!]
gen, met name als ze ook met et
eigen individuele antenne kunnt vr
worden ontvangen, wel mag weren
Lijkt dit niet strijdig met het toch we
algemeen aanvaarde uitgangspunt,
dat collectief tenminste moet word» Dl
doorgegeven wat individueel te ooi
vangen is?" vroeg de staatssecretarf
zich af.
door Jac. Kort
AMSTERDAM „Lang zal-le leven
ln de gloria"zette het
Concertgebouworkest zaterdag
avond in, toen Eugen Jochum. die die
dag zijn 79ste verjaardag vierde het
podium betrad. Voor het publiek een
welkome aanleiding om deze goede
bekende met een hartelijke ovatie te
verwelkomen.
Maar daarna begon echter eerst het
grote feest en wel met een zeldzaam
fijn afgewerkte en tot een in alle
details verzorgde vertolking van We-
bers aloude, maar mits zo uitgevoerd,
springlevende ouverture „Oberon".
Het feest werd voortgezet met Regers
indrukwekkende lied voor mezzosop
raan en orkest „An die Hoffnung" op
tekst van Frtedrica Hölderlln. Men
sen die geen affiniteit hebben met
Reger mogen dan smalen, dat alle
werken wel van zijn hand zijn, maar
niet van zijn hart. wie dit lied onbe
vooroordeeld beluistert, komt sterk
onder de bekoring van zowel het vo
cale als het instrumentale gedeelte
van deze compositie.
De Amerikaanse mezzosoprai
Olenda Maurice, die met dit optredi
tevens haar Europese debuut mai
te. is een zangeres met een formid
bele stem. maar niettemin in sta
om ook de teerste nuances te realij
ren. Aanstaande zondag zingt zij
de kleine zaal liederen van Brahn
Fauré, Poulenc en Strauss, die 1
reeds in geheel Amerika en ook va
de plaat heeft gezongen. Het optr
den van deze avond wekt veel vh
wachting van het komende recital
Speciaal vandaag
Een opmerkelijk debuut deze
week bij het Concertgebouwor
kest: de pianist Vladimir Ashke-
nazy als dirigent. Na drie dagen
hard repeteren gaat woensdag-,
donderdag- en vrijdagavond zijn
wens in vervulling dit orkest pu
bliekelijk te mogen dirigeren. Op
het programma zelfs een stuk dat
het orkest nog niet eerder uitvoer
de: de derde symfonie (uit 1935/36)
van Sergei Rachmaninof, ook een
van oorsprong Russische pianist
die het muzikaal métier op ver
schillende vlakken uitoefende.
Een symfonie die de Rachmani-
nof-fans doet jubelen: zie je wel
dat hij een volwaardig symfonisch
componist was. Als blijkt dat Ash-
kenazy ook een volwaardig orkest
leider is, staan er spannende mu
ziekavonden voor de deur. Overi
gens is het niet Ashekenazy's di
rectiedebuut in het Concertge
bouw; in het Holland Festival 1977
leidde hij er het Nederlands Ka
merorkest in een Mozart-program-
ma; door de programmasamen
stelling met twee pianoconcerten
viel toen toch sterk de nadruk op
de pianist. Ook bij het Concertge
bouworkest treedt hij in die dub
belrol op in Mozarts KV 414. Als
opwarmer Beethovens Leonore
ra.
Ashkenazy (geboren 1937 in Gor
ki) beschouwt de uitvoering van
de 4e, 5e en 6e symfonie van Tsjai-
kowski twee jaar geleden in Lon
den als zijn werkelijk dirigenten-
debuut. Hoe valt dat eigenlijk met
elkaar te rijmen: een pianist van
wereldformaat die gaat dirigeren.
Komt de plano dan niet in de knel.
Hijzelf ontkent dat. „De kwaliteit
van mijn spel zal er zeker niet
onder lijden. Al vanaf mijn Jeugd
ben ik meer geïnteresseerd in het
orkest dan in de piano; op het
cónservatorium was ik steeds met
orkestpartituren in de weer. Dat
ik toch pianist ben geworden, is
een speling Van het lot. Maar ik
ben nu op een punt in mijn leven
gekomen dat ik aan die diepge
wortelde liefde voor orkestmuziek
gestalte moet geven. Het is dus
geen modegril omdat andere pia
nisten ook zijn gaan dirigeren. De
tijd die ik voor partituurstudie
nodig heb vind ik in het vliegveld.
Ik moet nogal wat reizen sinds ik
met mijn gezin op IJsland ben
gaan wonen. Die tijd kan ik toch
niet aan pianostudie besteden,
dus schaad ik mij er niet mee. Of
ik als dirigent carrière zal maken,
net zo groot zal worden, weet ik
niet. Zo lang ik er plezier in heb, is
het mij goed. Ik doe mijn best.
Voor de rest zie ik wel."
Tien dagen na zijn directie-activi-
2T
door Franz Straatman
teiten keert Ashkenazy terug in de
Grote Zaal, dan in de onderhand
vertrouwde rol van recital-gever.
Op dinsdagavond 18 november
staat hij genoteerd voor Beetho
vens sonate in Bes opus 106, beter
bekend als Hammerklaviersonate.
en de 24 preludes van Chopin.
Voor het eerst na ongeveer twintig
jaar klinkt in Rotterdam weer het
Requiem van de Tsjechische com
ponist Antonin Dvorak. „Dit is
toch zeker belangwekkend te noe
men." zo reageerde de secretaris
van de KCOV Halleluja heel alert
op de introductie van de rubriek
Notitie, waarin aangekondigd
werd dat belangwekkende zaken
in het muziekleven vooraf worden
besproken. Ook naar Amsterdam
se begrippen een zeldzame vogel
in de wereld van amateurkoren,
dat Requiem. Een indrukwekkend
werk met een belangrijk aandeel
voor mannenkoor. Dirigent Henk
Helns, zijn Halleluja vier solisten
en het Utrechts Symfonie Orkest
zetten zich er zaterdagavond 8 no
vember ten volle voor in, in de
grote zaal van De Doelen. Waarom
reist een heel orkest uit Utrecht
naar Rotterdam, terwijl daar toch
ook een uitstekend orkest huist,
vroegen wij ons af. „Het R.Ph.O.
weigert al jaren koren te begelei
den." luidde de reactie. „Meestal
werken wij met het Gewestelijk
Orkest, maar dat was bezet."
Tezelfdertijd meldde de KCOV
Excelsior uit Amsterdam dat „in
het kader van de repertoire-ver
nieuwing" besloten was tot uit
voering van Dvoraks Mis in D.
daterend van 1887. Toch verras
send dat twee koninklijke, tevens
christelijke gezelschappen op
zoek naar iets nieuws, beide bij
Dvorak belanden. Nog opvallen
der: ook Excelsior brengt deze mis
op zaterdagavond 8 november, in
het Concertgebouw Amsterdam
Deze KCOV kan overigens wel re
kenen op de instrumentale steun
van het stedelijk orkest, het Am
sterdams Philharmonisch. Mis
schien kunnen de besturen van
deze KCOV's besluiten bij een vol
gende gelegenheid hun produktles
te ruilen. Excelsior (geleid door
Meindert Boekei) voert diezelfde
avond ook een wat vrolijker werk
uit: Elgars The music makers.
Over repertoire-vernieuwing ge
sproken: de Vara-matinee is daar
heel regelmatig mee bezig. Ook op
zaterdag 8 november, maar dan 's
middags om 15 uur in het Amster
dams Concertgebouw, twee wer
ken van de in Engeland erg popu
laire componist Gustav Holst
(1874-1934). waarvan we hier al
leen bekend zijn met zijn orkest
suite De Planeten. Behalve in mu
ziek (hij was trombonist) stak
Holst veel tijd ln reizen (Noord-
Afrika, Griekenland) wat hem tot
componeren inspireerde. In de
matinee twee resultaten daarvan:
The hymn of the travellers en 8a-
vitri. Dit programma wordt ge
combineerd met een schitterend
Engels werk van enige eeuwen eer
der, de opera Dido en Aeneas Van
Purcell. De Engelse dirigent Ri
chard Hickox leidt Radiokoor en
Radio Kamer Orkest en een inte
ressante solistengroep, waaronder
de jonge Nederlandse sopraan Co-
by Dijk. Tot slot: vanavond de
Spaanse tenor José Carreras in
het Muziekcentrum Vredenburg
in Utrecht. Een „must" voor lief
hebbers van opera.
De apotheose van wat ik nog stee<
een feest wil noemen werd bereiktl
Bruckners vreugdevolle Zesde Syi
fonie. Jochum, Bruckner-dirigent
Uitstek, was in dit werk waarlijk c
zijn allerbest. Hij voerde het orka
van het ene hoogtepunt naar het ar
der, maar bleef zeer alert op alle ni
ances. Hij was voortdurend uit op
grootst mogelijke helderheid en Ik
zich geen moment verleiden tot los
klankuitbarstingen, zodat het sk
van de finale na ruim een uur muzié
toch nog als een verrassing kwan <1
r
Dit concert was een waar geschent I
maar dan van een jarige.
AO-boekje nr 1837: Christiaan Ejl
man, door J. H. Kruizinga. Uitf
Stichting IVIO. Lelystad. 20 bbj
1.90
Uitgeverij Van Loghem Slaterus I
Deventer heeft een losbladige Wi»
zijnsgids uitgegeven,
zijnswerk zoals dat i
aan de orde komt. F
ringen verschenen,
na's. Wat nu verschenen i:
Een consument is ook maar eti
mens, door T. Poliesz. Uitg. Spet
trurn. Utrecht 222 blz. 19 50
Innovatie langs nieuwe wegen, me
bijdragen van H. K. Boswijk. J C
Wissema en W. C. L. Zegveld. UU|
Kluwer. Deventer 152 blz. - 24.58
Van uitgeverij Buijten en Schippet
heijn te Amsterdam zijn twee boek]
van J. H. Kruizinga met foto's van
Steussy: Zag u dat in Amsterdafl
en Zag u dit en dat in Amsterdam
Per deeltje 157 blz. - 17 90
Uitgeverij De Arbeiderspers te AD
sterdam zond (in de reeks 8-Fem) D
vrouw man van J. Russ 235 blz
21.50), Vrouwen in wonderland, si
mengesteld en van een nawoord tf
aantekeningen voorzien door P Sai
gent (350 blz. - 25. en De tijd vand
jeneverbes door K. Wilhelm (318 b"1
24 50)
Dokter Glas, roman uit 1905 van i
Söderberg. Eerste Nederlandse uit|~
ve ln 1970 bij de Bezige BIJ vers
nen. Na herdruk bij uitgevi
BZZTÓH. Den Haag. 175 blz - 26.»
3 bb
door Ruud Verdonck
HILVERSUM Hoe kunnen
we zo goed mogelijk behou
den wat we nu hebben? Dat is
kort samengevat de weinig
opwindende boodschap van
„Oog voor de toekomst (2)".
de aanzetten van de NCRV
tot een standpuntbepaling
over de omroep in de Jaren
tachtig. Het eerste deel ver
scheen eerder dit jaar als per
soonlijke verkenning van eni
ge medewerkers. Deel drie
komt volgend Jaar uit. Dan
moeten de aanzetten vertaald
zijn ln concrete beleidsvoor
nemens.
De uitkomst van de tweede serie
overwegingen, „Hoe behouden we
wat we hebben?", is natuurlijk geen
slechte. Het Nederlandse omroep
bestel wordt nogal eens aangevallen
op niet meer dan het unieke concept
en de beschermende wal daarom
heen. Voorlopig beschermt dat bestel
wel uitstekend tegen de twee uiter
sten die anders zouden knokken om
de macht in omroepland: de overheid
-en de commercie. In belde gevallen
vaart voornamelijk de bezitter wel bij
de macht. In Nederland Is, hoe moei
zaam geformuleerd ook. de omroep
gebrulkersbezlt Om dat te bescher
men is geen moeite te veel.
Dat neemt niet weg dat zelfs zo'n
uniek bestel met vliesdunne marges,
toch in beweging kan zijn. Dat moet
zelfs, als er gewerkt wordt aan aan
zetten voor de Jaren tachtig, de mo
derne tijd zelf. Wat dat betreft is de
NCRV-wens. dat „niet de technische,
maar de maatschappelijk/organisato
rische kant van een communicatie
systeem" bepalend moet zijn voor
wat er in en met dat systeem gebeurt,
een ontkenning van de toekomst.
De techniek (kabel, satelliet) doet de
grootste aanslag op het bestel. Het is
aan de omroepen om die mogelijkhe
den zodanig aan te wenden, dat er
fundamenteel niets mis gaat met het
gekozen systeem. Je kunt wel stellen,
„niet de techniek bepaalt wat er ge
beurt maar Individuen en groe
pen die zich bepaalde doelen stellen
en de techniek als middel daaraan
ondergeschikt maken" Als dat bete
dat de techniek onvoldoende wordt
benut, dan wordt het vrij schieten op
het omroepsysteem. Kunstmatige be
perkingen vragen alleen maar om
nieuwe en nog nauwere regels om de
omroepen te beschermen.
Vanuit de ondergeschiktheid van de
techniek en nog een reeks andere.
Interne NCRV-argumenten, volgt de
conclusie, dat de NCRV tegen een
„rigoreuze uitbreiding van de televi
siezendtijd" is. Een beperkte uitbrei
ding is mogelijk, maar die moet dan
wel worden ingevuld tussen 18.00 en
24.00 uur. Veel beperkter kan de uit
breiding dan al niet meer zijn. In
NCRV-termen dient in die extra mi
nuten een bepaalde doelgroep be
diend te worden met educatieve en
instructieve uitzendingen.
Alle argumenten voor meer zendtijd
worden door de NCRV verworpen.
Volgens recente onderzoeken zit nie
mand op middaguitzendingen te
wachten, in Duitsland trekken ze ge
ringe belangstelling, er wordt te mak
kelijk gedacht over de financiering,
er komt te veel concurrentie voor de
radio, herhalingen komen terecht bij
de groepen „zware" kijkers, de men
sen die toch ai veel naar de televisie
kijken. En vooral: de ontplooiing van
de televisie moet gaan ln de richting
van de kwaliteit en niet ln de richting
van de kwantiteit.
Samengaan van die twee zit er voor
lopig niet in. Al moet er wel een
talentenjacht georganiseerd worden
om aan meer kwaliteit te komen.
Daarbij moet er rekenng mee gehou
den worden dat het verstrooid pro
gramma teruggedrongen moet wor
den. De kwaliteit moet vooral tot
uitdrukking komen in de program
ma's waarin de NCRV herkenbaar is.
De NCRV gaat daarbij uit van een
pessimistisch toekomstbeeld. Of nog
beter: een pessimistische momentop
name. Dat is zeker merkwaardig voor
een omroep die ln de zomer van 1924
werd opgericht op basis van een opti
mistische visie op de toekomst en de
mogelijkheden van de techniek. Pre
luderen op de toekomst levert altijd
verschillende uitkomsten op. Ener
zijds kan toegejuicht worden dat er
meer televisie komt. Dat zou gaan
betekenen dat de status van de tele
visie omlaag gaat, zoals dat ook met
de radio is gebeurd. In de program
ma's worden dan steeds meer kleine
groepen bediend. De NCRV koppelt
daar meteen de vervlakking aan vast
en de vergroting van de informatie-
kloof tussen de Intelligentsia en de
„gewone man". Terwijl in een toe
komstvisie juist de plannen betrok
ken zouden moeten worden, die nu
ontwikkeld worden en al aan de gang
zijn, om die kloof kleiner te maken
De „gewone man" kan ook een be
wuste kijker en informatiezoeker
worden, die mogelijkheid blijft echter
buiten beschouwing.
Geen of nauwelijks uitbreiding van
de zendtijd, tegen de mening van de
meeste andere omroepen in, is de
basis van „Oog voor de toekomst (2)".
Daarnaast komt een lange reeks an
dere aanzetten los, die vooral gericht
is op de bescherming van het omroep
bestel in Nederand. De NCRV zit
daarmee grotendeels op de lijn van
CDA en PvdA. De omroep met alle
kansen voor particulier initiatief en
commercie, de WD-liJn, wordt afge
wezen.
Kritiek heeft de NCRV op de manier
waarop de NOS nu de zendtijd vult.
De omvang van de NOS-zendtljd
moet afgeleid zijn van de taken die de
omroepen in gezamenlijkheid kun
nen uitvoeren maar de indruk be
staat dat de NOS met eigen program
mastaven steeds meer opereert op
het terrein van de omroepen zelf. Als
voorbeelden noemde NCRV-voorzit
ter Jansen gisteren programma's als
„Oten hoe zit het nou met Slen"
en het dagelijkse (met uitzondering
van zaterdag) radioprogramma „Met
het oog op morgen".
Tenslotte wil de NCRV dat deze om
roep blijft voortbestaan als een vere
niging met leden. Mt dien verstande
dat er wel een ontkoppeling zou moe
ten plaatsvinden, zodat niet langer
het getalscriterium alleen bepalend is
voor de hoeveelheid zendtijd die te
vullen is. „Een voortdurende dreiging
van van statusverlies werkt verlam
mend op het creatief functioneren
van een organisatie
Terwijl de NCRV met ongewijzigde
zendtijd en creativiteit al problemen
genoeg heeft.
fantastisch vind. zonder dat zouden
we nergens zijn. Er is veel Inzicht
getoond, in wat, en hoe te subsi
diëren."
Je ballet Einlage is slecht ontvangen
door de pers.
„Ja. en ik vind het jammer, dat alleen
het uiterlijk beoordeeld is. en niet de
achtergronden Eén van die achter
gronden was, dat het ballet twee
maanden eerder dan de bedoeling
was, werd ingezet. Er waren moeilijk
heden met de programmering van
twee andere balletten, en in de abon
nementen moet een première zitten.
Na de niet zo goede ontvangst deed
iedereen plotseling, nou niet zo hygië
nisch. Alsof ik er even niet was. In een
enquête van Dansbulletin over de be
langrijkste evenementen van het
dansseizoen 1979-1980 staat, dat Ein
lage het absolute dieptepunt van het
seizoen was. van alles wat er ln pre
mière gegaan was. in de workshops,
bij de kleine dansgroepen, alles! Nou.
het heeft me mijn vrijheid terug gege
ven. Ik had altijd het walgelijke ver
antwoordelijkheidsgevoel. dat het
goed moest wezen. Het kan me niets
meer schelen, of ze het mooi of lelijk
vinden, dat merk je in mijn nieuwe
ballet. Je kunt niet leven op succes.
Dan zou Je commercieel worden en
daar zijn we in Holland gelukkig niet
mee bezig. Ik heb nooit geprobeerd
succes te imiteren. Dat kan ik niet.
daarvoor ben ik te waanzinnig ver
liefd op mijn vak. Je moet steeds
verder. Je moet bezig blijven, om er
gens achter te komen."
Je hebt na Einlage een tijd niets
gdaan?
„Ja, mede doordat het twee maan
den eerder werd Ingezet. Maar ik wou
ook wel een pas op de plaats maken.
En ik vond het best lekker. Denk niet,
dat ik helemaal niets gedaan heb. Ik
studeer regelmatig over de hele we
reld mijn balletten in bij andere ge
zelschappen. Momenteel zijn er van
dertien balletten zestig instuderin
gen, in Keulen, München, Berlijn,
Stockholm, Londen. Düsseldorf, Ko
penhagen, Winnipeg. Basel. Stutt
gart. Boston en Philadelphia." Dit
lijkt het spreekwoord te bevestigen,
dat profeten in eigen land niet geëerd
worden, in ieder geval is het een niet
geringe prestatie, dat een Nederland
se choreograaf zich zo'n goede naam.
heeft verworven in het buitenland.
Intussen mag met spanning uitgezien
worden naar Pianovariaties I.
door Ineke Sluiter
Morgenavond gaat in de Am
sterdamse Stadsschouwburg
in première Pianovariaties I
van Hans van Manen, muziek
L. DaUapiccola en J. S. Bach.
Over dit nieuwe werk, de re
den waarom hij bijna een sei
zoen lang geen nieuw ballet
heeft gemaakt, de tegenstel
ling tussen het aantal ballet
ten van hem. dat op het Ne
derlandse en het buitenland
se repertoire staat, gaat het
volgende interview.
De I achter pianovariaties betekent
niet het begin van een serie, maar een
bewuste keuze voor de vorm, die het
heeft gekregen. Ik gebruik altijd de
klassieke techniek, maar de muziek
van DaUapiccola vraagt om een aan
gepaste beweging, waarin ik de spit
zen moest verwerken. Het mochten
geen pasjes zijn zoals b.v. in het bal
let GiseUe (muziek van Adam. 1802-
1850) De oorspronkelijke romanti
sche opvatting van het klassieke bal
let wil ik niet gebruiken. Het gaat me
om de beweging die overbUJft, als ze
van haar inhoud is ontdaan. Het is
een objectivering van de techniek,
want anders wordt het ouderwets. We
zijn aUemaal op zoek naar nieuwe
vormen, maar ik wil niet bewust mo
dern zijn. Ik vind dat ik dat ben. Ik
heb natuurlijk de laatste twintig jaar
van de moderne dans geleerd. Dat leg
je niet zo maar naast je neer. Ik vind
het leuk onr-de klassieke teehniek te
emanciperen. Zo gebruik ik bijvoor
beeld, net als in de moderne dans, de
armen functioneel, dus als ik ze nodig
heb om een beweging goed, of snel,
uit te voeren, en niet als ornament. Je
leert veel van balletten maken Je
moet ook grote voorbeelden hebben,
zoals Balanchine bv, en hun werkwij
ze leren ontdekken. Die mag je best
gebruiken, dat doe ik ook, net als
iedereen. Ik heb dan het gevoel dat zo
iemand naast me zit en meekijkt, en
dan zegt: „Goed, die oplossing zou ik
zelf niet bedacht hebben". Met ande
re woorden je moet er wel iets eigens
mee doen".
Denk Je dat er een groot gat valt als
Rudi van Dantzig, Toer van Schalk
en jij er niet meer zouden zijn?
„Welnee, ik vind dat er best aanbod
is. Als je kijkt naar de workshops van
Het Nationale BaUet, vind ik dat jon
ge choreografen al veel weten van het
vak. Ze gebruiken solisten vaak heel
goed op hun specifieke eigenschap
pen. Ik denk dat als Rudi, Toer en ik
aan een tafel zaten in Americain, en
er ontplofte een bom. zij direct inge
zet zouden worden."
Wat denk je, dat het resultaat Is van
die workshops?
„Dat de balletten van Jan Llnkens,
Rob van Woerkom en Leo Besseling
worden uitgevoerd. Ja, ln de provin
cie, maar daar hoef je niet op neer te
kijken, hoor. Integendeel. Ze hebben
daar schouwburgen met prachtige to
nelen."
Je hebt erg veel geproduceerd, is
daar naar jouw smaak genoeg van
terug te vinden ln het repertoire van
de Nederlandse gezelschappen?
„Nee. de wat meer recente werken bij
het Nationale Ballet, zoals Adagio
Hammerlclavier, Twilight. 5 Tango's,
bij Scapino Ajakaboembie, Assortl-
mente en Variomatic, en bij het Ne
derlands Danstheater bijna niets. We
zijn verwend door de grote produktie
en gooien te gemakkelijk weg. Mijn
Concert voor Blazers voor Dansthea
ter is bijvoorbeeld na negentien voor
stellingen van het repertoire. Memo
ries of the Body. dat ik voor hun 20-
jarig bestaan maakte, ook. Als het
Danstheater mij vraagt, denk ik: ik
moet iets voor ze maken, dat anders
is, dat afwisseling van het repertoire
betekent. Maai* als ik het geheel nu
overzie, voel ik me als een subsidie-
excuus voor een gezelschap, dat bijna
uitsluitend uit buitenlanders bestaat
en overwegend werk van buitenland
se choreografen brengt. Maar wel met
geld van de Nederlandse regering.
Niet, dat ik subsidie op zichzelf niet
Hans van Manen heeft doorgaans een
interessante probleemstelling voor
zijn balletten. Voor Planovariaties I
is het de overgang tussen twee we
relden. zonder enige aanwijsbare aan
leiding.
„Ik begon met een stuk van DaUapic
cola, een voor zijn generatie zeer
vooruitstrevende componist, die leef
de van 1904 tot 1975. Ik vond het
fantastische muziek. Toen kreeg ik
pianostukken van Bach, die nog niet
eerder waren uitgevoerd, toege
speeld. Ik heb naar beide intensief
geluisterd, en vond ze eigenlijk alle
bei prima. Beide stukken hebben een
eigen sfeer en mijn interpretatie,
daarvan en de tegensteUing die daar
door ontstaat, dat is het motief voor
dit ballet. Hans van Manen, subsidie-ex cuus Nederlands Danstheater
.<oto Lei van Roiaen