Het Koninkrijk
brokkelt af
Europa wordt
derde wereld
IATERDAG 1 NOVEMBER 1980
TROUW/KWARTET
•BUITENLAND!
In één opzicht komt het bezoek van koningin Beatrix aan de Nederlandse Antillen
op een ongelegen tijdstip: tijdens de tien dagen die zij met haar gevolg op de
eilanden doorbrengt is het onbetamelijk gewoon door te ruzieën over de
onafhankelijkheid. En toch is dit momenteel een van de knellendste problemen.
Bet is formeel nog steeds de bedoeling in december een ronde-tafelconferentie over
deze kwestie te beleggen in Den Haag. Oud-premier Barend Biesheuvel, voorzitter
van de koninkrijkswerkgroep die de top in anderhalf jaar tijd heeft voorbereid,
acht uitstel zeer onverstandig. Maar de opvattingen op de zes Nederlandse eilanden
in de tropen lopen zo sterk uiteen, dat deze datum niet haalbaar lijkt.
door Wim Jansen
In Nederland is iedereen het er
wel over eens: de Nederlandse
Antillen zullen ln de nabije toe
komst onafhankelijk moeten
worden. En een ander punt van
overeenkomst in regering en par
lement: de kwart miljoen eiland
bewoners mogen niet de Indruk
krijgen dat die onafhankelijkheid
hun wordt opgelegd.
Zo eensgezind als Nederland is. zo ver
deeld zijn de Antillen zeiI. Aruba wil los
van de overige landen en wenst daarna
een stevige band met Nederland te behou
den. Curacao ziet meer in een soort federa
tie van de zes eilanden (waarin Curacao de
huidige leidende rol zou behouden) en
Bonaire staat een wat lossere samenwer
king voor. De duizend kilometer verder
gelegen Bovenwindse eilandjes St. Maar
ten. St. Eustatlus en Saba houden het
liever bij het oude en willen dus onder de
veilige vleugels van Nederand blijven, zij
het dat Saba en Sint Eustatlus weer min
der van Sint Maarten afhankelijk willen
zijn.
Het enige waar alle partijen het over eens
lijken, is dat 41s er sprake zal zijn van
onafhankelijkheid, daar alle tijd voor ge
nomen moet worden. De overgangsperio
de moet minstens tien Jaar duren, Is de
algemene opvatting. Zelfs de roep om
snelle afscheiding van de vroeger zo felle
Arubaanse separatist Betico Croes Is ver
storven.
Ministaatjes
Op zichzelf ls het niets nieuws dat eiland
jes ter grootte van Texel na Jarenlange
koloniale status zelfstandigheid verwer
ven. Het Carlbtsch gebied de tropische
zee tussen de Verenigde Staten en Surinr
me stikt van dit soort ministaatjes.
Volledig onafhankelijk van het koloniale
moederland zijn ze echter zelden gewor
den. Mede door de aanwezigheid van Cu
ba ls de Caribische zee een omstreden
gebied, waarin de Verenigde Staten en de
SowJetrUnie strijden om vergroting van
hun Invloed, met de regionale grootheid
Venezuela als betrekkelijk nieuwe mede
dingen. Deze strijd maakt dat zelfs de
kleinste landen politiek van groot belang
kunnen zijn. Zo Joeg het eiland Orenada,
met een geringer oppervlak en Inwonertal
dan Curacao, de Verenigde 8taten vorig
jaar de stuipen op het lijf door zijn gewel
dloze linkse staatsgreep, met bijbehoren
de revolutie achteraf. Het Witte Huls be
schouwt een dergelijke omwenteling, al
gaat het slechts om 120.000 Inwoners, als
een gevaarlijke verschuiving van het
evenwicht.
Ook de Nederlandse Antillen zullen niet
verschoond blijven van deze machtsstrijd.
Op Saba en Sint Eustatlus klaagden de
plaatselijke bestuurderen over pogingen
van Cubaanse onderwijzers op de eilan
den te Infiltreren. En Aruba en Curacao
liggen zo dicht bij Venezuela, en staan zo
onder Invloed van dit land, dat ze al bijna
Venezolaans zijn.
Een onderzoek op Aruba wees bij
voorbeeld onlangs uit dat de Arubanen
vaker naar de Venezolaanse televisie kij
ken dan naar de uitzendingen van hun
eigen TeleAruba. De beter gesitueerde Ve-
nezolanen komen per boot Inkopen doen
op deze twee Antillen, waar de dure. maar
ln eigen land niet te krijgen westerse
produkten ruim voor handen zijn. Het
Spaans, bijna verstaanbaar voor de papla-
ments sprekende bewoners van de Bene
denwindse eilanden, is hier steeds vaker
te horen.
Begin dit Jaar veroorzaakte Betico Croes
enige opschudding ln dit Nederlandse ei
landenrijk door te verklaren dat zijn et-
land (Aruba) maar vast toenadering
moest gaan zoeken tot Venezuela, vooruit
lopend op de onafhankelijkheid. Dat was
natuurlijk tegen het zere been van de ln
aantal afnemende Antilllanen die een
emotionele band met het koloniale moe
derland koesteren en vrezen dat Croes
hier eventjes Nederland tegen Venezuela
wilde lnruilen.Maar realistisch was Croes
wel. Want volledig onafhankelijk kunnen
de Caribische ministaatjes nooit worden,
al was het alleen maar omdat een effectie
ve verdediging van hun territorium onbe
taalbaar ls.
Welvarend
De Nederlandse Antillen hebben betere
vooruitzichten dan hun reeds onafhanke
lijke buurstaatjes: naar Cariblsch begrip
pen zijn ze bijzonder welvarend en ont
wikkeld. Dat ls niet altijd zo geweest De
Spaanse ontdekkers noemden deze eilan
dengroep aan het begin van de zestiende
eeuw „lslas inutlles". de nutteloze eilan
den vanwege het ontbreken van natuurlij
ke rijkdommen. In deze toestand is sinds
dien niets veranderd en de relatieve wel
vaart van de Nederlandse Antillen ls dan
ook te danken aan een aantal factoren
van buitenaf: toerisme, olie, de „off-shore"
Industrie en de ontwikkelingshulp.
Dat betekent dat de Antilliaanse econo
mie een zeer broze ls. Ze leunt hoofdzake
lijk op de Inkomsten uit de verwerking
van uit het buitenland afkomstige olie.
Het toenemende bewustzijn bij de oliepro
ducerende landen dat zij de opbrengsten
van de rafflnade van deze grondstof moge
lijk ook zelf kunnen Innen, en de dreiging
van een eventuele nieuwe oliecrisis kun
nen de Antilliaanse economie ernstig ver
storen. De grote stijging van de werkloos
heid op de eilanden ten gevolge van de
automatisering ln de raffinaderijen heeft
al aangetoond hoe afhankelijk de Antillen
van de olie zijn.
Massa:
Het toerisme ls net zo min een stabiele
factor. De eilanden zijn geen Mallorca of
Kreta, die zijn Ingesteld op het massatoe
risme. Hier heeft men zich hoofdzakelijk
gericht op de exclusieve vakantie van de
welvarende Amerikanen, die meer uit
geeft dan de massatoerist, maar die bij
een economische recessie ook eerder weg
blijft
Nog onzekerder is de toekomst van de
lucratieve „off-shorehandel". de vele be
drijven die met de Antillen niets anders
gemeen hebben dan dat hun hoofdkan
toor - althans op papier - om belasting
technische redenen daar gevestigd is. De
ze zogeheten postbusbedrijven leveren de
Antillen zo'n kleine tweehonderd miljoen
gulden per jaar op.
Een belastingverdrag met de Verenigde
Staten maakt het ook voor Amerikaanse
ondernemingen zeer aantrekkelijk aan de
ze belastingontduiking mee te doen. Ne
derland ls echter al hard bezig de wet op
dit punt wat bij te stellen, zodat ln ieder
geval de vestiging van Nederlandse be
drijven onder dergelijke gunstige omstan
digheden in de toekomst onmogelijk
wordt gemaakt.
Natuurlijk zijn de Verenigde Staten net zo
min als Nederland blij met deze belasting-
vlucht. Als de Antillen onafhankelijk wor
den vervalt het belastingverdrag, dat ls
gesloten met het Koninkrijk der Neder
landen. En het is niet moeilijk te voorspel
len dat de Amerikaanse belastingdienst
dan weinig zal voelen voor vernieuwing
van een dergelijke overeenkomst.
Hulp:
Blijft over de (Nederlandse) ontwikke
lingshulp. De vergelijking met Suriname
dringt zich al op. In het najaar van 1978
kwam de Nationale Adviesraad van Ont
wikkelingssamenwerking (NAR) met een
weinig vleiend rapport over de hulp aan
de Antillen. Volgens de NAR versluieren
de Nederlandse gelden de problemen op
de eilanden alleen maar: de ontwikke
lingshulp had het mogelijk gemaakt op te
grote voet te blijven leven Daardoor ble
ven maatregelen als belastinghervormin
gen en sanering van het veel te grote in
efficiënte ambtenarenapparaat uit. De
NAR meende voorts dat de hulp ook het
op de Antillen bestaande patronagesys
teem in de hand werkt. (Dat ln Suriname
werd gezien als de grootste verzieker van
de democratie daar).
Volgens globale schattingen zou alleen
Curacao al 3500 niet bestaande banen
hebben weggegeven ln ruil voor politieke
diensten. Van de negen miljoen gulden die
de Antillen maandelijks uitgeven, zou an
derhalf miljoen worden betaald aan over
bodige ambtenaren. Begin dit jaar stelde
een delegatie van Nederlandse parlemen
tariërs zelfs vast dat corruptie en adminis
tratieve chaos behoorlijk bestuur op het
eiland Sint Maarten onmogelijk hadden
gemaakt.
Gezien de ervaringen met Suriname lijkt
een overhaaste onafhankelijkheid in deze
situatie desastreus. Deskundigen op het
gebied van het internationale recht mer
ken in het in september verschenen boek
„Volkenrechtelijke Aspecten van de An
tilliaanse onafhankelijkheid" al op-dat
voor een goede internationale voorberei
ding alleen al vele jaren nodig zijn. Dit
neemt niet weg dat die ronde-tafel-confe
rentie snel moet worden gehouden, zodat
Nederland en de Antillen ln ieder geval
weten waar ze naar toe moeten werken.
Croes heeft al gedreigd aan te zullen stu
ren op een eigen „conferentie" met Neder
land, als de overige eilanden niet snel een
datum vaststellen voor het ronde-tafel-
overleg.
De vergelijking met Suriname houdt hier
bij niet op. Begin vorige maand uitte de
gevolmachtigde minister van de Antillen
in Den Haag. Ronnie Casseres. zijn be
zorgdheid over de vlucht van Antilliaanse
kaderleden naar Nederland. Volgens de
minister wonen er nu dertigduizend Antil
llanen in Nederland. „Maar die hebben
geen run op de sociale voorzieningen ver
oorzaakt". haastte Casseres zich hieraan
toe te voegen.
Staatssecretaris Van
der Mei zei het tijdens
een studiebijeenkomst
over Uitbreiding van de
Europese Gemeen
schap en de externe ge
volgen: ..Uitbreiding
met Griekenland. Span
je en Portugal brengt de
ontwikkelingsproble
matiek rechtstreeks in
het Europese huis". Het
Tweede Kamerlid
Brinkhorst verklaarde
tijdens diezelfde verga
dering: ..Er zal geen
sprake meer zijn van
een waterdichte schei
ding tussen industrie-
en ontwikkelingslan
den." Kortom. Europa
wordt een beetje derde
wereld.
Over de gevolgen van de ver
groting van de Europese Ge
meenschap met drie nieuwe
leden voor de èchta ontwikke
lingslanden bestaan verschil
len van mening. De weten
schappers Verloren van The
maat en EmmeriJ zijn in een
advies vpor het al eerder ge
noemde symposium niet pes
simistisch. De Nationale Ad
viesraad voor ontwikkelings
samenwerking (NAR) waar
schuwt daarentegen in een
brief aan minister De Koning
nadrukkelijk voor de „nadeli
ge consequenties" die de uit
breiding van de EG met Grie
kenland. Spanje en Portugal
met zich meebrengt
Afgrendeling 3=
De NAR wijst minister De Ko
ning op het gevaar van een
groter protectionisme; het af
grendelen van de Europese
markt voor produkten uit an
dere landen. Met de drie nieu
welingen erbij kan de EG be
ter in de eigen behoeften voor
zien. zij heeft de derde wereld
minder nodig. Ontwikkelings
landen raken hun produkten
nog moeilijker kwijt en krij
gen mogelijk ook nog eens
minder hulp van de EG
De toekomstige nieuwe leden
zijn alle drie een stuk armer
dan de overige EG-landen. Ze
hebben steun nodig om te
worden „bijgetrokken". Het
gevaar bestaat dat dit ten
koste gaat van de derde we
reld. Dat de nieuwelingen zélf
meer ontwikkelingshulp gaan
geven, is vrijwel uitgesloten.
Vooral landbouwprodukten
uit de derde wereld zullen vol
gens de NAR moeilijker hun
weg vinden naar de Europese
supermarkten. Griekenland,
Spanje en Portugal leveren
veel groenten en fruit, citrus
vruchten. wijn en olijfolie die
nu meer ln de Europese Ge
meenschap zullen worden af
gezet. ten koste van de overi
ge leveranciers. Economisch
gezien zijn Frankrijk en Italië
niet zonder zorgen over die
toenemende concurrentie. Po
litiek beschouwd vinden ze de
versterking van de zuidvleu
gel van de EG met drie Mid
dellandse Zeeianden Grie
kenland in januari als eerse
een voordeel. Een ander poli
tiek gevolg is mogelijk het
aanhalen van de banden tus
sen Europa en Latijns-Ameri-
ka, door de oude banden van
Spanje en Portugal met dat
werelddeel. De eenzijdige ge
richtheid van de EG vooral op
Afrika zou dan minder
worden.
Herziening:
Door het groter worden van
de Europese Gemeenschap
prangt een herziening van het
landbouwbeleid dat toch al
nadelig is voor de derde we
reld des te meer. De EG
garandeert haar boeren prij
zen voor hun produkten, die
hoger liggen dan de prijzen
voor landbouwprodukten op
de wereldmarkt. Invoer is niet
nodig. De ontwikkelingslan
den komen niet aan de bak. en
de consument betaalt in de
winkel meer voor een kilo sui
ker dan eigenlijk nodig zou
zijn. Er bestaat een tegenstel
ling tussen het EG-landbouw-
beleid. en de strijd tegen de
honger in de wereld, verklaar
de het Italiaanse lid van het
Europese parlement Ferrero
in april tijdens een hoorzit
ting.
De EG. aldus de Nationale
Adviesraad, wentelt de eigen,
interne moeilijkheden af op
derde landen. Verloren van
Themaat en Emmerij vinden
dat meer rekening moet wor-
Wat zijn de gevolgen van de uitbreiding van de Europese
Gemeenschap voor de ontwikkelingslanden? Raken ze nog
minder produkten kwijt aan Europese klanten? Of
profiteren ze juist van de vergroting van de markt? Een EG
van de „twaalf' is nadelig voor de derde wereld, meent de
een. Het valt wel mee, denkt de ander. Met de aanstaande
toetreding van Griekenland als de eerste van drie nieuwe
leden zijn deze vragen meer dan ooit actueel.
door Nico Kussendrager
den gehouden met de natuur
lijke voordelen van ontwikke
lingslanden voor landbouw.
Tomaten groeien goedkoper
bij Abidjan (Ivoorkust) dan
bij Amsterdam.
Het afwentelen van proble
men geldt ook voor de indus*'
trie. Het gaat slecht in de
staalindustrie en in de textiel.
In plaats van hervormingen
wordt overgegaan tot het be
perken van de invoer uit de
derde wereld. Die tendentie
zal. met drie nieuwe landen
erbij, sterker worden, vreest
de NAR.
Op het symposium werd ge
pleit voor een industrieel
structuurbeleid. rekening
houdend met de belangen van
de ontwikkelingslanden. Tot
nu toe ls dat echter totaal niet
van de grond gekomen. De
adviesraad schreef de brief
naar aanleiding van een rap
port van de Europese Com
missie (het „dagelijks be
stuur" van de EG), waarin
wordt gesteld dat uitbreiding
in het algemeen positief zal
zijn voor derde landen. De
NAR verwijt de commissie tot
die conclusie te zijn gekomen
op basis van een „beperkte
analyse van met name de han
delsaspecten van de uitbrei
ding".
Geen cijfers
Nu moet gezegd dat de NAR
althans in de gepubliceerde
brief aan de minister zijn
betoog over de nadelen van
twaalf in plaats van negen
EG-landen niet met cijfers on
derbouwt.
Verloren van Themaat en Em
merij doen dfin hun onder
zoek nadrukkelijk wel. Ze ko
men dan bij voorbeeld tot de
conclusie dat de opbouw van
de handel van de nieuwe lid
staten meer overeenkomsten
vertoont met die van de indu
strielanden dan met die van
de ontwikkelingslanden. Eu
ropa wordt toch kennelijk
minder „derde wereld" dan
ook Verloren van Themaat en
Emmerij in de inleiding van
hun onderzoek zeggen. Span
je. Portugal en Griekenland
voeren minder grondstoffen
uit dan de meeste ontwikke
lingslanden en bijna evenveel
industrieprodukten als de
welvarende landen. Proble
men kunnen er ontstaan bij
produkten die zowel door de
derde wereld als door de nieu
welingen naar de „oude" EG
worden uitgevoerd. Te den
ken valt aan lederwaren
(schoenen), garens, weefsels,
kleding.
In hoeverre het voor
de derde wereld nog lastiger
wordt deze produkten in Eu
ropa af te zetten, hangt sterk
af van de omschakeling van
de bedrijvigheid in Europa, en
van de bereidheid invoer uit
de derde wereld te bevorderen
ln plaats van af te remmen.
Klappen
De meest ingrijpende gevol
gen verwachten Verloren van
Themaat en Emmerij voor
zuidvruchten en groenten uit
Middellandse Zeelanden als
Algerije. Israël, Marokko en
Tunesië. Daar vallen de hard
ste. althans nu aanwijsbare
klappen, bij de uitbreiding
van de Europese Gemeen
schap. Aan die vaststelling
koppelen de twee weten
schappers net als de NAR de
vrome wens dat vergroting
een landbouwbeleid met zich
meebrengt dat een groei van
de landbouwimporten uit de
derde wereld mogelijk maakt.
De boeren zien hen aanko
men. Een duidelijk voordeel
van vergroting voor de derde
wereld is de uitbreiding van
de Europese markt. Er komen
50 miljoen potentiële kopers
bij.
De bezorgdheid van de NAR
voor de gevolgen van een
„grote" EG voor de derde we
reld. én de betrekkelijke zor
geloosheid van Verloren van
Themaat en Emmerij maken
duidelijk dat de consequen
ties niet goed te voorspellen
zijn.
De adviesraad bepleit
dan ook een „mechanisme"
om de gevolgen van de uit
breiding van de EG voor de
ontwikkelingslanden in de on
derhandelingen met de nieuw
komers te betrekken, en even
tueel naar oplossing te zoe
ken. Minister De Koning
komt binnenkort met een no
ta over de EG en de derde
wereld.