(!wolle wil beeld uit Villa Borghese
Vluiters op de Oostindiëvaart
Als de dood
voor de
doodstraf
Iludenten onderzoeken zeegeschiedenis
>an Derk van der Capellen: 'de beste waakhond van onze democratie'
Pogingen om het
uit Rome over
te doen brengen
E
Tentoonstelling
ondersteunt
actie Amnesty
INSDAG 29' OKTOBER 1980
BINNENLAND
TROUW/KWARTET
RH11
Ijac Lelsz
iLLE Zoals het oude
ie een altaar had voor
mbekende god. zo heeft
lUidige Rome ten minste
eld voor een daar onbe-
|e staatsman. Een beeld
de Nederlander Joan
van der Capellen tot den
(1741-1784). „de beste
bond van onze democra-
zoals dr H. Schelhaas.
Bureau Voorlichting van
rovincie Overijssel, hem
t oktobernummer van
maandblad „De Mars"
Volgens hem en trou-
ook anderen hoort het
beter gezegd een
engroep helemaal
in Italië thuis, maar zou
na bijna tweehonderd
alsnog naar Zwolle over-
acht moeten worden,
voor het oorspronkelijk
bestemd was. Zoals ge-
hebben enkele Tweede-
irleden op die overbren-
aangedrongen.
loop der jaren hebben verschel-
lublicisten. bij voorbeeld prof.
omein en Annie Romein (in
Iers der beschaving"), prof. W
theim en Hetty Werthelm en in
oor dr Schelhaas aandacht ge-
1 voor Joan Derk van der Ca-
tot den Pol. van wie gezegd is
ij en niemand anders de grond-
geweest is van de moderne
Dat
democratie in Nederland". Schel
haas: ..Wie mocht denken, dat dat
Thorbecke is geweest, vergist zich
deerlijk". Toen Van der Capellen in
1784 stierf, maakte dat een geweldige
indruk, en niet alleen omdat hij nog
slechts 42 jaar was. Dat wil zeggen, op
zijn vrienden, niet op zijn vijanden,
die zich zelfs niet ontzagen zijn graf
op te blazen Van der Capellen was
een man. die van twee kanten de
heftigste emoties opriep Het blijkt
uit een rijm van een anonymus uit
1781, drie Jaar voor zijn dood:
Wie durft, o Mensch, den Tijd be
trouwen.
Die alles met zijn Zeis verplet?
Al zou men U in stukken houwen, Oij
blijft, Capellen, onverlet!"
Patriot
Toen Van der Capellen. voorman van
de patriotten in Nederland, was ge
storven, werd er een comité van voor
aanstaande mensen, onder wie een
aantal Amsterdamse bankiers, opge
richt met het doel een beeldengroep
te zijner nagedachtenis te laten ver
vaardigen. De opdracht ging naar de
Italiaan Ouiseppe Ceracchi. Een kun
stenaar die aan politiek deed. Zelfs
op zodanige manier dat zijn einde in
1801 kwam onder de guillotine in Pa
rijs. Op dat moment was de beelden
groep evenwel al klaar. Een bedrag
van 37.500 gulden was op dat moment
betaald, te betalen was (en is!) nog
7500 gulden. Was dat de reden om de
beelden niet naar ons land te sturen?
Misschien, maar ook het sterven van
Ceracchi kan een complicerende fac
tor zijn geweest.
Volgens de Werthelms is de voor
naamste oorzaak echter geweest, dat
op het moment, dat de groep over
bracht zou kunnen worden, de Oran-
Jegezinden de patriotten uit het re-
geerkasteel hadden weten te verwij
deren. Intussen staat de groep, een
viertal beelden resp. voorstellend
Van der Capellen zeil, een leeuw en
twee maagden, in een klassictstische-
symbolistlsche stijl, verspreid en ver
waarloosd in het toch al zo rijk van
sculpturen voorziene Rome.
Waarom maakt men zich in Overijs
sel, en dan met name in Zwolle, zo
druk voor Van der Capellen en het
aan hem gewijde monument? Hij was
een Geldersman, in Appeltern gebo
ren. Men noemde hem wel „de ge
sjeesde student", omdat hij niet was
afgestudeerd. De Romeins hebben
echter eens geschreven dat het eer
voller is „tot het eerste dozijn Neder
landse staatslieden te behoren dan
een onbekend nummer in de eindelo
ze reeks van Nederlandse doctoren of
zelfs professoren te zijn." In eigen
provincie lukte het hem niet in de
politiek te gaan, toen probeerde hij
het in Overijssel. In Staphorst ver
wierf hij het bulten De Pol, dat hem
tevens zijn dubbele naam verleende.
Om toegelaten te worden tot de sta
ten van Overijssel moest hij wettelijk
heer en meester zijn van een onbe
zwaard riddergoed ter waarde van
minstens 20.000 gulden. Helemaal
zonder ellebogenwerk lukte die en
tree in de politiek niet, maar eenmaal
in de staten van Overijssel ontpopte
hij zich als een nationaal politicus.
Zelfs met enig Internationaal aroom.
Hij ijverde, bijvoorbeeld, voor de er
kenning van de zelfstandigheid van
de Verenigde Staten van Amerika, en
met succes. Hij correspondeerde met
Amerikaanse presidenten. En nadat
hij was gestorven, kwam een Ameri
kaanse deputatie in Zwolle een pla
quette te zijner ere aanbieden
Vreesachtig'
Van der Capellen was gedoopt, ortho
dox en tolerant. Maar hij was niet zo
tolerant dat hij opeenhoping van
macht bij de vorst duldde. Was het
dan zo erg? Dat was het inderdaad.
Volgens het echtpaar Wertheim leef
de men in die dagen als in de Jaren
veertig onder de Duitsers. Joan Derk
schreef frank en vrij over spionnen,
verklikkers en aanbrengers, „die ons
van de aangenaamheden eener gulle
openhartige samenleving beroven".
Volgens hem was de hele natie in die
tijd „vreesachtig, agterhoudend en
geveinsd". Hij kón niet tegen een
oncontroleerbare overheid.
Zijn grieven bundelde hij in een bro
chure onder de titel „Aan het volk
van Nederland". Aanvankelijk ano
niem, want anders was toen niet mo
gelijk. Overijssel heeft hij onder meer
aan zich verplicht door zijn pleiten
tegen de drostendiensten. Daarbij
ging het om hand- en spandiensten,
die boeren enz. verplicht waren te
verlenen aan de drost, toen een zeer
machtig heer. Het voorstel om de
drostendiensten af te schaffen, werd
bij de staten Ingediend, toen bestaan
de uit vertegenwoordigers van ridder
schap en steden. Uteindelljk kwam
.het er door. maar niet dan nadat Van
er Capellen voor Jaren uit dit college
was geweerd omdat zijn ideeën bij de
heren uitermate slecht vielen.
En nu staat er al sedert het einde van
de achttiende eeuw in het verre Italië
die voor Nederland bedoelde beelden
groep. destijds voor het eerst gesigna
leerd door Godfried Bomans. De beel
den staan her en der in de Villa Borg
hese. Ze moeten er slechts bij staan
de Zwollenaar mr O. P. Lugtenborg,
geïnteresseerd in de geschiedenis van
Overijssel, heeft ze pas geleden nog
gezien. Want het beeld van Van der
Capellen zelf betreft, schreef hij
Schelhaas: „Een toon-beeld van een
zorgenkind zonder monumentenzorg,
een droevige figuur van de Overijssel
se Ridderschap". De beelden zouden,
na slepende procedures, bij de familie
Borghese zijn beland, omdat de op zo
tragische wijze aan zijn eindje geko
men beeldhouwer Cerracchi een gro
te huurschuld aan hen had. Graag
zou men in Zwolle zien dat ze alsnog
naar deze stad komen.
Dat zal niet eenvoudig zijn, want ze
behoren intussen tot de officiële
kunstschatten van Rome, dat naar
het lijkt over de onvervreemdbare
eigendom beschikt. Maar misschien
dat onze minister van buitenlandse
zaken de zaak toch nog eens kan
aansnijden in Italië. Er zou wel wat
geld nog zijn van de verschillende
overheden voor restauratiewerk
zaamheden. Gemikt kan worden op
1984, want dan is het tweehonderd
Jaar geleden dat Van der Capellen
overleed.
Tenslotte zou Schelhaas het zinnig
vinden, nu Overijssel de Gerard Ter
Borchprijs heeft afgeschaft, een Joan
Derkprijs in te stellen „voor de beste
waakhond van onze democratie".
Een functie die Joan Derk Van der
Capellen tot den Pol vervulde in de
politieke arena van zijn dagen even
zeer als in zijn geschriften, waarin hU
bijvoorbeeld ook de betekenis van de
vrijheid van drukpers krachtig heeft
benadrukt.
Het beeld van Joan Derk van der Capellen tot den Pol, staande aan
de zelfkant van de Villa Borghese te Rome. De foto werd gemaakt
door de Zwollenaar mr G. P. Lugtenborg.
S W. F. Stafleu
xote, duizend ton metende schip Amerika begon op 2 september 1674 voor de Verenigde
ndische Compagnie te Hoorn aan zijn eerste reis, met een bemanning van 205 matrozen
02 soldaten. De helft van deze mannen zou de reis niet overleven.
an het begin praatten Engelse
»ten en matrozen in de masten
r elkaar over muiterij Bij het
1 Fernando Po kwamen er Hol-
r samenzweerders bij. De mees-
V'sen waren toen trouwens al
jwant de Amerika was als
POC schepen een schip vol
De muiters spraken af de
ntse scheepsofficieren tot bot-
Je onnoosele jongens incluys
i alle degene die haar tegen-
móchten bieden.sonder on-
leyt te vermoorden", zoals het
n de archiefstukken zou worden
Alleen de bootsmans- en
ismaat, de zeilmaker en een
neester zouden worden ge-
l. om samen met een der Engel-
let schip veilig naar Brazilië te
f n. Daar zouden de muiters aan
(aan en het schip laten drijven.
[het plan werd begin januari
rraden en de muiters opge-
BiJ het verhoor vroeg men naar
i van de muiterij. Het ant-
luidde steevast dat de beman-
len niet goed onderhouden
i „en als honden honger heb-
>eten lijden", dat ze niet altijd
ntsoen brandewijn kregen en
hipper Livius „de sleeken er-
barmelijc heeft laten vergaan, zonder
behoorlijc hantreykingh te doen."
Toen het schip op 26 februari Kaap
de Goede Hoop naderde, waren er
niet genoeg gezonde mannen over om
het schip de Tafelbaai te laten bin
nenvaren. Men stuurde er een scheep
je op af om poolshoogte te nemen;
groente en schapen aan boord. Twee
dagen later werd de Amerika in een
baal gevonden, in desolate toestand.
Er waren honderdtwintig man overle
den. Het schip was zo smerig gewor
den dat 32 mannen twee dagen nodig
hadden om het te reinigen.
Aan de Kaap werden de muiters be
recht. Vier kregen de strop; drie ande
ren stokslagen, een brandmerk en
twintig jaar dwangarbeid. Aan de
Kaap moesten 81 matrozen en 75
soldaten worden gemonsterd om de
reis naar Batavia te kunnen voort
zetten.
Erbarmelijk
Eén geval uit vele. Vierenveertig wer
den er onderzocht tijdens een docto
raal werkcollege zeegeschiedenis aan
de Leidse universiteit onder leiding
Mlen (J. Veltkamp, Journaal1759-1764, Ned. Scheepvaart
van prof. dr. J. R. Bruijn en drs E. 8.
van Eyck van Hesllnga Er was tot nu
toe namelijk weinig bekend over mui
terij op Nederlandse schepen. In het
buitenland zijn er boeken vol over
geschreven en films over gemaakt.
Nu is gebleken dat het op de vloten
van de Republiek ook niet allemaal
botertje tot de boom was, en dat
muiterijen en oproeren bij de VOC
evengoed voorkwamen. Dat betekent
tevens dat de toestanden aan boord
op de Oostindiëreizen erbarmelijk
zijn geweest, en de achttiende eeuw
schijnt op dat punt een nog slechter
beeld te vertonen dan de zeventiende
zeker als men het aantal zieken en
doden aan boord in aanmerking
neemt.
Reizen naar Indlë waren langdurige
en uiterst gevaarlijke ondernemingen
op scheepjes die nooit veel langer
waren dan vijftig meter en op dat
kleine oppervlak toch honderden
mannen vervoerden (en dan op de
retourreis nog de kostbare vracht
specerijen). Ontberingen waren er ve
le. en talrijke opvarenden bezweken
eraan. Dus waren er altijd matrozen
en soldaten te weinig. In de zeven
tiende eeuw had de VOC veertigdui
zend man per tien jaar nodig, in de
achttiende eeuw zelfs 87.000. Drie
maal per Jaar voer de vloot uit: de
kermisvloot in het najaar, de kerst-
vloot rondom nieuwjaar en de paas-
schepen tussen april en Juni. Vooral
de kerstvloot, de grootste, had in har
tje winter met slecht weer te kampen
Een reis duurde aanvankelijk heen en
terug dertig maanden. Gemiddeld
waren er per schip tussen de 180 en
230 man aan boord, maar het waren
er ook weieens meer dan driehon
derd.
Sterftecijfers van 13Vi procent (1740-
1750) tot 23 procent (1770-1775) zijn
gemiddelden. De heenreis eiste zo
veel slachtoffers dat de thuisreis pas
kon worden begonnen als er veel Azi
aten waren aangemonsterd (vaak ge
dwongen).
Veel buitenlanders dienden op Com
pagniesschepen: Duitsers. Fransen,
Scandinavlërs. Soldaten vaak, afge
dankt aan het eind van een oorlog,
zwervend langs 's heren wegen, tot ze
in handen vielen van de ronselaars
Een vreemdelingenlegioen. Nog nooit
de zee gezien, maar door zielverko-
pers en slaapbazen aan de VOC gele
verd. De kleerluis kwam mee aan
boord, en daarmee de vlektyfus, die
op de schepen groter verwoestingen
aanrichtte dan bedorven voedsel en
scheurbuik.
Zielverkopers
De meeste buitenlanders die in de
gTOte havens van de Republiek werk
zochten, vonden een dak boven het
hoofd bij volkhouders of zielverko
pers. Eigenaars van logementen, die
de toekomstige zeeman volledige
kost en onderhoud boden Als er werk
gevonden was bij de VOC. kreeg de
gelukkige twee maanden gage voor
uit betaald. Dat bedrag ging linea
recta naar de volkhouder om de opge
bouwde schuld te verminderen. Nu
had de zeeman bij zijn indiensttre
ding ook een schuld- of transportbrief
gekregen. Deze kon op een willekeu
rig In te vullen naam uitgeschreven
worden en op vertoon verbond de
Compagnie zich, een bepaald bedrag
veelal honderd vijf tig gulden uit
de inmiddels verdiende gage te beta
len. De volkhouder kreeg vaak ook
deze transportbrief in handen.
Muiterij is niet alleen voorgekomen op het
marineschip De Zeven Provinciën in 1933 of
het Engelse transportschip de Bounty in
1789. Maar wie wist tot nu toe van muiterij
en oproer op de succesrijke vloten van de
Verenigde Oostindische Compagnie? Leidse
studenten ontdekten tientallen van deze ge
vallen, en beschreven ze. Een onbekend stuk
zeegeschiedenis onthuld.
Het zou echter heel lang duren voor
de zeeman of soldaat het bedrag op
de brief had verdiend, want een gewo
ne matroos kreeg niet meer dan elf
gulden ln de maand; bovendien was
het niet bepaald ondenkbaar dat hij
onderweg aan ziekte stierf, wegliep in
een vreemde haven of dat zijn schip
verloren ging. De volkhouder, die
meestal direct geld nodig had om zijn
leveranciers te betalen, verkocht dus
de transportbrief of „ceel'. Vandaar
zijn bijnaam: ceel- of zielverkoper.
Het lagere scheepsvolk raakte dik
wijls nooit meer uit de vicieuze cirkel:
geen geld. naar een logement, schuld
brief tekenen, terug zonder gage zelf
in handen te krijgen, dus weer naar
de volkhouder, enzovoort.
het hoofd en werden vervolgens via
het venster in zee gegooid.
De Hoge Regering te Batavia, die
deze gevallen het volgende jaar te
behandelen kreeg, verweet de
scheepsleiding van de Java, geen on
derzoek te hebben ingesteld naar de
oorzaak van de moord, vroeg zich af
waarom niet uitgezocht was of wel
alle Chinezen aan het bloedbad had
den deelgenomen en concludeerde
„dat de Chineesen niet dan in de
uyterste wanhoop en vertwijffeling
tot deze moord zijn overgegaan" van
wege „ondragelijke onderdrukking
en mishandeling"
De autoriteiten corrigeerden dus wel.
al was het met woorden en bleef het
een loos gebaar achteraf. De tachtig
Luxemburgse muiters van de Barbe-
stein zaten in 1786 bijna een jaar vast,
sommigen aan handen en voeten ge
bonden. voordat hun vonnissen wer
den uitgevoerd. Dat was voor de rech
ters aanleiding om de straffen te ver
zachten. Een enkele keer werd een
schipper of officier berispt vanwege
gebrek aan discipline. Buiten schot
bleven de ronselaars, de zielverko
pers. Buiten schot bleven ook de He
ren XVII. de bestuurders aan de wal
Misschien kan naar hun rol in de
tragiek van de VOC-bemanningen
ook nog eens een onderzoek worden
gedaan.
Eikehouten wapenschild van de
VOC (pl. m. 1649, Rijksmuseum
Amsterdam)
De Leidse studie naar de muite
rijen bij de VOC is gepubliceerd
in een bij De Boer Maritiem uit
gegeven werk: Muiterij, door J.
R. Bruijn en E. S. van Eyck van
Heslinga, 182 blz., 49.50.
Halsmisdrijf
„Conspiratie ofte volrgenomen muy-t
terie" en muiterij zelf waren halsmis-'
drijven. Leiders of complotteurs wer
den gefusilleerd, levend in zee ge
gooid. op een onbewoond eiland gezet
of opgehangen. Mildere straffen wa
ren kielhalen, laarzen, lopen door kor
dons (geweerriemen), brandmerken,
verbanning of dwangarbeid of het
beruchte Robbeneiland of ln een Ne
derlands tuchthuis. Bij het kielhalen
was het overigens wel de bedoeling
dat de gestrafte ln leven bleef; leek
hij eronder te bezwijken, dan werd de
bestraffing beëindigd of uitgesteld.
Erger nog dan dit onder het schip
door trekken was wat er vaak op
volgde: het laarzen, dat ls met touw
op het natte gat geslagen worden,
maximaal tweehonderd keer.
De berechting geschiedde volgens
vaste protocollen en had vaak alle
kenmerken van de vereiste objectivi
teit en zorgvuldigheid. Maar niet al
tijd. Daarvan zijn trieste voorbeelden
boven water gekomen. Ik citeer er
twee. die toevallig op dezelfde dag
plaatshadden: Eerste Kerstdag 1783.
Het was repatriërend personeel van
de VOC sinds 1636 al verboden slaven
mee te brengen naar Nederland. Oog
luikend stond men toe dat slaven van
Batavia naar Kaap de Goede Hoop
werden meegenomen en daar ver
kocht. In 1783 had het thuisvarende
admiraalschip Slot ter Hoge een aan
tal van deze slavan aan boord. Het
gerucht ging al spoedig dat enkelen
van hen amok wilden maken. Ogen
blikkelijk werd ingegrepen, de angsti
ge mannen werden verhoord, on
danks ontkenning schuldig bevonden
en zonder pardon alle twintig aan
handen en voeten gebonden en ach
ter elkaar overboord gezet.
Elf dagen na de Slot ter Hoge verliet
een ander schip, de Java, de rede van
Batavia. Op de heenreis waren 185
van de 289 opvarenden gestorven.
Voor de retourreis moesten 25 Chine
zen en 25 Javanen worden geworven.
Op kerstavond grepen enkele Chine
se matrozen hun messen en doodden
zes mede-opvarenden, onder wie hoge
passagiers en officieren. Even bloedig
als de overval was de volgende mor
gen de vergelding van de scheeps
raad. Alle 25 Chinezen die aan boord
waren, werden één voor één naar be
neden in de kajuit gebracht alsof men
ze ging verhoren. Daar vingen vijf
man hen op. Ze kregen een klap op
door Barend Mensen
TILBURG Het wereld
wijde protest dat Amnesty
International laat horen te-
gefi de doodstraf werd op
een in 1977 in Stockholm
gehouden internationale
conferentie geformuleerd.
Afgevaardigden van lan
den uit alle werelddelen
stelden toen vast dat de
doodstraf de uiterste vorm
van wrede, onmenselijke
en vernederende bestraf
fing is. Men schendt er het
recht op leven mee. Zij
dient niet alleen om misda
digers definitief uit de sa
menleving te verwijderen
maar wordt ook veelvuldig
gebruikt om onschuldige
mensen te onderdrukken
en brute macht over hen te
handhaven.
Ter ondersteuning van de dit jaar
begonnen grootscheepse actie te
gen de doodstraf wordt tot en met
9 november in het Volkenkundig
Museum in Tilburg (Klooster
straat 24) een tentoonstelling ge
houden. Zij toont aan hoe gruwe
lijk ook nu nog vaak doodvonnis
sen worden uitgevoerd, hoe weinig
zinvol ze zijn als het er om gaat
mensen van iets af te houden en
hoe gevaarlijk ze zijn wat de.
rechtszekerheid betreft. De dood
straf is daarenboven onmenselijk
voor allen die er, hetzij als lijden
de partij, hetzij als gezagsdragers,
bij betrokken zijn.
De expositie draagt het motto
„Als de dood voor de doodstraf".
Zij legt er alle nadruk op dat zelfs
in landen waarin de doodstraf offi
cieel is afgeschaft de „executie"
dikwijls nog bestaat. De doodstraf
neemt daar dan de vorm aan van
niet op te helderen verdwijningen,
duistere liquidaties en politieke
moorden.
Niet plezierig
Het is geen plezierige rondgang
die de bezoekers door de exposi
tiezaal wordt geboden. Van de
vroegste tijden tot nu zijn er in
naam van wat in de verschillende
fasen van de geschiedenis als
recht gold mensen terechtgesteld.
De samenstellers noemen de ten
toonstelling een bladzijde uit de
historie van onze eigen cultuur.
„Een bladzijde," zeggen zij, „die te
zwart is om net koele redelijkheid
te kunnen worden gelezen. Geen
mens kan er het laatste woord
over zeggen zonder in gemeen
plaatsen of dogma's te vervallen."
Met veel. uit het Prentenkabinet
te Leiden afkomstige afbeeldin
gen van historische terechtstellin
gen. een reeks afschuwelijke foto's
van in deze tijd nog steeds toege
paste middeleeuwse en „moder
ne" methoden om iemand met zijn
leven te laten boeten en informa
tiemateriaal in de vorm van kaar
ten en overzichten hebben zij het
protest van Amnesty Internatio
nal in een zwaar, pikzwart kader
gezet. Weinig mensen zullen in
staat zijn daar onberoerd aan
voorbij te gaan.
„Het protest tegen de doodstraf
vraagt om bezinning op de histori
sche wortels waarmee zij is ver
groeid in onze cultuur, in onze
manier van denken, spreken en
samenleven", aldus wederom de
samenstellers. Die wortels intus
sen blijken grillig en wijdvertakt
te zijn. Soms zijn ze vrijwel on
zichtbaar. Ze kunnen worden ge
groepeerd rondom de volgende
thema's: Behoud van het even
wicht in kleinere gemeenschap
pen met mensenoffers en bloed
wraak, waarbij de schuldvraag er
eigenlijk weinig toe doet. Uitsto
ting, waarvoor heksenverbran
ding en kettervervolging illustra
tief zijn Vernietiging van een „vij
and", wie dat dan ook moge zijn
en om welke reden hij ook als
zodanig wordt beschouwd. Af
schrikking van in bedwang te hou
den onderdanen, of dat nu om
criminele of om politieke redenen
nodig wordt geacht. En ten slotte:
het disciplineren van de burger.
Barbaars
Deze thema's zijn niet aan bepaal
de fasen in onze (westerse) ge
schiedenis vast te koppelen. Zij
komen voortdurend terug, al dan
niet gedragen en/of overdekt door
andere Hoogstens komt een be
paald thema in de ene fase aan de
oppervlakte te liggen en wordt het
in een andere tijd weer verdron
gen. Maar altijd weer werden (en
worden) redenen gezien tot het
uitvoeren van individuele of meer
voudige executies. Primitief van
uitvoering soms, geraffineerd en
met toepassing van eigentijdse
middelen ook, maar in alle geval
len barbaars
Amnesty International vat alle te
gen de doodstraf aan te voeren
argumenten samen onder het in
de Universele verklaring van de
rechten van de mens vastgelegde
recht op leven. De organisatie
keert zich evenzeer fel tegen folte
ring of andere wrede en vernede
rende behandeling of bestraffing,
ongeacht of de slachtoffers zelf
geweld gebruikt hebben of niet.
Bezinning
De tentoonstelling in het Volken
kundig Museum laat eigenlijk
vooral zien hoe regeringen en regi
mes zich zelf met handhaving en
toepassing van de .zwaarste
straf' vernederen. Zij dwingt elk
weldenkend mens tot bezinning
zonder dat men zich kan beroepen
op het feit dat hier sinds 1870 de
doodstraf afgeschaft is en dat bij
de komende herziening van het
militair straf, en tuchtrecht nu
ook de mogelijkheid daarin om (in
tijd van oorlog) doodvonnissen te
vellen en uit te voeren wordt ge
schrapt. De wereld houdt name
lijk aan de grenzen van Nederland
niet op.