'och een bijzondere universiteit
Controle
Na ommekomst
van de schorsing
[SOCIAAL BERECHT!
recht
lemie
"^OKTOBER 1980
TROUW/KWARTET
19
BINNENLAND!
De Vrije Universiteit viert maandag haar honderdste verjaardag met Zondag wordt in de Oude Kerk een dankdienst gehouden. Hieronder
een bijeenkomst in de Nieuwe Kerk te Amsterdam, dezelfde kerk waar een gelukwens aan het adres van de Kuyper BV, het familiebedrijf dat
een eeuw geleden de universiteit word geopend, in de loop der jaren uitgroeide tot een moderne massa-universiteit.
door Piet Hagen
ietalt
5 het
nderdjarige Vrije Universi-
jft iets van een familiebe-
jat uit zijn voegen is ge-
Driekwart eeuw lang heeft
raham Kuyper BV moeite-
iet eigen karakter kunnen
en in de beslotenheid van
11 irdamse herenhuizen. Maar
eeks 1960 ging het bedrijf zo
KAI roeien, dat verhuizing naar
lens industrieterrein in
ïveldert nodig was. En daar
igde de familietraditie al
onder invloed van de mo-
bedrijfsvoering.
heeft haar eeuwfeest met beide
aangegrepen om nog eenmaal de
in het familiebedrijf te proeven. De
van het honderdjarig bestaan is zo
jig. dat de festiviteiten die de Leid-
iiteit destijds organiseerde toen
maal zo oud werd. er bij in het niet
en. Vanwaar die uitbundigheid?
I om te benadrukken dat de band
I raderen nog steeds levend is. Door
Ivan een lange reeks congressen.
Instellingen, feesten en gedenkboe-
Zak( finonstreert de VU haar bijzonder
w. Zelfs het soms zeer kritische
B.dat in juni werd gehouden over
leiöM entiteit, liet geen andere conclusie
0,181 zoiets °P de VU zou
jDus alle onzekerheid en twijfel
:h een bijzondere universiteit.
te aan het familiefeest drong
•rkst aan me op. toen ik begin
I de lustrumviering meemaak-
studentenvereniging Institutio
Nostrae. Terwijl het orgel van
•kerk vrolijk varieerde op oude
iliederen, schoof voor mij de vol-
familie Donner de bank in.
1 ide oude Donner. mr. J„ die behal-
iene ident van de Hoge Raad ook jaren-
verj resident-curator was van de VU.
hem zijn zoon A. M. Donner. reü-
n de VU. nu hoogleraar te Oronin-
80. n tenslotte de kleine Donnertjes.
f „Mevrouw G. G.", nu aantrad als
liter van de studentenclub. een
t die eerder bekleed was door haar
oudere broer, mr J Junior Donner en Co:
de VU in zakformaat.
Rutgers
De VU kent meer voorbeelden van erfop
volging. Sinds H. H. Kuyper. de zoon van
Abraham, werd geroepen tot het ambt
van hoogleraar, is het nog vaak voorgeko
men dat zonen van beroemde vaders op
hoge posten belandden Een van de fami
lies wier naam met de VU verbonden blijft
is Rutgers. Het jubileumnummer van het
studentenblad Pharetra („Stoofpeertjes
op zondag") geeft daarvan een aardige
beschrijving, waaruit blijkt dat niet alle
nazaten even volgzaam waren als de klei
ne Donnertjes. Victor Rutgers bijvoor
beeld was ooit lid van de Rode Eenheid en
bij de bezetting van 1973 speelde hij een
leidende rol.
Ik kan er zelf van meepraten hoe studeren
aan de VU omstreeks 1960 nog een van
zelfsprekendheid was. die overging van
geslacht op geslacht. Wie van gerefor
meerde huize was en een academische
titel begeerde, kwam noodzakelijkerwijs
aan de VU terecht Nu is dat anders. De
VU-studenten worden bij duizenden ge
teld en de gereformeerden maken er niet
meer de dienst uit. Behalve hervormden
(altijd al getolereerd) en rooms-katholie-
ken (vanwege de oecumene) zijn nu ook de
onkerkeüjken in grote getale vertegen
woordigd. En dat niet alleen in de vorm
van afvallers, maar in de gedaante van
jongeren die werkelijk van toeten noch
blazen weten.
Dat de eensgezindheid in de familie daar
door zwaar beproefd werd. spreekt van
zelf. Dat ging zelfs zover, dat sommige
gereformeerden hun zonen en dochteren
liever naar een rijksuniversiteit stuurden.
De VU was toch niet meer wat het geweest
was en dat anarchistische Amsterdam
trok ook niet zo
Massa- universiteit
De VU-campus in Buitenveldert biedt nu
de aanblik van een massa-universiteit, die
op het eerste gezicht weinig verschilt van
de zusterinstellingen. Saaie betonnen ge
bouwen. omgeven door een zee van fietsen
en auto's. Binnen krioelen de duizenden
VU-mensen door elkaar met hun plastic
tische wijsbegeerte of een specifiek gere
formeerde theologie is op losse schroeven
komen te staan.
Drie dingen
Als je de ramen op de Keizersgracht openzette, kwam een gezonde walm van
toeterende auto's je tegemoet
Op de tentoonstelling over de VU die
onlangs in het Amsterdams Historisch
Museum werd gehouden werd niettemin
gepoogd duidelijk te maken dat de VU een
bijzondere instelling was. Niet alleen in
het verleden, want daaraan twijfelt nie
mand. maar ook nu. Ter toelichting op een
dia-serie sprak een opgewekte stem uit
een luidspreker over drie dingen die de
VU-mensen gemeen hadden: het onder
grondse buizenstelsel voor de air-conditio-
ning. de computerafdeling voor de admi
nistratie ende evangelische doelstel
ling.
In vergelijking met al dat moois was stu
deren aan de VU twintig jaar geleden nog
armoe lijden. Het woord air-conditioning
kende je amper en als je de ramen op de
Keizersgracht open zette, kwam een ge
zonde walm van toeterende auto's je tege
moet. In de bindende kracht van een
ondergronds buizenstelsel geloofde nie
mand. Computers had men in die tijd nog
niet nodig, want op het bureau van de
pedel werkte een zekere heer Kruithof, die
alle studenten bij naam en toenaam ken
de. En de evangelische doelstelling? Daar
werd weinig over gepraat, die was er ge
woon.
Nu doet zich de omgekeerde situatie voor.
De pluriformiteit is groter dan ooit, maar
de identiteit staat vaker ter discussie. Nu
gaat dit eeuwig durende debat weliswaar
over de hoofden van een groot deel der
studenten heen. maar vroeg of laat krijgt
iedereen ermee te maken. Of het nu gaat
over studenten die lid zijn van de CPN of
over de contacten met Zuid-Afrika, over
de colleges in de filosofie of over de benoe
ming van een docent, steeds duikt de
identiteit weer op als de slijpsteen van alle
tegenstellingen. Daardoor zijn discussies
aan de VU soms ongemeen fel.
koffiebekertjes in de hand. Zo is het over
al. Wat is nog het eigene van deze universi
teit? De colleges worden niet meer met
gebed geopend, zoals twintig jaar geleden
nog gebruikelijk was. Verhitte discussies
over de spellingvereenvoudiging en Gods
wil. of over schepping en evolutie maak je
niet meer mee. Er is niet meer zoiets als
een gemeenschappelijk denkkader, dat
zich zonder meer laat toepassen op alle
wetenschappen, van sociologie tot bioche
mie. Zelfs het patent op een eigen calvinis-
Graaien
Ik herinner me hoe tijdens een van de
roerige vergaderingen van de universi
teitsraad studenten hun bestuurders toe
riepen: „en graaien maar. en graaien
maar." Dat was dan een toespeling op de
verstrengeling van de universitaire belan
gen en het kapitalistisch bedrijfsleven. Zo
ging dat een paar jaar geleden nog.
Maar het kwam ook voor dat grote conflic
ten op onverwachte wijze werden bijge
legd in een soort broederlijkheid die al
leen in familiekring mogelijk is. Dan ging
het bestuur naar de officier van justitie
met het verzoek om de gearresteerde be
zetters toch maar niet te vervolgen.
Voor buitenstaanders zit het bijzondere
karakter van de VU vooral in de folklore.
Abraham de Geweldige en het VU-busje.
de achterban en de wijsbegeerte der wetsi-
dee. Men slaat dat gade met een menge
ling van meewarigheid en ingehouden be
wondering. Per slot van rekening is het
toch een prestatie geweest van de kleine
luyden om met dubbeltjes en kwartjes
hun eigen universiteit bij elkaar te sparen.
En nog steeds kan de VU zich verheugen
in een geheel eigen relatie met het volks
deel waaruit zij is voortgekomen. Een
uniek blad als VU-Magazine is daarvan
het bewijs.
Zuinig...:
De VU is uiteraard te calvinistisch om zich
veel aan te trekken van de smaad of roem
die haar ten deel valt. Het gaat haar
immers om een hoger doel: wetenschap in
evangelisch perspectief. Bij vorige gele
genheden (het congres in juni en de ge
denkbundel „Wetenschap en reken
schap") heb ik daar al uitvoerig over ge
schreven. Dat ga ik niet herhalen. Maar
één opmerking over de betekenis van de
VU voor de Nederlandse samenleving kan
er nog wel af.
Zeker na het verdwijnen van de zo nauw
met de VU verbonden Anti-Revolutionai
re Partij (hoeveel VU-hoogleraren werden
niet via de ARP minister?is de Vrije
Universiteit een stukje traditie waar je
zuinig op moet zijn. Meer dan de Katholie
ke Universiteit van Nijmegen of de Katho
lieke Hogeschool te Tilburg rekent de VU
het tot haar taak de relatie tussen geloof,
wetenschap en maatschappij te doorden
ken. Zolang die bezinning vruchten blijft
afwerpen, mag de VU blijven voortbe
staan als ideeëncentrum voor haar directe
en indirecte omgeving.
door Huub Elzerm&n
non( iktewetcontroleur drukte nog eens
Tkkelijk op de bel. Hij drentelde nog wat rond,
naar het slaapkamerraam boven hem en gaf
ogingen op „Niemand thuis", mompelde hij.
phij in zijn tas zocht naar een kaartje met de
rte-voorschriften. De kaartjes waren op en de
loleur kon dus niet laten weten dat hij aan de
tas geweest. „Dat doet er ook niet toe", sprak
ntroleur tot zichzelf. „Hij had thuis moeten
(nikzal dus een overtreding moeten melden
helpt geen moedertje lief aan".
«zelfde moment lag de patiënt om wie het
taal ging achter het slaapkamerrraam
heerlijk in zijn bed. Hij was een paar dagen
v£weest maar het erBste was al weer voorbij
/01, igende dag zou hij zich bij zijn werkgever
Ier, en weer aan de slag gaan
het was een elektromonteur was een
veken aan het werk, toen hij tot zijn verbazing
laaï Hgende briefje kreeg: „Naar aanleiding van de
(te van arbeidsongeschiktheid, volgens welke
tenst zijnde bij het installatiebedrijf B. op 21
r.us ongeschikt zou zijn geworden, delen wij u
dat het bestuur van de bedrijfsvereniging.
ijb i de binnengekomen rapporten en adviezen
aan besloten ter zake van de aangegeven
lent ^ongeschiktheid geen ziekengeld toe te
hou nen Het bestuur heeft hierbij het volgende in
v6>' nerking genomen: Bij de eerste maal dat de
mdienst-beambte u namens de
^vereniging wilde bezoeken, verkreeg deze
e Oc Augustus om 14.00 uur aan uw woning geen
Hiermede hebt u zich niet gehouden aan de
I in^folevoorschriften van de bedrijfsvereniging,
voorschriften houden onder meer in. dat de
deerde die ziek is. steeds in zijn woning moet
nen worden bezocht c.q. controle mogelijk moet
'en In zo n geval is het bestuur van de
ikei tysvereniging bevoegd de uitkering van
«geld geheel of gedeeltelijk te weigeren. Nu op
j 5 augustus het werk hebt hervat en uw
Wlsongschiktheid niet is kunnen worden
gesteld, maakt het bestuur van de
'HC njfsvereniging van bovengenoemde
'oegdheid gebruik door u terzake van de
n 'gegeven arbeidsongeschiktheid de uitkering
'ziekengeld geheel te weigeren, hetwelk
ven 'komt op een weigering van ziekengeld over
dagen'
pd aoieboel". mopperde de monteur „Ik weet van
i» 'U. Bovendien ben ik tijdens mijn ziekte de deur
115 tl"itgeweest. Hoe kan zo'n controleur nou
"eren dat hij aan de deur is geweest? Die man
laii s'tzeker de bel niet kunnen vinden",
rit men met zijn vrouw reconstrueerde de monteur
gebeurtenissen op zijn tweede ziektedag Ze
■toen tot de conclusie dat hij direct na de
udagboterham in bed was gekropen en dat zij
^schappen was gaan doen „Het is mogelijk dat
ik die bel niet heb gehoord", zei de monteur. „Maar
wat dan nog? Zo n controleur laat dan toch een
kaartje achter waarop staat dat je je binnen een
paar dagen bij de controlerend geneesheer moet
melden? En bovendien is toch niet mijn schuld dat
ik die bel niet heb gehoord. Ik kon wel in coma
hebben gelegen Weten zij veel"
Al redenerend wond de monteur zich behoorlijk op.
Het eind van het liedje was dat hij tegen de
weigering van de bedrijfsvereniging in beroep ging.
Dat liep echter uit op een teleurstelling. De Raad
van Beroep stelde de bedrijfsvereniging in het
gelijk en eigenlijk was dat ook wel te verwachten,
want de rechter heeft in dit soort gevallen nog nooit
het excuus aanvaard dat een zieke de bel niet kon
horen. De zaak van de monteur was echter wat
gecompliceerder en het was daarom maar goed dat
hij zijn verzet niet opgaf Hij stapte naar de
Centrale Raad van Beroep en stelde daar twee
vragen aan de orde: Was de bedrijfsvereniging
bevoegd om op grond van de Ziektewet de uitkering
te weigeren en. zo ja, was de wijze waarop de
bedrijfsvereniging van haar bevoegdheid gebruik
maakte in overeenstemming met de redelijkheid?
Op grond van de verklaringen van de monteur zelf
nam de centrale raad aan dat de man op 24
augustus 's middags na het eten naar bed ging en
dat hij waarschijnlijk in slaap viel, terwijl zijn
vrouw op dat moment boodschappen deed. „Dit
betekent", zei de raad „dat de monteur zich niet
heeft gehouden aan de controlevoorschriften. Deze
voorschriften houden immers in dat een verzekerde
die ziek is in zijn woning moet kunnen worden
bezocht en controle moet mogelijk maken. Nu dit
niet mogelijk bleek, was de bedrijfsvereniging
bevoegd de uitkering te weigeren Daarmee was de
eerste vraag beantwoord: de bedrijfsvereniging was
bevoegd. Nu kwam de tweede vraag aan de orde
Was het ook redelijk?
De raad legde eerst nog eens de verklaring van de
ziektewetcontroleur op tafel. „Ik heb bij de
monteur, zoals anders wèl de gewoonte is. geen
exemplaar van de controlevoorschriften in de
brievenbus gedeponeerd", liet deze man weten. De
reden voor het niet achterlaten van de
controlevoorschriften was het feit dat ik op dat
moment geen exemplaar van die voorschriften
meer bij mij had. Toen ik de monteur wilde
controleren heb ik bij de bel of aan de deur geen
briefje of iets dergelijks gezien, waaruit kon blijken
dat er niemand thuis was. Ik neem aan. maar dat
weet ik verder niet. dat hij bij zijn werkhervatting
niet wist dat hij de dag daarvoor was
gecontroleerd".
Zou de monteur weer zijn gecontroleerd, indien hij
zijn werk niet zou hebben hervat? „Jawel",
antwoordde de controleur. „Ik heb hem van mijn
lijst te controleren personen afgevoerd, omdat hij
weer werkte. Indien hij zijn werkzaamheden niet
zou hebben hervat dan zou ik ongetwijfeld de
volgende dag weer naar zijn woning zijn gegaan"
Uit het verdere relaas van de controleur bleek dat
eerder controles bij de monteur nimmer problemen
hadden opgeleverd. „Uit deze verklaringen blijkt",
merkte de raad op. „dat de monteur pas door de
weigering van het ziekengeld op de hoogte kwam
van de mislukte controlepoging. Dat kwam doordat
de controleur in afwijking van het gebruik niet in de
gelegenheid was een exemplaar van de
controlevoorschriften bij de monteur in de
brievenbus te deponeren. Het feit dat hij niet meer
beschikte over een dergelijk exemplaar komt voor
rekening van de bedrijfsvereniging. Doordat de
monteur de volgende dag is gaan werken en dat
kan hem uiteraard niet worden aangerekend
heeft de controleur zijn controles gestaakt en ook
verder geen contact meer met hem opgenomen.
Door deze samenloop van omstandigheden zo
oordeelde de raad, is de monteur in zijn verweer
geschaad. Het is immers niet uitgesloten, dat de
weigering van het ziekengeld zou zijn uitgebleven
indien de monteur terstond uitleg had kunnen
geven. Onder deze omstandigheden kan de manier
waarop de bedrijfvereniging van haar
bevoegdheden gébruik heeft gemaakt niet in
overeenstemming met de redelijkheid worden
genoemd".
Zo kreeg de monteur dankzij een procedurefoutje
van de controleur toch nog zijn
ziekengelduitkering. Het ging weliswaar slechts om
twee dagen, maar voor hem was het een principiële
kwestie geworden en dat hij voor die twee dagen
twee jaar moest procederen kon de pret van het
principiële gelijk niet drukken.
Plotseling een glinsterend juweel
tje tussen het doodgewone grind;
daar had het even veel van weg.
vorige week in 's lands vergader
zaal te Den Haag. De niet onbe
kende burgemeester Schakel, de
Kamervergadering voorzittende,
kondigde een schorsing aan van
een minuut of vijftien en deelde
tevens mee wat „na ommekomst"
,van dat kwartiertje aan de orde
zou komen. Het was de eerste
maal dat ik dat woord „omme
komst" zo gewoon in een zin hoor
de gebruiken, ik kende het eigen
lijk niet maar dat zal ik mezelf
wel moeten verwijten, want de
woordenboeken vermelden het en
verklaren het ook. Wat ik erover
lees bevestigt wat ik al aanvoelde:
dat de heer Schakel doelde op wat
er zou geschieden als dat kwartier
tje voor bij zou zijn.
Toch was dat juweeltje (want dat
wès het. na de schier eindeloze
triestheid die een lange rij spre
kers over ons had uitgestort)
toch was dat juweeltje me niet
heleméól vreemd, want de woor
denboeken leggen verband met
het woord „omkomen", dat onder
meer kan betekenen: verstrijken,
ten einde lopen (van een termijn
bijvoorbeeld). Dat werkwoord
heeft echter, deelt Van Dale mee.
een bepaalde kleur: het wordt
vooral gezegd van een tijd die ie
mand lang of moeilijk valt (Hoe
komen die twee uur wachten om!)
Die kleur heeft het woord duide
lijk in een van de gedichten van J.
C. Bloem, „het oude kerkje" Op
een koude voorjaarsdag ziet de
dichter een verlaten kerkje op
„een lagen heuvel als een eiland".
Hij stelt dan vast waartoe het le
ven hem gevoerd heeft: „verteerd
van daden, ondermijnd van droo-
men dit land te aanschouwen,
nauwlijks meer ontroerd". Aan
dat trieste slot vooraf gaat de re
gel waarin „omkomen" staat,
maar dan fraai uitgegroeid tot
„ommekomen": „Na veler zware
dagen ommekomen". na het ver
strijken van veel moeilijke dagen
dus. Zo zie je hoe je via een woord
van de politiek in de poëzie kunt
belanden het leven is toch min
der in hokjes verdeeld dan het
soms lijkt.
Voorzitter Schakel
Juweeltjes waren er ook te zien
voor wie Herman Heijermans' spel
„Uitkomst" zag (en hoorde) opvoe
ren door het Amsterdams Volksto
neel. Een doodziek kind uit een
straatarm Amsterdams gezin van
omstreeks 1900 droomt dat het de
sterren van de hemel kan plukken,
die sterren worden juwelen en
daarmee is de armoe uitgebannen.
Er waren voor wie alles goed kon
verstaan en het later ook even kon
nalezen méér juweeltjes. Bij voor
beeld het woord „bezetting" in de
betekenis „benauwdheid" (in het
plat Amsterdams dat op het to
neel gesproken wordt: „me longe
piepe van de bezetting") en het
woord „schoer" voor schouder
(„za'k je eve op me schoere tille?")
maar dat laatste woord waren
we ook vorig jaar al tegengeko
men. in een dertig jaar na de dood
van Willem de Mérode verschenen
bundeltje, waarin de dichter
schrijft over „het geweld der
schoeren" (schouders) van een
jonge Zeeuwse boer
In „Uitkomst" van Heijermans
komt ook een voor ons besef wat
lachwekkende berijming voor de
tien geboden („de geboje"). Jam
mer dat de theaterbezoekers niet
te weten komen wat in een noot in
mijn exemplaar van het spel
wordt meegedeeld: dat deze berij
ming indertijd op veel scholen ge
leerd werd. Arme kindertjes, denk
ik dan, die dat allemaal moesten
opdreunen, van het begin („Boven
al bemin éénen God, ijdelijk zweer
nog bedoeld werd: noch
spot"), tot het einde .Begeer ook
niemands echtgenoot, Noch ie
mands goed, 't zij klein of groot")
om van het tussenliggende maar
te zwijgen, bij voorbeeld deze re
gels: „Met wil of met werken (met
woorden of gedachten) sla nie
mand dood. Doe geen overspel of
onkuischheid snood". Dat is alles
behalve een juweeltje, maar het is
de vraag of het zoveel erger is dan
wat wij nog niet eens zo lang gele
den in protestantse kerken aan
berijmde geboden zongen. „Mijn
ziel herdenk met heilig beven",
luidde de eerste regel van dat lied.
Vaak heb ik dat horen zingen of
heb ik het plichtsgetrouw meege
zongen, maar hoe beven heilig kan
zijn heb ik nooit kunnen begrij
pen. Ook de .magen" die in het
gerijmel voorkwamen sprake me
niet erg toe. en dat ik vader en
moeder moest eren begreep ik wel,
maar dat ik dat need'rig moest
doen vind ik althans achteraf
maar vreemd. Waarschijnlijk
moest dat alleen maar omdat de
rijmelaar een keurig volle regel
wilde!
Juweeltjes liggen ook opgeslagen
in herinneringen. Een lezeres
schreef dat een boze moeder vroe
ger vaak zei: „Altijd tegen de wet
en de keer in, jij!" en dat blijkt,
zij het niet in deze figuurlijke zin.
nog in Van Dale te staan: „tegen
de keer in borstelen" betekent „te
gen de vleug in". De briefschrijf
ster herinnert aan vroeger veel ge
hoorde termen als „een hollewaai"
en herinnert zich zelfs „een hollie-
drie": een wat slordig gekleed
vrouwspersoon. „Doe niet zo mal-
tentig" betekende ongeveer: zeur
niet zo, wees nu eens tevreden
en ook dat is nog in Van Dale te
vinden. Inlijsten en boven je bed
hangen, al dat moois.