fachters van het Heilig Graf
HET ONZE
Allemaal haren
hunnikessen vieren vijfhonderdste verjaardag
)AG 29 SEPTEMBER 1980
VARIA
TROUW/KWARTET PR 9 H 11
door Edith Itzleb
red Lammers
EGEN-MAARSSEN
gelijking met de vijftien
■n, waarop de Benedtc-
dit jaar terugzien is het
een bescheiden jubi-
Toch vinden de „Ka
llessen van het Heilig
In de Lage Landen" het
te moeite waard om het
iderd jaar bestaan te
liken. Zaterdag is de vie-
jegonnen met een bij-
mst in de Emmaus Prio-
het Utrechtse Maarssen,
lij kardinaal Wiile-
regast was. Zondag 5
er schenken de zusters
iet Casa Nova klooster
Heilig Land Stichting,
jbels museum bij Nij-
aandacht aan deze
idere verjaardag.
ehiedenis van de Jubilerende
rorde gaat verder terug dan
len in het Belgische Kinrooi de
niteit van „Kanunnikessen
t Heilig Graf' werd gesticht,
aruit tal van nieuwe kloosters
tstaan. Godfried van Bouillon
man die aan de wieg van de
tond. Na de verovering van
em in 1099 trok hij een groep
it aan om de bewaking van de
plaatsen over te nemen van de
Broederschap. Arnulfus. de
patriarch van Jeruzalem,
itte deze kanunniken in 1114
tl van Augustinus als leef-
an te nemen en als een kloos-
inschap verder te gaan
iutus de Tweede erkende de
de „Wachters van het Heilig
n 1122. Nadat de Turken Jeru-
hadden heroverd werd Acco
werk van de orde. Later week
mar Cyprus en Italië. Vandaar
idde deze zich over oost- en
iropa. ook in de Nederlanden
in de late middeleeuwen dat
burg, Brabant en het bisdom
verse kloosters tot stand kwa-
hoofdzakelijk mannenkloos-
kanunniken hebben het ein-
Franse Revolutie laten afwe-
k an unnikessen wisten zich na
lode van terugslag te herstel-
nds 1928 werken zij weer in
ind, eerst vanuit het Belgische
it, later ook vanuit Duits-
ar nu al weer tientallen Jaren
itandige communiteiten.
Nova
met Pasen 1936 dat een acht
era uit Baden-Baden naar de
Land Stichting" trok om er
(lgrimshuis „Casa Nova" van
elglsche collega's over te ne-
Het was een voorzorgsmaatre
de fakkel van onze orde verder
en. We zagen duidelijk aanko-
at wij het in Hitler-Duitsland
ng meer vol zouden kunnen
Het werken daar. vooral bij
lerwijs, werd ons steeds moei-
;emaakt," vertelt de 74-jarige
Elisabeth, sinds de 87-Jarige
le naar een verpleegtehuis is
met de 80-jarige Brigitta de
an het eerste uur, die nog in
(ova woont en werkt. „Ons
laar Nederland was in zekere
moeilijke opdracht. Het was
huls en we kenden hier nie-
maar we zijn met vreugde ver-
n ook omdat de plek ons zo
ak. vlak bij dat Bijbels mu-
We wisten best dat het Israël
agemaakt is, maar toch had-
in 1936 het gevoel dat we naar
oofde land gingen, hoe onge-
toekomst ook was. We moch-
halve de meest noodzakelijke
tien Duitse Mark per persoon
men."
le handen uit de mouwen te
de kanunnikessen zijn zo-
ichouwend als actief wisten
flers Casa Nova tot bloei te
n. In 1939 werd het al een zelf-
klooster. Op het ogenblik telt
kloostergemeenschap zes zus-
nog steeds van aanpakken
De zes zusters die de kloostergemeenschap op de Heilig Land Stichting vormen. Van links naar
rechts: Christina, Michaela, Elisabeth, Annerie (net ingetreden en daarom nog niet in habijt), Rafaela
en Brigitta. (foto: Ben baukd
weten. Als de omstandigheden dat
vragen worden de bakens verzet. Een
frappant voorbeeld daarvan is dat
zuster Elisabeth samen met zuster
Michaela, de sub priorin, die de dage
lijkse leiding in Nijmegen heeft, een
coupeuze-opleiding is gaan volgen
om de bevoegdheid te krijgen les te
mogen geven. Honderden vrouwen
uit de omgeving van het klooster heb
ben er de vruchten van geplukt. De
zusters ging het er om een entree bij
de mensen te krijgen. Tegenwoordig
richt Casa Nova zich vooral op het
ontvangen van gasten. Per jaar zijn
er zo'n zesduizend overnachtingen.
„Wat de mensen bij ons zoeken is rust
en gezelschap van anderen met wie ze
kunnen praten of dat nu zusters zijn
of medegasten. We krijgen hier aller
lei soorten mensen: veel alleenstaan
den. ouderen vooral, maar ook jonge
ren. Vaak zijn het mensen die met
zichzelf of met het leven in de knoop
zitten."
Geen hotel
Voor hen beschikbaar te zijn zien de
zusters, aldus Michaela, als hun
grootste opdracht. Ze voegt er haas
tig aan toe „Maar we zijn beslist geen
hotel. Het gaat dieper, al vragen we
de mensen nooit waarom ze naar ons
toe komen. Gesprekken gaan in de
regel ook niet van ons uit. We willen
ons niet opdringen." Zuster Elisabeth
knikt: „Ja dat is zo, maar ergens
beschouwen we de mensen, die we
hier ontvangen toch als onze kin
deren."
Belangrijk voor de zusters is de band
met het heilig graf, die in de naam
van de orde nog steeds wordt onder
streept. „Daar is het allemaal mee
begonnen. Vandaar dat wij ons hier
in deze omgeving zo thuis voelen al is
de werkelijkheid toch anders." Dat
heeft zuster Elisabeth twee jaar gele
den gemerkt toen zij bij haar gouden
kloosterjubileum een reis naar Israël
kreeg aangeboden. „Het was de ver
vulling van een levenswens. Ik heb in
Jeruzalem de heilige plaatsen van A
tot Z bestudeerd. Wat me vooral zo
trof is dat daar altijd weer nieuwe
mensen komen om te bidden. Je ziet
dan dat de zaak van God doorgaat.
Het heeft mijn zijn in het klooster
verdiept, vooral het deel uitmaken
van deze orde, de wetenschap dat op
het graf de verrijzenis is gevolgd en
dat was destijds in Jeruzalem is ge
beurd doorwerkt tot op de dag van
vandaag. Christus leeft! Die bood
schap door te geven aan de mensen,
vooral aan de Jongeren, is iets heel
concreets voor een kloosterorde."
De laatste tijd treden de Kanunni
kessen van het Heilig Graf gezamen
lijk op in een samenwerkingsverband
waarbij de kloosters van Turnhout.
Bilzen en Male (alledrie in België),
New-Hall (Engeland), Zaragosa
(Spanje) en Nijmegen en Maarssen
zijn aangesloten. Het klooster St.
Odielienberg bij Roermond stelt deze
samenwerking niet op prijs. De ka
nunnikessen daar gaan hun eigen
Vormingscentrum
De 25 zusters die de Emmaus Priorij
in Maarssen vorm geven richten zich
ook sterk op de buitenwereld. Ze heb
ben een vormingscentrum „Doorn-
burgh", waar zij zelf maar ook ande
ren regelmatig bijeenkomsten orga
niseren. dwars door de kerkmuren
heen. Daarnaast is er sinds kort op
het terrein van het klooster de oplei
ding tot medisch secretaresse, een
stuk vormingswerk dat in de plaats is
gekomen van de opleiding tot dokter
sassistente. waar de zusters zich een
kwarteeuw mee hebben belast „We
hebben dat gedaan in een tijd dat er
op dat terrein nauwelijks opleidingen
bestonden. We kunnen rustig zeggen
dat wij het beroep van doktersassis
tente inhoud hebben gegeven. Nu er
diverse officiële opleidingen op dat
gebied zijn hebben wij iets nieuws
aangepakt," aldus Hildegard Schof-
felmeer (56) sinds anderhalf Jaar prio
ri in Maarssen.
Het pionieren ligt de zuster in Maars
sen. Daarvan getuigt ook de bloelen
de vestiging in Brazilië, waar zeven
leden van de Emmaus-communltelt
uit het niets een werk hebben opge
bouwd dat alom respect afdwingt.
Het in ook weer neer op vorming van
de bevolking.
Terwijl Hildergard haar betoog met
armgebaren kracht bijzet zegt ze:
„Wat hier gebeurt is geen besloten
iets. Wij zitten hier om beweging naar
buiten te krijgen. Als communiteit
voelen we ons geroepen een aantal
vitale waarden uit te dragen. We wil
len een levend stukje kerk zijn, een
spiegel van wat de kerk inn het groot
predikt, het begrip gemeenschap
handen en voeten geven, de buiten
wereld laten zien hoe mensen in het
leven van alledag één kunnen zijn in
Christus. Wij hebben dat gedaan door
hier een oord van vrede op te richten,
waarbij onze kloostergeloften van ar
moede, in de zin van soberheid en het
delen van bezittingen een grote rol
spelen. Het komt er op aan elkaar
niet in de kou te laten staan, elkaar
de ruimte te geven die ieder nodig
heeft. Dat is duidelijk het model waar
we hier in Maarssen vanuit gaan."
Daar komt volgens zuster Hildegard
nog een extra dimensie bij. „Dat is
het verkondigd element. We hebben
een boodschap door te geven en dat
is: hoop en leven! En dat vanuit de
verrijzenis-gedachte. Anders zou on
ze orde, genoemd naar het graf van
Jezus, maar een sombere zaak zijn."
De kanunnikessen in Maarssen kun
nen hun eigen bootjes prima doppen.
„Eigenlijk zijn we heel emanciperend
bezig, een woord dat wij echter wei
nig gebruiken. Er wordt tegenwoor
dig zoveel nadruk gelegd op vrouwe-
nemanciaptie maar in wezen zijn wij
al lang geëmancipeerd. Er is in de
wereld zoveel te emanciperen. Vrou
wenemancipatie is daarvan slechts
één moment, zoals het priesterschap
van de vrouw ook een moment is
Zuster Hildegard maakt er geen ge
heim van dat zij het zou toejuichen
als in de rooms katholieke kerk ook
vrouwen tot priester gewijd zouden
kunnen worden. „Het is maar een
domme geschiedenis, dat wij in onze
communiteit van alles mogen, maar
niet de mis opdragen. Dat zou toch
mogelijk moeten zijn. Maar wij gaan
er niet voor de barricaden op hoewel
dat heel aantrekkelijk kan zijn, even
als het je terugtrekken in eenzaam
heid. Dat zijn twee grote bekoringen
in ons leven als kloosterzuster. We
moeten onszelf echter niet overschat
ten. Zouden wij als kleine groep actie
moeten gaan voeren voor het pries
terschap terwijl die zaak op hoog
niveau al veel aandacht krijgt? We
moeten onze grenzen kennen en met
ons vijf en twintigen niet alles willen
verhapstukken."
Solidariteit
Zuster Hildegard wacht even en ver
volgt dan, terwijl ze me strak aan
kijkt: „Het woord promoveren is even
interessant als het begrip emancipe
ren. Het gaat er in de wereld om
samen een rijk van vrede en gerech
tigheid op te bouwen. Ieder mens
moet zich afvragen op welke manier.
De invalshoek voor ons is vooral het
gemeenschap zijn, door Jezus Chris
tus geïnspireerd. Daarbij komt het
aan op solidariteit tot op je huid,
waarbij je niet moet vergeten naar
buiten te kijken. Wat mij in deze
kloostergemeenschap zo aantrekt is
dat wij gestalte proberen te geven
aan het kerk zijn zonder grenzen. Dat
draagt en drijft me."
Voor ik vertrek geeft zuster Hilde
gard me een opzet mee voor een nieu
we folder van de orde. Als ik er thuis
gekomen wat in blader valt een uit
spraak van Augustinus op: „Eenge-
zind- in de ene Heer op weg naar
dezelfde Vader." Je zou het de wapen
spreuk van de Kanunnikessen van
het Heilig Graf kunnen noemen.
Bont zal wel nooit uit de mode raken, maar het is wel een
geruststellend idee. dat we in 1980 eindelijk kunnen
zeggen dat voor een bontjas geen diersoort meer uitge
roeid wordt.
Haren zijn al sinds eeuwen het sieraad van de vrouw. Als eeuwen geleden een vrouw op het
idee gekomen was om haar haren te laten afknippen, dan was dit toen een onmogelijke zaak.
Maar het was niet alleen eeuwen geleden zo. Nee, zo'n veertig- of zestig jaar geleden was het
nog steeds ondenkbaar dat een vrouw met een kort geknipt kopje rondliep.
Toch waren er altijd en ze zijn er nu nog voorvecht
sters geweest wat de mode betreft. Jeanne D'Arc, die in
het begin van de vijftiende eeuw leefde was er zo een. Ze
deed het niet uit sympathie voor de mode, maar uit
praktische overwegingen. Ze liet haar haren zó kort
knippen, dat er alleen maar een rattekopje overbleef. Ze
wilde een vrouw zijn maar ze deed mannenwerk.
Daarom droeg ze korte haren, want lange haren zouden
een handicap geweest zijn.
Alexandre
„Wie de Jeugd heeft, heeft de toekomst." Deze al overbe
kende woorden zei de Parijse modekunstenaar op haar-
gebied. de grote Alexandre. Zijn achternaam is onbe
kend. Maar die achternaam doet ct tegenwoordig niet
zoveel toe. Het wordt steeds meer mode dat je alleen met
je voornaam leeft Zeker als je beroemd bent op een of
ander gebied. Nog een uitspraak van de wereldberoemde
Alexandre: „Een hedendaagse vrouw verwacht van haar
kapper dat hij rekening zal houden met haar wensen.
Geen moeilijke en Ingewikkelde kapsels meer voor deze
vrouw, maar eenvoudige coupes die ze thuis zelf gemak
kelijk kan onderhouden. De accenten liggen tegenwoor
dig op het model en de haarkleur." Alexandre is altijd
bezig met het ontwerpen van nieuwe kapsels. „Het lance
ren van een bepaalde haarlijn als opgelegd voorbeeld is
uit de tijd. Iedere vrouw is anders. Een goede kapper
helpt haar bij het zoeken naar een persoonlijke stiJL"
Alexandre was in Nederland om zijn Jonge Nederlandse
kapperscollega's enkele van zijn geheimen prijs te geven.
Alexandre vertelt met smaak dat hij nu 58 Jaar oud is.
IJdelheid en Jokken over zijn leeftijd is hem vreemd.
Integendeel, hij gaat er prat op dat hij die leeftijd fit en
wel haalde. Graag wil hij jonge kappers wegwijs maken
in de haarmode, die wel heel anders is dan in zijn
begintijd. Alexandre kapt onder andere de hertogin van
Windsor, Sophia Loren, Elisabeth Taylor, prinses Gracia,
Romy Schneider en nog vele andere beroemdheden. Vele
jaren van hard werken zijn hier echter aan vooraf gegaan.
Bij de vele veranderingen die op het gebied van onze
haren hebben plaatsgevonden, speelt de emancipatie
van de vrouw een grote rol. Alexandre is altijd bezig met
het ontwerpen van nieuwe kapsels. Hij doet dit zoals een
modeontwerpster het doet: eerst tekent hij een bepaald
kapsel, dan probeert hij het op een model en beoordeelt
zelf zijn werk zeer kritisch. Alexandre wil zijn kapkunst
niet veilig opbergen ir. een safe. Hij denkt niet dat die
kunst alléén van hem is, maar hij wil zijn kunnen, alles
wat hij met moeite geleerd heeft, overdragen aan Jonge
ren, die daarmee misschien hun voordeel kunnen doen.
Pijn van Alexandre, zou ik zo zeggen
Bont
Tot zover gaat dit artikel over onze eigen hoofdharen.
Maar ook dieren hebben haren en die haren hebben ze erg
nodig om in leven te blijven. Die dierenharen of dat
velletje, is bij ons vrouwen zeer geliefd, in de vorm van
een bontjas.
Het Bontmode-Instituut te Amsterdam vertelt een en
ander over de bontmode van 1980-81. Omdat er veel
namaakbont in de mode is wordt echt bont (net als echte
wol) nu van een label vooralen. In een folder wordt men
voorgelicht over het kopen van bont en over bont in het
algemeen. Veel mensen die bont willen kopen vragen zich
af of ze daar wel goed aan doen. Moet je bedreigde
diersoorten opofferen aan een bontrage? Nee, de folder
stelt duidelijk: „De bonafide Nederlandse bonthandel
heeft in 1971 in internationaal overleg afgezien van het
verhandelen of verwerken van huiden van bedreigde
diersoorten. De handel in een aantal bontsoorten is strikt
verboden. In 1974 zag de Nederlandse bonthandel vrijwil
lig af van de handel in vellen van 'kwetsbare diersoorten'.
Maar hoe zit dat dan als we een bontjas willen kopen?
De Nederlandse Vereniging voor Bontpromotion is het
overkoepelende orgaan voor pelsdlerfokkers, bontindus
trie en detailhandel in bont Deze vereniging wil het
dragen van bont bevorderen. Maar dan alleen van spe
ciaal gefokt bont. De dieren die hiervoor het leven
moeten laten hebben echter een goed leven gehad (al is
dit leven maar kort). Wordt zo'n beest niet goed verzorgd
dan geeft het ook geen mooi bont DusHet klassieke
bont krijgt (door verven) steeds meer kleur. Nerts, persla-
ner of breitschwanz zijn door dit kleurenprocédé dan ook
veel meer geschikt voor jongeren. Vaak wordt bij zo'n
bontjas de binnenzijde als suéde verwerkt. Maar het bont
kan ook 'van binnen' gedragen worden. Popün, nappa,
zijde of nylon zijn dan de buitenkant. Langharig bont is
nog steeds erg in de mode. Vooral vossenbont. Ook wolf
is een veel gevraagde bontsoort.
Haren op het hoofd
Haren op het lijf
test de krant altijd en overal, iedereen leest de krant altijd en overal, iedereen leest de kra
Onder redactie van
Heieen van Batenburg
Vragen uitsluitend In envelop en dus niet per briefkaart
sturen aen postbus 91463, 2509 EB Den Haag. Per vraag twee
postzegels van 60 cent bijvoegen. Beslist niet aan de buitan-
kant opplakken. Geheimhouding is verzekerd.
I: Maarten Luther werd met
un afgebeeld naar aanleiding
n voorspelling van Johannes
>eze martelaar, die in 1415 als
tot de brandstapel veroordeeld
ou in zijn stervensuur gezegd
„dat men nu wel een gans kon
hden (husa is het Tsjechische
voor gans) maar dat na hem
ban zou opstaan die men niet
rbranden. Die zwaan zou
6 jaar later Luther zijn. Er is
Bt bekend uit 1562 waarin dit
wordt. Deze tekst is te vinden
irhaftige Bildnisse etücher ge-
Manner van Joh. Agricola en
Jhr bratt ein Ganss, und das
it/ Ueber hundert Jahr, nehmt
aar/ Wird kommen ein schnee-t
Schwarv Den werdet ihr un
to lan." Vrij vertaald: Jullie
nu wel een gans, maar let op,
ttnderd jaar komt er een witte
die jullie niet zullen braden.
robooi van de zwaan is nog
®P de toren van Lutherse ker-
vinden.
Hoe ziet nu eigenlijk de vlag
lid-Holland eruit? Ik zag hem
afgebeeld staan met als hoofd-
>t een leeuw. Later zag ik hem
1 «ticker met alleen maar drie
Koel-rood-geel. Is dit de officië-
Komt er geen leeuw meer aan
Hoe komt het dat zo'n grote
provincie als Zuid-Holland zo'n sim
pele, nietszeggende vlag heeft?
Antwoord: De Zuidhollandse vlag
heeft drie horizontale banen geel
rood-geel, in de verhouding 3:2. Dit is
een besluit van de Staten van Zuid-
Holland d.d. 22 Januari 1948. Deze
vlag is maar een magere afspiegeling
van de vlag, eertijds door „Holland"
geïntroduceerd bij de Republiek der
Zeven Provinciën. De fiere rode leeuw
op het gele veld werd danig geredu
ceerd. In de statenvergadering Is aan-
vankeljk nogal veel bezwaar gemaakt
tegen dit ontwerp. Men vreesde asso
ciatie met de Spaanse vlag (geel met
rode randen). Ontwerpen welke meer
dere banen vertoonden (zes tot zelfs
veertien toe) konden evenmin bijval
oogsten. De doorslag voor het aan
vaarden van deze simpele vlag heeft
echter toch vooral het feit gegeven
dat iedereen hem zelf kan maken.
Hoe dan ook, Zuid-Holland heeft ze
ker wel een feestelijke vlag. waartoe
de kleuren van het provinciewapen
de mogelijkheid verschaften.
Vraag: Vroeger (in de negentiende
eeuw) werd er op grote schaal vanuit
Duitsland suiker gesmokkeld. Deze
suiker werd vervoerd in suikerbro
den. Hoe zag zo'n suikerbrood eruit
en hoe zwaar woog het?
Antwoord: een suikerbrood was een
kegel van geraffineerde suiker met
afgeronde top en veelal ter hoogte
van een halve meter. Vroeger kwam
de witte suiker in de vorm van suiker
broden in de handel. Het gewicht van
zo'n suikerbrood was doorgaans één
of twee kilogram.
Vraag: Hoe maak lk weer nieuwe
stukjes toiletzeep van mijn oude rest
jes? Het heeft meen ik vroeger wei
eens in de rubriek gestaan, maar ik
weet niet meer hoe het precies in zijn
werk gaat
Antwoord: Ongetwijfeld heeft me
vrouw Wentink al verschillende ma
len „het recept" gegeven. BIJ mij is de
vraag nog nooit binnengekomen. Wel
kreeg ik een poos geleden van een
lezeres een brief waarin ze vertelde
hoe zij altijd haar oude zeeprestjes
verwerkte, met veel succes. Haar
werkwijze geef lk aan u door. Snijd de
restjes zeep in zo klein mogelijke
stukjes en doe dit in een leeg conser
venblik. Doe er zoveel water bij dat
de stukjes bijna onder staan. Zet het
blik op een vlamverdeler op de klein
ste gaspit in de laagste stand. Af en
toe voorzichtig roeren met de steel
van een houten lepel. Pas op dat u
zich niet brandt, want het blik wordt
gloeiend heet. Wanneer het water ver
dampt is en de stukjes zeep zijn nog
niet gesmolten, nog een klein beetje
warm water toevoegen. Als alles, of
bijna alles, gesmolten ls, de inhoud
van het blik (met behulp van de hou
ten lepel) leeggieten op een stuk plas
tic. Na tien minuten is de gesmolten
zeep wel zo ver afgekoeld dat men het
ln het gewenste model kan kneden.
Daarna verder laten afkoelen op het
plastic. Wanneer verschillende kleu
ren gemengd worden, krijgt men een
leuk effect.
Vraag: Ik kreeg ln april een prachtige
plant, een medinilla. HIJ heeft tot juli
gebloeid. Hoe moet lk de plant 's win
ters behandelen? Wanneer moet het
verpotten gebeuren en hoe moet lk
stekken?
Antwoord: Het ls een wonder dat u
uw medinilla (genoemd naar José de
Medinilla, die rond 1820 gouverneur
van de Marianen, destijds een Spaan
se kolonie, was) in de kamer in bloei
hebt kunnen krijgen. Dit lukt maar
heel zelden. De plant wordt meestal
in een warme kas gekweekt. Gedu
rende de winter, van november tot
februari, heeft de plant een rustperio
de nodig. Er moet dan een nachttem-
peratuur van vijftien graden C. aan
gehouden worden. Als dit niet ge
beurt, groeit de plant steeds maar
door en worden er geen bloemknop
pen aangelegd. Zodra de knoppen te
zien zijn, weer wat meer water geven
en iets warmer zetten. Het verpotten
moet ln het voorjaar gebeuren. Tij
dens het verpotten kunt u de plant
wat terugsnijden. De scheuten die
dan ter beschikking komen, kunnen
als stekjes worden gebruikt. De grote
onderste bladeren worden van de
kopstekjes afgehaald. Vlak daaron
der wordt de tak doorgesneden. Op
de wond komt wat groei poeder ofte
wel bewortelingshormoon. Bodem-
warmte dertig tot vijfendertig graden
C. Glas erover. Ala u geluk hebt, zijn
er na vijf weken wortels.
Brillen. Hier komen nog een paar
adressen waar men zijn oude brillen
naartoe kan zenden. Mevrouw M. van
Wensveen-Abbema, NIJenbeeksepad
7, 7213 DS Gorssel. Deze brillen wor
den verzonden naar Zuld-Afrika en
zijn bestemd voor het kleurlingen-
dorp Eerste Rust. Pastoor Drost,
Goede Herderkerk, Van Boshuizen-
straat hoek Van Leyenberghlaan,
Buitenveldert ln Amsterdam, zamelt
brillen in ten behoeve van het zen
dingswerk in Brazilië.
Vraag: Wanneer men zijn lichaam na
overlijden ter beschikking stelt van
de wetenschap, behoeft men dan
geen begrafenisverzekering af te
sluiten?
Antwoord: Wanneer men besluit zijn
lichaam na overlijden aan de weten
schap af te staan, dan dient hiervoor
tijdens het leven een overeenkomst
te worden afgesloten met het Anato
misch Instituut van de medische fa
culteit van een der universiteiten. De
ze zijn gevestigd te Amsterdam, Lei
den, Utrecht, Groningen. Nijmegen,
Rotterdam en Maastricht. De beno
digde papieren voor het afsluiten van
een overeenkomst zi.'i verkrijgbaar
bij de universiteiten (niet bij het Ne
derlandse Rode Kruis). In zo'n over
eenkomst zou dan duidelijk moeten
staan dat wanneer de wetenschap
geen gebruik maakt van het stoffelijk
overschot, de begrafenis door hen be
taald wordt. Meestal is echter het
omgekeerde het geval en staat erin
vermeld dat bij een te groot aanbod
het lichaam niet gebruikt wordt en de
begrafenis voor eigen rekening komt.
Het hangt dus van de overeenkomst
af. Vanwege het grote aantal aanmel
dingen in de afgelopen jaren heeft
men momenteel geen behoefte meer
aan het afsluiten van nieuwe overeen
komsten. Wel ls er nog steeds een
groot tekort aan organen en weefsels
voor transplantatie-doeleinden. Wie
hier iets meer van wil weten, kan bij
het Nederlandse Rode Kruis een fol
der aanvragen (met Ingedrukt donor
codicil) en de brochure „Geven na
leven doet leven".
Vraag: Wij hebben een munt waarop
op de ene zijde staat: Overijssel 1767,
op de andere zijde een staande leeuw
met een kroon erboven. Weet u wat
voor munt dat is? Heeft hij enige
waarde?
Antwoord: Het is een koperen duit,
gewicht 3.84 gram. Voorzijde: wapen
van Overijssel met kroon en de woor
den Vlgilate et Orate (waakt en bidt).
Keerzijde: het woord Overijssel. Jaar
tal en muntmeesterteken (arend) tus
sen de rozetten. De muntcatalogus
geeft een waarde aan van veertig gul
den voor de zeer goede exemplaren
tot 7,50 gld. voor de munten die vaker
in omloop geweest en minder van
kwaliteit zijn.