fachters van het Heilig Graf HET ONZE Allemaal haren hunnikessen vieren vijfhonderdste verjaardag )AG 29 SEPTEMBER 1980 VARIA TROUW/KWARTET PR 9 H 11 door Edith Itzleb red Lammers EGEN-MAARSSEN gelijking met de vijftien ■n, waarop de Benedtc- dit jaar terugzien is het een bescheiden jubi- Toch vinden de „Ka llessen van het Heilig In de Lage Landen" het te moeite waard om het iderd jaar bestaan te liken. Zaterdag is de vie- jegonnen met een bij- mst in de Emmaus Prio- het Utrechtse Maarssen, lij kardinaal Wiile- regast was. Zondag 5 er schenken de zusters iet Casa Nova klooster Heilig Land Stichting, jbels museum bij Nij- aandacht aan deze idere verjaardag. ehiedenis van de Jubilerende rorde gaat verder terug dan len in het Belgische Kinrooi de niteit van „Kanunnikessen t Heilig Graf' werd gesticht, aruit tal van nieuwe kloosters tstaan. Godfried van Bouillon man die aan de wieg van de tond. Na de verovering van em in 1099 trok hij een groep it aan om de bewaking van de plaatsen over te nemen van de Broederschap. Arnulfus. de patriarch van Jeruzalem, itte deze kanunniken in 1114 tl van Augustinus als leef- an te nemen en als een kloos- inschap verder te gaan iutus de Tweede erkende de de „Wachters van het Heilig n 1122. Nadat de Turken Jeru- hadden heroverd werd Acco werk van de orde. Later week mar Cyprus en Italië. Vandaar idde deze zich over oost- en iropa. ook in de Nederlanden in de late middeleeuwen dat burg, Brabant en het bisdom verse kloosters tot stand kwa- hoofdzakelijk mannenkloos- kanunniken hebben het ein- Franse Revolutie laten afwe- k an unnikessen wisten zich na lode van terugslag te herstel- nds 1928 werken zij weer in ind, eerst vanuit het Belgische it, later ook vanuit Duits- ar nu al weer tientallen Jaren itandige communiteiten. Nova met Pasen 1936 dat een acht era uit Baden-Baden naar de Land Stichting" trok om er (lgrimshuis „Casa Nova" van elglsche collega's over te ne- Het was een voorzorgsmaatre de fakkel van onze orde verder en. We zagen duidelijk aanko- at wij het in Hitler-Duitsland ng meer vol zouden kunnen Het werken daar. vooral bij lerwijs, werd ons steeds moei- ;emaakt," vertelt de 74-jarige Elisabeth, sinds de 87-Jarige le naar een verpleegtehuis is met de 80-jarige Brigitta de an het eerste uur, die nog in (ova woont en werkt. „Ons laar Nederland was in zekere moeilijke opdracht. Het was huls en we kenden hier nie- maar we zijn met vreugde ver- n ook omdat de plek ons zo ak. vlak bij dat Bijbels mu- We wisten best dat het Israël agemaakt is, maar toch had- in 1936 het gevoel dat we naar oofde land gingen, hoe onge- toekomst ook was. We moch- halve de meest noodzakelijke tien Duitse Mark per persoon men." le handen uit de mouwen te de kanunnikessen zijn zo- ichouwend als actief wisten flers Casa Nova tot bloei te n. In 1939 werd het al een zelf- klooster. Op het ogenblik telt kloostergemeenschap zes zus- nog steeds van aanpakken De zes zusters die de kloostergemeenschap op de Heilig Land Stichting vormen. Van links naar rechts: Christina, Michaela, Elisabeth, Annerie (net ingetreden en daarom nog niet in habijt), Rafaela en Brigitta. (foto: Ben baukd weten. Als de omstandigheden dat vragen worden de bakens verzet. Een frappant voorbeeld daarvan is dat zuster Elisabeth samen met zuster Michaela, de sub priorin, die de dage lijkse leiding in Nijmegen heeft, een coupeuze-opleiding is gaan volgen om de bevoegdheid te krijgen les te mogen geven. Honderden vrouwen uit de omgeving van het klooster heb ben er de vruchten van geplukt. De zusters ging het er om een entree bij de mensen te krijgen. Tegenwoordig richt Casa Nova zich vooral op het ontvangen van gasten. Per jaar zijn er zo'n zesduizend overnachtingen. „Wat de mensen bij ons zoeken is rust en gezelschap van anderen met wie ze kunnen praten of dat nu zusters zijn of medegasten. We krijgen hier aller lei soorten mensen: veel alleenstaan den. ouderen vooral, maar ook jonge ren. Vaak zijn het mensen die met zichzelf of met het leven in de knoop zitten." Geen hotel Voor hen beschikbaar te zijn zien de zusters, aldus Michaela, als hun grootste opdracht. Ze voegt er haas tig aan toe „Maar we zijn beslist geen hotel. Het gaat dieper, al vragen we de mensen nooit waarom ze naar ons toe komen. Gesprekken gaan in de regel ook niet van ons uit. We willen ons niet opdringen." Zuster Elisabeth knikt: „Ja dat is zo, maar ergens beschouwen we de mensen, die we hier ontvangen toch als onze kin deren." Belangrijk voor de zusters is de band met het heilig graf, die in de naam van de orde nog steeds wordt onder streept. „Daar is het allemaal mee begonnen. Vandaar dat wij ons hier in deze omgeving zo thuis voelen al is de werkelijkheid toch anders." Dat heeft zuster Elisabeth twee jaar gele den gemerkt toen zij bij haar gouden kloosterjubileum een reis naar Israël kreeg aangeboden. „Het was de ver vulling van een levenswens. Ik heb in Jeruzalem de heilige plaatsen van A tot Z bestudeerd. Wat me vooral zo trof is dat daar altijd weer nieuwe mensen komen om te bidden. Je ziet dan dat de zaak van God doorgaat. Het heeft mijn zijn in het klooster verdiept, vooral het deel uitmaken van deze orde, de wetenschap dat op het graf de verrijzenis is gevolgd en dat was destijds in Jeruzalem is ge beurd doorwerkt tot op de dag van vandaag. Christus leeft! Die bood schap door te geven aan de mensen, vooral aan de Jongeren, is iets heel concreets voor een kloosterorde." De laatste tijd treden de Kanunni kessen van het Heilig Graf gezamen lijk op in een samenwerkingsverband waarbij de kloosters van Turnhout. Bilzen en Male (alledrie in België), New-Hall (Engeland), Zaragosa (Spanje) en Nijmegen en Maarssen zijn aangesloten. Het klooster St. Odielienberg bij Roermond stelt deze samenwerking niet op prijs. De ka nunnikessen daar gaan hun eigen Vormingscentrum De 25 zusters die de Emmaus Priorij in Maarssen vorm geven richten zich ook sterk op de buitenwereld. Ze heb ben een vormingscentrum „Doorn- burgh", waar zij zelf maar ook ande ren regelmatig bijeenkomsten orga niseren. dwars door de kerkmuren heen. Daarnaast is er sinds kort op het terrein van het klooster de oplei ding tot medisch secretaresse, een stuk vormingswerk dat in de plaats is gekomen van de opleiding tot dokter sassistente. waar de zusters zich een kwarteeuw mee hebben belast „We hebben dat gedaan in een tijd dat er op dat terrein nauwelijks opleidingen bestonden. We kunnen rustig zeggen dat wij het beroep van doktersassis tente inhoud hebben gegeven. Nu er diverse officiële opleidingen op dat gebied zijn hebben wij iets nieuws aangepakt," aldus Hildegard Schof- felmeer (56) sinds anderhalf Jaar prio ri in Maarssen. Het pionieren ligt de zuster in Maars sen. Daarvan getuigt ook de bloelen de vestiging in Brazilië, waar zeven leden van de Emmaus-communltelt uit het niets een werk hebben opge bouwd dat alom respect afdwingt. Het in ook weer neer op vorming van de bevolking. Terwijl Hildergard haar betoog met armgebaren kracht bijzet zegt ze: „Wat hier gebeurt is geen besloten iets. Wij zitten hier om beweging naar buiten te krijgen. Als communiteit voelen we ons geroepen een aantal vitale waarden uit te dragen. We wil len een levend stukje kerk zijn, een spiegel van wat de kerk inn het groot predikt, het begrip gemeenschap handen en voeten geven, de buiten wereld laten zien hoe mensen in het leven van alledag één kunnen zijn in Christus. Wij hebben dat gedaan door hier een oord van vrede op te richten, waarbij onze kloostergeloften van ar moede, in de zin van soberheid en het delen van bezittingen een grote rol spelen. Het komt er op aan elkaar niet in de kou te laten staan, elkaar de ruimte te geven die ieder nodig heeft. Dat is duidelijk het model waar we hier in Maarssen vanuit gaan." Daar komt volgens zuster Hildegard nog een extra dimensie bij. „Dat is het verkondigd element. We hebben een boodschap door te geven en dat is: hoop en leven! En dat vanuit de verrijzenis-gedachte. Anders zou on ze orde, genoemd naar het graf van Jezus, maar een sombere zaak zijn." De kanunnikessen in Maarssen kun nen hun eigen bootjes prima doppen. „Eigenlijk zijn we heel emanciperend bezig, een woord dat wij echter wei nig gebruiken. Er wordt tegenwoor dig zoveel nadruk gelegd op vrouwe- nemanciaptie maar in wezen zijn wij al lang geëmancipeerd. Er is in de wereld zoveel te emanciperen. Vrou wenemancipatie is daarvan slechts één moment, zoals het priesterschap van de vrouw ook een moment is Zuster Hildegard maakt er geen ge heim van dat zij het zou toejuichen als in de rooms katholieke kerk ook vrouwen tot priester gewijd zouden kunnen worden. „Het is maar een domme geschiedenis, dat wij in onze communiteit van alles mogen, maar niet de mis opdragen. Dat zou toch mogelijk moeten zijn. Maar wij gaan er niet voor de barricaden op hoewel dat heel aantrekkelijk kan zijn, even als het je terugtrekken in eenzaam heid. Dat zijn twee grote bekoringen in ons leven als kloosterzuster. We moeten onszelf echter niet overschat ten. Zouden wij als kleine groep actie moeten gaan voeren voor het pries terschap terwijl die zaak op hoog niveau al veel aandacht krijgt? We moeten onze grenzen kennen en met ons vijf en twintigen niet alles willen verhapstukken." Solidariteit Zuster Hildegard wacht even en ver volgt dan, terwijl ze me strak aan kijkt: „Het woord promoveren is even interessant als het begrip emancipe ren. Het gaat er in de wereld om samen een rijk van vrede en gerech tigheid op te bouwen. Ieder mens moet zich afvragen op welke manier. De invalshoek voor ons is vooral het gemeenschap zijn, door Jezus Chris tus geïnspireerd. Daarbij komt het aan op solidariteit tot op je huid, waarbij je niet moet vergeten naar buiten te kijken. Wat mij in deze kloostergemeenschap zo aantrekt is dat wij gestalte proberen te geven aan het kerk zijn zonder grenzen. Dat draagt en drijft me." Voor ik vertrek geeft zuster Hilde gard me een opzet mee voor een nieu we folder van de orde. Als ik er thuis gekomen wat in blader valt een uit spraak van Augustinus op: „Eenge- zind- in de ene Heer op weg naar dezelfde Vader." Je zou het de wapen spreuk van de Kanunnikessen van het Heilig Graf kunnen noemen. Bont zal wel nooit uit de mode raken, maar het is wel een geruststellend idee. dat we in 1980 eindelijk kunnen zeggen dat voor een bontjas geen diersoort meer uitge roeid wordt. Haren zijn al sinds eeuwen het sieraad van de vrouw. Als eeuwen geleden een vrouw op het idee gekomen was om haar haren te laten afknippen, dan was dit toen een onmogelijke zaak. Maar het was niet alleen eeuwen geleden zo. Nee, zo'n veertig- of zestig jaar geleden was het nog steeds ondenkbaar dat een vrouw met een kort geknipt kopje rondliep. Toch waren er altijd en ze zijn er nu nog voorvecht sters geweest wat de mode betreft. Jeanne D'Arc, die in het begin van de vijftiende eeuw leefde was er zo een. Ze deed het niet uit sympathie voor de mode, maar uit praktische overwegingen. Ze liet haar haren zó kort knippen, dat er alleen maar een rattekopje overbleef. Ze wilde een vrouw zijn maar ze deed mannenwerk. Daarom droeg ze korte haren, want lange haren zouden een handicap geweest zijn. Alexandre „Wie de Jeugd heeft, heeft de toekomst." Deze al overbe kende woorden zei de Parijse modekunstenaar op haar- gebied. de grote Alexandre. Zijn achternaam is onbe kend. Maar die achternaam doet ct tegenwoordig niet zoveel toe. Het wordt steeds meer mode dat je alleen met je voornaam leeft Zeker als je beroemd bent op een of ander gebied. Nog een uitspraak van de wereldberoemde Alexandre: „Een hedendaagse vrouw verwacht van haar kapper dat hij rekening zal houden met haar wensen. Geen moeilijke en Ingewikkelde kapsels meer voor deze vrouw, maar eenvoudige coupes die ze thuis zelf gemak kelijk kan onderhouden. De accenten liggen tegenwoor dig op het model en de haarkleur." Alexandre is altijd bezig met het ontwerpen van nieuwe kapsels. „Het lance ren van een bepaalde haarlijn als opgelegd voorbeeld is uit de tijd. Iedere vrouw is anders. Een goede kapper helpt haar bij het zoeken naar een persoonlijke stiJL" Alexandre was in Nederland om zijn Jonge Nederlandse kapperscollega's enkele van zijn geheimen prijs te geven. Alexandre vertelt met smaak dat hij nu 58 Jaar oud is. IJdelheid en Jokken over zijn leeftijd is hem vreemd. Integendeel, hij gaat er prat op dat hij die leeftijd fit en wel haalde. Graag wil hij jonge kappers wegwijs maken in de haarmode, die wel heel anders is dan in zijn begintijd. Alexandre kapt onder andere de hertogin van Windsor, Sophia Loren, Elisabeth Taylor, prinses Gracia, Romy Schneider en nog vele andere beroemdheden. Vele jaren van hard werken zijn hier echter aan vooraf gegaan. Bij de vele veranderingen die op het gebied van onze haren hebben plaatsgevonden, speelt de emancipatie van de vrouw een grote rol. Alexandre is altijd bezig met het ontwerpen van nieuwe kapsels. Hij doet dit zoals een modeontwerpster het doet: eerst tekent hij een bepaald kapsel, dan probeert hij het op een model en beoordeelt zelf zijn werk zeer kritisch. Alexandre wil zijn kapkunst niet veilig opbergen ir. een safe. Hij denkt niet dat die kunst alléén van hem is, maar hij wil zijn kunnen, alles wat hij met moeite geleerd heeft, overdragen aan Jonge ren, die daarmee misschien hun voordeel kunnen doen. Pijn van Alexandre, zou ik zo zeggen Bont Tot zover gaat dit artikel over onze eigen hoofdharen. Maar ook dieren hebben haren en die haren hebben ze erg nodig om in leven te blijven. Die dierenharen of dat velletje, is bij ons vrouwen zeer geliefd, in de vorm van een bontjas. Het Bontmode-Instituut te Amsterdam vertelt een en ander over de bontmode van 1980-81. Omdat er veel namaakbont in de mode is wordt echt bont (net als echte wol) nu van een label vooralen. In een folder wordt men voorgelicht over het kopen van bont en over bont in het algemeen. Veel mensen die bont willen kopen vragen zich af of ze daar wel goed aan doen. Moet je bedreigde diersoorten opofferen aan een bontrage? Nee, de folder stelt duidelijk: „De bonafide Nederlandse bonthandel heeft in 1971 in internationaal overleg afgezien van het verhandelen of verwerken van huiden van bedreigde diersoorten. De handel in een aantal bontsoorten is strikt verboden. In 1974 zag de Nederlandse bonthandel vrijwil lig af van de handel in vellen van 'kwetsbare diersoorten'. Maar hoe zit dat dan als we een bontjas willen kopen? De Nederlandse Vereniging voor Bontpromotion is het overkoepelende orgaan voor pelsdlerfokkers, bontindus trie en detailhandel in bont Deze vereniging wil het dragen van bont bevorderen. Maar dan alleen van spe ciaal gefokt bont. De dieren die hiervoor het leven moeten laten hebben echter een goed leven gehad (al is dit leven maar kort). Wordt zo'n beest niet goed verzorgd dan geeft het ook geen mooi bont DusHet klassieke bont krijgt (door verven) steeds meer kleur. Nerts, persla- ner of breitschwanz zijn door dit kleurenprocédé dan ook veel meer geschikt voor jongeren. Vaak wordt bij zo'n bontjas de binnenzijde als suéde verwerkt. Maar het bont kan ook 'van binnen' gedragen worden. Popün, nappa, zijde of nylon zijn dan de buitenkant. Langharig bont is nog steeds erg in de mode. Vooral vossenbont. Ook wolf is een veel gevraagde bontsoort. Haren op het hoofd Haren op het lijf test de krant altijd en overal, iedereen leest de krant altijd en overal, iedereen leest de kra Onder redactie van Heieen van Batenburg Vragen uitsluitend In envelop en dus niet per briefkaart sturen aen postbus 91463, 2509 EB Den Haag. Per vraag twee postzegels van 60 cent bijvoegen. Beslist niet aan de buitan- kant opplakken. Geheimhouding is verzekerd. I: Maarten Luther werd met un afgebeeld naar aanleiding n voorspelling van Johannes >eze martelaar, die in 1415 als tot de brandstapel veroordeeld ou in zijn stervensuur gezegd „dat men nu wel een gans kon hden (husa is het Tsjechische voor gans) maar dat na hem ban zou opstaan die men niet rbranden. Die zwaan zou 6 jaar later Luther zijn. Er is Bt bekend uit 1562 waarin dit wordt. Deze tekst is te vinden irhaftige Bildnisse etücher ge- Manner van Joh. Agricola en Jhr bratt ein Ganss, und das it/ Ueber hundert Jahr, nehmt aar/ Wird kommen ein schnee-t Schwarv Den werdet ihr un to lan." Vrij vertaald: Jullie nu wel een gans, maar let op, ttnderd jaar komt er een witte die jullie niet zullen braden. robooi van de zwaan is nog ®P de toren van Lutherse ker- vinden. Hoe ziet nu eigenlijk de vlag lid-Holland eruit? Ik zag hem afgebeeld staan met als hoofd- >t een leeuw. Later zag ik hem 1 «ticker met alleen maar drie Koel-rood-geel. Is dit de officië- Komt er geen leeuw meer aan Hoe komt het dat zo'n grote provincie als Zuid-Holland zo'n sim pele, nietszeggende vlag heeft? Antwoord: De Zuidhollandse vlag heeft drie horizontale banen geel rood-geel, in de verhouding 3:2. Dit is een besluit van de Staten van Zuid- Holland d.d. 22 Januari 1948. Deze vlag is maar een magere afspiegeling van de vlag, eertijds door „Holland" geïntroduceerd bij de Republiek der Zeven Provinciën. De fiere rode leeuw op het gele veld werd danig geredu ceerd. In de statenvergadering Is aan- vankeljk nogal veel bezwaar gemaakt tegen dit ontwerp. Men vreesde asso ciatie met de Spaanse vlag (geel met rode randen). Ontwerpen welke meer dere banen vertoonden (zes tot zelfs veertien toe) konden evenmin bijval oogsten. De doorslag voor het aan vaarden van deze simpele vlag heeft echter toch vooral het feit gegeven dat iedereen hem zelf kan maken. Hoe dan ook, Zuid-Holland heeft ze ker wel een feestelijke vlag. waartoe de kleuren van het provinciewapen de mogelijkheid verschaften. Vraag: Vroeger (in de negentiende eeuw) werd er op grote schaal vanuit Duitsland suiker gesmokkeld. Deze suiker werd vervoerd in suikerbro den. Hoe zag zo'n suikerbrood eruit en hoe zwaar woog het? Antwoord: een suikerbrood was een kegel van geraffineerde suiker met afgeronde top en veelal ter hoogte van een halve meter. Vroeger kwam de witte suiker in de vorm van suiker broden in de handel. Het gewicht van zo'n suikerbrood was doorgaans één of twee kilogram. Vraag: Hoe maak lk weer nieuwe stukjes toiletzeep van mijn oude rest jes? Het heeft meen ik vroeger wei eens in de rubriek gestaan, maar ik weet niet meer hoe het precies in zijn werk gaat Antwoord: Ongetwijfeld heeft me vrouw Wentink al verschillende ma len „het recept" gegeven. BIJ mij is de vraag nog nooit binnengekomen. Wel kreeg ik een poos geleden van een lezeres een brief waarin ze vertelde hoe zij altijd haar oude zeeprestjes verwerkte, met veel succes. Haar werkwijze geef lk aan u door. Snijd de restjes zeep in zo klein mogelijke stukjes en doe dit in een leeg conser venblik. Doe er zoveel water bij dat de stukjes bijna onder staan. Zet het blik op een vlamverdeler op de klein ste gaspit in de laagste stand. Af en toe voorzichtig roeren met de steel van een houten lepel. Pas op dat u zich niet brandt, want het blik wordt gloeiend heet. Wanneer het water ver dampt is en de stukjes zeep zijn nog niet gesmolten, nog een klein beetje warm water toevoegen. Als alles, of bijna alles, gesmolten ls, de inhoud van het blik (met behulp van de hou ten lepel) leeggieten op een stuk plas tic. Na tien minuten is de gesmolten zeep wel zo ver afgekoeld dat men het ln het gewenste model kan kneden. Daarna verder laten afkoelen op het plastic. Wanneer verschillende kleu ren gemengd worden, krijgt men een leuk effect. Vraag: Ik kreeg ln april een prachtige plant, een medinilla. HIJ heeft tot juli gebloeid. Hoe moet lk de plant 's win ters behandelen? Wanneer moet het verpotten gebeuren en hoe moet lk stekken? Antwoord: Het ls een wonder dat u uw medinilla (genoemd naar José de Medinilla, die rond 1820 gouverneur van de Marianen, destijds een Spaan se kolonie, was) in de kamer in bloei hebt kunnen krijgen. Dit lukt maar heel zelden. De plant wordt meestal in een warme kas gekweekt. Gedu rende de winter, van november tot februari, heeft de plant een rustperio de nodig. Er moet dan een nachttem- peratuur van vijftien graden C. aan gehouden worden. Als dit niet ge beurt, groeit de plant steeds maar door en worden er geen bloemknop pen aangelegd. Zodra de knoppen te zien zijn, weer wat meer water geven en iets warmer zetten. Het verpotten moet ln het voorjaar gebeuren. Tij dens het verpotten kunt u de plant wat terugsnijden. De scheuten die dan ter beschikking komen, kunnen als stekjes worden gebruikt. De grote onderste bladeren worden van de kopstekjes afgehaald. Vlak daaron der wordt de tak doorgesneden. Op de wond komt wat groei poeder ofte wel bewortelingshormoon. Bodem- warmte dertig tot vijfendertig graden C. Glas erover. Ala u geluk hebt, zijn er na vijf weken wortels. Brillen. Hier komen nog een paar adressen waar men zijn oude brillen naartoe kan zenden. Mevrouw M. van Wensveen-Abbema, NIJenbeeksepad 7, 7213 DS Gorssel. Deze brillen wor den verzonden naar Zuld-Afrika en zijn bestemd voor het kleurlingen- dorp Eerste Rust. Pastoor Drost, Goede Herderkerk, Van Boshuizen- straat hoek Van Leyenberghlaan, Buitenveldert ln Amsterdam, zamelt brillen in ten behoeve van het zen dingswerk in Brazilië. Vraag: Wanneer men zijn lichaam na overlijden ter beschikking stelt van de wetenschap, behoeft men dan geen begrafenisverzekering af te sluiten? Antwoord: Wanneer men besluit zijn lichaam na overlijden aan de weten schap af te staan, dan dient hiervoor tijdens het leven een overeenkomst te worden afgesloten met het Anato misch Instituut van de medische fa culteit van een der universiteiten. De ze zijn gevestigd te Amsterdam, Lei den, Utrecht, Groningen. Nijmegen, Rotterdam en Maastricht. De beno digde papieren voor het afsluiten van een overeenkomst zi.'i verkrijgbaar bij de universiteiten (niet bij het Ne derlandse Rode Kruis). In zo'n over eenkomst zou dan duidelijk moeten staan dat wanneer de wetenschap geen gebruik maakt van het stoffelijk overschot, de begrafenis door hen be taald wordt. Meestal is echter het omgekeerde het geval en staat erin vermeld dat bij een te groot aanbod het lichaam niet gebruikt wordt en de begrafenis voor eigen rekening komt. Het hangt dus van de overeenkomst af. Vanwege het grote aantal aanmel dingen in de afgelopen jaren heeft men momenteel geen behoefte meer aan het afsluiten van nieuwe overeen komsten. Wel ls er nog steeds een groot tekort aan organen en weefsels voor transplantatie-doeleinden. Wie hier iets meer van wil weten, kan bij het Nederlandse Rode Kruis een fol der aanvragen (met Ingedrukt donor codicil) en de brochure „Geven na leven doet leven". Vraag: Wij hebben een munt waarop op de ene zijde staat: Overijssel 1767, op de andere zijde een staande leeuw met een kroon erboven. Weet u wat voor munt dat is? Heeft hij enige waarde? Antwoord: Het is een koperen duit, gewicht 3.84 gram. Voorzijde: wapen van Overijssel met kroon en de woor den Vlgilate et Orate (waakt en bidt). Keerzijde: het woord Overijssel. Jaar tal en muntmeesterteken (arend) tus sen de rozetten. De muntcatalogus geeft een waarde aan van veertig gul den voor de zeer goede exemplaren tot 7,50 gld. voor de munten die vaker in omloop geweest en minder van kwaliteit zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 11