Burnham verziekt
zijn linkse paradijs
Britten slikken
Thatchers bittere pil
V
TERDAG 6 SEPTEMBER 1980
BUITENLAND!
De Britten, de Amerikanen, de Russen, de Cubanen en de
inwoners van Guyana zelf, allemaal hebben ze redenen gehad
om premier Linden Forbes Burnham beurtelings in de armen
te sluiten of met groot wantrouwen te bejegenen. De stand op
dit moment in Suriname's buurland: achterdocht jegens de
socialistische en anti-imperialistisohe leider van de Coöpera
tieve Republiek Guyana bij Cubanen en Russen, angst en
vreze bij meer dan de helft van de Guyanezen voor Bumhams
TROUW/KWARTET
speciale troepen die „de criminaliteit" hardhandig de kop
mogen indrukken en een duistere toenadering tot de grote
broer in het noorden.
door Wim Jansen
Guyana moet een paradijs zijn
voor linkse mensen. Alle grote
politieke partijen zijn er links,
premier Forbes Burnham heet
voor iedereen gewoon kameraad
en het land siert zich met de
naam „Coöperatieve Republiek
Guyana". Zelfs de oppositie is er
uitgesproken socialistisch. Wat
kan een progressieve verdediger
van een rechtvaardige maat
schappij zich nog meer wensen
onder tropische zon?
Duidelijkheid. Want daar ontbreekt het
aan in dit buurland van Suriname. Ver
schillende groeperingen trekken de zui
verheid van elkanders socialisme in twij
fel. Het hardst twijfelt de regering aan de
integriteit van de oppositie. Letterlijk het
hardst: politieke vervolging en zelfs bom
aanslagen tegen oppositiegroeperingen
vormen het bewijs van die twijfel. Drie
voormannen van de jonge socialistische
partij PWA zijn in minder dan "een jaar
vermoord en de regering werkt het onder
zoek naar de daders alleen maar tegen.
Sinds de onafhankelijkheid van Groot-
Brittannië in 1966 heeft Guyana maar één
premier gekend: Linden Forbes Burnham,
de man met de vele gezichten. Hij genoot
in 1966 de voorkeur van de Engelsen, die
hem aan de macht wisten te helpen door
het kiesstelsel te veranderen. Daarmee
was het gevaar geweken dat Cheddi Jagan
van de op Moskou gerichte Progressieve
Volkspartij (PPP) het land in de armen
van het Oostblok zou drijven. Jagan wist
zich verzekerd van de steun van het uit
Azië afkomstige deel van de bevolking,
ongeveer de helft van de miljoen Guya
nezen.
Eigenwaarde
Burnham, die hoofdzakelijk steunt op de
ongeveer dertig procent creolen, joeg de
Britten en ook de Amerikanen echter de
stuipen op het lijf door in 1970 de „Coöpe
ratieve Republiek Guyana" uit te roepen.
Een aantal buitenlandse bedrijven, waar
onder de bauxie tindus trie, viel ten prooi
aan nationalisaties. Burnham wist de be
volking een gevoel van eigenwaarde bij te
brengen en enthousiast te maken voor de
opbouw van een nationale industrie. En
als er nog twijfel bestond over de koers
van het nieuwe Guyana, dan bracht het
buitenlandse beleid wel duidelijkheid: de
premier wierp zich op als voorman in de
beweging van niet-gebonden landen en
zocht toenadering tot de Sowjet-Unie eh
Cuba. Hij heeft zelfs eens gevraagd toe te
mogen treden tot de Comecon, de Oost-
europese tegenhanger van de Europese
Gemeenschap. Zo ver is het echter nooit
gekomen.
i'N'- v
Even leek het er op dat Burnhams politie
ke tegenstander Cheddi Jagan zich met
hem zou verbroederen, om gezamelljk de
weg naar het communisme te bewande
len. Hij kwam echter bedrogen uit. Burn
ham had intussen zijn positie en die van
zijn goed georganiseerd Nationaal Volks
congres (PNC) zó verstevigd, dat hij het
verder wel zonder Jagan kon. Hij vergat
echter dat Jagans aanhang, de Aziaten
met hun vele kleine bedrijfjes, van groot
belang was voor de economie. Tegenover
de weggevallen Amerikaanse steun stond
onvoldoende hulp uit andere landen. De
teruglopende economie veroorzaakte een
stijging van de werkloosheid. Een deel
van de werklozen trok als gastarbeider
naar Suriname, de overigen bleken meer
en meer hun toevlucht te zoeken tot het
geweld.
Hard
Het leek wel alsof de premier hierop had
zitten wachten. Hij vormde speciale troe
pen om de criminaliteit hard aan te pak
ken. Daarmee had hij gelijk een instru
ment om zijn politieke tegenstanders be
ter te bestrijden. Onder het mom van
„Nationale veiligheid" liet hij zo een aan
tal leden van de Arbeidersalliantie (WPA),
een nieuwe partij die niet raciaal gebon
den is. achter de tralies zetten. De snelle
groei van deze partij, die goed overweg
kan met de PPP van Jagan, vormt de
grootste bedreiging van Burnhams posi
tie. Aangekondigde verkiezingen zijn al
twee keer verschoven en ook nu is het nog
niet zeker dat dié in oktober door zullen
gaan.
De WPA beschuldigt Burnham van fraude
bij het referendum van 1978. De premier
werd toen gemachtigd zelf een nieuwe
grondwet op te stellen, zonder die aan het
volk te hoeven voorleggen. Deze nieuwe
grondwet, die nu op elk moment in wer
king kan worden gesteld, maakt Burnham
president voor onbepaalde tijd, met veel
bevoegdheden. Dit keer zijn het de linkse
staatjes in het Caribisch gebied, waaron
der Cuba, die zich af beginnen te vragen of
ze wel op het goede paard hebben gewed.
Moord—
De druppel die de emmer voor Burnhams
vrienden uiteindelijk deed overlopen was
de moord op Walter Rodney, de leider en
medeoprichter van de WPA. Zijn auto
explodeerde ruim twee maanden geleden,
kort nadat hij van een technicus een wal
kie-talkie had gekregen. Volgens de rege
ring was Rodney het slachtoffer van zijn
eigen misdadige brein, omdat een door
hem zelf gemaakte bom voortijdig explo
deerde. Een katholiek dagblad in de
hoofdstad Georgetown kwam er echter
achter dat de man die Rodney de walkie-
talkie had overhandigd, geen gewone
technicus was maar een explosievendes-
kundige van het leger.
De regering deed niets om de hierdoor op
haar geladen verdenking weg te nemen. In
plaats daarvan legde ze het Caribische
Nieuwsagentschap, dat over de toedracht
van de aanslag had bericht, aan banden
en werd zelfs de Britse BBC voor een dag
uit de ether gedrukt om het nieuws zo veel
mogelijk binnenskamers te houden.
Op 23 juni bleek dat die hoop ijdel was.
Meer dan dertigduizend mensen maakten
van de begrafenis van Rodney een grote
demonstratie tegen de regering van Burn
ham. De vriendschap met de linkse
buurtgenoten bleek verspeeld Cuba haal
de fel uit naar de Guyanese regering en
verlangt nu een onderzoek naar de ware
toedracht van de moord. De premier van
het socialistische Grenada, Maurice Bis
hop, sprak al van CIA-praktijken, een
ongehoorde beschuldiging aan het adres
van een regering die zich „socialistisch en
anti-imperialistisch" noemt.
En daarmee komt het volgende gezicht
van Burnham weer naar boven: de Guya
nese president wordt er nu van beschul
digd met de Amerikanen te heulen. Zo
gaat dat in het Caribisch gebied. De ene
dag noemen ze je een vriend, de andere
dag ben je slecht en dan meteen goed
slecht. Toch zijn er dit keer wel aanwijzin
gen dat Guyana inderdaad lonkt naar de
Verenigde Staten. Zo ging Burnham een
maand na de aanslag akkoord met een
stringent bezuinigingsplan in ruil voor een
lening van meer dan tweehonderd miljoen
gulden van het Internationaal Monetair
Fonds en de Wereldbank. Een lening, die
het linkse Jamaica onder dezelfde voor
waarden niet kon krijgen.
En dan is er nog een obscure Amerikaanse
godsdienstige sekte, die Burnham de hel
pende hand reikt. De groep noemt zich
House of Israël en telt ongeveer negendui
zend leden.
De leider van de sekte, de vijfender-
tigjarige Emanuel Washington, is ge
vlucht uit de Verenigde Staten waar hij na
een zaak wegens chantage op borgtocht
was vrijgelaten. Hij gaat er prat op dat
zijn volgelingen er in zijn geslaagd met
geweld een staking te breken in de rietsui
kervelden, twee Jaar geleden. Hij zegt dit
vrijwillig te doen, op verzoek van het
ministerie van ontwikkeling, dat zijn sek
te ook bij kleinere stakingen en politieke
onrust zou hebben ingezet. Hij noemt zich
de god van de zwarte Joden. Twijfelaars
aan deze theorie zendt hij heen met de
opdracht: „Als ik God niet ben, vraag dan
je eigen God maar te bewijzen dat hij het
is." Zijn volgelingen bestaan uit arme
zwarten, die hem Rabbi Washington noe
men en leren dat christenen en blanken
hun aartsvijanden zijn.
Rabbi Washington vindt het een normale
zaak dat zijn volgelingen naast stichtelij
ke preken ook een paramilitaire opleiding
krijgen, om „binnen twee jaar" de grote
rassenoorlog in Guyana uit te vechten.
Die opleiding blijkt bovendien goed van
pas te komen bij het uiteenslaan van
tegen de regering gerichte betogingen. Zo
worden aanhangers van House of Israël er
onder meer van beschuldigd vorig Jaar
zomer een Jezuiet op de stoep van een
politiebureau dood te hebben geslagen en
gestoken.
De zwarte rabbi ontkent natuurlijk voor
de PNC van Burnham te werken als een
soort hardhandige ordedienst. Hij zegt
louter op te treden tegen bij voorbeeld
stakers „uit bezorgdheid voor de econo
mie van het land". Feit is echter dat hij
wekelijks gebruik mag maken van de
staatsradio om zijn geloof te prediken, en
dat hij door de staat ongemoeid wordt
gelaten in zijn niet ongevaarlijke religieu
ze praktijken. Zo riep hij tijdens een van
zijn preken op de sekte trouw te blijven
tot in de dood, „Als er een volgeling is die
niet bereid is te sterven, dan kan hij maar
beter uittreden en bij het Leger des Heils
gaan", riep hij zijn gelovigen toe.
People's Temple^——
Dat herinnert pijnlijk aan een andere sek
te, de People's Temple van Jim Jones, die
in Guyana naam heeft gemaakt. Nog geen
twee jaar geleden pleegden meer dan ne
genhonderd aanhangers van Jim Jones
zelfmoord in hun nederzetting in de bin
nenlanden van Guyana, nadat een Ameri
kaans Congreslid zich ter plekke op de
hoogte had gesteld van het onvrijwillige
verblijf daar van een aantal sekteleden.
Burnham haastte zich toen te zeggen dat
dit een puur Amerikaanse aangelegenheid
was. waar hij buiten stond. Later werd
echter bekend dat Jim Jones goede con
tacten onderhield met leden van de Guya
nese regering, die de sekte welwillend in
het land had toegelaten.
Dat er Amerikanen zijn die zich met de
bestrijding van de oppositie in Guyana
bezighouden, blijkt uit een twee weken
geleden ontdekt „Handboek voor herken
ning van de WPA". Het boekje, dat geen
naam van de schrijver vermeldt, geeft in
44 bladzijden namen, adressen, foto's en
maten van leden van de WPA. Zelfs hun
auto's, met nummer en al, staan er in
beschreven. Het meest opvallende was
echter het Amerikaans taalgebruik in een
land waar het degelijke Brits de voertaal
is. Er is niet veel fantasie voor nodig om*
dit boekje te zien als het balboekje van
Burnhams doodseskader. Tenslotte was
Walter Rodney al de derde leider van de
WPA die binnen een Jaar is vermoord.
Letterlijk als een teken
aan de wand heeft het
deze week op het con
gres van de Britse vak
centrale TUC gefun
geerd: het plakaat met
het cijfer 2001208. Niet
het winnende lot uit de
loterij, wel het jongste
Britse werkloosheidscij
fer. Het commentaar
van premier Margareth
Thatcher is even duide
lijk: „Het beleid van de
regering is volkomen
juist."
Groot-Brittannië is aan het
einde van de zomervakantie
hard met de neus op de feiten
gedrukt Niemand, tot en met
het kabinet toe. had verwacht
dat het nu al zover zou zijn.
Dit voorjaar nog had de Ti
mes het voorspeld: in het
voorjaar van 1981 zou de ma
gische grens van twee miljoen
werklozen worden gepas
seerd Het Britse publiek
heeft de schok echter een half
jaar eerder mogen opvangen
Dat woord „schok" is niet
overdreven. Tot nu toe had
den de Britten volgens de opi
niepeilingen de bittere econo
mische drank die zuster Mar
garet hun te slikken gaf
manmoedig verwerkt. Kom,
we willen toch beter worden,
had ze de patiënt, lijdend aan
..de Britse ziekte", toegefluis
terd En blikkend op de toe
komst had hij een nieuwe le
pel geslikt.
De jongste peiling van het bu
reau ORC gedaan na het
bekeftd worden van „2001208"
geeft een heel ander beeld
Thatcher kan wat de patiënt
betreft het drankje door de
gootsteen spoelen. Kende de
populariteit van haar persoon
en beleid onlangs nog geen
grenzen, nu' is twee derde van
de Britten tegen het economi
sche beleid van de regering
En volgens bijna de helft van
de ondervraagden ligt het
juist aan dat beleid dat Groot-
Brittannië nu een werkloos
heidscijfer heeft, zoals dat
sinds het begin van de Jaren
dertig de beruchte „Grote
Depressie" niet meer is be
reikt. Datzelfde publiek wordt
langzaam maar zeker voorbe
reid op het volgende cijfer:
drie miljoen werklozen.
Friedman -»
Toen Thatcher vorig voorjaar
de verkiezingsstrijd voerde
met Labourleider Jim Callag-
han liet zij er geen twijfel over
bestaan. Mochten de Conser
vatieven winnen dan zou ze
een zeer drastisch economisch
plan doorvoeren, met sanerin
gen, bezuinigingen en werk
loosheid. maar met het uitein
delijke doel de Britse econo
mie weer gezond te maken. Ze
bracht haar boodschap met
passie en overtuiging en dat
hielp Thatcher, samen met de
wrevel die de kiezers hadden
overgehouden van een winter
vol arbeidsconflicten.
Thatcher heeft wat haar eco
nomische politiek betreft
woord gehouden. Zo zelfs dat
Groot-Brittannië in het wes
ten de proeftuin is geworden
voor wat „monetaristische po
litiek" wordt genoemd. De
premier had als oppositielei
der al duidelijk gemaakt dat
zij zwoer bij de economische
principes van professor Mil
ton Friedman van de Ameri
kaanse universiteit van Chi
cago. Diens credo kan worden
Harde maatregelen om de economie te sane
ren beloofde Margaret Thatcher bij haar ver
kiezingscampagne, en harde maatregelen
treft zij nu ze in Downingstreet 10 de scepter
zwaait. Twee miljoen werklozen, hele waslijs
ten elke week van bedrijven die sluiten of
afslanken en matiging van de loonseisen om
het leed niet nog groter te maken. Engeland
zet de tering naar de nering.
door Bert van Panhuis
samengevat met de stelling
„Geldontwaarding (inflatie»
ondergraaft de economie en
dus moet die ontwaarding
worden tegengegaan door de
geldkraan te sluiten". Daarna
treedt letterlijk het recht van
de sterkste in werking.
Margaret Thatcher en haar
groep financieel-economische
ministers 8ir Keith Joseph
op industrie, 8ir Geoffrey Ho-
we en John Biffen op finan
ciën en John Nott op handel
hebben de beginselen pijn
lijk in praktijk gebracht. In
het algemeen is de subsidie-
pot van de regering gesloten
en is het laagste tarief waarte
gen bedrijven leningen kun
nen afsluiten in de buurt van
de 16, 17 procent gehouden.
Voorts is er fors gesneden in
het gemeentefonds en staat
de rem op de salarissen van
overheidspersoneel.
Crisis»
Helemaal volgens het princi
pe dat een patiënt eerst door
een crisis heen moet is in
Groot-Brittannië de Inflatie
deze zomer gestegen tot bijna
22 procent. Sinds de beruchte
crisis van 1976, toen het duo
Callaghan-Healey bij een in
flatiepercentage van achterin
de twintig de hulp moest in
roepen van het Internationale
Monetaire Fonds hebben de
Britten nog niet zo de tering
naar de nering moeten zetten.
Daarbij komt nog eens dat
het Britse pond. zoals dat
heet, „sterk" staat. Dit bete
kent dat Britse goederen
moeilijk kunnen worden afge
zet op de buitenlandse markt
en dat het gemakkelijk is goe
deren in Groot-Brittannië te
importeren. En ten slotte
wreekt zich dat de Britse in
dustrie alle Noordzee-olie
ten spijt onder het Juk van
de energietarieven door moet.
De gevolgen en dan zijn we
terug bij de werkloosheid
zijn niet uitgebleven. Het
heeft de afgelopen maanden
ontslagen, afvloeiingen en be
drijfssluitingen geregend Het
is in de Britse pers zelfs mode
geworden om als een soort
werklozenbank wekelijks lijs
ten te publiceren van sluitin
gen en ontslagen. De Sunday
Times van 24 augustus brengt
onder de kop „20.000 banen in
één week verdwenen" een lijst
van 56 bedrijven waar de boel
dicht gaat, ontslagen of afge
vloeid wordt. Vierduizend ad
ministratieve banen bij Bri
tish Ley land, bij voorbeeld
1900 bij het postorderbedrijf
John Myers in Eccles bij Man
chester en 1600 bij Bowater-
papierindustrie onder de rook
van Liverpool. Vooral Bowa-
ter zeg maar de Britse Van
Gelder heeft de gemoede
ren danig in beroering ge
bracht Hier is een klassiek
voorbeeld van een bedrijf dat
niet kapot gaat door hoge
looneisen, slechte bedrijfsvoe
ring of stakingen. Bowater
heeft het simpel niet kunnen
bolwerken tegen de goedko
pere Canadese papierindus
trie en dat vanwege energie
kosten en het „sterke" pond.
„Bowater" is niet de enige
kanttekening die critici van
Thatchers beleid zetten bij
haar opmerking: „Je kunt niet
onder de gevolgen van je ei
gen activiteiten uit. We heb
ben het afgelopen jaar 22 pro
cent meer verdiend en 4 pro
cent minder geproduceerd. En
als je meer betaalt en minder
produceert kweek je meer
werkloosheid."
vruchten
Die werkloosheid is iets waar
aan Thatcher waarschijnlijk
meer zal worden afgemeten
dan aan de inflatie. Er zijn
theoretici, die menen dat als
de premier binnen afzienbare
tijd en dat wordt dan wel
1982 de geldontwaarding
tot onder de tien procent
heeft weten terug te dringen,
ze de kiezer ook verzoent met
de werkloosheid. Dat lijkt in
de praktijk al aardig te klop
pen. In juli deed Sir Keith het
voorstel om koopkracht in te
leveren ten behoeve van werk
gelegenheid. Fiolen van toorn
stortte Labour over hem uit.
maar weldra bleek de sugges
tie vruchten af te werpen Zo
hebben de werknemers bij het
bedrijf van auto-onderdelen
Lucas, een belangrijk toeleve
ringsbedrijf. genoegen geno
men met een loonsverhoging
van rond de tien procent ter
wijl de bonden het drievoudi
ge hadden geëist.
Natuurlijk blijven er ook on
der Thatcher blunders be
staan Niemand verwachtte
het d&ér. maar het ministerie
van Arbeid heeft er een aantal
op zijn rekening. Eerst stelde
minister Jim Prior de be
windsman die in het kabinet
het verst afstaat van That
cher voor om werklozen
vrijwilligerswerk te laten ver
richten en even later kwam
zijn onderminister Lord Gow-
rie met het plan om het even
tueel maar „verplicht" te stel
len. Het is voorstelbaar dat bij
de vakbonden de rapen gaar
waren. Een Van hun voorman
nen schetste al het beeld van
de verpleegster die eerst
wordt ontslagen en vervol
gens tegen een lagere belo
ning hetzelfde werk in hetzelf
de ziekenhuis verricht.
Achterbanken
De bewindslieden mogen hun
uitspraken sindsdien hebben
gematigd, de oppositie tegen
„het Tory-beleid" staat recht
overeind. Oppositieleider Cal-
laghan trekt één lijn met de
bonden, maar voorlopig zitten
de Conservatieven stevig in
het zadel en hoeven ze niet
voor 1984 verkiezingen uit te
schrijven.
Vooralsnog is het stuur in
handen van de vrouw die weet
dat ze bij een misgreep mee
dogenloos zal worden terug
verwezen naar de „achterban
ken" van het Lagerhuis. De
vrouw die onlangs tegenover
de Sunday Times stelde: „Ik
denk dat er betere vooruit
zichten zijn. Tegen die tijd
1984 willen de mensen niet
terug naar die geleide econo
mie met zijn maatregelen te
gen niet Ir. de pas lopende
bedrijven. Ze weten dat ze
hun eigen huizen kunnen ko
pen om zo onafhankelijk te
worden. We moeten meer pro
duceren, onze genationali
seerde bedrijven verbeteren.
Uit een oogpunt van trots Als
we opgeven verliezen we en
dan verliezen we de toekomst.
We zouden de rechtvaardiging
verliezen. Ik hoop dat dit niet
te, eh. arrogant klinkt?"