Rie Mastenbroek: nog steeds verzoeken om handtekening Minister Scholten en het oorlogsrecht Uit brieven van lezers 'Men wil wat van je, zo lang men je gebruiken kan' ZATERDAG 9 AUGUSTUS 1980 BINNENLAND TROUW/KWARTET 23 Oud-zwemkampioene noemt 44 jaar later 'sport betrekkelijk' door Henrlëtte Theunissen „Om mij kun je niet heen", zegt Rie Mastenbroek wan neer wij afspreken dat zij mij zal afhalen bij het pont in Rozenburg. Dat klopt. Rie Mastenbroek is opvallend dik. In haar kleine flatje vleit zij zich languit op de bank. Een kleine magere man „De Wit. aangenaam" blijft tij- dens het gesprek in een hoek T van de kamer patiëncen. Zoon Otto blijft een half uur tje hangen, dan spoedt hij zich naar zijn verloofde om haar te vertellen over zijn nieuwe flat. Niets in de kamer verwijst naar sport en roem. „Nee zeg, daar moet ik niet aan denken. Die lauwerkrans- jes en bekers sneuvelden me teen al, die zijn zo voor en na in de vuilnisbak verdwenen. En dat zilver, misschien ligt er in de kelder nog wat. Wat moet je er mee, je kunt er geen brood op kopen," zegt de drievoudig Olympisch zwem- kampioene. Zoon Otto vindt in een kast een gou den medaille uit Berlijn en permi- teert zich een opmerking over de gastheer uit die dagen. Rie reageert met sterk Rotterdams accent: i „Ja Otto, het is vreselijk wat daar gebeurd is en geloof maar niet dat 2 niemand wist toén (wijzend naar de medaille) wat zich daar afspeelde. Ie dereen stak toch z'n kop in het zand! En dan zeggen ze tegen mij: „dat jij daar naar toe gegaan bent" dat be grijpen ze dan niet. Nu hebben ze het dan weer over Moskou, maar Schmidt zit wel met die Russen om de tafel te verbroederen. Die dissi denten waren er acht Jaar geleden toch ook? En ln welk land zat Ameri ka acht jaar geleden? Precies Ja. Rus land zal wel geen heilstaat zijn, maar ze hebben altijd grote geesten voort gebracht. Kijk naar de kunst, de we tenschap, de sport Nee Zuid-Afri- ka mag niet meer meedoen met de sport, maar in Amerika hebben de negers ook geen leven en hebben we hier dan geen rassendiscriminatie? Als ze politiek niet meer kunnen schelden van de sport dan moeten ze de Olympische Spelen afschaffen, want wie bepaalt waar de grens ligt? En op welk moment? Nou?" ZIJ zelf misschien? „Je wéét toch niets. Nu zie je alles op T.V., maar toen toch niet. Ik was zeventien. Ik zat in die tredmolen: ik ging naar school (Indu strieschool), zwom van kwart over twaalf tot tien voor half twee, weer naar school en naar huls. En dan in het week-end een wedstrijd en dan hoorde Je wanneer je weer moest uit komen. Praten? Er werd nergens over gepraat, dus ook niet over politiek." 'Vrijwillig' Nu wordt zij al ziek als ze de lucht van chloor ruikt. Het laatst dat zij ge zwommen heeft is acht jaar geleden in het zwembadje van het ziekenhuis om te revalideren. De meest bejubel de ster van Berlijn groeide als enig kind op in een Rotterdamse arbei dersbuurt. Over haar vader wil ze niets kwijt, over moeder die werk ster was weinig. Door een vriendin netje werd ze mee naar het zwembad genomen. Ze vond het meteen leuk. De entreeprijs van vijfendertig cent werd bij elkaar gescharreld met be zoekjes aan tantes en opoes. Toen zij er al snel door een trainster werd uitgepikt werd het zwemmen een on derdeel voor haar bestaan. De buurt leefde mee met haar prestaties. De paardenslager legde elke weeg een haasje voor Rie weg, zodat zij dage lijks haar half pond biefstuk raison van een kwartje kreeg. Zus Braun, die net met zwemmen gestopt was, be voorraadde haar met badpakken. Voelt zij zich achteraf gebruikt? „Door Hitler? Ik ben er toch vrijwillig naar toe gegaan. Je moet het niet zo ver gaan zoeken, daar word Je hele maal eng van. Als je nu naar Moskou gaat, dan doe Je dat toch ook niet voor Brezjnew? We gaan zo generali seren. We hebben een geheel Duits koningshuls, we rijden nog steeds over de wegen die hij heeft laten aanleggen, we hebben het belasting systeem en de kinderbijslag toch ook niet meteen afgeschaft. Nee, het regi me deugde niet. Maar ik heb niet voor Hitier gezwommen en niet voor mijn land. Ik heb voor me zelf ge zwommen." 'Hypocriet" „Allemaal van wol! Als ze nu geen zijden badpak aangemeten krijgen kunnen ze niet zwemmen, kijk maar naar Enlth Brigitta. En daar heb je weer de vermenging van sport en politiek. Het is zo'n hypocriete we reld. Hebben ze het over amateurs en staatsamateurs in Rusland. Die ku- keledorus, die hardloper Jos Hermes krijgt die geen loonderving? Of ze lopen stage ln Amerika. Die Eefting, werkt die? Wie betaalt dat?" Otto mompelt dat de prestaties er nu ook naar zijn. Rie: „O ja? Ik heb anders vier medail les gehaald terwijl Ik mijn leven lang zo'n bloedarmoede heb gehad dat an dere mensen er nauwelijks gewoon mee zouden hebben kunnen leven. Dat ontdekten ze twintig jaar na de Spelen. Nu worden ze medisch bege leid. Toen ik bijna verzoop in 1935 omdat ik geen adem kreeg, heette dat aanstellerij. Kreeg ik een tabletjes voor mijn schildklier, maar ik had tekort aan zuurstof. Daardoor men strueerde ik ook maar vier of vijf keer per jaar. Gelukkig net op de goede momenten want ik heb er wereldre cords mee verbeterd." Heeft zwemmen een belangrijke plaats ingenomen in uw leven? „Nee hoor, nee. Je hebt er meer last van dan wat anders Het is nu 44 jaar geleden dat ik Olympisch record- houdster werd en nu nog komen er wekelijks verzoeken voor foto's en handtekeningen. Je staat altijd in de kijkerd. Mensen verwachten van alles van je. Je mag niet in de fout gaan." Roem Dat heeft met roem te maken. „Maar dat komt er toch uit voort! Je zwemt en je denkt wat die kan dat kan ik ook en je wint en je wint weer en dan gaan er deuren voor Je open, maar aan die deuren heb je niets. De mensen willen wat van je. zolang als ze je gebruiken kunnen tenminste. Maar dat besef je achteraf. Toen werd je ook niets gevraagd, Je ging omdat je moest. Je moest naar die receptie, je moéster was een grote receptie bij Herman Göring, ik heb nog altijd spijt dat ze die koffer van me gestolen hebben. Die uitnodiging, dat was een prachtige aquarel. Ze moesten er alle maal naar toe. En nou is daar die oorlog en dan pakken ze jou. Dan zeggen ze: jij bent bij die Göring geweest! Ik ben er toevallig niet ge weest, waarschijnlijk, omdat ik de enige was die in die week twaalf maal aan de start moest verschijnen." „Maar goed. Nee, roem. Iedereen die om Je heen loopt slaat zich op de borst, het is alleen zo jammer dat als je in de narigheid komt te zitten, dat die borstkloppers nergens meer te bekennen zijn. Kijk naar Ansje Bun schoten. Dat arme kind was zo ver bouwereerd toen ze niet meer mocht zwemmen dat ze toen opeens nooit meer iets van iemand hoorde. Om dat te begrijpen moet je ouder zijn. Je ziet toch waar sportmensen mee om ringd zijn. Maar toen ik laatst aan de voorzitter van de zwembond vroeg op hoeveel het wereldrecord stond, toen wist hij het niet. Een man met zo'n functie, daar word je toch beroerd vanOp dat moment dat ze niet meer door jou met hun foto in de krant kunnen is het uit met de vriendschap en dan pakken ze je waar ze je pakken kunnen." Rie vindt het niet zo belangrijk om over zichzelf te praten. „Dat is ln het hele leven toch zo." Maar nergens zijn prestaties zo extreem meetbaar als in de sport. „Nee maar als jij je stukje niet aardig schrijft of een an der kan het beter, dan vlieg je er toch ook uit." Gekneusde enkel Na enig aandringen wil zij het toch wel weer eens kwijt hoe zij zo'n jaar na de Olympische Spelen, tegen dok tersadvies in, door haar bond gefor ceerd werd om met haar gekneusde enkel deel te nemen aan de Neder landse kampioenschappen. En over hoe zij behandeld werd daarna, toen ze verloor. Ook voor de sportverslag gevers waren haar „paarlende tan den" toen opeens een stuk minder wit. En hoe zij, toen ze in 1938 zwem les gaf ln Antwerpen, plotsklaps" tot prof. verklaard werd toen zij weigerde om mee te doen aan de Europese kampioenschappen in Londen. Maar Rie zegt er geen pijn in haar buik van te hebben gehad. Kort daarna is zij 1936: olympisch kampioene Rie Mastenbroek (rechts) in gesprek met Willy den Ouden. getrouwd en had ze twee kinderen. Haar nakomertje Otto(25) heeft zij voor een groot deel zelf alleen opge voed. Meer dan tien jaar was zij in- structrice bij een schoonmaakbedrijf. Ze had de verantwoordelijkheid over vijfendertig gebouwen, crèches wa ren er niet in de buurt sprak schande over de ontaarde moeder. De laatste jaren is ze arbeidsongeschikt. Zeven jaar geleden is Rie Mastenbroek her trouwd. Met De Wit. Waarschijnlijk zou ze weer zijn gaan zwemmen als ze weer jong was, om dat ze die gave had en omdat je niets weet als je jong bent. Maar als je haar vraagt wat ze liever geweest was dan was ze liever een wetenschapsbeoefe naar geweest. Iemand die iets had uitgevonden, al was het maar tegen de verkoudheid. „Dat je belangstel ling groter is dan het kleine cirkeltje waar je ln zit, dat heb ik mijn kinde ren proberen mee te geven. Sport is betrekkelijk en dat is het hele leven. Sport moet geen hoofdzaak zijn, je moet er afstand van kunnen nemen." Lachertje Als ik alle stroopwafels van het scho teltje gegeten heb resumeren we: Geen boycot van de Olympische Spe len in 1980? „Niet als de Olympische Spelen blijven bestaan. Amerika be moeit zich met zaken waar ze beter af kunnen blijven. Nu stelt Carter dui zenden dollars beschikbaar om alle thuisblijvende spelers toch een me daille te geven, ter compensatie. Vind je dat geen lachertje? Hoor je nu stemmen opgaan om de Spelen in 1984 in Amerika te boycotten0 We weten toch dat de C.I.A. overal infil treert. Kijk, dat die Rus is ingevallen in Afghanistan, dat is natuurlijk ver schrikkelijk, maar dat is niet de echte reden van de boycot. Wat daarachter zit, dat weet ik ook niet, want dat houden ze achter de schermen en dót is politiek." Deze rubriek is uitsluitend bestemd voor korte reacties op in deze krant gelezen berichten, artikelen en commentaren, en niet voor open brieven, gedichten, oproepen of reacties op advertenties (deze laatste dienen tot de directie gericht te worden) De redactie behoudt zich het recht van bekorting voor. Hierover of over het niet plaatsen (meestal door ruimtegebrek) kunnen wij helaas met corresponde ren. Brieven adresseren aan Secretaris hoofdredactie Trouw, Postbus 859,1000 AW Amsterdam. Bij publikatie worden naam en woonplaats van de schrijver vermeld. Politie (3) GOS (5) In uw krant van 5/8 kwam ds. B. ter Haar van Rotterdam aan het woord. (Hij vond het nodig zijn afkeuring te laten horen over het ambtelijke op treden van een politieman, waarbij ln de verwikkelingen van de aanhou ding, op een verdachte toegepast, die wrdachle de dood vond. Hoe dit ln zijn werk is gegaan is nog volop in ondeizoek. Desondanks krijgt onze pblltieman er al goed van langs. Die verdachte toch was een Marokkaan. En het ls nu eenmaal „in" bij onze [eestelijke stand, om dit soort lieden, n bescherming te nemen. Mag ik chter tegen dit soort modieus, dlscri- nlnerend, akelig gedoe met grote xacht protesteren? Ook wens ik de politieman veel sterkte toe ln zijn rbeid! Laten we hopen dat het inge- telde onderzoek óók gunstig voor tem aflopen mag! Hebt u alstublieft vat meer begrip voor het ongelooflijk ■Jnoeilijke werk van onze H. Herman- Jrtad! Men moet het bij die dienst 5°oral (ook) hebben van de respons, egeven door de burgerij! Itrecht 'olitie (4) n dezelfde krant, 4 augustus, waarin Is Ter Haar zijn ergernis uitspreekt, taat een bericht dat in Eindhoven en man ls gedood in een café. Ik lenk dat dominee Ter Haar daarover tiet zal schrijven. Nu het een Marok- aan geldt (die de wet overtrad) en er egelijk een snier naar een politieman an gegeven worden, is dat wel het. eval Wat nog erger is vind ik dat ominee Ter Haar het overtreden van [e wet goedpraat Misschien heeft 'er Haar zondag in de kerk de wet oorgelezen? (Daar staan immers de toelen des gerichts?) Nu is de politie ie overheid dus) ineens de zondebok, 'een, ik ben het eens met A. A. Spij- erboer als die schrijft: „Laten nu die ominees die zo meewarig schrijven ver zulk soort zaken nu eens niet iet woorden alleen, maar ook daden lellen en een klein stukje van hun Igen huis beschikbaar stellen voor en Marokkaan in plaats van hen ln en kerk te laten bivakkeren. Irielle W. C. van Heyzen GOS (4) Ules met elkaar een in-droevige aak. Zowel wat het spreken over lank en zwart in Zuid-Afrika betreft, Js het spreken van Nederland over |e homofilie. Gaat het hier nu om de van God. of om de eer van ttensen? Om een lang verhaal kort te maken wilden wij even aan het adres van mevr. M. Booy Heuzeveld uit Amstel veen zeggen dat wij het roerend met haar eens zijn. Omdat wij allen Gods schepselen zijn moet ook die apart heid zo snel mogelijk van de baan. Neen niet er uit lopen, maar onze blanke broeders ln Zuld-Afrika op hun christenplicht wijzen en horen wat onze Messias Jezus daar leerde en voorging! Als een medemens die anders gekleurd is een zwarte broeder terugstuurt die het Heilig Avondmaal wil houden! Neen, weg met zo'n ver derfelijke leer! Juist in deze eerste weken van augustus is 35 jaar gele den de atoombom op Hirosjima en Nagasaki geworpen, wat vele duizen den doden en zieken heeft gekost. Laat ons met het IKV zeggen: dat nooit weer. De atoomwapens de we reld uit om te beginnen uit Neder land. Geen haat tegen welk volk of ras ook. Laat de liefde van Christus het overwinnen ln alles! G. W. von Meyenfeldt loe moet er op deze wijze nog werf- racht uitgaan van de kerken naar de Groningen 'weid, als de kerken zich alleen taande kunnen houden door een po- rr\ üek steekspel. Waar ligt dan de wlUO \f) tens tussen waarheid en leugen? dr. T. J. Poppema er geen Bijbelse waarheid meer? ijn er geen mannen meer als Stépha- jus en de 6 andere (Handelingen 6 5) 'ol van geloof en heiligen Geest? Of •orden zij de mond gesnoerd. F»» I. Eisenga Prof. Plomp constateert een levens groot verschil in Schriftbeschouwing tussen vele Nederlandse gereformeer den en de meeste andere gerefor meerden in de GOS. Ik geloof dat nog meer gereformeerde Nederlanders wél met de visie van de GOS mee kunnen gaan en daar blij mee zijn. Sterker nog, zijn die anderen nog gereformeerd te noemen? Met prof. Plomp geloof ik dat bij dit verschil van Schriftbeschouwing de eigenlijke problemen liggen en dat niet alleen bij de GOS maar bij heel de gereformeerde kerken in Neder land. Het zou goed en eerlijk zijn vanuit die gezichtshoek ook de pro blemen ln onze kerken hier te bena deren. Dacht ik. De bijbel een pro bleemboek of een boek van zeker heden. Amsterdam A. Speelman Illegalen Het uit het land zetten van Illegalen is een schandelijke zaak voor ons land. Waar blijft onze solidariteit en naastenliefde? De regering dient on verwijld een verblijfsvergunning te verlenen aan de nog 70.000 in ons land verblijf houdende illegalen en hen toe te staan hun gezinnen te laten overkomen. De grenzen dienen ruimer te worden opengesteld voor al degenen, die gebruik wensen te ma ken van de economische en sociale verworvenheden ln dit land. Voorts dienen deze mensen voorrang te krij gen op gebied van huisvesting, onder wijs, sociale voorzieningen etc., want wij hebben veel goed te maken. Verschillen in cultuur en levensge woonten behoeven geen enkel be zwaar te zijn. In Rotterdam bestaat al een kwart van de bevolking uit Immigranten. De oorspronkelijke be woners, voor zover niet naar elders vertrokken, hebben geleerd zich aan de situatie aan te passen om binnen afzienbare tijd op te gaan in een multiracionale samenleving. Hilversum C. van Rijn GOS (6) De lidkerken van de Q08, de gerefor meerde oecumenische synode, on langs in Nimes gehouden, hebben de vertegenwoordigers uit Nederland onaangename ervaringen bezorgd. Binnep de GOS ls natuurlijk geen plaats voor hier te lande binnen de gereformeerde kerken bestaande op vattingen, dat we Paulus voorbij zijn, dat zijn regels voor geloof en leven tijdbepaald en kortzichtig zijn en zijn oordeel soms onbevoegd, wegens ge brek aan kennis van zaken. De door braak naar de Wereldraad van Ker ken. waarbinnen men de oecumene thans eigenlijk verkiest boven die binnen een gereformeerde geloofsge zindheid, als er moet worden geko zen, wekt ook begrijpelijk wantrou wen. Evenals de theologische wild groei in de, uit vrees voor een nieuw 1944, veel te grote ruimte. Men kan binnen de GOS onmogelijk gelukkig zijn met een lidkerk die oude gerefor meerde leerstelligheid, eventueel in alledaags Nederlands herschreven, liever eerbiedig bijzet dan eerbiedigt. En een proeve van een nieuw belijden (Berkhouwer en Ridderbos 1974) wist de onmacht en verwarring niet te bedwingen. Ik denk aan een kerk die overal in de wereld gereformeerd ker kelijk leven heeft gewekt, maar die wat ze leerde zelf dreigt kwijt te ra ken. Wat heet gereformeerd? In Ne derland heeft die naam voor de kerk van dr. Hofland, waar ik meen slechts historische zin. Paulus voorbij, eist het leven. Maar noem het niet gere formeerd. Rotterdam J. Brouwer een vrouw liggen er soms andere ta ken, waarbij zij gelijktijdig het evan gelie kan uitdragen. Hierbij denk ik aan bij voorbeeld ramen zemen bij bejaarden of invaliden. Tegelijk kan men dan met de daad, het woord en evangelie uitdragen. Deze arbeid (ra men zemen, wassen of strijken) kan niet door een man gedaan worden. Als voorbeeld wil ik wijkverpleegkun dige stellen. Zij hebben een goede opleiding genoten. Persoonlijk heb ik er meer dan één gekend, die tijdens verpleging van chronische patiënten, of een wekelijkse wasbeurt aan be jaarden of anderen (wat beslist geen hoogdravend werk is) een opbeurend woord en/of De Goede Boodschap hebben uitgedragen. Tenslotte wat voor wijzen en geleerden verborgen is openbaart God aan eenvoudigen van hart, die Hem liefhebben en vrezen. Den Haag H. Rietveld Telebingo (2) Het droombeeld dat in het jaar 2000 drie miljard mensen permanent hon ger zullen lijden eist een structurele aanpak, nu al in weereldwijd ver band. Op korte termijn hier en nu omdat ook vandaag miljoenen men sen verhongeren én op de lange ter mijn. Dat zien bijvoorbeeld de officië le Nederlandse medefinancieringsor ganisaties zoals Cebemo, Hivos, Icco, Novlb, Werelddiakonaat en Zending, enz. al geruime tijd duidelijk in. Stichting Bingo en Telebingospellet- Jes betekenen helemaal niets voor de oplossing van die problemen. Een maal 27 miljoen en misschien nog een keer 30 miljoen want verder wil Bingo, althans nu, niet gaan op basis van een fooi van 1,50 per deel nemer om zelf kans op een auto of een reisje te maken lossen geen proble men op en hebben niets te maken met de barmhartige Samaritaan. Al leen wanneer alle mensen die inko men en/of vermogen ontvangen, res pectievelijk bezitten permanent met iets minder, rekening houdend met draagkracht, „genoegen" zouden wil len nemen en echt bereid zullen zijn anderen ook een bestaan te gunnen, kan de honger in de wereld doen verdwijnen. Maar wel die mensen zich in vrijheid op hun eigen manier zonder honger in staat stellen te leven ln gezondheid. Voorburg J. Kei jzer sr. Vrouw (2) Naar aanleiding van een ingezonden schrijven van mevrouw Van Binsber- gen te Zeist, gepubliceerd in Trouw van 1 augustus wil lk gaarne even reageren. God schiep de mens naar Zijn beeld, man en vrouw zo schiep Hij hen, beide naar gelijke waarde, maar elkaar aanvullend, ieder met eigen gaven en talenten. Dat vele kerkewerk waar u zich mee moet be zighouden kan misschien ook wel door een man gedaan worden. Voor Zelfbevrediging Ik heb er behoefte aan Iets op te merken over een aspect van Trouw's berichtgeving Inzake twee actuele on derwerpen, dat naar mijn weten nooit naar voren komt. De onderwerpen die ik bedoel zijn „Zuld-Afrika" en „De Illegalen". Ik merk zowel van redac tionele kant als van de kant van schrijvende lezers namelijk steeds een religieus besef wanneer het deze zaken betreft, waarbii ik „mezelf ga afvragen of men nu bij de andere mens betrokken ls, of dat men alleen maar een soort zelfbevrediging zoekt. Wie gelovig is (in religieuze of ideolo gische zin), die wil daar iets van erva ren, van vóelen, en die is daarom steeds iets aan het najagen, pak weg zoals een ander materieel gewin na- Jaagt. Ik beweer daarom dat velen die uit geloofsmotieven zoals zij zullen zeggen „voor de onderdrukte mede mens opkomen" ln feite bedoelen dat zij iets voor zichzelf najagen. Zij heb ben de onderdrukte nodig, wellicht méér dan omgekeerd! Ten overvloede zeg ik hier dat dit geen pleidooi is voor apartheid of tegen illegalen, gro te genade nee. Maar volgens mij ver beter je de wereld nog altijd het beste door zelfkennis en persoonlijke inte griteit. De toon die ik in uw krant soms tegenkom, vind ik dan ook erg onwezenlijk. Dat wou ik kwijt. Amsterdam L. A. Baakman Fedde Schurer (2) Ik was leerling van meester Schurer en ik geef u de garantie dat wat de heer v. Bennekom (ook een oudleraar van me) schreef voor 100% waar is. Wij hielden heel erg van meester Schurer. Ook bij zijn vrouw juffrouw Willie heb ik ln de klas gezeten. Toen al was Fedde een prima kerel en ontplooide zich o.a. ook als dichter. De liedjes die we zongen bij het 25- jarig regeringsjubileum van Wilhel- mina heeft hij gedicht en nog vele, vele andere. Nog zeg ik ze uit mijn hoofd op. Ja Jammer dat zo'n man uitgerangeerd werd door een stel bet weters die zo nodig moesten. Hoofddorp J. de Vries Onpartijdige NOS (3) Volkomen eens met de heren Vos en Heling uit Trouw van 4 en 7 augustus. De Vara behoeft heus niet zo veel propaganda voor haar omroep te ma ken, de NOS draagt haar zienswijze wel voor aan het publiek en dat kost haar veel minder, nu betaalt de over heid de uitzendingen. En als ik Koos Postema op de televisie hoor in het NOS-programma dan weet ik wel, of schoon hij in Groot Uur U wel sym pathiek overkwam. De Lier J. van de Po! door Melndert J. F. Stelling De notitie van minister Scholten ls uitermate teleur stellend. Niet vanwege het feit dat de minister zegt mijn stellingname niet te kunnen delen, maar wel vanwege het bedenkelijke niveau van het document. Het is zö onvolle dig en ln vele opzichten zö onjuist, dat het haast beledi gend is om het als een se rieus antwoord te presente ren aan de Kamer. Ik zal dit in het hierna volgende toe lichten. Het humanitaire oorlogsrecht heeft zich langs twee lijnen ontwikkeld. De eerste lijn is het zgn. „recht van Genève; dat is het oorlogsrecht dat ziet op de bescherming van de slachtoffers van het oorlogsgeweld. De tweede lijn is het zgn. „recht van Den Haag"; dat is het oorlogsrecht dat ziet op de wijze van oorlogvoe ring. In mijn artikel van 29 februari ba seerde ik mijn stellingname na- drukkellijk ook op het recht van Den Haag. In dat verband noemde ik de Verklaring van Sint Peters burg (1868) en het Landoorlog Re glement (1907). In zijn notitie ziet de minister maar één lijn, namelijk het recht van Genève. Met geen woord rept hij over het recht van Den Haag. Dit terwijl hij wél melding maakt van het feit dat in 1961 door de Algeme ne Vergadering van de Verenigde Naties een resolutie werd aangeno men, waarin werd uitgesproken dat het gebruik van kernwapens in strijd is met het volkenrecht. Weet de minister dan niet dat die resolu tie werd gebaseerd op onder andere de Verklarine van Sint Petersbure en de Haagse Verdragen van 1899 en 1907, welke verdragen ons het Landoorlog Reglement brachten? Met andere woorden: weet hij niet dat de meerderheid der volkeren, op basis van dezelfde documenten als door mij aangehaald in het artikel van 29 februari, de door mij naar voren gebrachte zienswijze deelt? Twee resoluties Een resolutie van de Algemene Ver gadering is niet juridisch verbin dend, zo merkt de minister nog op. Bovendien wijst hij erop dat Neder land, evenals de NAVO-bondgeno- ten, bij de stemming over de voren bedoelde resolutie tegenstemden Hij verzuimt echter te vermelden dat de resolutie van 1961, nog eens nadrukkelijk werd bevestigd door de aanvaarding door de Algemene Vergadering van resolutie 2936 (XXVII) van 29 november 1972. Bij die gelegenheid stemde Nederland niet meer tegen, maar onthield zich van stemming. Dit houdt naar vol kenrechtelijke opvatting in, dat Ne derland zich niet tegen die resolutie wenste te verzetten. Een niet onbe langrijk gegeven lijkt mij. Op 29 februari jl. schreef de luchtmachtkapitein Stelling op deze pagina, dat de Neder landse militair op grond van het internationale recht, ver plicht is medewerking aan de inzet van kernwapens te wei geren. Dat vormde voor de CDA-kamerleden Conprie en De Kwaadsteniet aanleiding om op 19 maart enkele vragen te stellen aan de minister van defensie. Zij vroegen of de mi nister bereid was zijn stand punt ten aanzien van Stellings uitspraken te bepalen en dat standpunt mee te delen aan de Kamer. Minister Scholten rea geerde op 25 maart positief op deze vragen en zegde de kamer een notitie toe. Die notitie is uiteindelijk op 14 juli aan de Kamer aangebo den. De minister doet daarin de uitspraak dat het humani taire oorlogsrecht het gebruik van kernwapens onbesproken en ongeregeld laat. Tevens komt hij tot de conclusie dat de Nederlandse overheid niet in strijd met internationale verdragen zou handelen, wan neer zij zou instemmen met het gebruik van kernwapens. Het is dan ook volgens de mi nister niet juist om te stellen dat de militair zou moeten weigeren aan de inzet van kernwapens mede te werken. Het is een onmiskenbaar feit dat in het oorlogsrecht het gebruik van kernwapens nergens met zoveel woorden ls verboden. Maar dat be tekent geenszins, dat de algemene regels inzake de toepassing van ge weld niet van toepassing zouden zijn op dat gebruik. Dit blijkt ook al uit het feit dat de veroordeling van het gebruik van atoomwapens door de meerderheid der volkeren, zoals reeds gesteld, werd gebaseerd op het recht van Den Haag, waarin nu juist die algemene regelen worden gegeven. De uitspraak van de mi nister. dat het oorlogsrecht het ge bruik van kernwapens onbesproken en ongeregeld laat, is dan ook vol strekt onjuist. Regelrecht in strijd met de ver dragstekst is de opmerking van de minister, dat het eveneens door mij aangehaalde Genocide verdrag (1948) zich slechts .richt tegen de systematische en doelbewuste uit roeiing van bepaalde etnische groe pen, in oorlogs- of in vredestijd". Artikel 2 van dat verdrag luidt na melijk: „In dit verdrag wordt onder ge nocide verstaan een van de vol gende handelingen, gepleegd met de bedoeling om geheel of gedeeltelijk, een nationale, eth- nologische, godsdienstige of ras- sengroep uit te roeien, en wel: a. Het doden van leden van de groep; b. Het toebrengen van ernstig lichamelijk of geestelijk let sel aan leden van de groep. c. Het opzettelijk aan de groep opleggen van levensvoor waarden. bedoeld om de li chamelijke vernietiging van de gehele groep of een gedeel te ervan te veroorzaken; d. Het opleggen van maatrege len. bedoeld om geboorten binnen de groep te voor komen; e. Het gewelddadig overbren gen van kinderen van de groep naar een andere groep" De minister ontkent tevens dat het Genocideverdrag van toepassing zou kunnen zijn op de inzet van kernwapens. Hieruit blijkt dat hij, evenmin als met de tekst van het verdrag, ook niet op de hoogte is van de parlementaire geschiedenis omtrent de goedkeuringswet van het verdrag. Naar aanleiding van vragen van het Eerste-Kamerlid Diepenhorst, erkende namelijk de staatssecretaris van buitenlandse zaken op 30 juni 1964, dat genocide ook zou kunnen worden gepleegd door middel van inzet van kernwa pens. Gerechtvaardigd Er zou nog veel op te merken zijn over de notitie van de minister van defensie. Het is evenwel niet doen lijk op deze plaats uitputtend com mentaar te leveren. Uit het voren staande blijkt echter reeds genoeg zaam, dat de door mij aan de notitie van de minister gegeven kwalifica tie is gerechtvaardigd. Ook zal het duidelijk zijn dat de door mij ge volgde redenering in het artikel van 29 februari door de notitie van de minister niet is weerlegd. Het is dan ook te hopen dat de Kamer zich niet neerlegt bij dit „antwoord" van de minister. De problematiek waarom het gaat, is te belangrijk om op de wijze waarop de minister dit doet in zijn notitie te worden besproken. Nadenken Tenslotte nog één opmerking. Het heeft bijna vier maanden geduurd voordat de minister in staat was zijn visie kenbaar te maken. Gezien deze lange duur en het bedenkelijke niveau van de notitie, lijkt mij de conclusie gewettigd dat kennelijk nog nooit op het departement van defensie is nagedacht over de vraag, of inzet van kernwapens niet in strijd komt met het internationale recht Dit doet het ergste vermoe den voor wat betreft het serieus nemen van de volkenrechtelijke verplichting het gebruik van geweld te begrenzen. Door een misgreep is gisteren deze beschouwing van kapi tein Stelling in een verkeerde volgorde afgedrukt. Vandaar deze herplaatsing.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 25