DIER PLANT
ïepziekte samenwerking
tussen een plant en een dier
Weekendpazzel
'öJ
fS
S
Hf
BS
Üft
b
s
«t
I
BAB
to
(D
CQ
m
mAm
m
m"B
m
'U
m
*0
UI
w
I
M. A
nederland
i lil
CQ
Sensationele
partij
s
tt
&m
B 8
Tragiek
van Stein
i
a
A
1
ft
ft
A
BABABJB
BAB BA^
5
ZATERDAG 9 AUGUSTUS 1980
■VARIA!
TROUW/KWARTET
ZAT
door henk van halm
In april heb Ik beloofd te
rug te komen op de beruch
te ziekte die een voortdu
rende zorg is van plantsoe
nendiensten en anderen die
de iepen een goed hart toe
dragen. De Ïepziekte werd
in 1917 in ons land ontdekt.
Vandaar dat de Engelsen
spreken van „Dutch Elm
disease". Als ik het uit hun
mond hoor, klinkt het al
tijd licht verwijtend, alsof
wij de schuld zijn van hun
overvloed aan hout voor de
open haard.
ZIJ verloren sinds 1967 minstens
een derde van de dertig miljoen
iepen, die Engeland rijk was. In
veel graafschappen staan nog heel
wat ontschorste boomskeletten
overeind. Een akelig gezicht in het
zomers-vrolijke landschap. Met de
iepziekte kregen de Engelsen pas
tien jaar na de ontdekking te ma
ken. maar nog eens tien jaar later
was het aantal aangetaste bomen
zo gedaald dat het verschijnsel
nog maar een Incidenteel pro
bleem vormde. In de rest van
West-Europa was dat allerminst
het geval. Sommige streken verlo
ren negentig procent van hun ie
pen. Pas na de oorlog verloor de
ziekte ook daar veel van zijn
kwaadaardige karakter. Pas weer
in de jaren zestig werd iepziekte
het probleem dat het nu nog is. in
Engeland zowel als iets later ook
in ons land. Daarover straks wat
meer.
Keverwerk
Biologisch gezien is de iepziekte
een interessant geval van team
werk tussen een dier en een plant.
Het dier kan een grote of een klei
ne iepespintkever zijn, twee van
de drie soorten lepespintkevers
die werkelijk schadelijk zijn. Die
lepespintkevers zetten hun eieren
af onder de bast van kwijnende of
dode iepen. In zo'n „broedboom"
knaagt het vrouwtje een „moeder
gang" uit in de splntlaag tussen
hout en schors. Aan weerszijden
daarvan legt ze de eitjes en de
larven daaruit vreten zich vanuit
die moedergang verder in de
splntlaag. Zo ontstaat een ken
merkend uitwaaierend patroon
van larvegangen. Als ze volwassen
zijn, verpoppen de larven zich aan
het eind van him gang. waaruit ze
in mei als kever te voorschijn ko
men. Aan de buitenkant van de
stam zijn dan ronde gaatjes te
zien, de ui tvlle go peningen, „hagel-
schot" genoemd en een zeker her
kenningsmiddel van aantasting.
Die jonge kevers vliegen naar de
Jonge scheuten van gezonde iepen
om zich daar aan de bast te goed
te doen. Daarna paren ze en leg
gen de vrouwtjes hun eitjes in het
spint van slecht gedijende iepen
op de zojuist beschreven manier.
Niet in springlevende, want daar
van is de sapstroom zo sterk dat
de kevers in hun uitgeknaagde
gangen zouden verdrinken.
Zulke kwijnende bomen kunnen,
zoals ik ln april schreef, iepen zijn
die zo hevig hebben gebloeid dat
ze later slecht ln blad kwamen,
bomen die ernstige schade hebben
geleden door het winterse strooien
van zout, door de aanleg van lei
dingen en kabels, door vraat van
vee of andere beschadigingen, of
die op een plek staan die niet meer
geschikt voor ze is, bij voorbeeld
doordat de bodem door gaslekken
zuurstof arm is geworden of zo ver
dicht door het verkeer dat er een
zuurstoftekort in ontstaat Of het
zijn bomen die zijn aangetast door
de iepziekte.
Schimmel
De kever is daar namelijk niet de
echte veroorzaker van, al heeft ze
er de hand in. Het organisme dat
de iepen doodt is een schimmel,
die in het spint leeft Kevers die
uitvliegen uit een door de schim
mel aangetaste boom zitten vol
schimmelsporen, die alleen een
verse bastwond in een lepe tak no
dig hebben om zich te kunnen
ontwikkelen. Zo'n wond maken
die pas uitgevlogen kevers in ge
zonde iepen als ze vóór de paring
de jonge scheuten aanvreten.
Daarin komen dan de sporen te-
Een Jonge iep in een Amsterdamse straat, stervend naast een (ogen
schijnlijk?) nog gezond exemplaar.
recht, die uitgroeien tot schimmel
draden die de kanalen verstoppen
waardoor de sapstroom gaat. De
schimmel produceert bovendien
gifstoffen, waardoor het blad ver
geelt, verwelkt en afsterft. Door de
verstopping van de vaten stag
neert de vocht- en voedselvoorzie
ning van de boom en zo sterft de
iep deel voor deel, naarmate de
schimmelwoekering voort
schrijdt. De eerste tekenen van
Ïepziekte zijn in het voorjaar te
zien, als sommige takken, meestal
ln de top van de boom, niet goed
ln het blad komen. In de zomer
zijn ze helemaal kaal en ln het
volgende voorjaar komt ook de
rest van de kroon moeilijk in blad.
Het normale verloop is dat de
boom na twee jaar dood is.
Teamwerk
De stervende of door de schimmel
gedode iep vormt een welkome
broedplaats voor de iepespintke
ver. Zo helpt de schimmel de ke
ver en de kever de schimmel tot
grote schade van het iepenbe
stand. In de tijd dat de Ïepziekte
in Europa aan hevigheid Inboette,
werd hij met fineer Ingevoerd ln
Noord-Amerika Razendsnel
greep de schimmel er om zich
heen en nog steeds woedt de ziek
te er onverminderd verwoestend.
Met transport van ongeschild
Amerikaans iepehout kwam de
schimmel in Europa terug en
bleek daarbij van een bijzonder
agressief type. Het eerst kwam de
nieuwe iepziekte tot uitbarsting in
Zuld-Engeland, waar tussen 1967
en 1973 zeven miljoen iepen het
slachtoffer werden. Verbazing
wekkend en ongekend was de
snelheid waarmee dat gebeurde,
want de schimmel had maar een
paar weken nodig om een geheel
gezonde boom te doden. In 1972
werd in Friesland de eerste boom
gevonden die door deze agressieve
vorm werd aangetast en in 1973
stierven er in Amsterdam meer
iepen dan in de hele periode sinds
1950! Was het bij de „oude" iep
ziekte nog mogelijk een boom te
redden door bij tijdige ontdekking
de zieke takken te verwijderen, bij
de agressieve vorm lukt dat zel
den. Daarom is voorkomen het
enige dat overblijft. Vóór 1 april
moeten alle aangetaste bomen en
alle geveld iepehout van bast ont
daan zijn, zodat eventueel erin
verblijvende kevers niet de kans
krijgen'ln mei uit te vliegen en
gezonde bomen te besmetten. Zie
ke bomen moeten zo snel mogelijk
worden opgeruimd. En sinds vier
jaar bestaat een schlmmeldodend
middel dat in de boom kan wor
den geïnjecteerd. De behandeling
is nogal kostbaar en daarom
maakt men er alleen gebruik van
om mooie oude iepen te behou
den. Ten slotte, wat is nu waar van
de Nederlandse herkomst? Na
tuurlljk bestond de schimmel al
lang voor de ontdekking. Mis
schien al vijfduizend Jaar of nog
veel langer. De iep was een alge
mene boom in de Westeuropese
bossen, tot vijfduizend Jaar gele
den een sterke achteruitgang op
trad. Dat is gebleken uit het on
derzoek van stuifmeel uit bodem
lagen die uit die tijd dateren. Epi
demisch optreden van de Ïepziek
te zou er wel eens de oorzaak van
kunnen zijn geweest.
Horizontaal. 1. spil van een wiel, 3.
schijf vis, 7. bloedhuis. 10. stuk stof,
12. mengelmoes, 15. geestdrift. 17. op
stootje, 18. voorzetsel, 19. papegaai.
20. recht stuk vaarwater. 22. duiker
eend. 23. gebergte op Kreta, 24. titel
(afk), 26. verfbordje van de kunst
schilder, 28. lidwoord, 29. uitgebraden
stukje vet, 31. opium om te roken, 33.
muzieknoot. 34. tennis term, 36. water
in N.Br. 37. organische verbinding, 40.
telwoord, 42. voegwoord, 43.hoog
bouwwerk, 45. neon (afk), 46. bouw
land, 47. vlug, 48. beker. 50. loot, 51.
voorzetsel, 53. ogenblik, 55. vreemde
munt, 57. bedreven, 60. gesneden
steen, 61. sierplant, 62. bladader. 63.
boom.
Verticaal. 1 engels bier. 2. groente. 4.
voorzetsel. 5. gehoororgaan. 6 kleve
rige stof, 7. waterstand, 8 waterke
ring, 9. bouwland, 11. vreemde munt.
13 niet gespannen, 14. mak, 16.
scheik. element, 18. rekening, 21. toi
letartikel, 22. Myth, figuur, 23. denk
beeld, 24. dona (afk.), 25. soort. 27.
dreef, 29. spleet. 30. keurig, 32. reser
voir, 33. kurk, 35. metaalsoort, 38.
deel van een boom, 39. vertragings
toestel, 41. water in Friesland, 42.
ingang, 44. rekening, 46. uniek. 47.
paard, 49. pit, 50. oude lengtemaat,
52. voor, 54. watering, 56. badplaats in
Duitsland, 57. elector (afk.), 58. votre
excellence (afk.), 59. nummer (afk.).
Oplossing tot en met woensdag ai
per briefkaart sturen naar: Dagbla
Trouw/Kwartet, postbus 859. Amste
dam. Links boven vermelden: weft
endpuzzel.
Oplossing vorige puzzel
Hor. 1 rapé, 4. ink, 6. aker. 9. Ee, li
aren, 12. open, 14. eg. 16. raar, li
lakei, 20. Eede, 22. kanaal. 24. alleet
26. el, 27. plaveisel, 30. ne. 31. rem, 3!
Ane, 33. iep, 35. kat, 36. entre, 38. nc;
40. mat, 41. end, 42. lek. 43. tak, f
mes. 46. satan, 48. pet, 50. los, 52. at-
53 lor, 55. Ot,
61. kerrie, 63.
stere, 69. adel, 7
75. ne, 76. rans,
Vert. I. reaal. 2. parapet, 3. er, 4 Ina,
koe, 6.a.e. 7 knellen. 8 reden. 9.erki
11. Ella, 13. pias. 15. genet. 17. An.
krent. 21. e.e, 23. alm. 25. lei,
vandaal. 29. Ierland, 31. atel, 34 p
ter, 35. kam. 36. Ens, 37. een, 39. pa
45. sopraan, 47. taupe, 48 pommadi
49. moker, 51. Sri, 53 lui. 54. telle, 5
teler. 58. eest, 59. Iser. 60. meent,
r.i. 64. P D. 67. til. 68. ram, 72. ns. 7
a.k.
De boekenbonnen gaan naar: H. Ui
ger v.d. Poort, Nieuwenhoornstrai
50a te Rotterdam; P. Verbeek, Evert
senstraat 7 in Rijnsburg; J. M. Smil
van der Mijn, De Savornin Lohmao
laan 49 in Amstelveen.
8
Onze PTT heeft ln samenwerking
met het bureau In to mart een on
derzoek gehouden over de volgen-
He zaken: de waardering van het
uiterlijk van onze postzegels ln
het algemeen, de waardering over
een vijftigtal zegels van de laatste
Jaren en naar de omvang en de
aard van het postzegelverzamelen
in ons land. Drie lijvige rapporten
zijn het interessante resultaat van
deze enquête, welke werd gehou
den onder 1019 niet-verzamelaars
en 1036 verzamelaars. Het rapport
spreekt van nlet-filatellsten en fi
latelisten. Hier volgt een greep uit
de conclusies van het onderzoek.
Ruim de helft van de ondervraag
de Nederlanders van veertien Jaar
en ouder vindt het uiterlijk van
onze zegels in het algemeen mooi;
een derde acht de buitenlandse
zegels vergelijkenderwijs ln het al
gemeen mooier; de onze zijn fan
tasieloos, kleurloos én saai; driek
wart van de ondervraagde verza
melaars menen dat bijvoorbeeld
de zegels van Polen, Zwitserland,
GrootrBrlttannlê, West-Duitsland
en Spanje duidelijk mooier zijn.
Een algemeen gewaardeerde zegel
dient volgens ondervraagden een
realistische afbeelding te hebben,
helder, fris, vrolijk, warm of rustig
van kleur te zijn, terwijl de ge
bruikte tekst functioneel de bete
kenis van de zegel toelicht. Het
uitgeven van zegels met toeslag
achten bijna alle ondervraagden
(verzamelaars en nlet-verzame-
laars) ln het algemeen een goede
manier van geld inzamelen.
Even een opmerking bulten de en
quête om. Wat zou het antwoord
van de verzamelaars geweest zijn,
Indien een vraag als „Vindt u de
Nederlandse zegels als postzegel
geslaagd?" was Ingevoegd? Dan
zouden bepaald meer eisen ter ta
fel gekomen zijn, zoals: duidelijke
vermelding van het land van her
komst, idem van het bedrag van
de nominale waarde en van de
toeslag en van het doel van de
uitgifte. En daaraan ontbreekt wel
eens Iets. Ik las onlangs in een
tijdschrift dat een verzamelaar na
het kopen van de Brldge-Olympla-
de-zegel ln de mening verkeerde
een misdruk te hebben gekocht.
Waar was de naam van het land en
het bedrag van de waarde? Na
lang zoeken trof hij beide gege
vens toch nog in de hoekjes van de
speelkaarten, die de zegels sier
den, aan. Om de aanleiding voor
de uitgifte te vinden, had hij een
loep nodig, terwijl op de voor
grond op een blanco speelkaart
een Ideale plaats voor de vermel
ding voorhanden was. Over de
waardering voor een vijftigtal ze
gels van de laatste jaren waren
beide partijen het aardig eens. Als
mooiste kwam uit de bus „Goudse
Glazen-zegel" nr. 2 van 1979, de
derde plaats kreeg van belde de
Europa-zegel 1978 (Haarlems stad
huis), terwijl de overige zegels
zij het niet steeds in dezelfde vol
gorde toch nog al eens bij belde
groepen voorkwamen. Bij de cate
gorie „lelijkste" zegels waren bel
de „veroordelaars" het roerend
eens. Van de negen zegels, die deze
kwalificatie kregen, waren het
precies dezelfde zegels; als num
mer één blonk uit: de tekstzegel
„Europese verkiezingen", voorts
kwamen ln de rij voor „Ned. MIJ
voor Handel en- Nijverheid" en
(natuurlijk) Korfbal 1978 en de 100
Jaar Tandheelkundig Onderwijs.
Over de omvang en de aard van
het postzegelverzamelen ln ons
land het volgende. Meer dan
600.000 mensen van veertien Jaar
en ouder verzamelen postzegels;
580.000 verzamelen Nederlandse
postzegels waarvan 500.000 onge
bruikte. Bij deze aantallen over
treffen de mannen de andere sexe
ln een verhouding van 2 1. Jonge
ren verzamelen relatief meer dan
personen van middelbare of oude
re leeftijd, terwijl door lieden van
de middelbare sociale klasse va
ker wordt verzameld dan door die
van de laagste en hoogste sociale
milieus. Van de verzamelaars is
negentien procent lid van een ver
eniging, 27 procent leest een post
zegeltijdschrift en 65 procent
leest postzegelrubrieken in dag- of
weekbladen.
Uit verschillende gegevens con
cludeert het rapport dat genoem
de 500.000 verzamelaars in 1979
ongeveer 31 miljoen gulden (of ge
mlddeld 62 gulden per persoon
hebben besteed aan ongebruikt!
postzegels. Uiteraard zijn in di
rapporten nog veel meer interes
santé zaken te lezen, onder meer
wensen van het publiek, onder
werpen van zegels, publiciteit enz.
Al in 1959 voorspelde oud-kampi
oen van Nederland R.C. Keiler,
dat wij binnen vijf tot acht jaar
weer een nationaal kampioen zou
den hebben, Jonger dan 25 Jaar.
Toen ln 1967 Ton 8 IJ brands op
zestienjarige leeftijd de titel voor
zich opeiste had Keiler op een
merkwaardige manier gelijk ge
kregen al zal hij toen nog niet
hebben vermoed dat de kampioen
nog maar zestien zou zijn. Daar
kwam nog bij dat de toen nog
maar dertienjarige Harm Wlerama
beslag wist te leggen op de derde
plaats, na de onttroonde Roozen-
burg. Heel dammend Nederland
liep ln die tijd naast de schoenen
van trots en men dacht zelfs al aan
het terughalen van de wereldtitel
uit Rusland. Men verheugde zich
zo ln het dam wereldje dat dra. P.
Roozenburg ln Het Damspel een
uitbundig artikel schreef onder de
kop: „1 april 1967: een keerpunt."
Een paar maanden later zei Koe-
perman ln een intervleuw dat 81J-
brands ln de strijd om de wereldti
tel een gevaarlijke concurrent
voor de Russen zou zijn: van
Wlerama vond hij dat de jonge
Fries weliswaar een talentvolle
maar te Jonge speler was. Deze
uitspraak werd dan ook gedaan
voordat de toenmalige wereld
kampioen ook maar een partij te
gen Wlerama had gespeeld. Na
hun eerste duel ln het Brlntatoer
nooi ln Hoogezand haastte de Rus
zich zijn uitspraak in te trekken,
want toen verklaarde hij Wlerama
een diepzinnige speler met een
fantastisch Inzicht te vinden. Wel
iswaar eindigde Wlerama toen met
een nederlaag en elf remises op
een zevende plaats, maar zijn spel
had, evenals dat van Sljbrands,
diepe Indruk op de Russen ge
maakt Ditzelfde toernooi ls overi
gens onvergetelijk geworden door
de volgende stand, (zie diagram)
Deze is ontleend aan het gerucht
makende duel Leclalr (wit) - An-
drelko. Ikzelf was als speler ln
Hoogezand aanwezig en won daar
de Jeugdgroep. Na een gemakke
lijke en vlotte overwinning kwam
ik huppelend een zaal ln waar een
merkwaardige sfeer heerste. Mom
pelende, verontwaardigde men
sen, een verbijsterde Journalist,
die mij bijna omver liep en ln een
hoek achter een dambord twee
totaal verschillend reagerende
mensen. De een eerst nog uiterst
rustig, onverstoorbaar, de ander
daarentegen bijna bulten zijn zin
nen. HIJ staarde zijn tegenstander
maar aan en bewoog voortdurend
op zijn stoel om dan heel onver
wacht op te staan om een eind te
gaan wandelen en om even onver
wacht weer te gaan zitten. Zetten
deed hij niet.
Herman de Jongh gaf toendertljd
de volgende suggestieve weergave
van dit gebeuren: De Rus speelde
de opening volgens zijn gewoonte
razendsnel. Hij kent alle openings
varianten en openingscombina
ties uit zijn hoofd. Dus kon hij,
behalve tegen spelers van zijn el-
gen formaat en dat zijn er maar
VW/
m
S
een paar in de eerste tien, twin
tig zetten van een partij voor de
vuist weg spelen.
De Amerikaan was een heel ander
type. Hij overwoog elke zet met de
grootste zorgvuldigheid en liet
niets aan het toeval en aan zijn
intuïtie over. Dus daar gingen ze.
Andrelko onmiddellijk zettend en
met een onverschillig gebaar weg
lopend als Leclalr aan zet was. En
deze denkend, zoekend en ploete
rend. Toen gebeurde het. Andrel
ko had een overmachtige stelling
geformeerd en het moment was
aangebroken om de witte stelling
te bestormen. Zijn hand was reeds
boven schijf 17 want die moest de
aanval beginnen. Zijn hand bleef
een tijd boven die schijf. Toen
trok hij hem terug. Het had maar
een haar gescheeld of de Sowjet-
kampioen was in een verschrikke
lijke hinderlaag gelopen. Men ver
wachtte toen een andere zet, maar
die kwam niet. Andreiko had geen
andere zet.
Het wachten was toen op een
schijfoffer maar ook dat kwam
niet. Andreiko keek zijn tegen
stander verwonderd en veront
waardigd aan. Hij keek de wed
strijdleider aan, keek naar de tuin
achter de speelzaal. Toen weer
naar zijn tegenstander. Tien mi
nuten, twintig minuten. Alsof hij
hem wilde hypnotiseren. Daarna
zij hij plotseling: „Remise" „No",
beet Leclalr hem toe. „No?" her
haalde Andreiko verbaasd en ver
ontwaardigd. Daarna ging het
spelletje verder. Leclalr was opge
staan en ijsbeerde geërgerd door
de zaal. Andrelko bleef achter het
bord zitten. Speelde niet en dacht
niet.
Na een uur en tien minuten deed
hij een zet. Leclalr antwoordde en
Andrelko die moest slaan wachtte
opnieuw. Nu vijfendertig minuten.
Hij had toen nog precies vijf minu
ten voor dertig zetten en die ratel
de hij achter elkaar af. Bijna had
hij Leclalr overbluft Maar de
Amerikaan wist n> g net genoeg
kalmte op te brengen om het Rus
sische geweld te weerstaan en een
penibele remise uit het vuur te
spelen. Tot zover De Jongh.
Vanuit de diagramstand volgde
19.44-40 (op 17—21 volgt nu 30-24
en 29—24!) 19... 25-28 20. 29—23
18x29 21. 34x32 12—18 22. 40-35
7—12 23. 31—26 22x31 24. 36x27
18—23 25. 49—43 13—18 26. 43—38
9-13 27. 27—21 16x27 28. 32x21
18—22 29. 37—32 13—18 30. 21—16
8—13 31. 16x7 2x11 32. 42—37 11—
16 33. 37—31 16—21 34. 48—43 6—
11 35. 32—27 21x32 36. 38x27 22—
28 37. 41—37 17—22 38. 43—39 12—
17 39. 39-34 11—16 40. 37—32 28x
37 41. 31x42 22x3142. 26x37 17—22
43. 50—44 16—21 44. 44—39 22-27
45. 46-41 13-22 46. 39—33 13—18
47. 33—29 23—28 48. 42—38 19—23
49. 47—42 21—26 50. 30—25 14—19
51. 34—30 23x34 52. 41—36 4—9 53.
38x27 22x31 54. 35—30 18—23 55
41—36 4—9 56 36x27 28—33 57
39x28 23x41 58. 42—37 41x21 59
15—10 26—31 60. 25—20 31—36 61
19—4 21—27 62. 4x24 1—1.
Nu, 13 jaar na dit damgevecht, dat
men gerust het meest besproken
duel van de eeuw mag noemen,
ziet de toekomst voor de dam
sport er beter uit dan ooit. Gant-
warg won, ook in 1967, de hoofd
groep van het Brlnta-toernooi en
is evanals Wierema nog steeds ac
tief in duels om de hoogste eer.
Zowel Ledair als Andreiko zijn er
niet meer en Sljbrands heeft er de
voorkeur aan gegeven om inciden
teel nog eens een minder sterk
bezet toernooi te spelen; het echte
grote werk laat hij jammer genoeg
nog steeds links liggen. We zijn
hem alleen maar dankbaar voor
de vele publicaties
3
Een van de meest tragische spe
lers uit de schaakgeschiedenis is
de Russische grootmeester Leonid
Stein geweest. Niet, omdat hij
zoals dat heet „te vroeg gestorven
is", maar omdat zijn hele carrière
ls verknoeid door de meest absur
de reglementen. 8teln die betrek
kelijk laat met schaken was be
gonnen, maakte aan het eind van
de jaren vijftig een stormachtige
ontwikkéling door. die hem al snel
bij de wereldtop deed belanden. In
1962 mocht hij ln Stockholm aan
het interzonale toernooi deelne
men. Om zich te plaatsen, moest
hij bij de eerste zes eindigen. Sa
men met Gligoric en Benkö werd
hij inderdaad zesde, maar toen
trad er een vreemde Fide-regel in
werking. Er was. om combinevor
ming te verhinderen, bepaald dat
slechts drie landgenoten naar het
kandidatentoernooi mochten
doorgaan. Stein was achter Pe
trosjan, Geiler en Kortsjnoj de
vierde aankomende Rus en viel
zodoende uit de boot. Wel won
Stein kort daarop een driekampje
met Benkö en Gligoric, maar
daarin had hij om zijn eigen tra
giek nog eens te benadrukken, al
leen voor spek en bonen meege
daan.
Twee jaar later herhaalde de ge
schiedenis zich. In Amsterdam
werd 8tein zesde, maar weer zaten
er drie Russen voor hem en toen
mochten Reshevsky en Ivkov. die
zelfs onder hem waren geëindigd.
uitmaken wie naar het kandida
tentoernooi ging. Nog was voor
Stein de agonie niet achter de rug,
hoewel de Fide besloot de hele
regel maar af te schaffen. In het
interzonale toernooi van Sousse
(1968) bleek tot afgrijzen van
iedereen, dat Stein nu met Hort en
Reshevsky een dubbelrondlg drie-
kampje moest spelen om één
plaats. Men gunde hem de door
tocht naar de kandidatenmatches
van harte en toen Stein ln de eer
ste turn us Hort versloeg, leek er
toch nog rechtvaardigheid op de
wereld te bestaan. In de laatste
partij van de laatste turn us nam
Hort echter revanche. In een ver
loren stelling wist hij Stein nog te
„flessen" en daarop ging een la
chende Reshevsky, die alles remi
se had gespeeld, verder.
In 1973 stierf Stein 39 jaar oud ten
gevolge van een hartaanval. Hij
was een groot speler, origineel, een
echte vertegenwoordiger van hy-
perdynamische Russische school.
Keene noemde hem „the master
of the attack". Kortgeleden is er in
de SowjetrUnie een biografie over
hem verschenen, geschreven door
Gufeld en Lazerew Daaruit de nu
volgende partij.
Wit: Lutikov. Zwart: Stein (1964).
I. e2-e4 e7-e5 2. Pfl-f3 Pb8-c6 3.
Lfl-b5 a7-a6 4. Lb5-a4 Pg8-f6 5. 0-0
Lf8-e7 6. Tfl-el b7-b5 7. La4-b3 0-6
8. c2-c3 d7-d6 9. h2-h3 Pf6-d7 10.
d2-d4 Lc8-b7 (De theorie geeft aan
10. Pb6 of 10. LI6, maar
Stein heeft zo zijn eigen ideeën).
II. Pbl-d2 Pc6-a5 12. Lb3-c2 c7-c5
13. Pd2-fl (Het thematische 13. d5
wordt met 13. f5! beantwoord).
13. c5xd4 14. c3xd4 Ta8-c8 15.
Pfl-e3 f7-g€ 16. Pe3-g4 h7-h5! 17.
Pg4-e3 e5xd4 18. Pf3xd4 Le7-f6 19.
I
A
IOTA®
«B
ifl
it Wt
Ia lift
e bas A
Pd4-f3 (Minder sterk was: 19 Pf5
gf5x 20. Pf5x Tc5! 21. Dh5x Tf5x
22 Df5x Pe5 en zwart doorstaat de
storm, maar 19. b3 gaf wit een
langdurig voordeel). 19. Pa5-c4
20. Pe3xc4 b5xc4 21. Pb3-d4 Tf8-e8
22. b2-b4? (Speculeert op 22
bc3x, maar zwart heeft aanzienlijk
beter). 22. d6-d5! 23- Tal-bl
d5xe4 24. Le2-a4 Te8-«7 25. Lcl-e3
Pd7-e5 (Wit is er al erg aan toe.
maar de manier waarop Stein te
werk gaat, is niet voor iedereen
weggelegd). 26. b4-b5 a6xb5 27.
Pd4xb5 Pe5-d3 28. Tel-e2 Tc8-a8
29. Pb5-a7 Dd8-c7 30. Tbl-b6 Te7-
e6 31. Pa7-b5
Zie diagram I
31. Dc7xb6! (Dit dameoffer is
de inleiding van een hardhandig
slotspel) 32. Le3xb6 Te6xb6 33.
Pb5-c7 Ta8xa4! (De uiteindelijke
pointe: wit moet wel op de verwik
kelingen ingaan). 34. Ddl-a4+ Tb6-
blt 35. K(l-h2 Lf6-e5t 36. *2-g3 e4-
e3! (Dreigt onder alles door ook
nog eens mat op hl. De witte da
me is volstrekt machteloos tegen
de zwarte lopers). 37. f2-f3 Lb7xf3
38. Da4-e8t Kg8-g7 39. Pc7-e6t
K(7-f6! (Zwart omzeilt een laatste
grapje: 39.e6x 40. De7t Kh6 41
Df8+ Lg7 42. Df3x) 40. Te2-g2 (De
enige manier om het mat te voor
komen). 40. Pd3-f2!
Zie diagram n
En dit was de slotstelling, want
wit gaf het op Er hielp werkelijk
niets meer: 41. Dd8+ Ke6x 42
De8+ Kf6 43. Dh8+ Kf5 44 Dc8*
Kg5 45. Dd8+ Kh6 46. Tgl Pg4+!'
47. hg4X Tb2+ 48. Kh3 hg4X 49
Kh4 Th2 mat! Het is toch werke
lijk iets bijzonders om zo een par
tij te mogen winnen.