Fouten
gemaakt - maar door wie?
Tekening van een lezer
Trouw Commentaar
weerman was soms de boeman
L
'Menselijke fout
oorzaak ongeluk'
Taalbarrière kan rol gespeeld hebben bij tankerongeluk
Irtzichtig (2)
lOENSDAG 23 JULI 1980
BINNENLAND
TROUW/KWARTET
5
Tekeningen, bij voorkeur in liggend for
maat. sturen aan Trouw, jury politieke
prent, postbus 859. 1000 AW Amster
dam. Naam en adres aan de achterzijde
vermelden Voor geplaatste prenten is er
een boekenbon
Maandagavond tegen middernacht: voor het eerst sinds weken een
zonnestraal van het KNMI op de telex.
„Om negen uur vanmorgen had
ik een mevrouw aan de lijn. die
riep: de zon!"
Zo begon weerman Hans de Jong
gistermiddag zijn weerpraatje
voor Radio Friesland, waar hij
net als voor de NCRV-radio
een paar keer per week door een
grote, trouwe schare beluisterd
wordt. Er zullen wel meer mensen
geweest zijn die bij het ontwaken
verrast, zo niet verwonderd op de
zon reageerden. Hoe lang hebben
we die op een enkel, te ver
waarlozen straaltje na niet ge
zien? Ruim vijf weken zijn er
stralen van een geheel ander ge
halte in overvloed geweest en dat
is niemand in de kouwe kleren
gaan zitten. Toch hebben de
weermannen van ons land het in
die regenperiode soms nog moei
lijker gehad dan de mensen die
zich in dat hondeweer moesten
zien te vermaken of in plastic
gehuld naar hun werk moesten.
Met meer dan normale gretigheid
wordt er in zo'n tijd naar de voor
spellingen van de weerman ge
luisterd. en o wee als ze er eens
naast zitten. Nu de buien (even)
van de baan lijken, hebben we de
weer-heren Hans de Jong, Jan
Pelleboer en Ben Wammes (van
het KNMI) naar hun ervaringen
van de afgelopen weken ge
vraagd.
pelleboer
„Pelleboer krijgt de schuld van
het slechte weer," schreef een
ochtendblad gistermorgen. Vol
gens dat bericht zou weerman
Jan Pelleboer dagelijks tiental
len boze telefoontjes krijgen van
mensen die hem het slechte weer
in de schoenen schuiven en soms
zelfs dreigen hem „mores te le
ren" als het niet gauw mooier
weer wordt. Dat bericht blijkt,
zacht gezegd, lichtelijk overdre
ven: „In die vijf weken dat het zo
slecht geweest is, heb ik bij el
kaar wel enkele tientallen tele
foontjes gehad, maar niet zoveel
per dag." zegt Pelleboer. „En be
dreigingen waren er helemaal
niet bij. Wel kinderachtige men
sen die opbelden en riepen: Pelle
boer, waterboer! en dan gauw op
hingen. Ook prikkelbare mensen
die weliswaar niet zeiden: dat is
jouw schuld, dat weer, maar als
ik eens het woord opklaring liet
vallen en die kwam niet, dan was
het mis. Dan kreeg ik veronge
lijkte opmerkingen als: Nou zou
den we opklaringen krijgen, en er
gebeurde niks. En natuurlijk zijn
er die zeggen dat je er niets van
weet en dat je maar beter niet
meer over het weer kan praten."
Zo gauw de zon schijnt, is het
gedaan met de klachten. Gister
ochtend had Pelleboer al twee
mensen aan de lijn die hem al
leen even wilden feliciteren, om
dat de zon weer scheen. En toen
een krant in het noorden „arme
Pelleboer" had geschreven kreeg
hij prompt een bloemstuk thuis
bezorgd.
Wat denkt hij van het weer voor
de komende dagen? „Het blijft
zo," zegt hij beslist. „Daar ben ik
positief in. We hebben nu een
geheel andere situatie gekregen.
Als ik de weerkaarten zie, ben ik
voor de hele week optimistisch."
hans de jong
In tegenstelling tot zijn collega
Pelleboer heeft Trouws weerman
Hans de Jong in al die weken
geen enkele klacht gehad. Wel
telefoontjes dat hij het goed deed
zo. „Dat komt," zegt hij, „door
dat ik niet meer beloof dan het
weer te bieden heeft. Wat er aan
goeds te melden is haal ik wel
naar voren, maar als het er niet in
zit, zit het er nou eenmaal niet in.
Daar ben ik misschien een Fries
voor: ik zeg waar het op staat.
Zelfs toen het KNMI een verbete
ring aankondigde, heb ik gezegd:
we zitten in het slop, we zijn er
nog niet. En zo was het.
Pelleboer geeft cijfers. Hij zegt:
het weer wordt een zeventje, of
een acht, misschien wel een ne-
gentje. Klopt dat niet, dan sprin
gen de mensen hem meteen op
z'n nek. Ik breng het weer op een
manier, dat de mensen zeggen: je
hebt gelijk. Nog nooit heb ik een
brief gehad van: je zegt maar
wat, het komt niet uit"
Door die radio-uitzendingen ont
staat er een soort persoonlijke
binding met de luisteraars, is zijn
ervaring. „Ze kennen de manier
waarop je praat, de buigingen
van je stem. Het is maar hoe je
overkomt, zoals vroeger op de
kinderen in de klas." Die per
soonlijke binding zal de oorzaak
van zoveel aardige reacties zijn,
denkt hij, vooral in Friesland,
maar ook van daarbuiten. „Daar
zit natuurlijk een beetje chauvi
nisme bij, maar het is toch leuk,
een postbode die tegen Je zegt: u
bent zo'n aardige man. Zo leuk
dat je moet oppassen niet ljdel te
worden."
„Als we de vakantie met mooi
weer willen doorbrengen, wat
kunt u ons dan aanraden? Als
ik het weekend naar Noorwegen
of Engeland ga, hoe is het weer
dan op mijn route?" Zulk soort
vragen krijgt weerman Hans de
Jong van allerlei mensen voorge
legd. Vaak van „vaste klanten",
zoals die bejaarden, die hem al in
januari vroegen hoe het weer in
augustus in Karinthië zou zijn
„Toen moest ik zeggen: dat weet
ik niet, maar ik zal voor u in de
statistieken kijken. Het jaar
daarop vroegen ze het weer, maar
daarna heb ik niets meer van ze
gehoord. Misschien zijn ze overle
den, misschien klopte het de laat
ste keer niet"
Wat Hans de Jong van het weer
voor de rest van de week ver
wacht hoeven we niet te vragen;
dat staat vanmorgen in zijn eigen
weerrubriek.
de bilt
„Er zijn zoveel mensen die niet
kunnen luisteren. Daar zou ik een
boek over kunnen schrijven." De
weerdienst van het KNMI weet
over boze telefoontjes mee te pra
ten. Ten behoeve van vragenstel
lers staan daar drie telefoontoes
tellen: twee waarachter de heer
Ban Wammes zit, en een die be
mand wordt door de speciale
Noordzee-meteoroloog. Goed of
slecht weer, de telefoontjes stro
men daar altijd binnen. Gister
morgen gaf de teller van één toe
stel al dertig gesprekken aan. „In
een paar uur verwerken we wel
honderd telefoontjes. Vanmor
gen veel van die mensen die met
vakantie gaan en blij zijn dat het
mooi weer is. Ze willen dan nog
eens persoonlijk de verwachting
horen, al kan ik ze niets meer
vertellen dan wat er in het officië
le weerbericht staat." Dat de
mensen vaak slecht luisteren,
blijkt volgens Wammes uit de
sterk verschillende reacties op
één en hetzelfde weerbericht. „De
één zegt: Jullie weten er weer
niks van. Wat zijn jullie voor
klunzen! Terwijl de ander vindt
dat het exact klopte, en de voor
spelling .fantastisch' noemt."
Lezen kunnen de meeste mensen
trouwens ook niet „Er zijn echt
mensen die niet eens weten dat
003 bestaat Er zijn vakantiegan
gers die hopen dat je voor een
hele maand het weer kunt voor
spellen. terwijl op radio en tv. de
verwachting nooit verder gaat
dan drie dagen Als je ze dat
vertelt zijn ze heel verbaasd. Een
mevrouw uit Limburg was boos.
omdat we Limburg nooit eens
noemden. Juist die dag luidde de
verwachting „van 15 graden op
de Wadden tot 22 in Zuid-Lim
burg". Dat was die hele morgen
al op de radio en het telefonisch
weerbericht."
Het minst te spreken is weerman
Wammes over de zeilers. „Die
mensen hebben soms net een
boot en willen dan de windver-
wachting voor een week weten,
omdat ze de Noordzee over wil
len. Het blijkt dan dat ze niets
van het weer afweten. Levensge
vaarlijk. Dat komt veel te veel
voor."
De dankbaarste groep zijn de
boeren onder wie D»e Jong en
Pelleboer ook hun vaste klanten
hebben van wie sommigen wel
twee keer per dag bellen. „Zij
hebben geen kritiek, omdat ze
zelf iets van weervoorspellingen
af weten. Ontzettend veel land
bouwers zijn nu hals over kop
aan het maaien gegaan, omdat
het woensdag, donderdag, vrij
dag en misschien zaterdag nog
droog blijft."
fortzichtig (1)
|ei is telkens weer een ergernis om
worden geconfronteerd met een
paald soort kortzichtigheid, die
clanks haar in het oog lopende
lakter voortdurend weer kans
de verstandelijke vermogens uit
schakelen. Zo zal geen enkel
elijk denkend wezen er belang
hebben onze grootste en ver-
edelijk ook onze intelligentste
soort. nl. de walvis uit de roei
de walvisjagers zelve, als groot
belanghebbenden, voorop. En
r is dit precies wat er gebeurt,
zij een conferentie van de Inter-
ionale Walviscommissie (IWC)
iet Engelse Brighton deze week
gevaar alsnog weet te bezweren.
I hoopvol is men overigens niet
!emd
kortzichtigheid wordt dit keer
verve verdedigd door de landen
sland en Japan, die beide aan-
ilijke belangen hebben bij een
inzetting van de walvisvangst.
De werking van dit mechanisme
van de kortzichtigheid Iaat zich
misschien nog het aardigste illustre
ren met de lotgevallen van onze
lekkernij, de groene haring. Eerst
toen de Noordzee vrijwel letterlijk
was leeggevist, bleek het mogelijk
beschermende maatregelen te tref
fen en wel zodanig succesvol dat
volgend jaar waarschijnlijk deze vis
weer op beperkte schaal kan wor
den gevangen. Dat ons land dit jaar
al een bescheiden begin heeft willen
maken en het bij dit streven bot
heeft gevangen, is weer een verhaal
apart.
De kern is, dat alleen op grond van
bindende, gezamenlijke afspraken
succes kon worden geboekt. Dat dit
met de walvisvangst niet goed mo
gelijk is. komt voornamelijk omdat
dit dode punt nog niet is bereikt.
Ondanks de alarmerende cijfers
over de ontwikkeling van de walvis-
senstand loont het nog steeds erop
uit te gaan.
door Henny de Lange
ROTTERDAM In het kan
toor van Mobil Oil hangt de
mededeling dat de laatste zes
tienhonderd dagen geen per
soonlijke ongelukken zijn ge
beurd tijdens het werk op de
olieterminal.
„Dat zegt toch wel wat," zegt
een woordvoerder van de olie
maatschappij. „De terminal
staat er al twaalf jaar. Dage
lijks komen er supertankers
om olie te lossen en te laden.
Er is nog nooit iets misge
gaan. En dan krijg je zoiets,"
zegt hij.
Het Is dinsdagochtend half twaalf.
Op dat moment wordt er met man en
macht gewerkt in de Zevende Petro
leumhaven in de Europoort om te
voorkomen dat er nog meer olie kan
weglopen uit de geknakte supertan
ker „Energy Concentration".
laatste land vertegenwoordigt
het grootste belang, omdat
het walvissenvlees als een lek-
nij geldt en het nuttigen daarvan
verweven is met de cultuur. In
andere landen geldt de walvis
Islechts als leverancier van aller-
lop zichzelf vervangbare, grond-
[fen voor bijvoorbeeld de cos-
lica. de margarine-industrie en
galde soorten smeeroliën. Het
Iwordt uitgevoerd naar Japan.
i land, ooit eens een walvisva-
le natie bij uitstek, heeft zich
rom terecht op het standpunt
tjteld de commerciële vangst op
(vissen gedurende tien jaar te
ken. Die periode zou dan benut
men worden om te bezien hoe de
ad zich ontwikkelt en om meer
■fnnis op te doen over deze dier-
ort, waarvan we nog maar be-
ikkelijk weinig afweten, behalve
n dat het gaat om uitzonderlijk
lelligente zoogdieren.
»als te verwachten viel is het
orstel echter kansloos gebleken
Brighton. Het was te veel ge-
aagd van Japan om in een keer
n industrie af te bouwen en wie
J h nog de sanering van onze vis-
t svloot herinnert kan daarvoor
:hzelf wel begrip opbrengen,
btndien dreigde Japan zelfs uit
jicWC te stappen en dan zouden
w nog verder van huis zijn ge-
Iwesl. omdat dit land in de loop
der jaren hoe dan ook heeft inge-
Om een doorbraak in dit denken te
kunnen bereiken, zou daarom ook
hier, zoals bij de haringvangst, uit
eindelijk de wal het schip moeten
keren. Het verschil is echter dat dit
in het geval van de walvissen een te
groot risico met zich brengt. Harin
gen kunnen zich vanuit een mini
mum-positie weer betrekkelijk snel
voortplanten. Walvissen zijn echter
zoogdieren en die doen het. wat dat
betreft, kalmer aan.
stemd met een aanzienlijke beper
king.
Maar juist daarom is er alle reden
de handen nu ineen te slaan om te
voorkomen, dat walvisprodukten
nog langer gebruikt worden in de
industrie. Alle landen die daarom
het lot van de walvis ter harte gaan
zouden daarom een eenvoudig ver
bod af moeten kondigen om walvis
produkten in te voeren. Ons land
zou dit kunnen doen op grond van
de wet bedreigde uitheemse dier
soorten. Die gedachte is al wel eens
overwogen, maar toepassing van
deze wet op dit punt is vooralsnog
achterwege gebleven op grond van
een bepaalde uitleg van de EG-
bepalingen. Nederland zou zo'n
maatregel niet eenzijdig kunnen ne
men. Waar echter zulke grote be
langen op het spel staan, rijst zo
langzamerhand de vraag of wij ons
nog langer achter dit argument
kunnen en mogen verschuilen. Te
meer waar een ander EG-land, Ita
lië, ons op dit punt is voorgegaan.
Alles wijst er volgens
recteur mr. Chr. van Krimpen van
Rotterdams havenbedrijf op, dat
het lossen van de olie is afgeweken
o de voorschriften.
lardoor is de gewichtsverdeling in
220.000 ton metende Liberiaanse
nker verstoord, zodat het schip in
t midden knakte. Ook voor de ri-
ïrpolitie in Rotterdam, staat het
ijwel vast dat het schip is bezweken
oordat tijdens het lossen te grote
ukverschillen zijn ontstaan.
oorzorg
m geluk bij een ongeluk noemt de
rterpolitie het, dat men uit vooreorg
onbrandbaar gas in de leegge-
ompte tanks had gedaan, zodat er
Vervolg van pagina 1
geen explosie ontstond. Bij het onge
luk werd niemand gewond. Een van
de 43 Chinese opvarenden moest zich
in het ziekenhuis laten behandelen
wegens ademhadelingsmoeilijk-
heden.
De voor- en achtersteven van het
schip liggen nu op de bodem van de
Zevende Petroleumhaven. Het dek is
intact. Het schip is eigendom van de
„Golden Piek Maritime" in Hong
kong. Uit de gebroken leidingen
stroomde bij het ongeval tien ton olie
weg, maar de tanks bleven heel.
De schade loopt volgens de directeur
van het Rotterdamse havenbedrijf in
de tientallen miljoenen guldens.
Volgens de politie zullen de Neder
landse en Liberiaanse scheepvaartin
specties een technisch onderzoek in
stellen naar het ongeluk met de tien
jaar oude tanker.
waardoor een bepaald signaal niet is
doorgegeven of verkeerd is overgeko
men. Bij het laden en lossen van
olietankers wordt gebruik gemaakt
van zeer verfijnde instrumenten.
Daar kan ook iets misgegaan zijn,
zegt Van Donselaar.
De kans dat er aan boord fouten zijn
gemaakt, wil hij eveneens niet uit
sluiten. „Het is en blijft merkwaardig
dat afgeweken is van de normale pro
cedure. De stuurman en kapitein
moeten gewoon weten dat je dat niet
ongestraft kunt doen, omdat de con
structie van dit soort tankers daarop
niet berekend is. In feite zijn deze
schepen erg slap gebouwd. Dat klinkt
misschien wat vreemd, maar ik be
doel ermee dat je niet in het wilde
weg de lading van boord kunt gaan
pompen." Volgens Van Donselaar is
het technisch wel degelijk mogelijk
schepen te bouwen met een construc
tie die dat wel toelaat, maar wordt
dat niet gedaan om de doodeenvoudi
ge reden dat de bouwkosten dan veel
te hoog zouden worden.
Slachtoffers
Volgens deskundigen is het nog niet
eerder voorgekomen dat een super
tanker op zo'n merkwaardige manier
geknakt is. „Nergens in de wereld is
een schip van een dergelijke omvang
te zien dat zo hulpeloos geknakt is,"
aldus een bergingsdeskundige.
Er hebben zich vrij recent overigens
wel soortgelijke ongevallen met olie
tankers voorgedaan met heel wat ern
stiger gevolgen. In januari vorig jaar
kwamen bij de ramp met de Franse
tanker „Betalgeuse" bij Zuid-Ierland
vijftig mensen om het leven, zowel
bemanningsleden als havenarbei
ders. Een paar dagen daarvoor explo
deerde een Amerikaanse olietanker.
Dit schip zonk. waardoor meer dan
dertig mensen om het leven kwamen.
In oktober 1978 werden 43 mensen
gedood en raakten minstens zeventig
personen gewond door een explosie
op een onder Liberiaanse vlag varen
de tanker in de buurt van Singapore.
In Rotterdam is het allemaal nog
betrekkelijk goed afgelopen. „Een
kwestie van geluk, want voor 't zelfde
geld was dit de klap geworden die
Rotterdam al jaren boven het hoofd
hangt," zegt een man, die van dicht
bij het ongeluk met de „Energy Con
centration" zag gebeuren.
Goed opgeleid
Dat er relatief erg weinig ongelukken
tijdens het lossen en laden van olie
tankers gebeuren, houdt volgens de
waarnemend directeur van het Mari
tiem Instituut veband met het feit
dat het personeel van de oliemaat
schappijen zeer goed opgeleid is.
„Men is erg precies met de veilig
heidsvoorschriften en de los- en laad
procedures en terecht, want als er
wat gebeurt, kan het vreselijk uit de
hand lopen. Niet voor niets zijn er
allerlei rampenplannen opgesteld
voor het geval het misgaat."
Ook aan boord van de tankers is alles
erop gericht, zegt een woordvoerder
van een oliemaatschappij, te voorko
men dat er iets mis gaat. Als er toch
een ongeluk gebeurt, moet de schade
zoveel mogeljk beperkt kunnen wor
den. Daarom mag de olie ook nooit in
één grote tank worden vervoerd,
maar uitsluitend in verschillende
compartimenten die met tussen-
schotten van elkaar gescheiden zijn.
In het geval van de „Energy Concen
tration" werd daardoor voorkomen
dat in totaal ruimhonderdduizend
ton olie die ten tijde van het onge
luk nog in de tanks van het schip
aanwezig was weg kon stromen
met alle risico's (explosiegevaar) van
dien.
Geen bandopnamen
kraakmanifestatie,
zegt burgemeester
ARNHEM (ANP) De politie heeft
geen heimelijke bandopnamen ge
maakt tijdens een kraakmanifestatie
op 30 april in de Arnhemse Stokvis
hallen. Dit schrijft burgemeester mr.
J. Drijber van Arnhem aan de Ren-
kumse hoofdagent van politie, J. H.
de Goede.
Deze politieman, die vanwege zijn
kritische opstelling de laatste tijd
veel in de publiciteit is geweest, heeft
samen met zijn collega-hoofdagent A.
van Berkel uit Epe na de kraakmani
festatie geprotesteerd. Zij zeggen ze
ker te weten dat Arnhemse agenten
In burger heimelijk bandopnamen tij
dens de manifestatie maakten.
Burgemeester Drijber schrijft dat, al
zouden er al opnamen zijn gemaakt,
het tot de normale politietaak be
hoort om door middel van in het
inwinnen van inlichtingen inzichten
te verkrijgen in verschillende maat
schappelijke stromingen. Hij wijst
daarbij op de recente ontwikkelingen
op het gebied van het kraken. Met het
maken van bandopnamen treedt de
politie hierbij niet buiten haar taak
en/of bevoegdheden, aldus de burge
meester.
Volgens Mobil Oil wijst alles erop dat
de menselijke fouten die naar alle
waarschijnlijkheid een rol hebben ge
speeld bij het ongeluk niet bij het
personeel van de oliemaatschappij
moeten worden gezocht. „Het is
nauurlljk wat flauw om te verwijzen
naar die zestienhonderd dagen zon
der persoonlijke ongelukken en naar
die twaalf jaar dat we nu al draaien
zonder grote ongevallen. Maar het
zégt natuurlijk wel wat over de vak
bekwaamheid van ons personeel".
Taalbarrière
Volgens ir. H. van Donselaar, waarne
mend directeur van het Nederlands
Maritiem Instituut, is het heel goed
mogelijk dat de taalbarrière de
benmanning van de ramptanker die
onder Liberiaanse vlag voer, bestond
uit Chinezen een rol heeft gespeeld.
„De kans op communicatiestoornis
sen is natuurlijk altijd aanwezig
maar is in sommige gevallen nu een
maal wat groter", zegt hij voorzichtig.
Het lossen en laden van dit soort
supertankers de „Energy Concen
tration meet 220.000 ton is aan
strenge voorschriften gebonden. De
constructie van deze tankschepen
maakt het volgens Van Donselaar
niet mogelijk af te wijken van die los-
en laadregels. „Doe je dat wel, dan is
de kans op breuken erg groot, omdat
dan de spanning op bepaalde delen
van het schip te groot wordt".
Drie bemanningsleden van de „Energy Concentration" verlaten
hun gebroken schip.
Foto rechts: de scheur in de tankerwand, op de voorgrond het
oliescherm om de eventueel uitvloeiende olie bijeen te houden.
In het geval van de „Energy Concen
tration" moet afgeweken zijn van de
voorgeschreven procedure, meent
Van Donselaar. Het middenstuk van
de tanker, dat geknakt is, was al
leeggepompt toen het ongeluk ge
beurde. Dat is uiterst merkwaardig,
vindt de waarnemend directeur van
het Maritiem Instituut, omdat over
het algemeen begonnen wordt aan de
voorkant met lossen en laden. Nor
maal wordt er van voor naar achter
gewerkt
Werkplan
Het lossen en laden van olietankers
gebeurt in nauwe samenwerking tus
sen het walpersoneel en de beman
ning. Van te voren moet een werkplan
worden opgesteld. De verantwoorde
lijkheid voor de gang van zaken op de
wal is in handen van een zogenoemde
„loading master". Kapitein en stuur
man moeten zorgen dat alles aan
boord volgens plan verloopt.
Hoe het gisterochtend zover heeft
kunnen komen dat de olietanker
plotseling begon te kraken en te bre
ken is vooralsnog onduidelijk. Vol
gens Van Donselaar kan ten gevolge
van de taalbarrière al bij het opstel
len van de te volgen losprocedure een
fout zijn gemaakt, al acht hij die kans
klein. „Ik durf rustig te stellen dat het
personeel van de olieterminals zeer
bekwaam is en ook zeer precies wat
betreft het naleven van de voorschrif
ten. Ze moeten wel, want als ze fouten
maken kan het hun leven kosten."
Een tweede mogelijkheid is dat er een
technisch mankement is opgetreden.