Nicaragua: de verharding van een revolutie Geruchten over een ver ijdelde staatsgreep, be richten over het sluiten van de grenzen en het luchtruim, hoge officie ren die met een helikop ter naar Turkije vluch ten en voortgaande zui veringen in de gelede ren van islamitisch- links. vormen even zo vele aanwijzingen dat de islamitische revolu tie in Iran bezig is zich aan haar interne tegen stellingen op te hangen. Tot dusver bestaat er weinig duidelijkheid over de pogin gen van een deel van de Iraan- se strijdkrachten om het be wind van ayatollah Khomeini omver te werpen Wel is een groot aantal arrestaties ver richt en het is wel zeker dat er een aantal executies zal vol gen. maar wie nu precies ver antwoordelijk moet worden gesteld voor het gebeurde, blijft vooralsnog in het onge wisse Wat wel vaststaat, is dat het verzet in binnen- en buiten land tegen de praktijken van de islamitische republiek steeds sterkere vormen begint aan te nemen. De willekeur, de economische chaos en de onderlinge strijd van om de macht rivaliserende groepe ringen in het land brengen een wisseling van de wacht steeds dichterbij. Overigens is het verzet tegen ayatollah Kho meini minstens even verdeeld als diens aanhang, zodat vol strekt onvoorspelbaar is wie uiteindelijk in de botsing van groeperingen zal komen bo vendrijven Dc voornaamste exponent van het Iraanse verzet in het buitenland tegen ayatollah Khomeini is momenteel in Pa rijs in ballingschap wonende I oud-premier Sjahpoer Bakh felle islamitische jongeren die niet voor openlijke geweldple ging en provocaties terug schrikken, zoals de botsingen met links-islamitische Modja- heddien bij het voetbalsta dion van Teheran nog onlangs hebben aangetoond Tegenover de IRP staat de meer gematigde stroming van president Bani Sadr. die lange tijd beschouwd is als het gees telijk kind van Khomeini. En kele maanden geleden werd hij met meer dan driekwart van de stemmen in zijn huidi ge functie gekozen, maar zijn invloed lijkt zo langzamer hand omgekeerd evenredig met deze publieke steun. Naar verluidt zou Bani Sadr de stil zwijgende steun hebben van de links-islamitische Modja- heddien. die bij de enige tijd geleden gehouden parle mentsverkiezingen (met vijf tien procent van de stemmen) slechts vier zetels in de Majlis in de wacht sleepte. De leider van de Modjaheddien. de door de Palestijnen opgeleide 33- jarige Rajavi. zou in regelma tig rechtstreeks persoonlijk contact met de president staan President Bani Sadr is voor stander van een redelijk isla mitisch radicalisme zonder scherpslijperij. Hij is een man die oog heeft voor de interna tionale positie van zijn land en heeft in dat verband her haaldelijk gepleit voor beëin diging van de gijzeling in de Amerikaanse ambassade. Verder vreest hij ook dat de economische chaos, die het gevolg is van de bestuurlijke wanorde waarin het land ver keert. zal leiden tot groeiende onvrede bij de bevolking Kenmerkend voor zijn realis tische kijk op de dingen, is zijn acceptatie van een Koer disch programma van zes punten, dat voorziet in regio nale autonomie voor deze be volkingsgroep Het ziet emaar uit dat hij zich langzamer hand ook de steun begint te verwerven van de marxis- tisch-leninistische Fedayien, die wel zien dat hun radicale verzet tegen de islamisering van Iran en hun steun aan de zaak van de Koerden eigenlijk alleen maar de radicale isla mieten in de kaart spelen. Een uiterst merkwaardige rol in het Iraanse krachtenveld wordt gespeeld door de Mos kou-gezinde communistische Toedeh-partij. Deze steunt ayatollah Khomeini en be strijdt president Bani Sadr. hoewel ze van de islamitische ideeën en van Khomeini's af keer van het communisme ei genlijk niets moeten hebben. Op die manier garandeert de partij haar eigen politieke voortbestaan en hoopt zij een plaats te verwerven in het centrum van de macht, dat vooralsnog steeds verder lijkt op te schuiven naar de radica le islamieten van ayatollah Behesjti Het geheel van buitenlandse oppositie en binnenlandse te genstellingen maakt wel dui delijk. dat de rust in Iran voorlopig niet weerkeert. De strijd om de macht tussen de erfgenamen van Khomeini is in volle gang. terwijl de onvre- de over de chaos onder de bevolking groeit. Nog steeds vindt een oproep om steun aan Khomeini gehoor, maar de omvang van de menigten die op de been komen, neemt af De irritatie groeit ook in het leger, waar nog altijd een groot aantal voorstanders van een hecht en sterk bestuur te vinden is. Het buitenlands verzet van in ballingschap le vende Iraniërs speelt hier han dig op in. Wanneer de huidige macht hebbers er niet snel in slagen hun onderlinge meningsver schillen te begraven, rust en orde te herstellen en een mini mum aan economische even wicht tot stand te brengen, is de kans groot dat de Iraanse revolutie binnen afzienbare tijd zichzelf verteert. Duizenden kilometers van zijn geboorteland wacht ex-dictator Anastasio Somoza op zijn land goed in Paraguay op het juiste moment om naar Nicaragua te rug te keren. Precies een jaar ge- I leden moest hij de Middenameri- kaanse staat verlaten, onder druk van een vrijwel algeheel gewa pend verzet tegen zijn keiharde bewind. Somoza liet zich onlangs ontvallen dat de sandinisten in Nicaragua het stom aanpakken door het socialisme zo snel aan de bevolking op te dringen. Daar door is een nieuwe volksopstand op korte termijn niet te. ver mijden. De wens zal ook hier echter wel de vader van de gedachte zijn. Want een jaar na het einde van de bloedige strijd tegen de dictator en zijn privé-leger. de Nationale Garde, is er van grote onvrede met de sandinistische revolutie nog weinig te be speuren. Moeilijkheden zijn er het afgelo pen jaar genoeg geweest, zowel met ui terst links als met de conservatieve stro mingen in het land. Maar de grote massa lijkt nog achter de idealen van het sandi- nisme te staan, hoewel ook in dat ene jaar fc^et precies duidelijk is geworden wat die nu zijn Lief De liefste revolutie van Latijns-Amerika werd de omwenteling in Nicaragua in het begin wel genoemd. Jongens en meisjes van amper zestien jaar in veel te grote camouflagepakken namen de handhaving van orde en gezag over van de gehate Nationale Garde, onervarenheid en een ontwapenende glimlach als hun voor naamste wapen. Massale terechtstellin gen van Somoza's aanhangers onder Tomas Borge maar zeggen veel tegenwerking te onder vinden. Ook de massale campagne voor alfabeti- saUe van de bevolking zien de rijkeren als een poging om de bevolking te indoctrine ren. Onder leiding van duizend Cubaanse onderwijzers zijn 70.000 jongeren opge leid, die over het land zijn verspreid om de bevolking te leren lezen en schrijven. Hoe wel de campagne veel minder snel vruch ten afwerpt dan verwacht, is er van pro blemen met de bevolking weinig te merken. Geld genoeg Het politieke gekrakeel tussen links en rechts wil nog niet zeggen dat het herstel van het land verwaarloosd is. Langzaam begint de economie weer tot leven te ko men. De inflatie is teruggebracht van zes- Ug procent tijdens de laatste maanden onder Somoza tot 33 procent. De oorlogs schade aan de economie, die aanvankelijk was geraamd op vijf miljard gulden, bleek aanzienlijk mee te vallen. Een regerings woordvoerder in Managua zei onlangs zelfs dat men voorlopig genoeg heeft aan de bijna een miljard gulden aan leningen, die zijn toegezegd door instellingen als de Wereldbank en de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank. Hoewel groepen ar me boeren land hebben gekregen om geza menlijk te bewerken, is de werkloosheid nog groot: bijna dertig procent. Dat een deel van de economische hulp uit het Oostblok komt. is een doorn in het oog van de Verenigde Staten, die Latijns- Amerika als hun achtertuin beschouwen. De Amerikanen zijn aan deze ontwikke ling echter zelf schuldig. De 150 miljoen gulden aan hulp die president Carter on middellijk na de omwenteling beloofde, zijn nog steeds niet in Managua gearri veerd. De Sowjet-Unie bleek maar al te graag bereid die leemte te vullen. tiar. Hij was de man die zich op de valreep voor het vertrek van de sjah door de vorst tot eerste minister liet benoemen en hij heeft zich nog geruime tijd ingespannen om van Iran een democratisch geregeerd land te maken desnoods onder het toeziend oog van de ayatollah. Zijn verleden van verzet tegen de politiek van de sjah leek hem tot een bui tengewoon geschikt persoon te bestempelen om de over gang naar een nieuwe orde in goede banen te leiden. De aanhang van de ayatollah weigerde Bakhtiar echter te vergeven dat hij zich had la ten benoemen door de bij hen zo gehate sjah. En daarmee was zijn politieke lot beze geld In Parijs betoont Bakhtiar zich nu een felle bestrijder van het huidige bewind in Iran Met de regelmaat van de klok hekelt hij het ondemo cratische karakter van het re gime-Khomeini. De oud-pre mier heeft tot dusver steeds ontkend dat hij iets te maken zou hebben met gewapend verzet tegen het huidige regi me. In zijn politieke uitspra ken lijkt hij geheel te mikken op een burgerlijke omwente ling, waarbij hij dan zelf terugkerend als een De Gaulle uit zijn politieke ballingschap een belangrijke rol zou kun nen gaan spelen. Een deel van de hoge militai ren die zijn gearresteerd in 'verband met de recente po ging tot een staatsgreep, heeft overigens verklaard in con tact te hebben gestaan met de oud-premier. Het is echter on duidelijk in hoeverre deze ver klaring was ingegeven door de behoefte een deel van de schuld af te schuiven Een tweede figuur in het Iraanse verzet in het buiten land is generaal Gholam Ali Oveissi. een voormalig hoofd van de keizerlijke garde die rATERDAG 19 JULI 1980 BUITENLAND Toen precies een jaar geleden jonge sandinistische strijders na de vlucht van Somoza Managua binnentrokken, hield iedereen zijn hart vast. De vrees was groot dat de sandinistische revolutie in onderling gekrakeel ten onder zou gaan. Anderen waren bang dat dit slechts de eerste stap was van een groot communistisch offensief in Midden- Amerika. Niet zonder moeite heeft Nicaragua een jaar revolutie doorstaan. TROUWKWARTET 13 Anastasio Somoza wie verklikkers en folteraars bleven uit. Later in het jaar moest Tomas Borge. minister van binnenlandse zaken en ster ke man in de voorlopige regering, toege ven dat de discipline in het nog slecht georganiseerde leger te wensen overliet en dat er toch een kleine honderd executies hadden plaatsgevonden Toen op 19 juli 1979 sandinistische strij ders eindelijk de hoofdstad Managua bin nentrokken, was moeilijk te voorspellen hoe lang de eenheid onder de opstandelin gen zou duren. Het samengaan van de drie sandinistische stromingen in maart van dat jaar was een beslissende factor ge weest in de strijd tegen Somoza. En het was bekend dat die fusie mogelijk was geworden door allerlei tijdelijke conces sies van de verschillende fracties. Over fundamentele zaken bestonden er nogal wat verschillende opvattingen De officiële verklaring van de nieuwe rege ring dat de drie stromingen niet meer bestaan, maar nog slechts één sandinis- tisch front, leek een hele tijd waar. De eerste bedreigingen kwamen niet van bin nen uit, maar van een andere, onverwach te hoek. Trotskisten en andere uiterst linkse groeperingen eisten teleurgesteld over de soepele houding van de regering tegenover rijkeren, al snel enorme loons verhogingen en nationalisaties. Buiten landers, die bij de organisatie van stakin gen waren betrokken, werden zonder par don de grens overgezet. Men ging zelfs zo ver de krant El Pueblo, die regelmatig tot stakingen opriep, een verschijningsver bod op te leggen Hoewel zojuist in een nieuwe wet de persvrijheid was gegaran deerd, had de regering zich het recht voor behouden op te treden tegen krachten „die de verworvenheden van de revolutie in gevaar brengen" Ter rechterzijde bleef het een tijd rustig. Kleine industriëlen hadden de verzeke ring gekregen dat de staat hun particulie re bezittingen met rust zou laten en ze werden zelfs gevraagd mee te helpen bij de wederopbouw. Tenslotte was de over winning mede mogelijk geworden door de financiële en in sommige gevallen ook gewapende steun van deze industriëlen, advocaten, artsen en ingenieurs, die ook van Somoza afwilden. Zij konden zich nog wel vinden in de aard van de revolutie, die werd omschreven als „democratisch, na tionalistisch, anti-imperialistisch en volks". Via twee van de vijf zetels in de regerende junta kreeg deze groep ook directe invloed op het revolutionaire proces. Dat was al voor de val van Somoza bedongen, omdat het conservatievere deel van de opstande lingen als de dood was voor een snel afglijden naar het marxisme. Binnen de junta werd Alfonso Robelo kort na de revolutie naar voren geschoven, om het zakenleven gunstig te stemmen. En zo kwam het dat fervente marxisten en door gewinterde anti-communisten een aantal maanden broederlijk zij aan zij werkten aan de opbouw van Nicaragua. Staatsraad Uit allerlei kleine conflicten werd echter al snel duidelijk dat dit proces nooit erg lang kon duren. Een dreigende breuk naar aan leiding van een plan voor de wederop bouw kon nog net worden voorkomen. Maar de ergernis bij de potentiële inves teerders groeide door willekeurige naas ting van landgoederen en huizen. Er kwam kritiek op minister Jaime Wheelock van landbouw, die zich volgens de be schuldigingen bij de landhervormingen meer door wraakgevoelens dan door zake lijk inzicht zou laten leiden. De bom barstte in april van dit jaar. Eerste stapte Violeta Chamorro uit de junta, officieel om gezondheidsredenen. Drie dagen later hield ook de andere ver tegenwoordiger van de bezittende klasse, Alfonso Robelo, het in de junta voor ge zien. Directe aanleiding daartoe vormde De hoed van vrijheidsstrijder Sandino, sandinistisch symbool bij uitstek, en revolutionaire liederen op een spontane bijeenkomst in Managua. de instelling van een staatsraad, die sa men met de junta de controlerende macht vormt: regeringsmaatregelen kunnen met een tweederde meerderheid worden weg gestemd. Bovendien moet deze raad een grondwet opstellen. Bij de opstelling van basisstatuten voor het nieuwe Nicaragua was overeengeko men dat de raad uit 33 vertegenwoordi gers zou bestaan. Drie maanden na de omwenteling besloten de commandanten van het sandinistische leger dit aantal uit te breiden, ten gunste van de door sandi nisten geleide massa-organisaties. Daar mee zou de linkervleugel de absolute meerderheid in deze raad krijgen en bleef er volgens Robelo van de beloofde pluri formiteit in het land weinig meer over. Van de ene op de andere dag werd Robelo van een gewaardeerd juntalid een „bur gerlijke opportunist, die op het laatste moment op de anti-Somozatrein was ge sprongen". De sandinistische krant Barri- cada ging zelfs zo ver een gemonteerde foto te publiceren, waarop Robelo te zien is terwijl hij de handen van Somoza schudt. Het afgetreden juntalid werd ver volgens zo boos, dat hij tegenover de internationale pers verklaarde dat zijn land hard op weg was in de richting van een'linkse totalitaire staal. Én hij kon daarbij wijzen naar het bezoek dat minis ter Tomas Borge Juist op dat moment bracht aan Moskou. Uiteindelijk werd met de benóeming van twee nieuwe behoudende technocraten in de junta, Arturo Cruz en Rafaël Cordoba Rivas, het evenwicht weer wat hersteld en de vrede min of meer getekend Indoctrinatie Maar wel een gewapende vrede. De sandi nisten weten dat ze een snelle opbouw van de door de oorlog totaal verwoeste econo mie wel kunnen vergeten zonder de mede werking van wat sinds kort weer gewoon „de bourgoisie" heet in Nicaragua. Deze groep staat echter uiterst wantrouwend tegenover de snelle groei van de sandinis tische massa-organisaties, zoals de wijk- commité's en de sandinistische vakbond. Andere bonden zijn weliswaar toegestaan, van zijn organisatorische be sognes los komt en er ook nog geen premier is benoemd Ook is de IRP erin geslaagd een meerderheid te verwerven in de Majlis, het Iraanse parle ment. Overigens is dat wel een meerderheid van in het bestu ren weinig ervaren mullahs, islamitische geestelijken. De IRP beschouwt zich als de rechtlijnige voortzetting van de ideeën van ayatollah Kho meini en de partij wordt daar bij gewapenderhand gesteund door de Pasadaran. de islami tische revolutionaire gardis ten en in nog sterkere mate door de Hezbollahi's. uiterst door Wim Jansen wegens zijn optreden tijdens onlusten tegen het bewind van de sjah de titel „slager van Teheran" verwierf. Oveis si. die als verdediger van de sjah het best omschreven kan worden als een rechtse natio nalist. geniet de steun van de regering van Irak. De generaal schijnt zijn hoofdkwartier in de Iraakse hoofdstad Bagdad te hebben, vanwaar hij niet alleen radiouitzendingen ver zorgt waarin hij het Iraanse volk oproept om in opstand te komen tegen Khomeini, maar vanwaaruit hij ook het gewa pend verzet tegen diens regi me leiding geeft Inmiddels heeft ook het vorig jaar september afgezette hoofd van de Nationale Iraan se Olie-industrie, Hassan Na- zih, in Parijs een eigen organi satie opgezet, die herstel van de democratie en naleving van de mensenrechten in Iran nastreeft. Deze groei van het buiten lands verzet doet zich voor tegen de achtergrond van groeiende spanningen binnen Iran. Diverse groeperingen be strijden elkaar, zich veelal om strijd beroepend op het gezag van ayatollah Khomeini. In zet van die machtsstrijd is af wisselend het lot van de gijze laars in de Amerikaanse am bassade. het islamiseringspro ces in de Iraanse samenleving, de bevoegdheden van presi dent, premier en parlement of de vraag wie verantwoordelijk is voor het zo slecht functione ren van 's lands economie De machtigste groepering is op het ogenblik de Islamiti sche Republikeinse Partij (IRP) onder leiding van aya tollah Behesjti Deze groepe ring domineert de islamiti sche revolutionaire raad een orgaan dat nog steeds zeer grote bevoegdheden heeft, nu het parlement nog steeds niet door Herman Amelink

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 13