Maakt therapie nu echt gelukkiger? De energie voorziening tot 2030 i^Üenschap en techniek Saterdag 12 JULI I9BO ■BINNENLAND! Zelfontplooiing is een begrip, dat de laatste tijd steeds meer aandacht krijgt. Natuurlijk is het goed, dat elk mens zoveel mogelijk tot z'n recht probeert te komen, maar langzamerhand gaat het erop lijken, dat er sprake is van een dwangmatige zaak: je moét met jezelf bezig zijn, je moét je ontplooien, je moét onafhankelijk zijn en voor jezelf opkomen. Handige therapeuten spelen hierop in door alle mogelijke hulpverlening aan te bieden, in de vorm van groeigroepen en dergelijke. Dr Ben Witte, directeur van het Nederlands Instituut voor Sociaal Sexuologisch Onderzoek, zet vraagtekens bij deze gedwongen zelfontplooiing en sommige therapieën, die daartoe worden aangeboden. „Wildgroei" en „beunhazerij" zijn woorden die hij hierbij niet schuwt. door Cisca Dresselhuys en Kees de Leeuw ZEIST „Ik vraag me echt al of al die mensen, die in groeigroepen en sensitivity-trainingen zitten om zichzelf te ontplooien, na afloop nu echt gelukkiger zijn geworden. Al dat dwangmatige zeifont- plooien, kan volgens mij alleen maar leiden tot navelstaarderij en dat is een blinde weg zonder eind. Wanneer je steeds maar in jezelf blijft wroeten en wroe ten, ga dan maar in een hoek zitten, want dan leef je niet meer". Felle woorden van een rustige man. die beslist niet gerekend kan worden tot de haters van elke vorm van psychothera pie. Integendeel: als directeur van het NISSO, het Neder lands Instituut voor Sociaal Sexuologisch Onderzoek is Ben Witte (45 Jaar, socioloog) zeer direct betrokken bij in termenselijke relaties, de pro blemen, die zich daarin kun nen voordoen en de hulpverle ning. die geboden kan wor den. Wanneer iemand als hij met zo'n felle aanval komt zij het dat hij deze verpakt in voorzichtige bewoordingen Is er reden eens om uitleg te vragen. In het jaarverslag van het M8SO schrijft Ben Witte: Jfet streven naar zelfont plooiing en gelijkwaardigheid vordt nu soms dermate dwin gend voorgehouden, dat er grote spanningen binnen rela ties kunnen ontstaan. Rela ties, die vaak toch al een vrij labiele basis hebben. De ster ke toename van het aantal echtscheidingen maakt iets hiervan zichtbaar. Daarnaast signaleren we de opkomst van groeigroepen, sensitivitytrai- ningen, zelfhulpgroepen en vooral ook de tumultueuze ontwikkeling van (en vraag naar) psycho- en groepsthera pieën. Met respect voor veel goede activiteiten kan men zich toch afvragen of er geen wildgroei plaatsvindt. Een wildgroei, die inschiet op rela tieproblemen van onze tijd en inspeelt op een al te dwang matige ideologie van zelfont plooiing. In hoeverre is deze invulling zelf ooizaak van tal van problemen, gepropageerd door therapeuten, die de vraag naar hun diensten ver sterken. Zelfontplooiing ls een goede zaak, een streven dat ieder mens eigen is. Het gaat er hier om dat dit vanzelfspre kende gegeven als ideologie gaat fungeren en op een be paalde manier dwingend wordt opgelegd: wil Je jezelf ontwikkelen en dat moét Je willen! dan moetde be lemmeringen daartoe oprui men, dan moet je onafhanke lijk zijn. Dit soort opvattingen wordt door een „elite" als za ligmakend voorgehouden aan een grote massa. Is het reëel om zo'n ideaal voor te houden, zelfs op te dringen? Mensen en relaties zijn voortdurend in ontwikkeling en zoeken daar bij naar een relatief evenwicht tussen wens en werkelijkheid. Dit geldt zowel voor Individu ele ontplooiing als voor de ontwikkeling van relatie. Grote moeilijkheden ont staan wanneer dat evenwicht geforceerd en sterk verstoord wordt door een norm, die van buitenaf wordt opgedrongen." Wat bedoelt u precies met die wildgroei? Zijn er malafide therapeuten, die rijk worden door het geven van slechte hulpverlening? „Ik wil voorop stellen, dat ik niets ten nadele wil zeggen van goede, verantwoord wer kende therapeuten, die echt bezig zijn mensen, die in de kreukels zitten, weef op de been te helpen. Het gaat mij om mensen, die zich zomaar therapeut of trainer noemen en hun diensten voor zeer veel geld aanbieden. Die bedragen worden helaas grif betaald. Ik heb hier folders, waarin zoge naamde trainingen in drama- techniek worden gegeven negen lange weekenden voor 2400 gulden of een groeithera- ple van vijf dagen voor 625 gulden, exclusief de verblijf kosten. Mijn kritiek richt zich niet alleen op deze geldklop- perij, maar ook op de preten ties. die deze pseudo-thera- peuten hebben. Ze zeggen vaak. dat de mensen door het meedoen aan zo'n groei-week- end beter gaan functioneren en dat hun relatie verbetert: kortom de mensen worden er gelukkiger van. Als ze gewoon zouden zeggen: „Je hebt hier een leuk weekend, waarin Je Jezelf vast erg lekker voelt", zou het mij best zijn. Maar niet van die grote beloftes, die ze meestal volstrekt niet kun nen waarmaken. Dat iedereen zich kan aanbieden als thera peut, komt omdat dit een to taal onbeschermd terrein is. Iedereen kan morgen een bordje met „therapeut" naast zijn voordeur schroeven." Dit gaat dan om malafide hulpverleners. Maar uw kri tiek richt zich niet alleen op deze groep. U zet ook vraagte kens bij allerlei soorten hulp verlening en therapie, zelfs wanneer deze door betrouw bare mensen worden gegeven. „Ja, Inderdaad. Ik heb zo mijn bedenkingen tegen bepaalde vormen van therapie, vooral wanneer die de mensen min of meer worden opgedrongen. Nogmaals: het is evident, dat mensen, die geestelijk in de problemen zitten geholpen moeten worden. Maar het blijft een gebied, waar het moeizaam ploeteren ls, waar enorme bedragen omgaan en over de uiteindelijke resulta ten veel te weinig bekend ls. Ook In de officiële psychothe rapie gaat het om gigantische bedragen ruim honderd gulden per uur en wat ls het uiteindelijke effect? Ik vraag me af of Je ln bepaalde geval len niet beter met korte thera pieën kunt werken, dan met die heel langdurige benade ringen. Je kimt twee kanten op, wanneer mensen met pro blemen bij Je komen. De ene ls de analyse-kant, waarin Je uit gebreid jarenlang in regelma tige bijeenkomsten uitzoekt wat er ls fout gegaan en hoe dat gebeurd is in de jeugd van iemand. Maar dan blijf je voor het heden nog met de moei lijkheden zitten, ook al is het probleem dan misschien wel inzichtelijker geworden. Ik zie meer heil in een therapie waar onmiddellijk naar de proble men van-nu wordt gekeken, naar wat daar fout is en hoe dat weer verbeterd kan wor den. Je kunt zo'n korte, con creet gerichte therapie niet toepassen in alle situaties, maar toch ln veel meer dan nu gebeurt Het gaat er primair om: welke methode heeft het meeste effect, waar is de mens het snelst bij gebaat. Secun dair komt daarbij, dat die kortdurende therapieën na tuurlijk aanzienlijk goedko per zijn, maar dat komt voor mij uitdrukkelijk op de twee de plaats." Is de groep mensen, die uit eindelijk naar een psycho loog of psychiater stapt voor hulp nog steeds niet erg klein? Uit uw woorden lijkt het net of half Nederland in therapie is. „Het is gelukkig nog niet zo als in Amerika, waar elk mens zijn eigen psychiater heeft. zoals hij ook een bakker heeft. Maar het gaat er in ons land wel een beetje op lijken, dat Je ln bepaalde kringen toch wel een psychiater moet hebben om mee te tellen. In die krin gen is het bepaald niet meer gênant om te vertellen, dat Je „in therapie" bent. Integen deel: er wordt zelfs mee geko ketteerd, maar dat geldt al leen voor bepaalde groepen. Voor het grootste deel van de bevolking, met name de mid den- en lagere klassen, be staat nog een enorme drem pelvrees om naar een psychia ter te gaan. Deze mensen ko men meestal pas ln de hulp verlening terecht, wanneer de problemen al heel groot zijn." Voor veel mensen is de stap naar de hulpverlener nog erg groot. Dat kan als gevolg heb ben. dat ze te lang met hun moeilijkheden blijven rond- tobben. Is daar niets aan te doen? „WIJ hebben inderdaad het idee, dat Je daar iets aan zou moeten doen. Voor ons gevoel ligt dat in het tot stand ko- 1 men van een soort geestelijke EHBO. Wanneer mensen met een kieln probleempje zitten, zouden ze naar een klein soort hulpverlening moeten kun nen. Nu zijn ze gedwongen met een kleinigheid gelijk naar de .zware hulpverle ning" te stappen en dat doen ze niet, heel begrijpelijk. Maar dat kan soms wel tot gevolg hebben dat zo'n klein pro bleempje uitgroeit tot Iets groots. Dat zou Je moeten voorkomen. Vroeger praatten de mensen nogal onbekom merd met buren en familie over allerlei zaken. Maar dat is verleden tijd, de mensen zijn geïsoleerd geraakt en kletsen niet meer zo makke lijk over hun kleine pro bleempjes. Wanneer Je toen met een lastig kind zat, kon Je dat met de buurvrouw bespre ken, die had er zelf ook wel een. Tegenwoordig gebeurt dat niet meer en wanneer nog wel, weet de buurvrouw vaak niets beters te zeggen dan dat Je maar eens met Pietje naar het Medisch Opvoedkundig Bureau moet. Elke leek kent tegenwoordig z'n termen, het lijken wel allemaal halve pro fessionals. Maar is het zo noodzakelijk dat ieder mens met elk pro bleem naar een hulpverlener gaat? Kunnen we zelf niets meer oplossen? „Het ls zeker een gevaar, dat we tegenwoordig proberen mensen hun problemen af te pakken. Je maakt ze afhanke lijk. wanneer Je hun proble men wilt oplossen. Sommige I mensen worden door hun psy chiater of psychotherapeut zo onmondig gemaakt, dat ze geen enkele belangrijke be slissing meer durven te nemen zonder hem daarin te kennen. Dat vind ik fout. Zo maak je mensen afhankelijk en onzelf standig. terwijl het toch de bedoeling moet zijn ze te leren zichzelf redelijk te redden ln het leven. Het zit er tegen woordig ook wel een beetje in, dat we elke rimpel willen weg- werken.1' Is dat niet gevaarlijk? Hoe moeten mensen onvermijde lijke gebeurtenissen als ziek te en dood verwerken, wan neer elk oneffenheidje voor hen gladgestreken wordt? „Dat ls Inderdaad een moei lijk punt Het is begrijpelijk dat de mensen alles zo prettig mogelijk willen regelen in hun leven; dat ze de dingen zowel materieel als emotioneel goed en probleemloos willen heb ben. Ik denk ook wel eens, wanneer lk mijn kinderen wil beschermen voor elke buil: laat ze maar eens een keertje vallen, ze zullen er toch aan moeten wennen, dat je niet alles kunt voorkomen. Het is niet reëel om alle onaangena me dingen uit het leven te willen wegwerken: de ouder dom in een bejaardenhuls en de dood helemaal buiten het gezichtsveld. Misschien is het ook niet verstandig om het zo te doen, maar ik begrijp het wel." Therapeuten zitten altijd achteraf te sleutelen aan de problemen, die ontstaan zijn door moeilijke levenssitua ties. Is er nu nooit iets te doen ter voorkoming van al die el lende? „Daar weten we eigenlijk nog niets van. Aan de kant van de preventie durft nog vrijwel niemand te beginnen in de geestelijke gezondheidszorg. BIJ de lichamelijke gezond heidszorg komt dat steeds meer: waarschuwen tegen ro ken, tegen drinken en te vet eten. Wij willen er toch ook iets aan doen en daarom zijn we drie jaar geleden begonnen met het zogenaamde Mello- project. Dit project (met el kaar leren omgaan) wordt op het ogenblik uitgevoerd in verschillende eerste en twee de klassen van middenscho len. We proberen de kinderen te leren naar elkaar te luiste ren, met elkaar te praten en vervelende dingen uit de weg te helpen zonder vechten of slaan. Misschien zou Je op zo'n manier Iets kunnen doen ter voorkoming van relatiepro blemen ln het latere leven. We staan nog in de beginfase, maar zijn tot nu toe wel ent housiast." Tenslotteu waarschuwde straks tegen bepaalde thera pieën, zoals sensitivity-trai ningen en zo. Er zijn hele be drijven met hun personeel in dat soort trainingen gaan om de mensen beter met elkaar te leren omgaan. Zou u dat ooit doen met het personeel van het NISSO? „Nee, nooit Over mijn lijk." ui 11 door Rob Foppema Verder kijken dan je neus lang is, wordt zelden afgeraden. Hoeveel verder, is een vraag waarop meer antwoorden bestaan. Volgens boze tongen kijken regeringen en parlementen zelden verder dan een jaar of vier, vijf: de periode waarna ze herkozen willen worden, gesteund. gedoogd, of wat dan ook. Maar vooral energievoorziening is langzamerhand erkend als lange-termijnkwestieSerieuze nota's daarover kijken vooruit tot minstens het magische jaar 2000. Maar verder kijken dan je neus lang is, blijkt meer te vergen. De plek bij uitstek waar ze riet benauwd zijn om een halve eeuw de toekomst van de wereld in te kijken, ls het elegante kasteel taxenburg, bij Wenen. Daar zit sinds 1973 het In ternationaal instituut voor toegepaste systeemanaly se. het IIASA. Geen goede naam om ooit echt popu lair onder te worden, maar »el belangrijk. De beste vertaling die lk ooit voor, .systeemanaly- heb kunnen bedenken, ls „vragen beantwoorden over zaken die te ingewik keld zijn om ze echt te kun nen begrijpen". Dat kan door de zaak te schemati seren, vereenvoudigingen aan te brengen zonder on herstelbaar van de werke lijkheid verwijderd te ra ken. En daarna moet er nieestal toch nog ontzet- lend lang en ingewikkeld «orden gerekend (veelal I riet een computer, maar dat ls onbelangrijk, want l computers hebben geen I Bezag, iaat staan dat zij Bezag zouden kunnen ver- I lenen aan wat er met hen uitgerekend is). Of die vertaling nu deugt 01 niet, ln elk geval voldoet de toekomst van de ener gievoorziening aan het cri terium dat het te ingewik keld is om echt te kunnen begrijpen. Het IIASA heeft het onderwerp dan ook di rect in 1973 aangevat. En na een groot aantal deel studies verscheen deze maand een voorproefje van het eindrapport over fase I van het studiepro gramma. Het rapport zelf moet begin volgend jaar de boekhandel bereiken. De Internationale onder zoekers in Oostenrijk gaan dus niet over n nacht ijs. Maar ook het onder werp zelf ontwikkelt zich trAag, zoals we twee maan den geleden in deze ru briek zagen uit een van hun deelstudies (17 mei). Elke nieuwe energiebron had historisch een aanloop van tientallen jaren nodig voordat een substantiële bijdrage werd geleverd aan de totale energievoorzie ning. Zo ging het achter eenvolgens met steenkool, aardolie, aardgas. Zo gaat het misschien met kerne nergie, en waarschijnlijk ook met andere alternatie ve bronnen voor wanneer de olie opraakt. Vandaar de strategie van het IIASA om maar eens meteen vijftig Jaar vooruit te kijken, tot 2030. Zo maak Je een kans om de grote lijnen in het oog te krijgen. Ophouden bij 2000 breekt het verhaal af wan neer het net spannend be gint te worden. Een halve eeuw vooruitkijken is na tuurlijk meer dan ambiti eus. (Hoe goed zou dat bij voorbeeld ln 1930 zijn ge lukt?) Maar wat je wel kunt doen ls aangeven hoe het in zo'n periode zou künnen gaan en intussen te ontdekken hoe het in elk geval niet kan, waar de echte keuzeproblemen lig gen, en waar de valkuilen. Voorspellende waarde heeft zo'n scenario niet of nauwelijks, maar je kunt er wel wijzer van worden. Het is letterlijk toekomst verkenning. De waarde van zo'n ver kenning staat of valt met de kwaliteit van een gege ven dat Je er op de gok moet instoppen omdat Je het al helemaal niet kunt voorzien: de economische groei, die voor een belang rijk deel de vraag naar energie bepaalt. Het HA- SA-programma concen treerde zich op twee moge lijke ontwikkelingen, die een „hoog" respectievelijk „laag" basis-scenario ople verden. Geen extreme ver onderstellingen, aldus di recteur Wolf HSfele, het kan ook best nog hoger of lager, het is ten slotte al leen om een idee te krijgen. Verder heeft men het voor zichtig aan gedaan, door te veronderstellen dat de jaarlijkse groeipercenta ges over de gehele periode geleidelijk teruglopen. Voor Noord-Amerika en West-Europa plus Japan komt dat neer op een Jaar lijkse groei van twee (hoog) of één procent in de perio de na 2015, vergeleken met vier of drie procent nu. Groeipercentages van de ontwikkelingslanden zijn één tot twee procent hoger ingezet. Het moet en kan daar inderdaad sneller, maar volgens de gehan teerde economische mo dellen is het niet realis tisch, te veronderstellen dat de ontwikkelingslan den een groter gunstig ver schil zouden kunnen reali seren. Hun economie heeft zodanige bindingen met de onze, dat een autonome ontwikkeling voorlopig niet mogelijk lijkt. Al dit gematigd optimisme bij elkaar levert ln 2030 toch nog een fors opgelo pen wereldvraag naar ener gie op: 2,7 of 4,4 maal zo veel als nu. We hebben het dan wel over een intussen verdubbelde wereldbevol king van acht miljard men sen, per mens zou de ener gievraag dus „maar" 1,35 of 2,2 maal zo groot worden. Aan die vraag kan volgens de studies worden voldaan, maar dan moeten er wel een paar opmerkelijke din gen gebeuren. Olie blijft een schaars artikel, ook al wordt de ontginning van „onconventionele" bron nen krachtig ter hand ge nomen (teerzanden, olie houdende leisteen en der gelijke). Omstreeks 2000 moet de verwerking van steenkool tot olie-vervan gende vloeistoffen boven dien goed op gang komen. Dit alles terwijl het Mid den-Oosten doorgaat, de exportmarkt naar vermo gen te bedienen. Die ex port zou overigens naar Europa ongeveer gehal veerd worden, om ruimte te scheppen voor de opko mende vraag uit Afrika. Wij hebben de consequen ties bestudeerd, schrijft Hftfele, van een vrij be scheiden beperking van de Arabische olieproduktie, en we vonden die lastig. Gezien het algemene ge brek aan elastiek ln de olie- markt, .zullen aanpassin gen van de vraag eveneens lastig zijn. Verminderde economische groelsnelhe- den zijn een uiterst waar schijnlijke consequentie." Dit alles ln een wereld waarin Amerika en Rus land op ongehoorde schaal hun steenkool zijn gaan ontginnen (ook voor ex port) en waarin driedui zend kloeke kerncentrales staan volgens het lage scenario dan. „Lastig" lijkt inderdaad een passende omschrijving. Waar blijven in deze nachtmerrie overi gens de milieuvriendelijke alternatieven? Zonne-energie in het groot (de Sahara volbouwen) moet technisch gesproken kunnen. Maar, nog afge zien van de kosten, vergt het zoveel industriële pro- duktiecapacitelt dat we op die manier niet binnen een halve eeuw een aanzienlijk deel van de energievoorzie ning künnen overnemen. Prof. C. de Jager (rechts) en dr Z. Zvestka bekijken in Utrecht uiterst tevreden de metingen van „hun" instrument in de Amerikaanse kunstmaan die de huidige uitspattingen van de son bestudeert. En zonne-energie ln het klein is, het woord zegt het al, klein. Als het meezit goed voor tien procent of zo van de totale vraag, maar niet voor de grote problemen. Alle milieuvriendelijke al ternatieven bij elkaar, al dus Hfifele, zouden een topproduktle kunnen be reiken die ongeveer gelijk is aan het huidige werelde- nergieverbruik. Voor een verdubbelde wereldbevol king zou dat onvoorspelba re aanpassingsprocessen betekenen. Dat betekent dat, welke keuzen we ook maken, on ze kinderen over een halve eeuw ln een drastisch an dere wereld zullen leven. Geen opzienbarende con clusie. op zichzelf, maar het is leerzaam om het hel der voorgerekend te krij gen. Want een aantal van de keuzen moeten al door ons gemaakt worden. On geveer nü. W. Hlfete. A (total ita lonf-raafr pfctarc of eaergy dtvtlopoMBU, Sctcacc, !M I74-1K (IMS)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 21