Jhr. Cornells van Valkenburg:
vraagbaak voor het verleden
Kappershoofd
„Van sprookjes heb ik altijd een afkeer gehad"
MAANDAG 30 JUNI 1980
TROUW/KWARTET
iNC
door Fred Lammers
AERDENHOUT „Mijn
voorouders zijn vertrouwde
figuren'voor mij. Of ze nu in
de zeventiende of achttiende
eeuw hebben geleefd dat
maakt voor mij niet zoveel
uit. Mijn vrouw verwijt me
wel eens dat ik beter weet
wanneer mijn bet-overgroot
moeder is gestorven dan
wanneer mijn kleinzoon is
geboren. En dat is nog waar
ook, al zal ik dat niet direct
toegeven.
Jhr. mr. Cornells Constanten van
Valkenburg weet niet alleen veel
over het verleden van zijn eigen
voorouders, maar ook van talloze
andere families, met name over de
Nederlandse adel en dat gaat nog
altijd om zo'n achtduizend perso
nen. Deze belangstelling is hem als
het ware aangeboren en wat dat
betreft kon hij als lid van een oud
regentengeslacht vooruit. In een sb-
lide aeventiende-eeuwse kist, waar
in eens de geldpapieren van de fa
milie werden bewaard, trof hij als
jongen van een jaar of achttien een
rijk archief aan, dat vooroudere, die
evenals hij gevoel voor historie had
den, daarin hadden gestopt. Vanaf
dat moment was hij eigenlijk „ver
kocht". al moest hij volgens de tra
dities van de familie rechten gaan
studeren. Dat hadden immers acht
generaties Van Valkenburg voor
hem ook gedaan. Cornells werd
meester in de rechten maar week in
de praktijk af van de familiegebrui-
ken door in het verzekeringswezen
te gaan. „Met name omdat ik dacht
op die manier meer tijd te kunnen
vrijmaken voor mijn grote hobby:
de geschiedenis. Collega's, die dit
lezen zullen ongetwijfeld lachen.
Nu, in de praktijk pakte het wel
eens anders uit wat die extra tijd
aangaat".
Jhr. Van Valkenburg bleef zijn
Jeugdliefhebberij echter trouw. De
ruim 150 publikaties die hij, nu ze
ventig jarige, op zijn naam heeft
staan getuigen ervan. Mede daar
aan heeft hij de Zilveren Anjer te
danken, die prins Bernhard hem
afgelopen vrijdag heeft uitgereikt.
Kenau
Tot die publikaties horen studies
over regentengeslachten; de Haar
lemse schuttersstukken; een gids
over de Nederlandse adel en de na
komelingen van Kenau Slmons-
dochter Hasselaer, de beroemde in
woonster van Haarlem die zich vol
gens de overlevering bij het beleg
van de Noordhollandse hoofdstad
door de Spanjaarden in 1572 en 1573
danig weerde Zij heeft echt be
staan, dat wel, maar deze weduwe
van Nanning Oerbrantazoon Borat
is helemaal niet ao bloeddorstig ge
weest als de verhalen willen doen
geloven.
..Zij was ongetwijfeld een flinke
vrouw, maar dat verhaal over haar
kenau-achtig optreden is in de ze
ventiende eeuw verzonnen door
twee na-neven, die hun geslacht
meer luister wilden bijzetten. Dat
op dergelijke manier geschiedsver-
valsing is gepleegd is geen zeld
zaamheid. Het verhaal van Jan de
Lapper voor wie aan het Spaame
tegenover de Melkbrug een gedenk
steen is Ingemetseld is eveneens
verzonnen, evenals de familie Van
Zuylen ten onrechte prat gaat op
een roemruchte Italiaanse afkomst
en het geslacht Muliort van Middel-
harnis vertelt van oude Engelse
adel te zijn. Muliort zou slaan op de
Jhr. mr. Cornells van Valkenburg
de vuile was ging naar Nederland
(fata: 4e Boert
aanspreektitel die onderhorigen ge
bruikten als ze een mannelijke telg
van deze familie tegen het lijf liepen
en „Milord" stamelden. Dat zijn al
lemaal onzinnige verhalen", vindt
jhr. Van Valkenburg.
Zo is er voor degenen die zich in
genealogie verdiepen veel te glimla
chen. „Neem bijvoorbeeld het wa
pen van het geslacht van Ittersum:
drie ezelskoppen met daaronder
een latijnse spreuk die in het Neder
lands betekent; dit ben ik drie
keer."
Het brengt Jhr. Van Valkenburg tot
de uitspraak dat genealogie bedrij
ven meer is dan Je bezig houden met
namen en data. „Het moet geen
•vakjes invullen worden. Nee, het
gaat vooral om de petite hlstoire, de
verhalen die erachter zitten. Dat
maakt het pas boelend Je te verdie
pen in het verleden van onze voor
oudere. Het Is niet altijd verheffend
wat Je daarbij tegenkomt. Je stuit
op tal van dingen die niet zo mooi
zijn, maar wel menselijk. In mijn
kwartieren vind Je boeren en prin
sen en hoe vreemd het misschien
ook klinkt Juist die heel eenvoudige
telgen Interesseren mij het meest
De bijzonderheden over die beken
de personen, zoals Cons tan tij n
Huygens, aan wie ik mijn tweede
voornaam heb te danken, weten we
langzamerhand wel. Die staan ver
meld in diverse boeken en oude
beschrijvingen. Het kost veel meer
speurwerk en doorzettingsvermo
gen iets aan de weet te komen over
vooroudere die minder aan de weg
timmerden. Maar ik vind het heer
lijk werk om te doen. soms ver
schimmelde kerkboeken, die ergens
op zolder liggen. Daardoor ben ik
ook geen kamergeleerde ge
worden."
Als je zo bezig bent, raak Je wat je
eigen familie betreft gauw uitge
praat. Jhr Van Valkenburg heeft
zich na verloop van tijd daarom op
zijpaden begeven en werd daardoor
de vraagbaak voor velen. „Per
maand komen er zeker zo'n twintig
brieven bij me van mensen die vra
gen of ik gegevens heb over bepaal
de families Ik help ze graag, zonder
me te laten misbruiken Als ik dat
voel en Ik merk dat mensen te be
roerd zijn er zelf moeite voor te
doen krijgen ze een briefje van me
dat ik het te druk heb."
Antwerpen
De Van Valkenburg», vroeger de
Orungrachts, hebben hun huidige
naam te danken aan hun vestiging
in Antwerpen in de zestiende eeuw.
Ze noemden zich toen naar de
plaats waar ze voordien hadden ge
woond, Valkenburg in Zuid-Lim
burg. „Jan van Valkenborch ver
huisde in 1585 met zijn familie naar
Amsterdam. Hij was rijk geworden
in de lakenhandel. Bekende namen
als Jacob Cats dwarrelden de fami
lie binnen. Toen het met Maurits de
Braziliaan mis ging liepen de zaken
bij de Van Valkenbochs, die zijn
avonturen mede financierden, ook
uit de hand, maar door goede huwe
lijken keerde het tij. Vier generaties
lang leverden de Van Valkenburgs.
zoals ze Inmiddels heetten, burge
meesters voor de stad Haarlem.
Maar dan ineens kom je een Van
Valkenburg tegen die in 1653 in
Yorkshire stierf. Wat deed hij daar?
Hij hielp de Engelse koning Karei
de Eerste bij grote inpolderingen.
Zo moet Je steeds vraagtekens pro
beren op te lossen. Dat houdt de
zaak Interessant „Zo'n familiehis
torie bestuderen is als het invullen
van een legpuzzel, en wat heel be
langrijk is: Je leert er de grote ge
schiedenis uit die tijd beter door
begrijpen."
Dit alles verklaart waarom de heer
Van Valkenburg al vele Jaren voor
zitter is van de Hoge Raad van
Adel, een college van staat in 1814
ingesteld om de souverein van ad
vies te dienen over vraagstukken op
het gebied van wapens en adeldom.
De recente troonwlswllng bracht in
dit verband veel wark met zich mee.
Stamboomonderzoek
Minstens evenveel tijd vraagt het
voorzitterschap van het Centraal
bureau voor genealogie, dat in Den
Haag is gevestigd op de Prins
Alexanderhof 22. In hetzelfde ge
bouw als het Algemeen Rijksar
chief. Gegevens over duizenden Ne
derlandse families liggen daar opge
slagen. Iemand die zijn stamboom
wil gaan uitzoeken kan volgens Jhr.
Van Valkenburg het best daar be
ginnen. „Het is beslist niet zo. dat
men daar alleen in oude families is
geïnteresseerd. De gegevens over
doodgewone Nederlanders liggen
daar overeens opgeslagen, bij voor
beeld wat er sinds 1795 aan familie
berichten in de diverse kranten is
verschenen. Het is een archief voor
en over het hele Nederlandse volk.
Vandaar ook dat het rijk er jaarlijks
1,3 miljoen gulden voor uittrekt."
Van adel zijn oefent nog steeds een
magische aantrekkingskracht uit
op tal van mensen. Herhaaldelijk
komen er bij de Hoge Raad van
Adel brieven van mensen die menen
recht te hebben op een adellijke
titel. Alleen: ze kunnen naar hun
zeggen dat recht niet bewijzen, om
dat al hun famlllepaplere zijn ver
brand of op een andere manier ver
loren zijn gegaan. De Hoge Raad
van Adel prikt daar echter wel door
heen. Er verdwijnen meer adellijke
geslachten door uitsterving (on
langs verdween het geslacht Van
der Duyn van Maasdam en de Van
Bylants en Van Loons zullen binnen
een mensenleeftijd volgen) dan er
bijkomen.
Hoe fel begeerd ook, van adel zijn
betekent in onze tijd niet zo veel
meer. „Je kunt er geen rechten meer
aan ontlenen, al geeft het in sommi
ge gevallen wel een goede entree.
Veel Jongeren zijn echter helemaal
niet meer op die titels gesteld. Je
hoeft ze niet te voeren, al blijven ze
in Je paspoort staan. Er is In deze
eeuw enorm veel veranderd en dat
is goed. Als ik denk aan mijn over
grootmoeder, die in haar Jeugd op
een buitenplaats woonde, een per
soneelslid leefde op hetzelfde ter
rein met acht kinderen en een
vrouw in een varkenskot. Dat vond
men destijds heel gewoon, evenals
het feit dat er altijd twee mannetjes
op de kilometer lange oprijlaan be
zig waren de grassprietjes tuseen de
keien vandaan te halen. Als ze klaar
waren begonnen ze weer opneuw
Dat ging hun hele leven zo door."
Contrasten
„Die grote contrasten zijn gelukkig
verdwenen. Waar het toe kan leiden
hebben we in onze kolonies gezien.
Daar was het: de mensen klein hou
den en Je laten bedienen. Geld
speelde daarbij geen enkele rol. De
vrouwen van onze gouverneurs in
Suriname stuurden, evenals rijke
plan tere vrouwen hun vuile was
twee keer per Jaar naar Nederland
om ze daar te laten behandelen.
Zoiets is nu onvoorstelbaar, maar
het gebeurde. Ai die landen die nu
zelfstandig zijn moeten door een dal
van ellende en corruptie heen om er
bovenop te komen. Hetzelfde doet
zich nu voor in Zuld-Afrika. Ik zeg
vaak tegen relaties daar: kies toch
eieren voor Jullie geld. Ga de men
sen daar als evenwaardige mede
mensen behandelen, andere ver
moorden ze Jullie straks".
Het Je bezig houden met genealogie
leert een mens hoe betrekkelijk al
les in het leven is. „Mijn familie
heeft zich uit de derde stand opge
werkt tot regenten. Maar het is best
mogelijk dat we twee generaties
verder weer in de goot liggen. Daar
van zijn voorbeelden genoeg te vin
den. Ook in onze familie is het niet
alles even mooi en rijk. Ik heb nooit
de behoefte gevoeld een roman over
onze familie te schrijven al zou er
stof te over voor zijn. Als ik dat nog
eens zou doen zou het een verhaal
over echte mensen worden, zoals ze
werkelijk hebben geleefd. Dat
wordt dan geen sprookjeave ha al,
want van sprookjes heb ik altijd een
afkeer gehad"
door Mink van Rljsdljk
Op een koele, wat druilerige dag tijdens onze vakantie,
besloten we het bergdorp te verlaten. Er was markt in
het dal en dat kwam ons goed uit. We hadden de taken
verdeeld. Mijn man zou naar de bank. de goede vriend
naar het postkantoor en mijn opdracht was om kaas en
fruit op de markt te kopen Verder hadden we alle drie
een poosje „vrij" om op eigen kompas wat rond te
schuimen. Op een terrasje zou er bij een kopje koffie
weer verzameld worden
Bij een kraam vol glimmend namaak-antiek zag ik
plotseling in een spiegel mijn eigen hoofd, het was een
harde confrontatie. Het leek me niet zo'n geslaagde
gedachte de rest van de vakantie met een uit zijn
krachten gegroeide coiffure te lopen. Derhalve zocht ik
een kapper op die snel werd gevonden Hij bleek een
nogal deftig heer. die mij ontving zoals alleen Fransen
dat kunnen, op een manier alsof hij niemand kon
bedenken die hij op dat moment liever zou ontmoeten
dan mij. Hij was alleszins bereid mij te knippen en
nodigde me hoffelijk uit aan een wasbekken plaats te
nemen.
Nu moet u wel even weten dat ik allergisch ben voor te
veel gefrutsel van vreemde handen aan mijn hoofd. Mij
eigen lieve Hollandse kapster Hetty weet dat perfect en
kan met rappe hand wat met de schaar manipuleren
knip knip knip en dan kan ik er weer voor een paar
weken tegen. Dat wasbekken trok mij dus hoegenaamd
niet aan en zou bovendien ook veel te veel tijd vergen. Ik
moest tenslotte ook nog fourageren. Enigszins moei
zaam legde ik daarom de coiffeur uit dat ik „droog"
geknipt wenste worden Zoiets merkwaardigs had hij
echter nog nooit gehoord. Hij was als degelijk vakman
dan ook absoluut niet van plan zich tot zulk amateurisme
te verlagen Helemaal zeker dat hij dit zei. ben ik niet
Fransen hebben er namelijk een gewoonte van gemaakt
erg vlug te spreken en dat doet me nogal eens een woord
missen dat ik gemakshalve zelf invul. Hoe dan ook, hij
garandeerde me een extra snelle behandeling. Ik leverde
me uit. een andere keus had ik ook eigenlijk niet.
In hetzelfde verbluffende tempo van zijn conversatie
ging hij aan het werk. In mijn provinciaalse naïeviteit
dacht ik dat hij me met een nat geknipt hootd weer dt
straat op zou sturen. Maar dat doet een Franse kapper
geen vrouw aan. Geen sprake van. madame Zijn
handen fladderden als vogels om me heen. Rats roets-c»
föhn. rats roets een borstel. Het ging zo adembene.
mend vlug dat ik helemaal in de ban van deze artiest naar
mijn eigen spiegelbeeld zat te staren. Het meest verba-
zingwekkende was dat er ondertussen op mijn schedel
iets ontstond dat ik een ..kappershoofd" zou willen
noemen, een nogal opgedofte haartooi, zoals ik die
eigenlijk helemaal niet begeer. Het resultaat was zekej^
chic. maar voelde aan alsof ik met een te mooi hoofd
een ander opgetuigd te pronk zat.
om
gel
wrki
ïda
0
(t H1
kan
het
paa
lier
Ten afscheid schonk hij mij een warme glimlach i
schudde hij me hartelijk de hand. Ik draafde naar
markt voor de boodschappen. Helemaal zeker
mezelf voelde ik me toch niet en kon zodoende
nalaten de kitscherige koperen spiegel weer op
zoeken Kordaat probeerde ik het al te mooie op
hoofd naar natuurlijker lijnen te frommelen, wat mislu
te en spontaan aanleiding gaf tot misverstanden. De m
van de kraam vermoedde in mij een potentiële klant e
prees met een volstrekt tandeloze mond zijn nep-antkll
indringend aan. Het werd dus snel wegwezen geblazetil
We kwamen gedrieën tegelijk aan bij het terrasj
Koffie'' Ja koffie. Toen zei mijn man tegen me: „Je z
er uit Hij wachtte even en ik vreesde het ergs
Zijn vernietigend commentaar over mijn kappershoc..
kon niet uitblijven. Maar nee. Hij zat op een toaall
andere golflengte en plaagde: „Je ziet eruit alsof je wei
drie taartjes lust." Ik at één overheerlijk tweepersoonF
staartje. We dronken koffie. De vriend keek me trouw
hartig aan en merkte vervolgens op dat blauw me toch a
goed stond, een compliment waar mijn drie jaar oud
bloes en ik erg content mee waren.
Het was natuurlijk vreselijk sneu voor de bekwame en
vriendelijke kapper, maar het duidelijke werk van zij»
handen werd door de twee mannen niet opgemerkt Zt
zagen slechts mijn snoeplust en een aftands blau» P i
bloesje. Ik vond het leven verrukkelijk.
De Nederlandse dames wonnen zaterdag op de Olympische spelen voor gehandicapten in Arnhem I rop
het tafeltennis twee medailles: een gonden voor Irene Schmidt (rechts) en een bronzen voor Gert fd
Becker. Hier feliciteren beide winnaressen elkaar.
Onder redactie van
Heieen van Batenburg
Vragen uitsluitend in de envelop en dus niet per bnefkaart - sturen
aan postbus 93313, 2509 AH Den Haag. Per vraag een gulden in
postzegels bijvoegen, het liefst in waarden van 60 en 40 cent. Beslist niet
aan de buitenkant opplakken. Geheimhouding is verzekerd.
Vraag: Kunt u me ook helpen aan weer ergens andere. „Ook dit gaat
een goed recept voor het maken van- voorbij" zou Je dus een vrije vertaling
ontbijtkoek? kunnen noemen.
Antwoord: Hier komt het. Benodigd
heden: 250 gram bloem. 2 theelepels
bakpoeder. 250 gram bruine basterd
suiker, 1 eetlepel koekkruiden, mes
puntje zout, 1/4 liter melk. Zeef de
bloem, het bakpoeder en de koek
kruiden in een kom, roer er het zout
door. Breng de melk aan de kook.
Giet deze over de massa en werk alles
goed dooreen tot een glad deeg. Vet
een cakevorm in en leg op de bodem
een ingevet stük boterhampapier
Doe het deeg in de vorm Zet de vorm
op het rooster in een voorverwarmde
oven. Bak de koek in 1 uur zo gaar
dat de breinaald er droog uitkomt
Laat de koek even in de vorm staan,
waardoor ze wat steviger wordt. De
koek wint aan smaak als u met aan
snijden nog een dag wacht. Bewaren
in aluminiumfolie.
Vraag: Wat betekent het woord lin-
guenda? Ik dacht zelf „ook dit gaat
voorbij". Is dat juist?
Antwoord: „Linguenda tellus, et do
mus. et placens uxor." Eens moe
ten wij deze aarde, ons huis en onze
dierbare echtgenote verlaten. Deze
woorden zijn van Quintus Horatius.
Romeins lyrisch dichter, die leefde
van 65 v.C. tot 8 v.C. In zijn „lierzan
gen", Odae of Carmina het hoogte
punt van zijn poëzie genoemd zijn
deze woorden terug te vinden. Het
thema van de onvermijdelijkheid van
de dood. die voor allen gelijk is, de
weemoed om de vergankelijkheid en
de betrekkelijkheid vai\ aardse rijk
dom en macht, komt in zijn poëzie
meermalen terug. Linguenda het
zoete leven valt in onmacht, las ik
Vraag: Hoe krijg ik urinevlekkpn uit
onze wollen vloerbedekking?"
Antwoord: Bij gekleurde, kwetsbare
stoffen-zoals uw vloerbedekking kun
nen de urinevlekken het beste ge-
V weekt worden in een citroenzuur-op
lossing (5 tot 10 pet). Daarna met
warm water narelnigen. Het is altijd
jammpr dat de vlek niet direct behan
deld kan worden. Oude vlekken zijn
heel wat lastiger te verwijderen dan
nieuwe Eigenlijk zou iedereen zich
een vlekkentabel moeten aanschaf
fen. zodat er bij een ongelukje altijd
direct een advies bij de hand is.
Vraag: Is het schadelijk voor de ge
zondheid planten in de slaapkamer te
zetten?
Antwoord: Lange tijd waren planten
in de slaapkamers taboe omdat
men meende dat planten 's nachts
zoveel koolzuurgas uitademden dat
dit schadelijk zou zijn voor de ge
zondheid van de slapers. De hoeveel
heid koolzuurgas is echter maar zeer
gering; de portie die we zelf produce
ren is heel wat groter. 'Wanneer een
slaapvertrek goed geventileerd
wordt, maakt dat beetje extra kool
zuur niet uit. U kimt dus gerust uw
slaapkamer wat opvrolijken met
planten.
Vraag: 3pudt u mij kunnen helpen
aan het adres van de Vereniging van
verontruste oudere?
Antwoord: Dit is Stichting actieco
mité verontruste ouders, postbus
7654, Den Haag
Vraag: Ik heb zes verschillende soor
ten begonia's. Hoeveel soorten be
staan er eigenlijk? Verder wilde ik
vragen: is een begonia die vol met
witte vlekken (vermoedelijk meel
dauw) zit nog te redden?
Antwoord: Er zijn meer dan duizend
begoniasoorten, die verspreid zijn
over de tropen en subtropen van Azië,
Afrika en Amerika. Ook in het Andes
gebergte en de Himalaya, waar de
temperatuur minder hoog is en de
atmoefeer veel droger, zijn ze te vin
den. Veel soorten hebben zich aan
een kouder klimaat aangepast door
de vorming van knollen. Sommige
zijn geschikt voor de tuin, andere
alleen voor de warme kamer of kas
De plantenencyclopedie noemt zo'n
kleine veertig soorten Een Franse
botanicus en monnik die in 1690 voor
het eerst een begonia beschreef,
noemde dit plantengeslacht naar zijn
beschermheer Michel Bégon
(1638-1710), die behalve gouverneur
~*n Canada ook beschermer van bo
tanische wetenschap was.
De meeste begonia's verlangen een
lichte standplaats, maar willen niet
in de felle zon. Krijgen ze te weinig
licht dan worden de planten slap en
worden veel eerder door meeldauw
aangetast. De witte meelachtige vlek
ken kan men het beste behandelen
met zwavel, bekend als stuifzwavel
en spuitewavel. Maar wanneer uw be
gonia goed onder de meeldauw zit,
helpt ook zwavel weinig meer; dan is
er meestal geen redden meer aan.
Vraag: Wij brachten uit Spanje een
leuk vaasje mee. maar toen we het
wilden gebruiken bleek het poreus te
zijn. Is hier iets aan te doen?
i
Antwoord: Wanneer het een aarde
werk vaasje is, kunt u het lekvrij
krijgen door het op de plaatsen waar
het water doorlaat te bestrijken met
parafine, bijenwas of vernis. Het lukt
ook vaak aardewerk vazen weer wa
terdicht te maken door er vers ge
kookte melk in te gieten. De vaas 24
uur met melk laten staan, daarna
rustig laten drogen. Eventueel deze
methode na een tijdje herhalen.
Vraag: Hoe lang kan een fles wijn
geopend blijven zonder te bederven?
Hoe zit dat met sherry en jenever? Op
welke temperatuur moet wijn geser
veerd worden? En heeft u enige tips
voor mixen met cola of dergelijke?
Antwoord: Een algemene regel is dat
wijn gedronken moet worden vanaf
een kwartiertje nadat de kurk eraf is
(het is goed als de wijn even kan
„ademen"). Jonge rode wijn wil nog
wel eens van amaak verbeteren als hij
een dagje in een karaf gestaan heeft.
Daarna gaat de smaak echter al spoe
dig achteruit. Restjes kunnen even
tueel nog in de keuken dienen om
bepaalde gerechten op te fleuren of...
om als azijn gebruikt te worden. Met
alcohol versterkte wijnen als sherry,
port en madeira blijven ook als ze
open zijn, geruime tijd goed, evenals
gedistilleerde. Serveren op de juiste
temperatuur bepaalt in hoge mate de
smaak van de wijn. Ervaring is de
beste leermeester, maar om een vuis
tregel te noemen: rode bordeaux en
port op kamertemperatuur (dat wil
zeggen 16-20 graden): beaujolais, Có-
tes du Rhone en rode bourgogne iets
koeler; sherry, witte wijn en rosé op
keldertemperatuur (10-12 graden):
zoete witte wijn, mousserende wijn,
champagne en vermout gekoeld (8
gr.). Eenvoudige witte en rosé mag
desnoods we! even in de koelkast om
op de juiste temperatuur gebracht te
worden, maar in het algemeen kan
men beter geen wijn in de koelkast
bewaren. Drink en bewaar wijn niet
warmer dan 22 graden pas dus op
met de „kamertemperatuur", want
die wil in onze moderne huizen met
centrale verwarming nogal eens
oplopen.
Mixen is een kwestie van smaak. Veel
toegepast wordt; whisky met bronwa
ter (en liever niet met ijs!) of sodawa
ter gin met bitter lemon of tonic
rum en wodka met cola, tonic of
vruchtesap jenever en vermout
met sinaasappelsap.
Vraag: Onze perzikboom heeft al
voor het tweede jaar de krulziekte.
Op welke manier moeten wij deze
ziekte bestrijden?
Antwoord: Krulziekte bij buitenper
ziken moet worden toegeschreven
aan een schimmel genaamd Taphrina
deformans. De schimmel overwintert
op en tussen de knopschubben en
mogelijk ook op de jonge twijgen. Al
heel vroeg wordt de schimmel actief
door in het bladweefsel door te drin
gen en uit te groeien met als gevolg
roodgekleurde, harde, dikke blazen
op de bladeren, waarna zich na ver
loop van enige tijd een meelachtige
witte waas op de aangetaste bladde-
len ontwikkelt. Vooral als het tijdens
het uitlopen van de knoppen koud en
nat weer is, wordt de ziekte in de
hand gewerkt.
De ziekte is enigszins te onderdruk
ken door geregeld en vooral tijdig de
aangetaste bladeren af te plukken en
te verbranden. Dit moet wel gebeuren
voordat het witte schimmellaagje
zichtbaar wordt. Bestrijding met
schimmeldodende gewasbescher
mingsmiddelen, bijv. thiram of ziram,
is heel goed mogelijk, mits men dat
maar op het goede tijdstip doet. Heel
vroeg in het voorjaar, vanaf eind fe
bruari. om de tien veertien dagen
spuiten tot eind maart. Als de ziekte
al op het blad zichtbaar is kan de
schimmel niet meer bestreden wor-
'den en heeft bespuiting geen zin
meer Deze gegevens ontleende ik
aan het maandblad Groei en Bk
van de Koninklijke maatschapi :Z
Tuinbouw en Plantkunde (Kweka
weg 2, Den Haag), een blad dati .i
schat aan informatie geeft aan pü 11
tenliefhebbers.
CORRECTIE. Het boek Draken
het Paradijs is niet zoals ik I -
weerde van Frangoise Sap
maar van de Amerikaanse hoo|t
raar Carl Sagan. Het is een uitp
van Scorpius Press te Meppel. Sap
doceert astronomie en ruimtrweta
schappen aan de Carnell Univef
teit in Ithaca, Verenigde Statt
Dank aan allen die me daarop attP
maakten.
Vakd.... _»p 7, 14 en 21 juli zal d
rubriek niet verschijnen. Ik ga tt
paar weken met vakantie. U kunt«
gewoon uw vragen naar mij toesf
ren, al zal de beantwoording wat lal
ger op zich laten wachten. Tot ov(
drie weken dus.