Jhr. Cornells van Valkenburg: vraagbaak voor het verleden Kappershoofd „Van sprookjes heb ik altijd een afkeer gehad" MAANDAG 30 JUNI 1980 TROUW/KWARTET iNC door Fred Lammers AERDENHOUT „Mijn voorouders zijn vertrouwde figuren'voor mij. Of ze nu in de zeventiende of achttiende eeuw hebben geleefd dat maakt voor mij niet zoveel uit. Mijn vrouw verwijt me wel eens dat ik beter weet wanneer mijn bet-overgroot moeder is gestorven dan wanneer mijn kleinzoon is geboren. En dat is nog waar ook, al zal ik dat niet direct toegeven. Jhr. mr. Cornells Constanten van Valkenburg weet niet alleen veel over het verleden van zijn eigen voorouders, maar ook van talloze andere families, met name over de Nederlandse adel en dat gaat nog altijd om zo'n achtduizend perso nen. Deze belangstelling is hem als het ware aangeboren en wat dat betreft kon hij als lid van een oud regentengeslacht vooruit. In een sb- lide aeventiende-eeuwse kist, waar in eens de geldpapieren van de fa milie werden bewaard, trof hij als jongen van een jaar of achttien een rijk archief aan, dat vooroudere, die evenals hij gevoel voor historie had den, daarin hadden gestopt. Vanaf dat moment was hij eigenlijk „ver kocht". al moest hij volgens de tra dities van de familie rechten gaan studeren. Dat hadden immers acht generaties Van Valkenburg voor hem ook gedaan. Cornells werd meester in de rechten maar week in de praktijk af van de familiegebrui- ken door in het verzekeringswezen te gaan. „Met name omdat ik dacht op die manier meer tijd te kunnen vrijmaken voor mijn grote hobby: de geschiedenis. Collega's, die dit lezen zullen ongetwijfeld lachen. Nu, in de praktijk pakte het wel eens anders uit wat die extra tijd aangaat". Jhr. Van Valkenburg bleef zijn Jeugdliefhebberij echter trouw. De ruim 150 publikaties die hij, nu ze ventig jarige, op zijn naam heeft staan getuigen ervan. Mede daar aan heeft hij de Zilveren Anjer te danken, die prins Bernhard hem afgelopen vrijdag heeft uitgereikt. Kenau Tot die publikaties horen studies over regentengeslachten; de Haar lemse schuttersstukken; een gids over de Nederlandse adel en de na komelingen van Kenau Slmons- dochter Hasselaer, de beroemde in woonster van Haarlem die zich vol gens de overlevering bij het beleg van de Noordhollandse hoofdstad door de Spanjaarden in 1572 en 1573 danig weerde Zij heeft echt be staan, dat wel, maar deze weduwe van Nanning Oerbrantazoon Borat is helemaal niet ao bloeddorstig ge weest als de verhalen willen doen geloven. ..Zij was ongetwijfeld een flinke vrouw, maar dat verhaal over haar kenau-achtig optreden is in de ze ventiende eeuw verzonnen door twee na-neven, die hun geslacht meer luister wilden bijzetten. Dat op dergelijke manier geschiedsver- valsing is gepleegd is geen zeld zaamheid. Het verhaal van Jan de Lapper voor wie aan het Spaame tegenover de Melkbrug een gedenk steen is Ingemetseld is eveneens verzonnen, evenals de familie Van Zuylen ten onrechte prat gaat op een roemruchte Italiaanse afkomst en het geslacht Muliort van Middel- harnis vertelt van oude Engelse adel te zijn. Muliort zou slaan op de Jhr. mr. Cornells van Valkenburg de vuile was ging naar Nederland (fata: 4e Boert aanspreektitel die onderhorigen ge bruikten als ze een mannelijke telg van deze familie tegen het lijf liepen en „Milord" stamelden. Dat zijn al lemaal onzinnige verhalen", vindt jhr. Van Valkenburg. Zo is er voor degenen die zich in genealogie verdiepen veel te glimla chen. „Neem bijvoorbeeld het wa pen van het geslacht van Ittersum: drie ezelskoppen met daaronder een latijnse spreuk die in het Neder lands betekent; dit ben ik drie keer." Het brengt Jhr. Van Valkenburg tot de uitspraak dat genealogie bedrij ven meer is dan Je bezig houden met namen en data. „Het moet geen •vakjes invullen worden. Nee, het gaat vooral om de petite hlstoire, de verhalen die erachter zitten. Dat maakt het pas boelend Je te verdie pen in het verleden van onze voor oudere. Het Is niet altijd verheffend wat Je daarbij tegenkomt. Je stuit op tal van dingen die niet zo mooi zijn, maar wel menselijk. In mijn kwartieren vind Je boeren en prin sen en hoe vreemd het misschien ook klinkt Juist die heel eenvoudige telgen Interesseren mij het meest De bijzonderheden over die beken de personen, zoals Cons tan tij n Huygens, aan wie ik mijn tweede voornaam heb te danken, weten we langzamerhand wel. Die staan ver meld in diverse boeken en oude beschrijvingen. Het kost veel meer speurwerk en doorzettingsvermo gen iets aan de weet te komen over vooroudere die minder aan de weg timmerden. Maar ik vind het heer lijk werk om te doen. soms ver schimmelde kerkboeken, die ergens op zolder liggen. Daardoor ben ik ook geen kamergeleerde ge worden." Als je zo bezig bent, raak Je wat je eigen familie betreft gauw uitge praat. Jhr Van Valkenburg heeft zich na verloop van tijd daarom op zijpaden begeven en werd daardoor de vraagbaak voor velen. „Per maand komen er zeker zo'n twintig brieven bij me van mensen die vra gen of ik gegevens heb over bepaal de families Ik help ze graag, zonder me te laten misbruiken Als ik dat voel en Ik merk dat mensen te be roerd zijn er zelf moeite voor te doen krijgen ze een briefje van me dat ik het te druk heb." Antwerpen De Van Valkenburg», vroeger de Orungrachts, hebben hun huidige naam te danken aan hun vestiging in Antwerpen in de zestiende eeuw. Ze noemden zich toen naar de plaats waar ze voordien hadden ge woond, Valkenburg in Zuid-Lim burg. „Jan van Valkenborch ver huisde in 1585 met zijn familie naar Amsterdam. Hij was rijk geworden in de lakenhandel. Bekende namen als Jacob Cats dwarrelden de fami lie binnen. Toen het met Maurits de Braziliaan mis ging liepen de zaken bij de Van Valkenbochs, die zijn avonturen mede financierden, ook uit de hand, maar door goede huwe lijken keerde het tij. Vier generaties lang leverden de Van Valkenburgs. zoals ze Inmiddels heetten, burge meesters voor de stad Haarlem. Maar dan ineens kom je een Van Valkenburg tegen die in 1653 in Yorkshire stierf. Wat deed hij daar? Hij hielp de Engelse koning Karei de Eerste bij grote inpolderingen. Zo moet Je steeds vraagtekens pro beren op te lossen. Dat houdt de zaak Interessant „Zo'n familiehis torie bestuderen is als het invullen van een legpuzzel, en wat heel be langrijk is: Je leert er de grote ge schiedenis uit die tijd beter door begrijpen." Dit alles verklaart waarom de heer Van Valkenburg al vele Jaren voor zitter is van de Hoge Raad van Adel, een college van staat in 1814 ingesteld om de souverein van ad vies te dienen over vraagstukken op het gebied van wapens en adeldom. De recente troonwlswllng bracht in dit verband veel wark met zich mee. Stamboomonderzoek Minstens evenveel tijd vraagt het voorzitterschap van het Centraal bureau voor genealogie, dat in Den Haag is gevestigd op de Prins Alexanderhof 22. In hetzelfde ge bouw als het Algemeen Rijksar chief. Gegevens over duizenden Ne derlandse families liggen daar opge slagen. Iemand die zijn stamboom wil gaan uitzoeken kan volgens Jhr. Van Valkenburg het best daar be ginnen. „Het is beslist niet zo. dat men daar alleen in oude families is geïnteresseerd. De gegevens over doodgewone Nederlanders liggen daar overeens opgeslagen, bij voor beeld wat er sinds 1795 aan familie berichten in de diverse kranten is verschenen. Het is een archief voor en over het hele Nederlandse volk. Vandaar ook dat het rijk er jaarlijks 1,3 miljoen gulden voor uittrekt." Van adel zijn oefent nog steeds een magische aantrekkingskracht uit op tal van mensen. Herhaaldelijk komen er bij de Hoge Raad van Adel brieven van mensen die menen recht te hebben op een adellijke titel. Alleen: ze kunnen naar hun zeggen dat recht niet bewijzen, om dat al hun famlllepaplere zijn ver brand of op een andere manier ver loren zijn gegaan. De Hoge Raad van Adel prikt daar echter wel door heen. Er verdwijnen meer adellijke geslachten door uitsterving (on langs verdween het geslacht Van der Duyn van Maasdam en de Van Bylants en Van Loons zullen binnen een mensenleeftijd volgen) dan er bijkomen. Hoe fel begeerd ook, van adel zijn betekent in onze tijd niet zo veel meer. „Je kunt er geen rechten meer aan ontlenen, al geeft het in sommi ge gevallen wel een goede entree. Veel Jongeren zijn echter helemaal niet meer op die titels gesteld. Je hoeft ze niet te voeren, al blijven ze in Je paspoort staan. Er is In deze eeuw enorm veel veranderd en dat is goed. Als ik denk aan mijn over grootmoeder, die in haar Jeugd op een buitenplaats woonde, een per soneelslid leefde op hetzelfde ter rein met acht kinderen en een vrouw in een varkenskot. Dat vond men destijds heel gewoon, evenals het feit dat er altijd twee mannetjes op de kilometer lange oprijlaan be zig waren de grassprietjes tuseen de keien vandaan te halen. Als ze klaar waren begonnen ze weer opneuw Dat ging hun hele leven zo door." Contrasten „Die grote contrasten zijn gelukkig verdwenen. Waar het toe kan leiden hebben we in onze kolonies gezien. Daar was het: de mensen klein hou den en Je laten bedienen. Geld speelde daarbij geen enkele rol. De vrouwen van onze gouverneurs in Suriname stuurden, evenals rijke plan tere vrouwen hun vuile was twee keer per Jaar naar Nederland om ze daar te laten behandelen. Zoiets is nu onvoorstelbaar, maar het gebeurde. Ai die landen die nu zelfstandig zijn moeten door een dal van ellende en corruptie heen om er bovenop te komen. Hetzelfde doet zich nu voor in Zuld-Afrika. Ik zeg vaak tegen relaties daar: kies toch eieren voor Jullie geld. Ga de men sen daar als evenwaardige mede mensen behandelen, andere ver moorden ze Jullie straks". Het Je bezig houden met genealogie leert een mens hoe betrekkelijk al les in het leven is. „Mijn familie heeft zich uit de derde stand opge werkt tot regenten. Maar het is best mogelijk dat we twee generaties verder weer in de goot liggen. Daar van zijn voorbeelden genoeg te vin den. Ook in onze familie is het niet alles even mooi en rijk. Ik heb nooit de behoefte gevoeld een roman over onze familie te schrijven al zou er stof te over voor zijn. Als ik dat nog eens zou doen zou het een verhaal over echte mensen worden, zoals ze werkelijk hebben geleefd. Dat wordt dan geen sprookjeave ha al, want van sprookjes heb ik altijd een afkeer gehad" door Mink van Rljsdljk Op een koele, wat druilerige dag tijdens onze vakantie, besloten we het bergdorp te verlaten. Er was markt in het dal en dat kwam ons goed uit. We hadden de taken verdeeld. Mijn man zou naar de bank. de goede vriend naar het postkantoor en mijn opdracht was om kaas en fruit op de markt te kopen Verder hadden we alle drie een poosje „vrij" om op eigen kompas wat rond te schuimen. Op een terrasje zou er bij een kopje koffie weer verzameld worden Bij een kraam vol glimmend namaak-antiek zag ik plotseling in een spiegel mijn eigen hoofd, het was een harde confrontatie. Het leek me niet zo'n geslaagde gedachte de rest van de vakantie met een uit zijn krachten gegroeide coiffure te lopen. Derhalve zocht ik een kapper op die snel werd gevonden Hij bleek een nogal deftig heer. die mij ontving zoals alleen Fransen dat kunnen, op een manier alsof hij niemand kon bedenken die hij op dat moment liever zou ontmoeten dan mij. Hij was alleszins bereid mij te knippen en nodigde me hoffelijk uit aan een wasbekken plaats te nemen. Nu moet u wel even weten dat ik allergisch ben voor te veel gefrutsel van vreemde handen aan mijn hoofd. Mij eigen lieve Hollandse kapster Hetty weet dat perfect en kan met rappe hand wat met de schaar manipuleren knip knip knip en dan kan ik er weer voor een paar weken tegen. Dat wasbekken trok mij dus hoegenaamd niet aan en zou bovendien ook veel te veel tijd vergen. Ik moest tenslotte ook nog fourageren. Enigszins moei zaam legde ik daarom de coiffeur uit dat ik „droog" geknipt wenste worden Zoiets merkwaardigs had hij echter nog nooit gehoord. Hij was als degelijk vakman dan ook absoluut niet van plan zich tot zulk amateurisme te verlagen Helemaal zeker dat hij dit zei. ben ik niet Fransen hebben er namelijk een gewoonte van gemaakt erg vlug te spreken en dat doet me nogal eens een woord missen dat ik gemakshalve zelf invul. Hoe dan ook, hij garandeerde me een extra snelle behandeling. Ik leverde me uit. een andere keus had ik ook eigenlijk niet. In hetzelfde verbluffende tempo van zijn conversatie ging hij aan het werk. In mijn provinciaalse naïeviteit dacht ik dat hij me met een nat geknipt hootd weer dt straat op zou sturen. Maar dat doet een Franse kapper geen vrouw aan. Geen sprake van. madame Zijn handen fladderden als vogels om me heen. Rats roets-c» föhn. rats roets een borstel. Het ging zo adembene. mend vlug dat ik helemaal in de ban van deze artiest naar mijn eigen spiegelbeeld zat te staren. Het meest verba- zingwekkende was dat er ondertussen op mijn schedel iets ontstond dat ik een ..kappershoofd" zou willen noemen, een nogal opgedofte haartooi, zoals ik die eigenlijk helemaal niet begeer. Het resultaat was zekej^ chic. maar voelde aan alsof ik met een te mooi hoofd een ander opgetuigd te pronk zat. om gel wrki ïda 0 (t H1 kan het paa lier Ten afscheid schonk hij mij een warme glimlach i schudde hij me hartelijk de hand. Ik draafde naar markt voor de boodschappen. Helemaal zeker mezelf voelde ik me toch niet en kon zodoende nalaten de kitscherige koperen spiegel weer op zoeken Kordaat probeerde ik het al te mooie op hoofd naar natuurlijker lijnen te frommelen, wat mislu te en spontaan aanleiding gaf tot misverstanden. De m van de kraam vermoedde in mij een potentiële klant e prees met een volstrekt tandeloze mond zijn nep-antkll indringend aan. Het werd dus snel wegwezen geblazetil We kwamen gedrieën tegelijk aan bij het terrasj Koffie'' Ja koffie. Toen zei mijn man tegen me: „Je z er uit Hij wachtte even en ik vreesde het ergs Zijn vernietigend commentaar over mijn kappershoc.. kon niet uitblijven. Maar nee. Hij zat op een toaall andere golflengte en plaagde: „Je ziet eruit alsof je wei drie taartjes lust." Ik at één overheerlijk tweepersoonF staartje. We dronken koffie. De vriend keek me trouw hartig aan en merkte vervolgens op dat blauw me toch a goed stond, een compliment waar mijn drie jaar oud bloes en ik erg content mee waren. Het was natuurlijk vreselijk sneu voor de bekwame en vriendelijke kapper, maar het duidelijke werk van zij» handen werd door de twee mannen niet opgemerkt Zt zagen slechts mijn snoeplust en een aftands blau» P i bloesje. Ik vond het leven verrukkelijk. De Nederlandse dames wonnen zaterdag op de Olympische spelen voor gehandicapten in Arnhem I rop het tafeltennis twee medailles: een gonden voor Irene Schmidt (rechts) en een bronzen voor Gert fd Becker. Hier feliciteren beide winnaressen elkaar. Onder redactie van Heieen van Batenburg Vragen uitsluitend in de envelop en dus niet per bnefkaart - sturen aan postbus 93313, 2509 AH Den Haag. Per vraag een gulden in postzegels bijvoegen, het liefst in waarden van 60 en 40 cent. Beslist niet aan de buitenkant opplakken. Geheimhouding is verzekerd. Vraag: Kunt u me ook helpen aan weer ergens andere. „Ook dit gaat een goed recept voor het maken van- voorbij" zou Je dus een vrije vertaling ontbijtkoek? kunnen noemen. Antwoord: Hier komt het. Benodigd heden: 250 gram bloem. 2 theelepels bakpoeder. 250 gram bruine basterd suiker, 1 eetlepel koekkruiden, mes puntje zout, 1/4 liter melk. Zeef de bloem, het bakpoeder en de koek kruiden in een kom, roer er het zout door. Breng de melk aan de kook. Giet deze over de massa en werk alles goed dooreen tot een glad deeg. Vet een cakevorm in en leg op de bodem een ingevet stük boterhampapier Doe het deeg in de vorm Zet de vorm op het rooster in een voorverwarmde oven. Bak de koek in 1 uur zo gaar dat de breinaald er droog uitkomt Laat de koek even in de vorm staan, waardoor ze wat steviger wordt. De koek wint aan smaak als u met aan snijden nog een dag wacht. Bewaren in aluminiumfolie. Vraag: Wat betekent het woord lin- guenda? Ik dacht zelf „ook dit gaat voorbij". Is dat juist? Antwoord: „Linguenda tellus, et do mus. et placens uxor." Eens moe ten wij deze aarde, ons huis en onze dierbare echtgenote verlaten. Deze woorden zijn van Quintus Horatius. Romeins lyrisch dichter, die leefde van 65 v.C. tot 8 v.C. In zijn „lierzan gen", Odae of Carmina het hoogte punt van zijn poëzie genoemd zijn deze woorden terug te vinden. Het thema van de onvermijdelijkheid van de dood. die voor allen gelijk is, de weemoed om de vergankelijkheid en de betrekkelijkheid vai\ aardse rijk dom en macht, komt in zijn poëzie meermalen terug. Linguenda het zoete leven valt in onmacht, las ik Vraag: Hoe krijg ik urinevlekkpn uit onze wollen vloerbedekking?" Antwoord: Bij gekleurde, kwetsbare stoffen-zoals uw vloerbedekking kun nen de urinevlekken het beste ge- V weekt worden in een citroenzuur-op lossing (5 tot 10 pet). Daarna met warm water narelnigen. Het is altijd jammpr dat de vlek niet direct behan deld kan worden. Oude vlekken zijn heel wat lastiger te verwijderen dan nieuwe Eigenlijk zou iedereen zich een vlekkentabel moeten aanschaf fen. zodat er bij een ongelukje altijd direct een advies bij de hand is. Vraag: Is het schadelijk voor de ge zondheid planten in de slaapkamer te zetten? Antwoord: Lange tijd waren planten in de slaapkamers taboe omdat men meende dat planten 's nachts zoveel koolzuurgas uitademden dat dit schadelijk zou zijn voor de ge zondheid van de slapers. De hoeveel heid koolzuurgas is echter maar zeer gering; de portie die we zelf produce ren is heel wat groter. 'Wanneer een slaapvertrek goed geventileerd wordt, maakt dat beetje extra kool zuur niet uit. U kimt dus gerust uw slaapkamer wat opvrolijken met planten. Vraag: 3pudt u mij kunnen helpen aan het adres van de Vereniging van verontruste oudere? Antwoord: Dit is Stichting actieco mité verontruste ouders, postbus 7654, Den Haag Vraag: Ik heb zes verschillende soor ten begonia's. Hoeveel soorten be staan er eigenlijk? Verder wilde ik vragen: is een begonia die vol met witte vlekken (vermoedelijk meel dauw) zit nog te redden? Antwoord: Er zijn meer dan duizend begoniasoorten, die verspreid zijn over de tropen en subtropen van Azië, Afrika en Amerika. Ook in het Andes gebergte en de Himalaya, waar de temperatuur minder hoog is en de atmoefeer veel droger, zijn ze te vin den. Veel soorten hebben zich aan een kouder klimaat aangepast door de vorming van knollen. Sommige zijn geschikt voor de tuin, andere alleen voor de warme kamer of kas De plantenencyclopedie noemt zo'n kleine veertig soorten Een Franse botanicus en monnik die in 1690 voor het eerst een begonia beschreef, noemde dit plantengeslacht naar zijn beschermheer Michel Bégon (1638-1710), die behalve gouverneur ~*n Canada ook beschermer van bo tanische wetenschap was. De meeste begonia's verlangen een lichte standplaats, maar willen niet in de felle zon. Krijgen ze te weinig licht dan worden de planten slap en worden veel eerder door meeldauw aangetast. De witte meelachtige vlek ken kan men het beste behandelen met zwavel, bekend als stuifzwavel en spuitewavel. Maar wanneer uw be gonia goed onder de meeldauw zit, helpt ook zwavel weinig meer; dan is er meestal geen redden meer aan. Vraag: Wij brachten uit Spanje een leuk vaasje mee. maar toen we het wilden gebruiken bleek het poreus te zijn. Is hier iets aan te doen? i Antwoord: Wanneer het een aarde werk vaasje is, kunt u het lekvrij krijgen door het op de plaatsen waar het water doorlaat te bestrijken met parafine, bijenwas of vernis. Het lukt ook vaak aardewerk vazen weer wa terdicht te maken door er vers ge kookte melk in te gieten. De vaas 24 uur met melk laten staan, daarna rustig laten drogen. Eventueel deze methode na een tijdje herhalen. Vraag: Hoe lang kan een fles wijn geopend blijven zonder te bederven? Hoe zit dat met sherry en jenever? Op welke temperatuur moet wijn geser veerd worden? En heeft u enige tips voor mixen met cola of dergelijke? Antwoord: Een algemene regel is dat wijn gedronken moet worden vanaf een kwartiertje nadat de kurk eraf is (het is goed als de wijn even kan „ademen"). Jonge rode wijn wil nog wel eens van amaak verbeteren als hij een dagje in een karaf gestaan heeft. Daarna gaat de smaak echter al spoe dig achteruit. Restjes kunnen even tueel nog in de keuken dienen om bepaalde gerechten op te fleuren of... om als azijn gebruikt te worden. Met alcohol versterkte wijnen als sherry, port en madeira blijven ook als ze open zijn, geruime tijd goed, evenals gedistilleerde. Serveren op de juiste temperatuur bepaalt in hoge mate de smaak van de wijn. Ervaring is de beste leermeester, maar om een vuis tregel te noemen: rode bordeaux en port op kamertemperatuur (dat wil zeggen 16-20 graden): beaujolais, Có- tes du Rhone en rode bourgogne iets koeler; sherry, witte wijn en rosé op keldertemperatuur (10-12 graden): zoete witte wijn, mousserende wijn, champagne en vermout gekoeld (8 gr.). Eenvoudige witte en rosé mag desnoods we! even in de koelkast om op de juiste temperatuur gebracht te worden, maar in het algemeen kan men beter geen wijn in de koelkast bewaren. Drink en bewaar wijn niet warmer dan 22 graden pas dus op met de „kamertemperatuur", want die wil in onze moderne huizen met centrale verwarming nogal eens oplopen. Mixen is een kwestie van smaak. Veel toegepast wordt; whisky met bronwa ter (en liever niet met ijs!) of sodawa ter gin met bitter lemon of tonic rum en wodka met cola, tonic of vruchtesap jenever en vermout met sinaasappelsap. Vraag: Onze perzikboom heeft al voor het tweede jaar de krulziekte. Op welke manier moeten wij deze ziekte bestrijden? Antwoord: Krulziekte bij buitenper ziken moet worden toegeschreven aan een schimmel genaamd Taphrina deformans. De schimmel overwintert op en tussen de knopschubben en mogelijk ook op de jonge twijgen. Al heel vroeg wordt de schimmel actief door in het bladweefsel door te drin gen en uit te groeien met als gevolg roodgekleurde, harde, dikke blazen op de bladeren, waarna zich na ver loop van enige tijd een meelachtige witte waas op de aangetaste bladde- len ontwikkelt. Vooral als het tijdens het uitlopen van de knoppen koud en nat weer is, wordt de ziekte in de hand gewerkt. De ziekte is enigszins te onderdruk ken door geregeld en vooral tijdig de aangetaste bladeren af te plukken en te verbranden. Dit moet wel gebeuren voordat het witte schimmellaagje zichtbaar wordt. Bestrijding met schimmeldodende gewasbescher mingsmiddelen, bijv. thiram of ziram, is heel goed mogelijk, mits men dat maar op het goede tijdstip doet. Heel vroeg in het voorjaar, vanaf eind fe bruari. om de tien veertien dagen spuiten tot eind maart. Als de ziekte al op het blad zichtbaar is kan de schimmel niet meer bestreden wor- 'den en heeft bespuiting geen zin meer Deze gegevens ontleende ik aan het maandblad Groei en Bk van de Koninklijke maatschapi :Z Tuinbouw en Plantkunde (Kweka weg 2, Den Haag), een blad dati .i schat aan informatie geeft aan pü 11 tenliefhebbers. CORRECTIE. Het boek Draken het Paradijs is niet zoals ik I - weerde van Frangoise Sap maar van de Amerikaanse hoo|t raar Carl Sagan. Het is een uitp van Scorpius Press te Meppel. Sap doceert astronomie en ruimtrweta schappen aan de Carnell Univef teit in Ithaca, Verenigde Statt Dank aan allen die me daarop attP maakten. Vakd.... _»p 7, 14 en 21 juli zal d rubriek niet verschijnen. Ik ga tt paar weken met vakantie. U kunt« gewoon uw vragen naar mij toesf ren, al zal de beantwoording wat lal ger op zich laten wachten. Tot ov( drie weken dus.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 6