>ude Pekela van
xauwsluier verlost
Te gek
Een zin in het
zwembad
nn
SOCIAAL BERECHT!
fiÖAG 28 JUNI 1980
TROUW/KWARTET
dorp Oude Pekela, dat vele jaren ge- weer een paar bedrijfjes gevestigd. Belangrij-
i" GEfcjgd werd door de stank die opsteeg uit het ke factor bij die verandering: het eens zo vuile
er Hoofddiep, krijgt een nieuw ge- water is schoon, er zwemmen zelfs weer kin-
it. De mensen vatten er weer moed, ze deren in. Qoed nieuws uit Oost-Groningen.
ËBINNENLAND5
ippen hun huizen op en er hebben zich al
ar Jan Sloothaak
w"te>E PEKELA
"poon water, een feno-
een waaraan Oude
v' tela even heeft moe-
wennen. Toch is het
een feit. Wie enkele
geleden in het Pe-
blder Hoofddiep viel,
ond meteen stijf van
drab en stonk een
ir in de wind. Tegen-
oordig spelevaren en
remmen de kinderen
in. Hier en daar lig-
a bootjes afgemeerd
Ie zelfs tot in de Dol-
ird kunnen komen,
verigens is dat schon
ster niet het enige dat
veranderd. Oude Pe-
tla krijgt door een re-
instructie in feite een
itaal nieuw gezicht,
tn vriendelijk gezicht.
e m
Pekela heeft altijd rao-
gestaan voor de vervuilde
Groningse kanalen. Vie-
blubber onder goorwltte
liulmvlokken bepaalden het
ild. Vooral In de tijd van de
/ck| irdappelmeelcampagne was
stank niet te harden. Een
tuw lang stroomde blubber
sag en onwelriekend door
•t kanalenstelsel om vervol-
tns vla de Westerwoldse Aa
j Nieuw Statenzijl in de Dol-
Ird te worden geloosd. De
bep om schoon water werd
Bicier De fabrieken moesten
IJlun afvalwater gaan zuiveren
•J n voorzover er dan nog rest-
overbleef diende dat vla
„smeerpijp" naar de Eems
worden afgevoerd. Die roep
tiet zonder weerklank ge-
:n. Hoewel het probleem
V niet is opgelost, begint er
toch al veel te veranderen.
Oude Pekela staat daar op
nieuw model voor: nü voor het
schoon worden van de
kanalen.
Belangrijk resultaat ls dat de
bevolking weer zelfvertrou
wen krijgt. Burgemeester mr.
A.E.J. Smldt: „Je merkt een
omgekeerde tendens. De men
sen willen weer ln Oude Peke
la gaan wonen. Zelfs aan het
diep. Wat vroeger een bezoe
king was, ls nu aantrekkelijk.
De mensen gaan ook zelf hun
hulzen weer opknappen. Ook
middenstanders vestigen zich
weer graag aan het diep. Het
gaat om een structurele ver
betering, waarvan de gevol
gen goed meetbaar en duide
lijk te zien zijn. Je merkt nu al
dat het particulier initiatief
erop Inhaakt."
Het laatste half Jaar hebben
zich ook vijf kleine bedrijfjes
ln Oude Pekela gevestigd. Sa
men goed voor werk voor zo'n
vijftig man en met duidelijke
groeimogelijkheden. Het gaat
om bedrijven als een staal-
straalbedrijfje, een vuilvang-
mattenfabriek (tapijten voor
Industriehallen) een bedrijf
voor chemische bouwmateria
len en dergelijke. Komen die
nu plotseling omdat Oude Pe
kela schoon water heeft
We werken er ook hard aan
door het klimaat van dorp en
voor Industrievestiging op te
vijzelen. Maar dat schone wa
ter werkt ook gunstig. De
grauwsluier ls er af," aldus mr.
Smldt.
Zuivering>
Waar is het vuile water nu
gebleven? De burgemeester:
„De vervuiling kwam uit
bronnen ln het dorp zelf maar
ook van bulten." In Oude Pe
kela zelf was het de kartonin
dustrie waarvan het dorp
vanouds het centrum ls ge
weest en nog ls die vuil
water loosde. Door Interne
zuivering ls dat probleem nu
zo goed als achter de rug. De
grootste vervuiler de aard-
appelmeelindustrle zit ech
ter bulten Oude Pekela.
Het coöperatieve aardappel-
meelconcem AVEBE ls bezig
zijn fabrieken Inclusief die
van het failliete KSH-concern
zijn overgenomen Intern te
zuiveren. Dit proces kan ech
ter nog Jaren duren min
stens vijf Jaar. Het vuile water
dat ondertussen nog moet
worden geloosd, kan gedeelte
lijk door de smeerpijp worden
afgevoerd. Enkele fabrieken
zijn daarop echter niet aange
sloten. Bovendien ls de smeer
pijp vorig jaar door de provin
cie bulten bedrijf gesteld om
dat men vond dat het rijk
teveel geld vroeg voor lozing
ln de Eems. Oudé Pekela had
van deze perikelen al niet zo
veel last meer.
In 1978 kwam het einde van
het vuil ln het Pekelder
Hoofddiep al ln zicht De vuil-
stroom werd toen omgeleid
rondom het dorp. Dat was een
groot voordeel maar de omgt-
vrlng blééf stinken. Dat gold
trouwens voor een groot deel
van Oost-Groningen. Ook
daaraan komt nu een einde.
De provincie is bezig om voor
meer dan tien miljoen gulden
een noodleidlng te maken die
bij Veendam begint en via
Oude Pekela en Winschoten
naar de Dollard voert. Het
gaat om een tijdelijke voorzie
ning totdat de ombouw en zui
vering van alle aardappel
meelfabrieken een definitief
einde maken aan het stank
probleem. De noodleidlng zal
er minstens vijf Jaar moeten
liggen. Hoewel Oude Pekela al
schoon" was, vindt burge
meester Smldt de noodleiding
toch van groot belang. „Als je
naar Oude Pekela toe gaat
moet Je toch nog door een
stankbarrière en dat daaraan
door de noodleidlng een eind
komt ls een groot voordeel.
Het gaat niet om een lokaal
probleem. Heel Oost-Gronin
gen moet van de stank af."
Reconstructieoa—
Het schonen Pekelderdiep
staat niet op zichzelf. Het
maakt deel uit van een recon
structie die ln 1983 kan zijn
voltooid. Minister M.A.C.
Beelaerts van Blokland sloot
onlangs de tweede fase af. Er
ls tot nu toe zestien miljoen
gulden Ingestoken. De derde
fase tegelijkertijd Ingeluid
door mr. E.H. Toxopeus als
voorzitter van de herinrich
tingscommissie Oost-Gronin
gen komt op ruim acht mil
joen gulden. Voor al dat geld
wordt het diep omgetoverd
van een open riool ln een aan
trekkelijke waterpartij. Er
wordt al weer volop gehen
geld. Historisch aandoende
bruggetjes en verlichting,
steigertjes en groenpartljen
zorgen voor een gezellige
sfeer. Van de acht kartonfa
brieken blijven er vier over in
het kader van een herstructu
rering van de totale kartonin
dustrie. Grauwe fabrieksge-
vels worden gesloopt en de
gemeente gaat er woning
bouw plegen of andere dingen
doen. De bruggen maken deel
uit van gescheiden verkeers-
clrcults voor voetgangers,
fietsers en gemotoriseerd ver
keer. De oude structuur van
Tweemaal het Pekelder Hoofddiep. Rechts soals het een paar
jaar geleden nog was, vol vies, drabbig, schuimig water. Links
staat burgemeester mr. AJ.E. Smldt bij het diep soals het nu Is,
schoon en aantrekkelijk voor kinderen om ln te spelevaren. Op
de rechter foto is ook het „praothoes" te zien, dat tevens als
muziekkoepel dienst doet
de veenkoloniale lintbebou
wing wordt vervangen door
komvorming met een winkel
centrum. Industriewegen voor
vrachtvervoer ontlasten het
dorp.
Eigenlijk wordt het gehele
dorp aangepakt door nieuw
bouw, sloop en renovatie. Zo
ls de „roomse wijk" die ooit
een wat grauwe indruk maak
te opgeknapt. De met palen
gesierde woonstraten hebben
de wijk al de naam Bonanza-
dorp bezorgd. „Aan de beter
onderhouden tuintjes kun Je
zien dat de mensen er weer
aardigheid aan krijgen," al
dus mr. Smldt. Oude Pekela
vlast ook nog op een jachtha-
ventje.
Er wordt wel gedacht aan re
creatievaart op de straks
schone Oost-Groningse kana
len. Vanuit Oude Pekela kun
Je nu al richting Dollard en vla
het Winschoterdiep naar Gro
ningen. De andere kant ls nog
afgesloten door een dam ln
Nieuwe Pekela. Er wordt ech
ter gewerkt aan plannen voor
een nieuwe weg met viaduct
of tunnel ter vervanging van
deze dam.
door Huub Elzerman
,Te gek zeg, gewoon te gek. Hoe verzinnen ze het:
Oeen werknemer ln de zin der wet! Ik heb toch
&ewoon gewerkt? En dan heb Ik toch recht op een
WW-uitkering. of niet soms?"
De ambtenaar hoorde de uitroepen van de
longeman. die zich had aangediend als manager
ran een country en roek-groep, zwijgend aan.
,0m te beginnen," onderbrak hij de manager,
.weiger Ik u geen WW-uitkering. Het bestuur van de
bedrijfsvereniging beoordeelt de aanvraag om een
uitkering. Wanneer u aan de wettelijke
Sepallngenvoldoet dan krijgt u zonder twijfel een
uitkering. Zo niet, dan hebt u pech gehad. Het
fewestelljk arbeidsbureau daarentegen bekijkt of
fi passende werkkring voor u te vinden ls. Dat
wee gescheiden taken. In de tweede plaats zeg
t dat u niet hebt gewerkt. Ik probeer u uit te
i waarom de bedrijfsvereniging afwijzend
tw aanvraag om een WW-uitkering heeft
L"
De ambtenaar had het er maar moeilijk mee, want
<e manager voelde zich duidelijk diep gegriefd. Hij
er van overtuigd dat hij als werkloze
werknemer een WW-uitkering kon claimen. Het zat
bem héél hoog dat de sociale verzekeringsmannen
Tolhielden dat hij helemaal geen werknemer was,
ilthans niet volgens de wet.
Nu zijn het inderdaad geen eenvoudige kwesties.
De Werkloosheidswet is een
werknemersverzekering en het woord zegt het al
-alleen werknemers kunnen er aanspraak op
taken. Werknemer is degene die bij een werkgever
In dienst is. Tot zo ver is het nog betrekkelijk
«nvoudig. Zelfstandigen en huisvrouwen zijn niet
In dienstbetrekking en dus niet verzekerd. Lastiger
wordt het als we het hebben over mensen die wél ln
dienstbetrekking zijn, maar die toch niet zijn
Trzekerd Het gaat dan bijvoorbeeld om
werknemers van 65 Jaar en ouder, huishoudelijke
bulpen die minder dan drie dagen per week werken,
dienstplichtige militairen en ambtenaren met een
f'gen wachtgeldregeling. Om het echt
fecompliceerd te maken, is het omgekeerde ook
Oogelljk: Er zijn mensen die géén dienstbetrekking
babben en die toch verzekerd zijn. Dan gaat het om
thuiswerkers, vertegenwoordigers die voor één
°Pdrachtgever werken of om mensen die een
khollngs- of een omscholingscursus volgen. Zij
brtjgen in het geval van onvrijwillige werkloosheid
wèl een WW-uitkering.
Maar hoe zit het nu met onze manager?
Volgens de bedrijfsvereniging verrichtte hij zijn
werkzaamheden niet in een dienstbetrekking. Hij
was dus geen werknemer en dus ook niet verzekerd.
Maarer was nog een mogelijkheid. De
Werkloosheidswet vermeldt nadrukkelijk dat „als
dienstbetrekking wordt beschouwd de
•rtfcldsverhouding van degene die als musicus of
anderzins als artiest optreedt." „Dat ls juist," gaven
de sociale verzekeringsmannen toe, „maar een
manager van een muziekgroep is geen artiest. Wat
ons betreft verandert er dus niets. HIJ is geen
werknemer in de zin van de Werkloosheidswet en
hij krijgt dus geen WW."
„Onzin," riep de manager „Ik verricht wel degelijk
artistieke prestaties." HIJ besloot ln beroep te gaan
bij de Raad van Beroep en in zijn klaagschrift
schreef hij het volgende: „Het is de taak van de
manager om de muzikale richting te bepalen van de
groep en te zorgen dat voor deze muzikale lijn het
benodigde repertoire wordt aangedragen zodat er
opgetreden kan worden. Deze in één lange zin
omschreven taak is moeilijker dan men denkt, want
het is natuurlijk de bedoeling een dusdanige
richting te zoeken die aanslaat bij het publiek en de
daarbij behorende nummers te zoeken die óök
aanslaan bij het publiek. Bovendien moeten de
nummers van een dusdanige kwaliteit zijn en zo
duidelijk richting aangeven dat een „.eigen
gezicht" ontstaat. Ook moet niet uit het oog worden
verloren dat de smaak van het hooggeëerde publiek
steeds verandert"
Maar niet alleen in geschrift ook mondeling weerde
de manager zich geducht. Tijdens de rechtszitting
legde hij in een poging om zijn artistieke
kwaliteiten te belichten de volgende verklaring af:
„Onze country en rockgroep bestaat uitzeven man;
vijf uitvoerende leden en één road-manager, die
tevens het mengpaneel bedient en een manager. Ik
ben de manager. Ik bepaal het repertoire en in
welke stijl de nummers worden gebracht. De stijl
van onze groep is in het algemeen country-rock,
maar als er een optreden ls gepland in een plaats
waarvan ik weet dat men daar bij voorbeeld alleen
op country ls gesteld, moet ik daar niet aankomen
met een hard-rock repertoire. Dan hoeven wij daar
nooit meer terug te komen. Ook dat is mijn
verantwoordelijkheid. Ik bepaal het uiterlijk van de
show, zoals kleding, belichting en manier waarop de
nummers worden gebracht. Ik heb geen vaste
plaats tijdens het optreden, maar ben vaak in de
zaal om de reacties van het publiek te peilen. Op uw
vraag of ik op de akoestische effecten let, die van
zaal tot zaal kunnen verschillen, en daarvoor
aanwijzingen geef of maatregelen tref, antwoord Ik
dat dit ln de eerste plaats een verantwoordelijkheid
van de road-manager en de uitvoerende leden is. Ik
grijp slechts ln, als het te gek wordt, zoals ik ingrijp,
als er met het uiterlijk van de show iets mis is. Als
naar mijn mening een bepaald akoestisch effect
niet inslaat bij het publiek, geef ik aanwijzingen.
Maar dat kan niet tijdens een optreden. Ik fungeer
niet als presentator en ik val ook niet ln als
muzikant. Met geld heb ik als manager niets te
maken. De drummer rekent altijd af. Het verkoopt
beter als een van de musici dat doet. dan dat
iemand die niet op het podium heeft gestaan en die
men niet herkent, de financiën gaat regelen."
De manager bleek de beroepsrechter met deze
toelichting overtuigd te hebben van zijn artistieke
Invloed op de muziekgroep, want hij werd ln het
gelijk gesteld. De Raad van Beroep bepaalde dat
hij alsnog een WW-uitkering diende te krijgen. De
manager wreef zich vergenoegd in de handen. Het
was hem toch geluktalthans dat dacht hij. De
sociale verzekeringsmannen waren helemaal niet zo
onder de Indruk van zijn verhaal en ze vonden het
eigenlijk nogal bevreemdend dat de beroepsrechter
de manager „erkende" als artiest. Ze legden de zaak
voor aan de Centrale Raad van Beroep. „Deze man
beschouwen wij niet als een artiest en hij kan dus
niet als een werknemer worden gekwalificeerd. HIJ
is en blijft onverzekerd," hielden zij voL
De centrale raad vond het kennelijk ook niet zo'n
eenvoudige kwestie, want de rechters merkten eerst
wat zuinig op dat zij niet wilden uitsluiten dat de
manager artistieke prestaties verrichtte, maar
zelden zij „deze artistieke prestaties waren niet
bestemd om door het publiek te worden beluisterd
of te bezien. De manager verrichtte zijn
werkzaamheden „achter de schermen", greep niet
ln tijdens een optreden en trad evenmin op als
invaller of presentator. Weliswaar hadden zijn
werkzaamheden belangrijke invloed op hetgeen
door de uitvoerende leden van de muziekgroep voor
het voetlicht werd gebracht, maar dit sluit niet ln
dat de manager ook zelf als artiest ls opgetreden."
Met deze uitspraak boorde de centrale raad elk
uitzicht op een WW-uitkering de grond in. De
manager mocht zich dan nog zo'n artistieke figuur
hebben gevonden, hij was niet aangesteld om het
country en roek-publiek tot enthousiasme te
brengen. Dat deden de bandleden de échte
artiesten zelf en daarom zouden zijn ln geval van
nood wèl aanspraak maken op hetgeen de manager
werd onthouden: een WW-uitkering.
Wat Je tijdens een zomers ver
blijf ln een zwembad niet alle
maal kunt ondernemen: Je best
doen in een bepaalde spanne
tijds een zo groot mogelijk aan
tal „baantjes te trekken". Je li
chaam koesteren in de warme
zon, huiveren ln de soms gemeen
kille wind. Je kunt ook op Je rug
ln het water drijven en dromerig
staren naar voorbij zeilende
wolkgevaarten (en wie dat doet
zal misschien even denken aan
het bekende sonnet van Ed
Hoomlk over de zwemmer die
zich laat drijven „over het water
naar het wolkenland Het is
ook mogelijk dat Je al zwemmen
de je blik laat dwalen over de
omgeving van het zwemwater
en dan kun je zelfs tijdens een
Inspannend „baantje" plotseling
een boelend taaipanorama ont
dekken. Want staat daar niet
aan de kant van het water een
bord met ln forse letters de me
dedeling „Alleen voor geoefende
zwemmers"? Een kernachtige,
korte tekst, die toch aan duide
lijkheid weinig te wensen laat.
Wie de mededeling als een „zin"
beschouwt mist er waarschijn
lijk een paar belangrijke onder
delen in die ln de meeste zinnen
wél voorkomen. Voeg Je die on
derdelen er alsnog aan toe dan
krijg je zoiets als „Dit bad ls
alleen toegankelijk voor geoe
fende zwemmers". Mag Je nu
zo'n verzamelingetje woorden
als daar op het bord staan en
waarin (excuses aan wie die ter
men ontschoten zijn) onderwerp
en gezegde ontbreken, eigenlijk
wel een „zin" noemen?
Een leuk vraagtstukje om wat
over door te mijmeren tijdens de
volgende „baantjes". Thuisgeko
men en wat uitgerust kan de
zwemmer wellicht nagaan hoe
deskundigen over dat probleem
denken. J. A. Meljers bij voor
beeld heeft heel aardig verteld
hoe dergelijke korte .zinnen"
veel voorkomen ln de kindertaal
(„mammie lief", „pappie stout",)
maar ook in die van volwassenen
(denk maar aan spreekwoorden
als „eind goed, al goed" en aan
teksten als aan de oevers van het
zwembad). Er zijn zelfs .zinnen"
van slechts één woord: „Brand",
„Binnen". „Heerlijk". Meijers ls
Hleronymus van Alphen: foute
volgorde
het niet zo erg eens met taalkun
digen die dit soort mededelingen
beschouwen als „onvolledige
zinnen". Hij vindt dat die des
kundigen de zaak omdraaien: de
woorden vormen niet het over
blijfsel van een volledige zin,
want de rest is er nooit geweest.
Hoewel de zin niet volmaakt ls,
ontbreekt er niets, de zaak is
volkomen duidelijk!
Er kan met zinnen méér boei
ends aan de hand zijn. Zo legde
de taalkundige dr Eelco Verwijs
ln de vorige eeuw eens de vinger
bij een ook nu nog voorkomende
fout: een verkeerde volgorde van
de woorden. In de toenmalige
hervormde gezangenbundel (de
„evangelische gezangen" van
1806) was als nummer twintig
een lied opgenomen van de voor
al als kinderdichter zeer beken
de Hleronymus van Alphen. In
dat gezang, dat begon met de
regels „Ons hart verheugt zich
dat bij God 't bestuur ls van
geheel ons lot" stond in het vier
de couplet: „Ood kent alleen het
naaste pad, dat uitloopt op de
hemelstad". Dat ls natuurlijk
fout. schreef Verwijs, Ood kent
Immers niet alleen het naaste
pad, God kent veel meer. Er had
moeten staan: „God alleen kent
het naaste pad". Verwijs maakte
deze opmerking bij de bespre
king van een werk van een van
onze grootste dichters, Joost van
den Vondel, die ln het toneelstuk
(„landspel") De Leeuwendalers,
dat hij schreef toen het na tach
tig Jaar oorlog ln 1648 weer „pais
en vree" was, een soortgelijke
fout maakte. Vondel laat een
hoofdpersoon in zijn spel, Ade-
laert, zeggen dat zijn geliefde,
Hageroos, slechts iemand ziet
die even mooi als zijzelf is, wan
neer zij zich ln een beek spiegelt.
Adelaert: dan ziet ze alleen
heur wederga." Ook hier zou een
betere woordschikking geweest
zijn: dan alleen ziet ze heur
wederga". Van Vondel nog even
naar Hleronymus van Alphen:
wie het hiervoor genoemde ge
zang nog eens na wil lezen kan
het vinden als nummer 196 in de
in 1938 samengestelde hervorm
de bundel, die in de meeste ge
meenten in gebruik geweest is
tot de Invoering van het lied
boek.
Over zinnen die dezer dagen vla
de „massamedia" tot ons kwa
men kan ik niet zo enthousiast
zijn. NAVO-topman Luns sprak
voor de radio wat laatdunkend
over de „manieren" van mensen
met „afwijkende politieke me
ningen", maar van welke maat
staf die lieden afwijken werd
niet opgehelderd en dan sug
gereer Je eigenlijk alleen maar
iets op een niet zo prettige ma
nier. Verder waren er CNV-voor-
zitter Harm van der Meulen die
sprak over het CDA en „haar"
standpunt (au, denk ik dan) en
Jan Terlouw van D'66, die het
had over de partij en „zijn" con
gres. Over dat laatste doen de
taalkundigen nu weliswaar ver
goelijkend, „zijn" mag je volgens
hen ook wel gebruiken voor
vrouwelijke zaken, maar ik blijf
het allesbehalve mooi vinden.
Maar de macht van de spraak
makende gemeente zal wel zo
sterk blijken dat zelfs de fijn
proever eraan went en met die
„spraakmakende gemeente" ben
Ik weer in de eeuw van Vondel
De uitdrukking is namelijk „uit
gevonden" door Pieter Cornelis-
zoon Hooft, die haar voor het
eerst gebruikte ln de inleiding
van zijn blijspel „Warenar": „Dit
spel zal 'Pottery' heeten, zoo gy
't meught veelen, Spraakmaken
de Gemeent." De drost van Mui
den kon het, zoals in dit spel over
een vrek die zijn geld ln een pot
verborgen had, toch wel leuk
zeggen!