Hoe kan de grondslag van VU functioneren? iHet onaanvaardbare in 'De keerzijde van Lekkerkerk' Wie zijn dat, de Palestijnen? Zogezegd Een ongeluk kén gebeuren Vrijdag 20 JUNI I9BO TROUW/KWARTET or C. P. Meijer Er was eens een man, die met klach ten aan zijn been naar zijn hulsarts ging. Die durfde de verantwoorde lijkheid voor de behandeling niet op zich te nemen, en verwees de man naar een specialist. Deze vond het nodig om zijn onderbeen te ampute ren; als dat niet zou gebeuren, be stond er ernstig gevaar voor 's mans verdere gezondheid. Het been werd afgezet. Na de operatie, toen de patiënt bij was gekomen uit de narcose en be zig was met het verwerken van de emoties rond het moeten missen van een been, stapte een „belang stellende" (nieuwsgierige?) bezoe ker binnen. Deze gaf als zijn gevraagde mening, dat de dok- n overdreven hadden: een paar «ken een zwachtel om de enkel was ook wel voldoende geweest. En hij kon het weten, want hij zat bij de EHBO. Dit beeld kwam bij mij op na het lezen van het artikel op de Podlum- pagine van vorige week door de heer A. J. Ahsmann. De bewoners van Lekkerkerk-West zijn net in de caravans gearriveerd. E. J. Hoogenberk: Wil de stad uit eindelijk overleven als aangename woonplaats, en het land als schoon en heerlijk landschap, dan moeten we naar een samenleving toe waarin het gemotoriseerd verkeer afge schaft kan worden, behalve mis schien de trein (T.H.-Delft) H. G. D. NIekus: Vrede is de periode tussen twee oorlogen (V.U.-Araster- dam) bezig de emoties rond de evacuatie te verwerken zeg maar: ontwaken uit een soort verdoving. En daar komt de heer Ahsmann, die zegt dat het allemaal niet zo nodig was ge weest. En hij kan het weten, want hij is chemicus. Alleen al uit mense lijke overwegingen had hij zijn arti kel zeker nu niet moeten schrijven en publiceren. Er bestaat zoiets als tact; je kunt mensen die zó midden in de ellende zitten niet maar even vertellen, dat ze eigenlijk zonder reden uit hun huizen ge haald zijn en nu met z'n allen in noodwoningen en caravans wonen. Maar afgezien daarvan: het is niet reëel wat hij schrijft, en daardoor niet waar. Ik zou heel gedetailleerd en sarcastisch op de inhoud van bedoeld artikel kunnen ingaan, maar daar heb ik niet zoveel zin in. Bovendien is het niet echt nodig: de heer Ahsmann spreekt zichzelf op verschillende punten zo tegen, dat hij eigenlijk zijn eigen argumenten al ontzenuwt. Dat hoef ik dus niet meer te doen. Iets wil ik er echter wel van zeggen, op het gevaar af in herhalingen te vervallen na mijn artikel in Trouw van 23 mei. Maar gezien de teneur van het stuk van Ahsmann, kun Je dit soort dingen beter een keer of wat herhalen; misschien dringt het dan beter door. Volgens Ahsmann heeft de overheid in een soort paniek gehandeld, en had ze een hoop geld kunnen bespa ren als ze zich niet zo door de bewo ners en de burgemeester van Lek kerkerk had laten manipuleren. Im mers: „het groen tiert welig in de wijk, dus zo erg kan het niet zijn." Dat is nu precies waar het om gaat: het groen tiert nu nog welig, en de mensen zijn nu nog gezond. Het is nu eenmaal zo met stoffen als ben zeen, tolueen, xyleen en wat er alle maal nog meer in de .grond zit, dat ze de gezondheid nog over een tien tal Jaren aantasten. Het geniepige van de chemicaliën die hier onder de huizen zitten zit 'm Juist in die tijdsfactor. Contact met deze stof fen over een langere periode ver groot die risico's nog extra. Over Jaren zal de eventueel schade lijke invloed op de gezondheid nog merkbaar kunnen zijn. Deze risico's liepen de bewoners van Lekkerkerk-West voortdurend, in hun eigen huis. Een onaanvaard bare situatie, want in Je huls moet Je je veilig kunnen voelen. Geen paniek Een overheid, die zo'n onaanvaard bare situatie inderdaad niet aan vaardt, handelt niet in paniek maar handelt overeenkomstig de verant woordelijkheid die ze heeft tegen over haar onderdanen- Benzeen, to lueen, xyleen horen niet in de grond, en zeker niet in het drinkwa ter, dus moeten ze eruit. Dat moet zo goed en zo snel mogelijk, en daarom hoe erg ook moeten de bewoners van de huizen waar het om gaat geëvacueerd worden. Een regering die dergelijke maatregelen neemt is niet in paniek, maar op haar hoede. Natuurlijk kost zoiets geld, veel geld. Ahsmann heeft groot gelijk, als hij constateert dat er ook veel geld nodig is, om de gebitten van Jonge kinderen te onderhouden. Maar ik bestrijd, dat daar het geld van deze evacuatie-operatie dan maar aan besteed had moeten wor den. Het één staat volkomen los van het ander. Heel cru gezegd: wat heeft een kind straks, als het vol wassen is, aan een gezond gebit, als niets is gedaan om te voorkomen dat hij kanker krijgt? Daarom zijn de inwoners van Lekkerkerk-West, nu de bewoners van caravans en noodwoningen (camping Benzeni- dorm, zoals ze het zelf-spottend noemen) zo verontwaardigd over het artikel van Ahsmann. Het gaat niet alleen om nu, het gaat juist ook om later, om hun gezondheid in de toekomst, en die van de kinderen. Om de mensen in de ongetwijfeld vele andere plaatsen in Neder land, waar ook rommel onder de grond zit. Er moet iets goed gere geld gaan worden niet bij wijze van precedent, maar uit voorzorg. Niets begrepen De heer Ahsmann heeft er niets van begrepen, al meent hij er veel van te weten. Het is zo vreselijk gemakke lijk argumenten te verzinnen om alles wat er is gebeurd als „niet noodzakelijk,' en „onbewezen" te bestempelen. Het trieste van de hele situatie is namelijk, dat al die argumenten nu gelden, terwijl het „gelijk" van degenen die waarschu wen en handelen, pas over Jaren zal kunnen blijken. Ahsmann besluit zijn artikel met de- beschrijving van zijn busrit over de. Lekdijk, waar twee bussen elkaar ternauwernood kunnen passeren. „Ik kijk in de diepst en denk: wat neemt men hfer een risico's, daar mee suggererend dat rijden over de Lekdijk riskanter is dan wonen in de „gifwijk" van Lekkerkerk. Er is echter een levensgroot ver schil: als het de passagier van bus. 21 te gevaarlijk wordt, kan hij bij de eerstvolgende halte uitstappen, of tenminste besluiten de volgende keer een andere route per bus te volgen. De bewoners van Lekker- kerk-west konden niet „uitstap pen". Daar wonen en leven hield een voortdurend en niet afwend- baar risico in. Vandaar dat er rigou reuze en dure maatregelen moesten worden genomen. Dat is verwijzend naar de titel van Ahsmanns artikel de vóórzij de van de medaille die Lekkerkerk heet. Het is vooralsnog de enige zijde die telt. Drs. C. P. Meijer is gereformeerd predikant te Lekkerkerk en Krim pen a/d Lek. Hij schreef deze reac tie op verzoek en met medewerking van de bewonersvereniging Lek kerkerk. door Hans Feddema De Vrije Universiteit hield onlangs ter gelegenheid van haar honderdjarig bestaan een bezinningsdag met be trekking tot haar grondslag. Dat was zinvol. Het evangelie en dus ook de grondslag daarop geba seerd, is zeer verplichtend. Om deze tot haar recht te doen komen is een periodieke samenspraak hierover van de betreffende gemeenschap, of het nu een universiteit, een politie ke partij, een vakbeweging of een redactie-collectief betreft, bij uit stek noodzaak. Niet alleen om el kaar in deze te inspireren, maar ook om voortdurend zich gezamenlijk te bezinnen op de vraag wat precies de maatschappelijke en politieke im plicaties van het evangelie zijn. In dien men dat niet doet vervalt men vrij snel, om met Martin Nlemöller te spreken in een belijdenisloze be lijdenisgebondenheid. Laatstge noemde verwijt in een recent vraag gesprek in Neue Stlmme zijn kerk in West-Duitsland in min of meer dezelfde miserabele toestand te ver keren als vóór 1933, omdat zij naar zijn mening haar grondslag slechts repeteert en niet omzet in een actu eel belijden dat wil zeggen: in da den, die daarop geënt zijn. Het is een verwijt, dat ook binnen de gemeenschap van de VU nogal eens wordt gehoord, niet in de laat ste plaats van de zijde der studen ten. Vaak terecht Een gevolg van het gebrekkig functioneren van de evangelische grondslag is, dat steeds meer mensen aldaar afstand daarvan nemen. Op zich een begrij pelijke reactie, die Je ook in de politiek tegenkomt, maar die daar om nog niet juist hoeft te zijn. Ik ken stafleden, die vijftien Jaar gele den nog volmondig Instemden met de grondslag, maar nu laten weten dat het voor hen niet meer hoeft Hierin is zeker ook de invloed te bespeuren van de deconfes- slonaliseringsldeologie op andere levensterreinen. Denken we maar aan de oprichting van de PPR en meer recent aan die van de groep Christenen voor het Socialisme, die voor een maatschappelijk en poli tiek perspectief niet meer bij het evangelie maar bij de leer van Marx te rade gaan. Het is echter in eerste instantie te herleiden tot het feit, dat de VU het operationeel maken of invullen van de grondslag niet de hoogste prioriteit heeft gegeven. Negatief Er is in deze sprake van een negatie ve wisselwerking. Geen of te weinig invulling roept distantie op. Het laatste wordt als bedreigend erva ren voor het karakter van de VU met als gevolg, dat men strenger wordt met betrekking tot de in stemming van de grondslag bij het aantrekken van nieuwe staf, het geen op zijn beurt door anderen ook weer als bedreigend wordt ervaren. En zo ontstaat een polarisatie tus sen twee groepen, die steeds meer van elkaar vervreemden. Er wordt daarbij een onjuiste tweedeling ge construeerd als zou de schelding tussen conservatief en progressief alleen maar lopen volgens de lijn van voorstanders of tegenstanders van de grondslag. Als de eerste ooreaak van deze lm- door H. J. Neuman De negen leiders van de Europese Gemeenschap hebben vorige week in Venetië uitgesproken dat de Pa lestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) betrokken cal moeten wor den bij onderhandelingen over een vredesregeling voor het Midden- Oosten, onderhandelingen waarbij tij ook verplichtingen voor zichzelf menen te ontwaren. De Europese regeringsleiders onderstreepten het recht van de Palestijnen op zelfbeschikking. Wie zijn dat, die Palestijnen? Aller eerst natuurlijk de 700.000 Arabie ren die in mei 1948 de wijk namen of verdreven werden uit wat voor heen het Britse mandaatgebied Pa lestina was en waar nu, onder het geluid van bommen cn granaten, de joodse staat Israël werd ge sticht. De gedaante waarin zij voor het eerst aan de buitenwereld ver schenen was die van vluchtelingen. De VN-organisatie die zich vanaf mei 1950 met hun materiële nood mliet heette ook de „United Na tions Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near Us4." (UNRWA). Aanvankelijk waren de Palestij- oen verdoofd door de slag die hen had getroffen. Zij dachten het aan de Arabische broederlanden te kunnen overlaten hen met kracht van wapens in hun oude rechten te f herstellen. Maar dat vertrouwen p'°ok gaandeweg, vooral na de Suex-oorlog van 1956, toen de Israë lische strijdkrachten verscheidene j'taaltjes van hun superioriteit ten kaste gaven. Tot de vaak onafzienbare vluchte lingenkampen in Syrië, Libanon, Jordanië en de Gazastrook drong het besef door dat men van de Arabische regeringen weinig te verwachten had, noch in militair, noch in sociaal-economisch op zicht. Als de Palestijnen hun land wilden „bevrijden" (en dat sloot naar hun opvatting de liquidatie in van de joodse staat), dan zouden de Arabische regeringen hun mis schien niet al te veel moeilijkheden in de weg leggen, maar het zware werk moesten ze wel zelf doen. Ze vroegen en verkregen toestem ming van de Arabische topconfe rentie van 1964 een Palestijnse Be vrijdingsorganisatie in het leven te roepen. De oprichting had plaats in Jeruzalem, op 28 mei van dat jaar. Voorzitter werd Achmed Shoekei- ry, een donkere corpulente man, die ik eens ontmoet heb in het voorjaar van 1966, in een buiten wijk van Caïro. De kleine huiska mer waar wij met elkaar spraken dreunde als hij met groot redenaarspathos verklaarde dat, op enkele uitzonderingen na, alle joden uit Palestina moesten ver dwijnen en dat hij er zeker van was zijn laatste rustplaats te zullen vin den in de Palestijnse aarde. Eigenlijk was Shoekeiry een enigs zins treurige figuur. Zijn grote toe spraken hield hij voornamelijk in Gaza en in Egypte zelf. Als de Egyptische president Nasser het goed kon vinden met koning Hoes sein van Jordanië, betuigde Shoe keiry als Palestijn zijn hechte trouw aan de vorst. Maar als Nas ser en Hoessein het met elkaar aan de stok hadden, beklaagde Shoe keiry zich over Jordaanse wreedhe den jegens de Palestijnen en ver kondigde hij zijn eigen theorie dat de „bevrijding" van Palestina pas verwerkelijkt kon worden als het regime van koning Hoessein ten val was gebracht. Shoekeiry was, omdat hij in Egypte woonde, de sprekende pop vant Nasser. In Jordanië moesten de Pa-' lestijnen hasjemitischer zijn dan de Jordaniërs, in Syrië nog meer op de hand van de Baath-partij dan de meeste Syriërs. Een eigen politiek gezicht hadden ze nog nauwelijks. Sinds september 1964 beschikten zij formeel over een eigen Pales tijns bevrijdingsleger (PLA) Ik heb de gelegenheid gehad ze te zien exerceren op een zanderig school plein in Gaza. Eerst had een be stuurslid de sleutel moeten opha len van de kast waarin zich de trommel met stokken, de houten geweren en de Palestijnse vlag be vonden. Ik weet nog, wat een tragi komische indruk die middag in Gaza op mij maakte. Het was dui delijk dat dit tot niets zou leiden. Maar dat zagen ook vele Palestij nen in. Vooral in de Syrische en Libanese kampen was steun te verkrijgen voor het opzetten van guerrilla bewegingen 4 la Mao, die samen een volksoorlog voor de bevrijding van Palestina moesten voeren. „Al Fatah" (de Overwinning) die begin 1965 voor het eerst van zich liet horen was slechts één van die be wegingen, maar ze ontwikkelde zich wel heel gauw tot verreweg de grootste. Eén van de oprichters was een ingenieur van een jaar of vijfendertig die opereerde onder de „nom de guerre" Aboe Ammar. Een charismatische figuur kon je hem moeilijk noemen, een indrukwek kend spreker was het niet en zijn militaire begaafdheden waren be perkt; maar wel bezat hij een grote politieke handigheid: Yasser Arafat Als gevolg van de Zesdaagse Oor log van 1967, toen Israël de weste lijke Jordaanoever, de hoogvlakte van Golan, de Gazastrook en de Sinaï-woestijn veroverde, raakten nog eens 300.000 Palestijnen ont heemd; 600.000 van hen bevonden zich in gebieden die onder Israëli sche bezetting kwamen. Maar te vens nam de populariteit van de guerrillabeweging onder de Pales tijnen (cn bij vele andere Arabie ren) sterk toe. Het ouderwetse en dilettantistisch aandoende leiderschap van Shoe keiry was onvoldoende om in deze voortgaande radicalisering lijn en perspectief te brengen. In decem ber 1967 moest hij het veld ruimen voor de advocaat Yahyia Hammoe- da. Maar ook deze opvolger hield het slechts een kleine veertien maanden aan de top uit; begin fe bruari 1969 verloor hij zijn voorzit terschap aan de leider van de machtige Fatah-organisatie, Yas ser Arafat De politieke handigheid van Ara fat blijkt op verschillende manie ren. Zo verliest hij nooit het be staan uit bet oog van met Fatah concurrerende organisaties als het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina (PFLP) van George Hab- bash en het Democratisch Volks front voor de Bevrijding van Pales tina (PDFLP) van Nayif Hawat- meh. Als leider van de overkoepe lende organisatie PLO bewaart hij bet zwijgen over intern-Palestijnse tegenstellingen, zoals hij het als regel ook vermijdt openlijk kleur te bekennen in geschillen tussen Arabische regeringen. Zijn enige oogmerk is zoveel mogelijk steun van buitenaf te krijgen. Wat de staten in zijn eigen regio betreft hoopt hij op alles, doch re kent hij op niets, zeker niet na september 1970, toen koning Hoes sein alle Palestijnse guerrilla's uit Jordanië verdreef. De vreesachti- gen probeert hij te intimideren, vaak niet zonder succes. Wie zich aan het extremisme van de PLO stoort, houdt hij voor dat dit over wonnen kinderziekten zijn en dat hij diep in zijn hart de matigheid zelve is. Niet in de onverzoenlijke passages van het Palestijnse Hand vest herkent hij zich, maar in het streven naar een democratische en pluralistische Palestijnse staat. Waar Arafat in de Westelijke we reld op restanten sympathie voor Israël stuit, meet hij de koppig heid, de expansiedrang en de onre delijkheid van de regering-Begin breed uit. Zolang terreur het mid del is om internationaal gehoor te vinden eist hij de verantwoorde lijkheid op voor vliegtuigkapin gen, het vereenden van bombrie ven, aanslagen op ambassades, München 1972 e.d. Brengt het ech ter schade toe aan zijn pas verwor ven achtenswaardigheid, dan kijkt hij zolang een andere kant op of biedt hij zelfs aan de schuldigen te straffen. En Lord Carrington zegt prompt niet te geloven dat de PLO „een terroristische organisatie als zodanig" is. passe is, dat de grondslag niet of niet voldoende functioneert, moe ten we ons afvragen, waartoe dat dan te herleiden is. J. P. Kuiper stelt bijv. in de bundel ..VU tussen twee VUren" dat de grondslag ver-, schillend wordt geïnterpreteerd. J. van Putten meent zelfs dat Je er heel verschillende of zelfs tegen strijdige kanten mee uit kunt, en wil daarom dat de VU er zich van ontdoet. Een onduidelijke grond slag kan natuurlijk niet functione ren. Instemming met of een handte kening voor een onduidelijke grondslag vragen zal steeds meer verzet oproepen. Een eerste vereiste is daarom duide lijkheid te verschaffen omtrent de betekenis van de grondslag. Het is zeer de vraag of Je met het evangelie verschillende kanten uit kunt. Ik meen dat dat niet het geval is, dat het evangelie van het Koninkrijk zoals Jezus ons dat geleerd heeft, duidelijk genoeg is, maar dat de misverstanden in deze zijn opgeroe pen door het feit, dat wij mensen ons vaak niet willen laten gezeggen door het evangelie en dan allerlei argumenten bedenken ter recht vaardiging daarvan. Afstand ne men van de grondslag omdat ande ren er te weinig mee doen is een begrijpelijke reactie, maar het is ook de weg van de minste weer stand. Ik meen, dat een ander ant woord moet worden gegeven. Vage noties De tijd van het oude, louter aan een kerkelijke groepering gebonden, confesslonalisme zonder concrete inhoud of alleen met een paar vage noties, die al dan niet van de Jonge lingsvereniging zijn blijven hangen, is voorbij. Ik kan wel instemmen met J. Verkuyl als hij bepleit dat er ernstig gezocht moet worden naar stafleden, die bewust de doelstel ling van de VU als de eigen doelstel ling aanvaarden. Maar daarmee mag beslist niet worden volstaan, wil men voorkomen dat alles leidt tot louter lippendienst Indien de wetenschap in plaats van de wereld te schaden, er juist op gericht moet zijn deze te dienen, is het zaak te weten vanuit welke optiek dit dient te geschieden. Vanuit de ideologie van het fascisme, het kapitalisme, het marxisme ofwel het anarchisme zal aan dit dienen op verschillende wijzen gestalte worden gegeven. Maar is het niet naast deze vier een andere weg indien men daaraan in houd wenst te geven vanuit de visie van het evangelie van het Konink rijk van gerechtigheid en vrede? Trouw vraagt in een commentaar. (31 mei 1980) om een interdiscipli nair instituut aan de VU ter bestu dering van het marxisme. Op zich geen onzinnige zaak. Maar zou een interdisciplinair bestuderen van de sociaal-politieke betekenis van de leer van het Koninkrijk Gods niet een veel hogere prioriteit hebben? Dat dan niet alleen vanwege de geschetste problemen, maar ook omdat vele christenen binnen en buiten de VU vrij gemakkelijk in de ban raken van allerlei ideologieën, die mijns inziens haaks staan op deze leer, niet in de laatste plaats- van het kapitalisme, maar ook van het marxisme en zelfs dat moet tot onze schaamte worden gezegd van het fascisme. Er zou al veel gewonnen zijn als een interdiscipli naire groep om de tafel gaat zitten en een eerste praatstuk opstelt om trent de grondprincipes van een evangelische visie op wereld en sa menleving of anders gezegd van een evangelische visie op wereld en sa menleving en leefbare wereld. Ik stel voor dat het bezinningscen trum van de VU dit tot haar eerste doelstelling maakt en bijvoorbeeld fungeert als een platform van zo'n studiegroep. Daarbij zou eventueel kunnen worden aangesloten bij de Commissie voor Kerk en Samenle ving van de Wereldraad van Ker ken, die eind mei aan het Centrale Comité heeft voorgesteld een groep theologen, natuurwetenschappers en sociale wetenschappers bijeen te roepen om een studie te maken van een christelijk-soclale ethiek. Als er meer helderheid gaat ontstaan om trent de grondprincipes van het evangelie van gerechtigheid en vre de ook of dit een eigen conflict model in zich bergt zullen er meer samenhangend accenten kunnen worden gelegd in het onderwijs of selecties worden toegepast met be trekking tot de onderwerpen van onderzoek. Ook kan dan een meer gefundeerd antwoord worden gege ven op de vraag of er al dan niet onderzoek mag worden verricht in zowel extreem-rechtse als extreem linkse landen. Antwoord Met zo'n interdisciplinaire studie zijn niet alleen de VU-gemeen- schap, maar ook vele andere sociale en politieke instellingen gebaat, die alle worstelen met de vraag hoe op adequate wijze vanuit het evangelie een antwoord te geven op de vele problemen waarvoor de mensheid staat Niet alleen in negatieve zin, bijv. in de kritiek op of het ontmas keren van de machten, hoe belang rijk reeds op zichzelf, maar vooral ook in positieve zin. Gedachten van een „verantwoordelijke" of van een .rechtvaardige, radicaal-democra tische en leefbare of houdbare sa menleving", zoals die bij de Wereld raad van Kerken leven, dienen meer gemeengoed en ook verder uitge werkt te worden, met name ook wat betreft de vraag via welke strategie of via welk conflictmodel zo'n sa menleving kan worden bereikt. Van de VU kan met recht meer dan het gewone worden gevraagd in, om met Berkhof te spreken, de „dienst aan de broederschap van het Ko ninkrijk". J. P. Feddema is docent niet- westerse sociologie aan de Vrije Universiteit door P. van DuIJn Voor de derde maal heeft de Penta gon computer, die naar we mogen aannemen uiterst deskundig gepro grammeerd is, vals alarm gegeven. Onlangs mislukte een grondig voor bereide Amerikaanse operatie in Iran. Een vele malen doorgenomen militair draaiboek bleek toen in de praktijk niet te werken. Daar waren het, zegt men, de helikopters die weigerden. De militaire geschiede nis kent vele voorbeelden van mis rekeningen. De luchtlandingsopera tie bij Arnhem in de Tweede We reldoorlog is er maar één van. Uit dit menselijk en technisch falen valt. een belangrijke les te trekken over het atoombommengevaar dat ons letterlijk en figuurlijk nu al vele Jaren boven het hoofd hangt. Een gevaar dat permanent aanwezig is ook al breekt er in de nabije toe komst geen atoomoorlog uit. Atoombommen zijn bedoeld om op het Juiste moment en op de juiste plaats af te gaan. Daarom hangen ze onder vliegtuigen die dag en nacht boven ons hoofd rondcirke len; bevinden ze zich in naast ons huls gelegen fraai met gras begroei de bunkers of zijn aanwezig in de lanceerbuizen van grote aantallen onderzeeboten op de oceanen, mis schien ook wel in onze Noordzee. Kunnen we er zeker van zijn dat er niet één van die helse monsters ter plaats ontploft of voortijdig met onbekende bestemming het lucht ruim kiest? De bommen, zegt men, zijn met zeven grendels vergren deld. Is dat altijd voldoende als een atoombommenwerper neerstort? Wat doet een in doodsnood geraak te bemanning van een vollopende onderzeeër? Is kaping voor één of ander politiek doel voor honderd procent uitgesloten? Toegegeven, de kansen dat zo'n on geluk zich voordoet zijn klein, de gevolgen, als het gebeurt, echter ontzettend. Enkele jaren geleden stortte een Amerikaanse atoom- bommenwerper neer bij Spanje. Nog regelmatig controleren Ameri kaanse militairen die streek. De kans dat de alles verzengende atoomgeest op een kwade dag er gens uit de fles ontsnapt is dan ook beslist niet nul, al zouden we dat graag willen geloven. Het kan mor gen zijn, volgend jaar of over tien Jaar. Het kan Amsterdam treffen of New York, Warschau of Leningrad. Het kan een technische fout zijn van de apparatuur, of een menselij ke beoordelingsfout. Zelfs opzet is niet uitgesloten. Onder de bewa- kingsploegen of vliegtuigbeman ningen zouden stille druggebruikers of alcoholisten kunnen zitten, om aan plotseling opkomende krank zinnigheid maar niet te denken. We beklagen de Lekkerkerkers die Jarenlang boven tolueenvaten woonden. Maar laten we niet verge ten dat we zelf zowel letterlijk als figuurlijk onder en boven vele „atoomvulkanen" leven die van daag of morgen onbedoeld hier of daar tot ultbarsing kunnen komen. Actie voeren en praten over de risi co's die we lopen door chemisch afval en de atoomcentrales is erg actueel. Laten we hierbij niet verge ten dat we, vaak uit irreële angst voor „de vijand", ondertussen ons milieu verontreinigd hebben met ri sico's die, al de andere gevaren ver re in de schaduw stellen. Laten we beginnen althans een paar helse monsters te demonteren in plaats van onze militairen steeds meer en gevaarlijker bommen in handen te geven. Hoe meer bommen hoe gro ter risico. Zoals het nu gaat is vroeg Of laat HET GROTE ONGELUK onvermijdelijk. De overlevenden zullen daar nog lang over spreken en generaties lang zullen de gevol gen voelbaar zijn. Dr. P. van Duijn is hoogleraar in de medische faculteit van de rijksuni versiteit te Lelden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 13