Mozart als topper bij Keulse Opera Geïmproviseerde muziek verdient meer dan een fooi Commentaren Ensembletheaterzir: Toevallig Hoe hebben de Nederlandse improviserende musici zich in het verleden in leven gehouden, en hoe halen ze 1982? Deze vragen zijn actueel geworden, nu ccmponist-saxofonist Willem Breuker de CRM-subsidie voor zijn tienmans Kollektief „als een lachwekkende fooi" aan het ministerie heeft geretourneerd, en vele componisten en musici zich achter dit protest scharen. Het ministerie laat twee adviescommissies spitsroeden lopen, maar weigert de jaren geleden voor improvisatie-groepen vastgestelde subsidies te verhogen. Concreet beleid ontbreekt voorlopig, en het toekomstperspectief voor improvisatoren blijft uitermate somber. ^RDAG 14 JUNI 1980 TROUW/KWARTET 23 KUNST! De Opera van de Stad Keulen treedt in het kader van het Holland Festival volgende week tweemaal in het Congrescentrum in Den Haag op. Onder leiding van muzikaal directeur John Pritchard wordt het sluitstuk van een van de meest ermaarde Mozart-projecten gespeeld, die het operahuis ooit gespeeld heeft: „Die Zauberflöte". In de loop van een zestal seizoenen ensceneerde de Franse regisseur Jean Pierre Ponnelle de zeven grote muziekdramatische werken van Mozart, dirigeerde de helaas verongelukte dirigent Istvan Kertesz en organiseerde de intendant Claus Helmut Drese een solistenbezetting, die menig operaliefhébber het hart sneller deed kloppen. Nu, zeven jaar later is de Mozart-cyclus nog steeds een van de toppers van de Keulse Opera. door Louwrens Lange voort Decor en koor van Die Zauberflöte in een Scharberth, dramaturg van de opera, ant woordt: „Eigenlijk vrij toevallig. In 1968 ontstond de produktie van „La Clemenza di Tito" een samenwerking tussen regis seur en ontwerper Jean Pierre Ponnelle en de muzikaal directeur van het Keulse en semble Istvan Kertesz. Toentertijd gold deze opera als totaal onspeelbaar. Zelden of nooit kwam er een voorstelling, die de kwaliteiten van het werk voor de volle honderd procent liet uitkomen. Deze produktie had echter een reuze succes. Hetzelfde jaar deden ze ook „Don Giovanni", dat eenzelfde succes be schoren was." „Daarna is het allemaal vrij eenvoudig gebaar. Dezelfde fónnule werd ook op de overige vijf werken toegepast. Allereerst „Idomeneo", dat ook zo'n naam had dat het meer een oratorium dan een muziek dramatisch werk was. Na enkele seizoe nen was de cyclus compleet en zijn we aan herhalingen begonnen. We zijn het enige operahuis waar je alle belangrijke Mozart- opera's kunt zien, gemaakt door dezelfde regisseur die tevens zijn eigen ontwerpen maakt. Op alle opera's rust als het ware dezelfde signatuur, een „handschrift" dat je in alle produkties weer herkend." „We hebben een paar keer alle zeven ope ra's in enkele weken achter elkaar opge voerd. Dat bleek bezettingsproblemen op te leveren. Het is voor zangers erg moeilijk om enkele voorstellingen achter elkaar te zingen, want het kwam voor dat ze in verschillende opera's rollen hadden. Van de kant van het publiek was de belang stelling veel groter dan we konden verwer ken. Als we willen kunnen we een seizoen alleen maar Mozart opvoeren. Gevolg is dat we nu per jaar een aantal in het inscnering van Jean Pierre Poncelle. repertoire opnemen. In seizoen '81/'82 brengen we weer allen zeven opera's, maar dan over enkele maanden uitgestreken. Dan kunnen we ook meer voorstellingen geven. Het publiek komt beter aan zijn trekken. Nieuw in het programma van Keulen is een serie opvoeringen van „Die Zauberflö te", die is ingericht als kindervoorstelling. Christian Boesch, de bariton die op de Salzburger Festspiele grote triomfen vier de als Papageno (enscenering Jean Pierre Ponnelle) heeft het stuk wat omgebouwd en van enkele educatieve teksten voor zien. Irmgard Scharberth: „Het is de complete muziek van Mozart, met uitzondering van de koren. Die zijn in de handeling niet van wezenlijk belang en, ben ik bang, juist voor een jonger publiek het minst aan trekkelijk. Boesch heeft in de Papageno- rol talloze commentaren op de handeling geschreven, die tussen de aria's en scènes door wordt gesproken. Bovendien heeft hij hij een rol van een Theaterdirektor ingevoegd, die hem Papageno op alle vragen over technische en organisatori sche zaken een antwoord moet geven. Zodoende kweek je bij je nieuwe publiek meteen een kennis van zaken over het wel en wee van het operabedrijf. De rol van theaterdirecteur wordt overigens ge speeld door onze huidige intendant, Mi chael Hampe." Het programma gaat in augustus in pre mière en komt omstreeks Kerst weer te rug. De belangstelling is nu al overweldi gend. Saillant detail: volwassenen worden Foto's Stefan O dry hard bezig om een groot gedeelte van een niet of nauwelijks gespeeld repertoire in te halen. De opera's uit de twintigste eeuw zijn te lang niet op onze speellijsten voor gekomen. Dit jaar deden we Penderecki's Teufel von Loudon, volgend jaar komen we met Brittens Peter Grimes en Jana- ceks Jenufa. De enige cyclus die we in petto hebben, is het Offenbach-festival in oktober. In zo'n tien dagen tijd gaat dan een aardig aantal hoogtepunten uit diens oeuvre, onder andere ..Hoffmann", „Péri- chole", „Blauwbaard" en enkele eenak ters, waarin veel studio-leden optreden." De Opera van de Stad Keulen, wat niet wegneemt dat ook veel met gasten wordt opgetreden. „Je kunt tegenwoordig niet alleen meer met een ensemble uit de voe ten. Het is voor een produktie als bij voorbeeld „Frau ohne Schatten", die we in september hadden onmogelijk de drie vrouwenrollen met huiskrachten te bezet ten. De meeste zangers hebben liever ge deeltelijke contracten voor een twintig tal voorstellingen. Daarom programmeren we nu in series. We benaderden het stagio- nesysteem. Je zou beter kunnen zeggen: het is het gelukkige compromis tussen beide systemen. We houden de Duitse tradities van een vast gezelschap in ere, we blijven veel opera's op het repertoire houden en bovendien en dat is het voordeel van de serie-voorstellingen we kunnen een hoge kwaliteit garanderen. Op die manier vervul je als operatheater op de beste manier je taak," aldus Irm gard Scharberth. Een beeld van de opera Frau ohne Schat ten van Strauss bij de Keulse opera even eens onder regie van Jean Pierre Poncel le. Het is een zeer eigenzinnige produktie die evenveel bejubeld als gekraakt is. Met van links naar rechts Siv Wennberg, Gwyneth Jones (middenvoor) en Helga Dernesch. alleen in gezelschap van kinderen in het theater toegelaten. Het succes in dit be ginstadium heeft al geleid tot voortzetting van het project. Later in het seizoen geeft Keulen de Duitstalige première van Hans Werner Heuze's kinderopera, Pollicino waarbij kinderen niet alleen toeschouwer zijn, maar ook actief in het gebeuren wor den betrokken. Zijn er na de Mozart-cyclus nog andere rode lijnen in het programma van de Keulse Opera? „We zijn op het ogenblik Claudio Nicolai zingt in Die Zauberflöte de rol van Papageno. Zoals vele Duitse steden dateert het huidige gebouw van de opera uit de jaren vijftig. In een kolos met diverse flatachtige opbou wen huist niet alleen een reus achtige operazaal, maar vindt ook het toneel een geweldig geou tilleerd onderkomen. Het complex staat bij een knooppunt van een drukke autostraat, aan een plein dat genoemd is naar de enige componist, die Keulen heeft voortgebracht. Jacques Of fenbach. Die vond op zijn veertiende het klimaat in zijn moederstad al niet om over te juichen en vertrok naar Parijs om er gTote triomfen te vieren met diverse sati ren en opéra-bouffes. Stukken, die het in Duitsland lange tijd niet deden. Pas dit jaar zet de Keulse Opera de Plaat selijke Grootheid in het zonnetje in het kader van de honderdste verjaardag van diens dood prozaïscher kan het al niet. Het operatheater van Keulen had voor de oorlog een hoge standaard en gold als een van de belangrijkste huizen van Duits land. Ettelijke malen trad het ensemble op in Nederland, vreemd genoeg voorna melijk in Den Haag. Zangers als Pistor, Hoe ontstond het idee, om een team aan alle zeven opera's te zetten? Irmgard Böhm-Forster en Bless schitterden in Wagner, Strauss en Mozart, componisten, die het heden ten dage in Keulen nog altijd erg goed doen. Het theater, een midden-negentiende eeuws bouwwerk, werd in de laatste oor logsjaren verwoest. Na de oorlog vond het operagezelschap een onderkomen in de aula van de universiteit, totdat in 1959 het huidige theater werd geopend. door Frits Lagerwerff Ten aanzien van jazz en geïmpro viseerde muziek heeft het minis terie van CRM tot op heden een puur passief beleid gevoerd. Wan neer er namelijk iets gebeurt dat de schijn van beleid wekt, dan is dit het resultaat van jarenlang, tamelijk gênant gedram van de musici en de Stichting Jazz en Geïmproviseerde Muziek in Ne derland. Subsidieverzoeken en beleefde, vaak ook sarcastische brieven werden door CRM steeds laat doch decent beantwoord; deze waren door CRM „interessant" bevonden, ^aar konden „wegens een tekort aan fi nanciële middelen" niet of nauwelijks in behandeling worden genomen. Dat deze hautaine Jjouding nu pas tot ernstige con flicten mei musici leidt is in feite zeer j verwonderlijk. °at de Nederlandse geïmproviseerde mu ziek sinds het einde van de jaren zestig een geheel eigen gezicht heeft, en losge koppeld is van de Amerikaanse jazz en de 1 "iternationale amusementsindustrie is artistiek zo interessant gebleken dat daar in de internationale pers ruimschoots ge wag van gemaakt is. Dat de musici hun salarissen niet langer in platenstudio's, radio- en tv-orkesten, danslokalen, nacht- clubs en bruiloften en partijen konden of wilden opstrijken betekende echter even eens dat hun economische bestaansbasis grotendeels wegviel. Verdeling Er zat niets anders op dan de minister van CRM het verzoek te doen de Nederlandse geïmproviseerde muziek te subsidiëren. Daaraan werd pas na vier jaar, in 1974, gehoor gegeven. De Stichting Jazz en Ge ïmproviseerde Muziek had inmiddels een plan ontworpen om de verstrekte subsi diegelden zo veel mogelijk over alle Ne derlandse improvisatoren te verdelen. Het Amsterdamse BIM-Huis werd het cen trum van de muziek en musici konden er een additioneel honorarium per concert aanvragen, dat door een democratisch ge kozen raad zou worden beoordeeld. In Nederland wordt doorgaans in theaters, culturele centra en clubs geconcerteerd, die ook aJ kampen met financiële tekor ten. Vroeger pasten de concert-organisa toren uit eigen zak bij, nu bestaat de mogelijkheid dat musici een. gedeelte van hun salaris uit de su.bsidiepot van de stichting krijgen. Met veel passen en me ten kunnen wekelijks vele concerten plaatsvinden, maar een economische be staansbasis is hiermee zeker niet ge creëerd. Sociaal minimum Integendeel, improvisatoren en componis ten, de plannenmakers van het muziekle ven, zitten meestal onder de sociale mini ma. Een klein deel heeft van de geïmprovi seerde muziek zijn beroep gemaakt, de rest doet weekend-werk. Componeren, re peteren, organiseren en administreren wordt niet extra betaald. Men accepteert bijbanen aan conservatoria, neemt zitting in stichtingsbesturen, in plaats van met een vak bezig te zijn. Repertoire „zit" dientengevolge pas na enkele concerten en muziek-theatrale voorstellingen heb ben veelal het karakter van generale repe tities. Om hun stukken uit te kunnen voeren hebben sommige componisten Theo Loevendie, Misha Mengelberg, Willem Breuker en Loek Dikker vaste, grotere ensembles gevormd. Maar kleine podia kunnen deze formaties niet betalen en de subsidiepot van de Stichting Jazz en Ge ïmproviseerde Muziek is allerminst toerei kend. CRM wilde deze groepen na lang aandringen tegemoet komen in de kosten. Zo kreeg het Willem Breuker Kollektief, bestaande uit tien full-time musici, 17 mille om per jaar op Nederlandse podia te spelen: „Ik heb ze bij CRM jarenlang aan hun kop gezeurd over het feit dat met zo'n bedragje lang niet aan alle verzoeken om concerten kon worden voldaan. Ik denk dat daar om gelachen is!" Aldus Breuker. wiens Kollektief-subsidie uiteindelijk werd verdubbeld, een bedrag overigens waar maar 13 keer van kan worden ge speeld. Jarenlang werd het Breuker Kol- Misha Mengelberg lektief met toezeggingen en voorschotten door CRM aan het lijntje gehouden, ande re componisten overkwam hetzelfde of erger: die kregen helemaal géén subsidie. Wie 't eerst kwam, wie 't eerst maalde, daarna was de pot op. V erwachtingen Na lang aandringen van de zijde van de Stichting Jazz en Geïmproviseerde Mu ziek werd door CRM een werkgroep sa mengesteld die de subsidiestructuur zal bestuderen en die aanbevelingen ter ver betering ervan zal doen. Daarnaast riep de Raad voor de Kunst die CRM adviseert een commissie in het leven "die alle lopende subsidie-aanvragen behandelt. Hoewel de werkgroep en de commissie ervan uitgaan dat de financiële ruimte voor geïmproviseerde muziek aanzienlijk j moet worden vergroot, blijken de huidige groepsubsidies nog altijd onveranderd laag te zijn. Er zijn verwachtingen gewekt die niet bewaarheid worden, alles blijft voorlopig bij het oude. De computer heeft de vaste bedragen opgehoest. Dat deed in eerste instantie de bom bar sten binnen het Breuker-Kollektief. Me vrouw Gardeniers, minister van CRM, die onlangs nog verklaarde dat lastige men sen de wereld veranderen, kreeg een brief waarin werd meegedeeld dat de groep de toegezegde subsidie, 35 mille voor 13 con certen, had geretourneerd. De leden van het Kollektief vinden het bedrag zo bele digend voor een internationaal geroemd ensemble dat ze op deze „fooi" geen prijs meer stellen. De in wanhoop opgestelde brief vermeldde voorts nog dat het Kol lektief wel in het buitenland ging spelen. Waarmee het sociale protest enigszins werd ontkracht. Reacties Inmiddels zijn reacties in muzikanten kring niet uitgebleven. Loek Dikker ver klaarde zich solidair met het protest, al ging hij niet zo ver het subsidiebedrag te retourneren. H;j gelastte een concert af. Maarten van Regteren Altena vond Breu ker s actie juist, maar wat solistisch: „An dere groepen, zoal de mijne, die ook heb ben aangevraagd, krijgen helemaal niets en daar wordt door Willem Breuker te weinig op ingegaan." Misha Mengelberg vindt 't een flink gebaar, de enige juiste manier, maar het is slecht getimed: „Wil lem heeft eerst jaren met deze klap ge wacht. Nu er een werkgroep is die binnen kort beleidsvoorstellen gaat doen, vraag ik me af of er niet even kon worden afgewacht hoe CRM op die voorstellen gaat reageren. Gebeurt er in 1981 nog niets, tja dan mag voor mijn part de bom barsten. Ik heb zelf nog geen geld gekre gen, nee. Ik zal ook naar dat vulgaire peil van leuren moeten afzakken. Dan boezem je pas enig ontzag in en kijkt men 6ij CRM even op van de paperassen." CRM heeft niet op Breukers actie gerea geerd. Men wacht de publikaties van de werkgroep af en bezint zich op de Nota Orkestenbestel van de vroegere minister Van Doorn en de gelijkluidende stand punten van de huidige minister. Die be helzen meer geld voor geïmproviseerde muziek, bij CRM spreekt men nog altijd van jazz, en progressieve pop. Verbeterin gen in deze sectoren zijn alleen mogelijk als er „elders", bij de symfonie-orkesten, wordt ingeleverd Dit „nieuw voor oud" systeem stuit echter op groot verzet in kunstenaarsorganisaties, al of niet aange sloten bij het FNV en de Tweede-Kamer fracties van de meeste politieke partijen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 33