Soweto, Sasol en het CDA De keerzijde van Lekkerkerk, of: schuld en boete Spanningen in de alliantie Zogezegd VRIJDAG 13 JUNI 1980 TROUW/KWARTET 13 door Jan Schipper Dinsdag aanstaande moet de Twee de Kamer een uitspraak doen over de Nederlandse houding tegenover Zuid-Afrika: vier jaar en één dag na de opstand van Soweto, terwijl op nieuw duizenden scholieren weige ren minderwaardig onderwijs te volgen en bijna iedere blanke zich, militair of privé, zwaar bewapend heeft. De goedgeslaagde aanslagen op olie-installaties (o.a. van de staats onderneming Sasol) door sabotage groepen van het African National Congress en de oproep van de ge vangen ANC-leider Nelson Mandela om de strijd op te voeren, hebben de spanningen in Zuid-Afrika doen op lopen. Zwart en blank houden beide rekening met een „tweede Soweto" en de regering van de „verligte" premier Botha liet alvast tegen de 1300 personen arresteren met het oog op eventuele herdenkingen van 1976. juist nu moet ons parlement beslis sen of Nederland de uitvoer van olie-produkten naar Zuid-Afrika zal stopzetten. Een half jaar geleden heeft de Tweede Kamer om zo'n embargo gevraagd, al kreeg minis ter Van der Klaauw zes maanden de tijd om de bondgenoten (EG) mee te krijgen. Economisch betekent uitvoering van de motie-Scholten weinig (nog geen tien miljoen gulden uitvoer per jaar), maar politiek en symbo lisch des te meer: een harde afwij zing van de mensonterende ma noeuvres door het regime in Preto ria en daardoor een belangrij ke steun in de rug voor allen, zwart en blank, die de apartheid uit de wereld willen helpen. Weinigen zullen minister Van der Klaauw ervan verdenken, dat hij enthousiast met zijn EG-collega's in de clinch is gegaan om hen mee te krijgen voor een olie-boycot. De minister heeft de Tweede Kamer dan ook laten weten, dat „de Ne gen" niet voor een boycot voelen en ook hemzelf lijkt zo'n stap nu on gunstig. Er zijn drie redenen waarom we vooral nu niets tegen Zuid-Afrika moeten ondernemen, zegt de mi nister. Ten eerste: omdat het net onafhan kelijke Zimbabwe eronder zal lij den, terwijl een succesrijk Zimbab we heel Zuidelijk Afrika (dus ook de apartheid) gunstig zal beïnvloeden. Ten tweede: we moeten de onder handelingen over Namibië (tussen de Verenigde Naties en Pretoria) niet storen, en ten derde: weliswaar zijn de veran deringen binnen Zuid-Afrika tot nu toe slechts marginaal (zegt de mi nister!), maar de druk van binnen uit kan misschien toch wel groeien. Twijfelachtig Ik kan niet anders zeggen, dan dat deze motieven van twijfelachtig ge halte zijn. Het derde argument (dat natuurlijk voorop had moeten staan: hoe ontwikkelt Zuidelijk Afrika zelf zich?) is buitengewoon zwak. Tientallen jaren praten met Pretoria hebben niets veranderd aan de apartheid, terwijl intussen ruim twee miljoen mensen gedwon gen moesten verhuizen („remo vals") (de Zendingsconferentie iii Melbourne roept leden-kerken dan ook dringend op tot actie op dit punt), de politie jaarlijks honder den slachtoffers maakt. enz. - de feiten kunnen bekend zijn. Wat het eerste argument aangaat: Zimbabwe was tot 1965 niet afhan kelijk van Zuid-Afrika voor zijn olie. In een recent interview zei mi nister van Buitenlandse Zaken Mu- zenda van Zimbabwe: olie sancties raken ons geenszins Laat men zich over ons geen zorgen maken. Wij zullen tijdens het em bargo geen olie tekort komen". Heeft minister Van der Klaauw nog geen vertegenwoordiger in Salis bury? Het Namibië-argument is bijna on gelofelijk. Immers, al drie jaar lang laten vijf westerse mogendheden zich aan de praat houden door Pre toria, dat intussen rustig zijn eigen regeling voor Namibië uitvoert. Pre cies het beleid dat de Verenigde Naties in 1977 wilden bestrijden met de invoering van sancties tot de westerse mogendheden tussen beide kwamen, die nog wel een op lossing zagen Juist Namibië heeft aangetoond hoe weinig dit praten en dit geduld uithalen tegenover de vastbesloten politiek van Botha. Dankbaar profi teert Pretoria van het rookgordijn dat het Westen biedt. CDA-politiek Het moet tot de eer van het CDA gezegd worden, dat uit zijn midden het voorstel is gekomen, de apart heid nu eindelijk eens tastbaar, op hét gevoelige punt van de energie voorziening, aan te pakken. Ook in het debat volgende week zal veel van deze centrumpartij afhangen. Zal de fractie zich de emotionele oproep herinneren, waarmee de Afrikaanse Raad van Kerkert (114 ledenkerken) in november vorig jaar het Nederlandse parlement op riep tot solidariteit met zwart Zuid- Afrika en tot steun aan een boycot? Zal men zich herinneren hoe ook binnen Zuid-Afrika zwarte kerklei ders hun positie en vrijheid riskeer den om op isolering van Pretoria aan te dringen? Ook in Nederland zelf hebben de Raad van Kerken, de hervormde synode en een reeks kat holieke bisdommen en instellingen duidelijk laten blijken, dat zij een (olie-)boycot nü nodig vinden. Niemand zal de illusie koesteren, dat door zo'n maatregel de apart heid onmiddellijk zal bezwijken, maar onze steun aan het blanke machtsapparaat heeft al te lang geduurd. Vorige week zag ik, hoe een voor aanstaand CDA-kamerlid het ver zet tegen de Duitse onderdrukking verduidelijkte voor de Jeugd en hoe een groot congres, in aanwezigheid van koningin Beatrix, opriep tot verzet tegen alle dictaturen. Dat gebaar zal onze vrienden in Zuid-Afrika, al tientallen jaren in verzet tegen een wrede onderdruk king en een onbarmhartig systeem, goed doen. De vraag is alleen of zij het alleen met onze sympathie en goede woorden moeten stellen, ter wijl de tankers die het systeem draaiende houden blijven door varen. 16 juni 1976: de wereldopinie is ge schokt en vraagt om maatregelen; 17 juni 1980 Dr Jan Schipper is docent geschie denis aan de Stichting Opleiding Leraren te Utrecht. door A. J. Ahsmann Vandaag, vrijdag 23 mei, vijftig dagen nadat Lekkerkerk voorpaginanieuws werd, komt de pers nog steeds inlichtin gen vragen. Er is straks alweer een persconferentie van de burgemeester. Ook vandaag zijn er buitenlanders, een ploegje uit Duitsland en een ploegje uit Zweden. Het perma nente perscentrum is door het ministerie van binnenlandse zaken opgericht en bekostigd; het is de hele dag open in een afgehuurd café en wordt bemand door vier man en Anke. In de wijk Lekkerkerk-West is een nood gebouwtje ingericht ten be hoeve van het bewonerscomité. De wijk zit welig in het groen, dat geen enkele hinder schijnt te hebben van de oplosmiddelen die er uit de bo dem lekken. Nergens valt iets te ruiken. Zo erg kan het dus niet zijn. ■De bewoners hebben door hun actie van de regering een financieel rui me regeling weten te krijgen en zijn bezig op die basis tijdelijk uit de wijk te verhuizen. De wijk wordt weer op kosten van het rijk grondig ondersteboven gekeerd. En zo zfjn de mensen: men hoort al zeggen dat dit bewijst dat de bewoners gelijk hadden, want anders zou het rijk vast niet zo.scheutig zijn geweest. Lekkerkerk ligt op het veen, en het grondwater is er zo hoog, dat je bijna ongemerkt van het gras in de singel loopt. Rondom grazen de koeien in de welde, die door talloze sloten is doorsneden. In een vroeger gedeelte van dat weiland, nu de wijk Lekkerkerk-West, zijn in 1970 en '71 de sloten uitgediept en opge vuld met onder andere stalen vaten van tweehonderd liter inhoud. Men denkt dat er wel zo'n vijfduizend gestort zijn; en vermoedelijk heb ben zij alle nog flink wat verfver- dunner bevat. Over de vaten heen is toen nog een laag puin gegooid. En over alles heen is nog een meter zand aangebracht Het geheel is echter zo ingezakt door de slappe ondergrond, dat de kale bodem maar enkele decimeters boven het waterpeil ligt. De kruipruimten van de school laten dat duidelijk zien: de bodem is er vochtig tot nat. In één van de kruipruimten is een lucht als van verfverdunner te rui ken. Zij zijn alle opengebroken met een groot gat in de vloer van de leslokalen. Vloer en fundamenten zijn van prima beton en de school maakt als gebouw in alle opzichten een goede indruk. Zonde van het geld; ze zal worden afgebroken. Het water uit de nu niet meer ge bruikte kleuterwasbakjes smaakt net als het andere water in het Rot terdamse gebied. Alleen bij gorge len met gesloten mond is weer die lucht van verfverdunner te ruiken, erg zwak maar onmiskenbaar. Klei ne hoeveelheden oplosmiddel dif funderen door de buiswanden in het leidingwater, dat is aangetoond. In gesprek Bij het bewonerscomité krijg ik bij na ruzie met een van de comité leden die vindt dat ik aan ande ren overigens te veel vraag en te diep op de details in ga. Andere leden zijn naar mijn gevoel heel redelijk. Maar het is al gauw, te gauw, tijd voor de persconferentie. De burgemeester maakt een wat bazige indruk. Hij lijkt mij het type van de Jonge en dynamische Hol landse kleine ondernemer, gevat in dié zin dat hij altijd en op alles een antwoord klaar heeft, daarom nog niet leuk. Hij is voor de persconfe rentie naar het perscentrum geko- door H. J. Neuman Derer dagen hebben Amerikanen Nederlanders met elkaar van («lachten gewisseld over de uitda- (tacen waarvoor het Noordatlan- tisch bondgenootschap zich heden kn dage ziet geplaatst. Tijdens een f studieconferentie in Den Haag die l*as georganiseerd door het Neder- ii «nds Instituut voor Vredesvraag stukken kwam in hoofdzaak de aan de orde wat de vooruit- rj °P Atlantische eendracht met betrekking tot de Oost- 10 nest-verhouding (na Afghanistan), wt vredesproces in het Midden- - Oosten (na wat sommigen zien als je mislukking van Camp David), He economische politiek (met name °°k het energieprobleem) en de wa- JPenbeheersing. bepaalde ogenblikken deed de enkomst denken aan het ver- '1 vande buitenlandse bezoeker fl,e in de Amerikaanse Senaat *ordt geconfronteerd met het ver- - «nijnsel van de informele opde- - uuf m ethnische en/of godsdiensti- 3 groepen, de zgn. „caucuses". Als i ï,an de Daliaanse, de Griekse. J 5. °°,se en de Ierse „caucus" 11 mu1-' wat M nu eigenlijk doen als bijeenkomen, luidt het ant woord telkens: „We mostly eat". .van de Joodse „caucus" Jgt hij te horen: „We mostly wor- bepaalde ogenblikken ftérüi n 00k de con'erentiedeelne- liiLr ,n °en Haag zich voorname- "Jk zorgen. Dat gold met name waar het de vooruitzichten óp enigerlei vorm van succes bij de wapenbeheersing betreft. Net als enkele weken gele den in Londen, toen op een confe rentie van het tijdschrift „Millen nium" allerlei strategische deskun digen het woord voerden, was ook nu de conclusie dat de voorwaar den ontbreken die nodig zijn om tot zinvolle, concrete en verifieerbare overeenkomsten te geraken. Of schoon de hoop werd uitgesproken dat het SALT-proces (d.w.z. het Amerikaans-Russische gesprek over een beperking van de kernwa pens voor de lange en middellange afstand) zal kunnen doorgaan, wa ren de verwachtingen dat de Ame rikaanse Senaat het tweede SALT- akkoord in zijn huidige vorm nog zal bekrachtigen erg laag ge zonken. De directeur van de „Arms Control Association" in Washington, dr. William Kincade, schotelde zijn Nederlandse toehoorders een de primerende reeks vernieuwingen op het gebied van de militaire tech nologie voor. Het deprimerende ligt voor hierin dat zij stuk voor stuk slechts een incremented ka rakter dragen, d.w.z. dat het ver schil met de voorafgaande vernieu wing betrekkelijk gering is. Bijzon der opvallend zijn ze geen van alle. Maar het zijn er zoveel en ze volgen elkaar zo snel op dat de indruk wordt gewekt van de ene sensatie, de ene „quantum jump" na de andere. Van aanzienlijk meer optimisme getuigde de Amerikaanse ambassa deur bij de Europese Gemeen schap, Thomas O. Enders. Natuur lijk zijn er, als gevolg van uiteenlo pende reacties op de gebeurtenis sen in Afghanistan, Teheran (der Amerikaanse gijzelaars) en het Midden-Oosten spanningen ont staan binnen het Atlantisch bondgenootschap, d.w.z. tussen de Verenigde Stateq en hun Europese partners. De alliantie is een demo cratie van democratieën. Voordat uitdagingen van buitenaf zijn ver werkt is eerst intern een heleboel discussie nodig. Maar onderwijl is er toch ook maar de nodige creativiteit aan de dag gelegd. Amerikanen en Europea nen hebben ontdekt dat ze betrek kelijk snel tot collectieve actie kunnen overgaan. De Europese NAVO-partners scheppen nu de voorwaarden waaronder de Vere nigde Staten zo nodig een deel van hun strijdkrachten in Europa als versterkingen naar elders kunnen sturen. Aan weerskanten van de Atlantische Oceaan probeert men het peil van zijn militaire inspan ningen te verhogen. Zeer kort na Afghanistan zag de Europese Ge meenschap kans economische sa- menwerkingsafspraken te treffen met Joegoslavië. Er werd snel ge handeld om Turkije bij te staan in zijn economische nood. Kortom, er was volgens ambassadeur Enders in wezen sprake van veel meer sa menwerking (hij gebruikte het woord spiergie), wederzijdse on dersteuning en verdraagzaamheid binnen het bondgenootschap dan aan de buitenwereld is gebleken. Met die ondersteunende en syner getische actie loopt het overigens niet zo best met betrekking tot het Midden-Oosten. Het is een uiterst delicaat punt, of, en zo ja in hoever re, het Europa van de Negen initia tieven moet en kan ontplooien om het vredesproces in dat deel van de wereld te bevorderen of (weer) op gang te brengen. Al vóór de bijeen komst in Venetië had immers de Franse minister van buitenlandse zaken, Fran«ois-Poncet, als zijn oordeel uitgesproken dat de Camp David-formule is mislukt en dat het nu de beurt van Europa is nieu we oplossingen te bedenken en te helpen realiseren. De aanvankelij ke reactie van president Carter was er een van ergernis. Hij dreig de eventueel gebruik te zullen ma ken van het Amerikaanse veto recht in de Veiligheidsraad. Zijn minister van buitenlandse zaken, Muskie, heeft de zaak weer wat gesust door te verklaren dat initia tieven die geen ondermijning van Camp David tot gevolg hebben welkom zijn. Maar er is niemand die tot dusver de pijn en de verne dering hoeft weggemasseerd, die aan de Europese trots zijn toege bracht door de verklaring van Pa lestijnse zijde dat men aan de initi atieven van Europa geen bood schap heeft, aangezien de Negen niet in staat zijn ter ondersteuning van hun initiatieven enige macht te ontplooien. Zo horen we het ook nog eens van een ander. De Amerikaanse inleiders op de Haagse studieconferentie verme den dit laatste met zoveel woorden te beamen. Maar ook zij waren, net als Muskie, van mening dat eventu ele initiatieven van Europese zijde een aanvullend, een complemen tair karakter moeten dragen. Uiter aard waren zij het ook niet eens met die Nederlanders of met die Europeanen die menen dat Camp David, zoals zij het uitdrukken, „morsdood" is. Ook na het verstrij ken van de tijdslimieten die waren gesteld voor het bereiken van over eenstemming over Palestijnse au tonomie op de westelijke Jordaan- oever gaan de besprekingen door. Sterker nog, president Sadat van Egypte slaagt er zienderogen in zijn betrekkingen met Saoedi-Ara- bië te herstellen en op sommige punten te versterken. En dit zonder dat hij zijn relaties met Israël be hoeft op te geven. Wat dit uiteinde lijk zal kunnen betekenen voor het reanimeren en doen slagen van Camp David valt thans niet te overzien. De scherpste kritiek op de Europe se pretenties met betrekking tot het Midden-Oosten kwam evenwel niet van Amerikaanse, doch van Nederlandse zijde. Meer dan één conferentiedeelnemer betoogde dat alle commotie rond een moge lijk „initiatief van de Negen" haar oorsprong niet vindt in een diepe bekommerdheid van Europa over vrede en rechtvaardigheid in de wereld, maar in het uiterst egoïsti sche verlangen de bilaterale be trekkingen met de olieproduceren de Arabische staten te versterken. Vlak voor het hek rondom de wijk Lekkerkerk-West dicht ging, reisde de chemicus en publicist A. J. Ahsmann naar de Krimpenerwaard, boorde vol vragen; niet alleen over hoe dat allemaal zo gekomen is, maar ook bij voorbeeld of de nu gekozen oplossing wel de beste is en of er geen sprake is geweest van een paniek reactie. men, omstuwd door enkele wethou ders en de gemeentesecretaris. Ook Olaf Tuts van het perscentrum, ambtenaar van binnenlandse za ken, bedient de burgemeester door van terzijde het vragenuurtje van de Journalisten te dirigeren. De ge meentesecretaris maakt enkele ge tallen bekend, waaronder het totale bedrag van de kosten van de nood- huisvesting; een kleine elf miljoen gulden. Dat is dan een van de kleinere kos tenposten van deze affaire. De rege ring heeft al bekend gemaakt te rekenen met een schadebedrag van 130 miljoen gulden, een bedrag van volksgezondheid dolgraag zou wil len hebben voor een goede gebits- veraorging van het schoolgaande kind. Van de 130 miljoen gulden zal zestig miljoen op gaan aan een groot scheepse verwijdering van de grond, verontreinigd of niet. De aankoop door het rijk van de huizen zal nog zo'n veertig miljoen kosten, en dan komen nog vele andere pos ten, zoals de kosten van nieuw grondmateriaal, vernieuwing van water-, gas- en andere leidingen en beplanting, aflossing van de boete clausules op de hypotheken, een smartegeld aan de bewoners, de verhuizingen, kosten van de nood behuizing en de noodschool, de bouw van een nieuwe school en sporthal, en de vele uren besteed door verschillende diensten en vele deskundigen en ambtenaren. Het totale bedrag kan natuurlijk gemakkelijk nog verder oplopen; al naar gelang van de normen die men aanvaardbaar "Zal achten en de be slissingen die men nog moet nemen, kan de tweehonderd miljoen ge makkelijk overschreden worden. Werkers in de kankerbestrijding, in de sector hart- en vaatziekten, zie kenhuizen, bejaardenzorg en zorg voor geesteszieken kunnen zich hierbij de vingers aflikken. De ont wikkelingshulp zou met zo'n bedrag ook erg gebaat zijn en ga zo maar door. Is zo'n uitgave voor één zo'n geval verantwoord? Volksgezondheid Het onderzoek van de gezondheid van de 871 wijkbewoners is uitge voerd door het Rijks Instituut voor de Volksgezondheid. Op 29 mei is op grond van dit onderzoek meege deeld dat de bewoners geen nadeli ge gevolgen hebben ondervonden van de aangetroffen oplosmiddelen. Bekend is nu dat eigenlijk alleen tolueen, xyleen en ethylbenzeen in beduidende concentraties zijn ge vonden; verfverdunner dus. Het zijn vloeistoffen die tamelijk vluchtig zijn en slecht oplosbaar in water. Hun giftigheid is te vergelijken met de giftigheid van ether, aceton, chloroform, vlekkenwater en alco hol. Dat betekent gewoon dat Je er niet vaak onnodig veel van moet inademen of Innemen, want dan zou op den duur schade niet uitblijven. De drie geconstateerde oplosmidde len komen voor in boenwas, terpen tine, rubbersolutie, benzine, petro leum en in geringe mate in sigaret tenrook en de lucht in verkeersge bieden. Dank zij verfijnde technie ken konden zij in Lekkerkerk wor den aangetoond, maar de gehalten waren uiterst gering: in de werk- en woonruimten tot tweehonderd mi crogram of miljoenste gram per ku bieke meter lucht (met één woning als uitzondering op ruim duizend microgram). Dat zijn gehalten die ver liggen onder de waarden waar van men ook op den duur gezondheidsschade verwacht De gunstige uitslag van het gezond heidsonderzoek is dus bepaald niet toevallig. De bewoners hebben zich onnodig ongerust gemaakt. Schuld? Aan wie de schuld? 8chuld heeft hier zeker óók degene die de vaten heeft gebracht. In een toekomstig bouwterrein zijn stalen vaten toch al geen goed opvullingsmateriaal omdat zij op den duur Ineenzakken. En de inhoud van de vaten in Lek kerkerk is dan wel niet zó gevaar lijk, hij is ook niet geheel onschul dig omdat de oplosmiddelen door de hoge stand van het grondwater onveranderd aan de oppervlakte komen. Het storten van de vaten hier is dus in ieder geval een mis kleun geweest. Wij moeten daarbij echter goed be denken dat dergelijke praktijken vroeger veel voorkwamen en nog vroeger ook werden goedge keurd. Storten op vuilnisbelten, en lozen in oppervlaktewater werden vroeger beschouwd als goed en soci aal toe te juichen. En daarbij was géén stof te gevaarlijk. Rijnoever- staten keurden in de vorige eeuw het lozen van hooggiftige metaal verbindingen in de Rijn goed, mits het afvalwater „voldoende ver dund" was. In een bekroonde studie over het vraagstuk van het afvalwater schrijft dr. Jan Smit in 1925, dat men „heeft ingezien dat het niet aangaat de zelfreinigende werking der rivieren te negeeren", in Amerika en Duitsland „beschouwt men de verdunningsmethode (dan ook) als een complete' en goede methode.' En met verdunnings methode bedoelt de weledelzeerge- leerde het lozen in oppervlakte water. In het Nederlandse Staatsrapport van 1901 wordt water als schoon beschouwd als het er goed uitziet en niet stinkt. Begrijpelijk omdat het zelfs déflr nog al eens aan mankeer de in die tijd. En vijftig jaar geleden bezat elke Nederlandse woonplaats zijn eigen open vuilnisbelt (stin kend en smeulend) waarop een ie der ongecontroleerd storten kon. Dat men zelfs die moeite vaak te veel vond, toonden sommige plek jes braakliggend land. Een bord je irtet: „Verboden puin en vuil te storten" vanwege de een of andere geplaagde landeigenaar was geen zeldzaamheid. Het begraven van vuil of het met aarde bedekken van gestort afval zoals in Lekkerkerk, is dus, vergele ken met de historische gebruiken, al een hele verbetering. Ongewenst afval in de bodem is dus niet de rekening van de moderne industrië le ontwikkeling, maar van de on macht en onwetendheid van vroe gere generaties, en van de traditie die daaruit is voortgevloeid. Dat wast het gebeuren in Lekker kerk niet schoon. Het had in 1970 anders gekund. Het kan ons echter wèl manen dat wij ieder gebruik of misbruik moeten zien in het ver band van zijn tijd. De methoden van vroeger zijn vandaag niet pas send meer. Vroeger kon het mis schien niet anders; de economische mogelijkheden waren minder dan nu. In de toekomst zal men daarente gen weer over méér mogelijkheden beschikken dan wij nu hebben. Bij gevolg zal men in de toekomst weer onze praktijken veroordelen en men zal de wettelijke nonnen voor het milieu weer hoger stellen, zo hoog dat wij er nu met de beste wil van de wereld niet aan zouden kunnen vol doen zonder met zijn allen failliet te gaan. Iedere tijd kan dus voor het milieu slechts zo veel doen als economisch redelijk haalbaar is. Het Staatsrap port uit 1901 schrijft al: „Dat er gevallen zijn waarin de belangen van de nijverheid van zoo overwe genden aard zijn, dat andere (mili- eu-)belangen daarvoor moeten wij ken, is ook in de wetgeving van andere landen voorzien." Men zag dus zeker vroeger ook wel dat men niet verder kan springen dan de economische polsstok lang is. Het is dus mogelijk, voor het milieu te veel te doen, namelijk als men voor een beperkte verbetering van het milieu een te hoge prijs moet betalen. De voorrang die nu gege ven is aan een betrekkelijk onge vaarlijke milieukwestie in Lekker kerk. een voorrang van misschien wel een paar honderd miljoen gul den, kan dus heel wel onverstandig zijn geweest. Wie heeft de moed dat nu eens duidelijk te zeggen? De Algemene Rekenkamer misschien? Risico's Op de weg terug vanuit Lekkerkerk rijdt de bus kilometers over de hoge Lekdijk, die zo smal is dat twee bussen elkaar stapvoets moeten passeren. Ik kijk in de diepte en denk: wat neemt men hiér eigenlijk een risico's! H. G. D. Niekus: Het aantal staan plaatsen in een bus is mede afhan kelijk van de rijstijl van de chauf feur (V.U.-Amsterdam) E. J. Hoogenberk: Woningbouwve renigingen zouden wat meer kleur moeten toepassen in hun schilderen van kozijnen en ander houtwerk van hun woningbezit in plaats van het eeuwige wit (T.H.-Dellt) A. van Brummelen: Terecht ziet Goethe in dë hoeveelheid straatvuil op de openbare weg een maatstaf ter beoordeling van de plaatselijke overheid (V.U.-Amsterdam). D. Schipper. Niet alleen het postta- rief, maar ook de postbezorging is aan ernstige Inflatie onderhevig (V.U. Amsterdam).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 15