'De Sowjet-bevolking schijnt
onze aanblik niet te verdragen'
Rhijnvis Feith, dichter
der vergankelijkheid
ZONNEPANELEN. WINDMOLENS.
KERNCENTRALES OF TOCH MAAR
WEER KOLEN. DE NIEUWSTE
GESCHIEDENIS STAAT
INDEKRANT.
Ruslands onzichtbare invaliden
Geen tehuis
Sjouwer
Bedrijf verplaatst wegens overlast
IJsselacademie levert nieuwe bundel bijdragen
Berichtgeving NRC
over „autonomen"
leidt tot geding
Bemanning schip
in staking
voor hoger loon
MAANDAG 2 JUNI 1980
BINNENLAND
TROUW/KWARTET
RH 9
Van een medewerker
Joeri Kiseljow heeft zich zijn
hele leven ingezet voor de
rechten van de invaliden in de
Sowjet-Unie, die zich op dit
moment niet mogen vereni
gen. De vereniging van invali
den die in 1925 was opgericht,
werd in 1956 plotseling opge
heven. Daarna zijn de om
standigheden van de invali
den voortdurend slechter ge
worden. Alleen oorlogsinvali
den worden erkend, genieten
privileges, krijgen soms zelfs
auto's zij het goedkope,
niet aangepaste en hoeven
niet in de rij te staan, hetgeen
in de Sowjet-Unie zeer be
langrijk is
Toen de Sowjet-Unie werd uitgeno
digd deel te nemen aan de Paralym
pics, de Olympische Spelen voor ge
handicapten, luidde het antwoord:
„Wij hebben geen invaliden."
Om het tegendeel te bewijzen en voor
de rechten van deze niet erkende ge-'
handicapten op te komen richten
Joeri Kiseljow, Valerl Fefjolow en
diens vrouw Olga Zaitsjewa ander
half Jaar geleden de initiatiefgroep
ter bescherming van de rechten van
de invaliden op.
Kiseljow ontvangt ons in zijn volko
men onaangepaste hooggelegen flat
in Moskou waar hij zelf met hulp van
vrienden wat noodzakelijke accomo-
daties heeft aangebracht. Alleen het
eerste ogenblik voel je Je in zijn gezel
schap niet op Je gemak omdat je zo
hoog boven hem uittorent, maar dat
gaat snel voorbij.
Hij zit daar in de diepte op zijn plank
met wielen zo kalm en zelfverzekerd,
een evenwichtig mens die niet bang is
en zijn medegehandicapten wil leren
zich te roeren en voor hun rechten op
te komen. Hij gaat ons snel voor naar
j de kamer, in zijn hand heeft hij een
soort ronde steun waarmee hij zich
afzet.
Zijn verhaal vertelt hij zakelijk, af
standelijk, het beroep op medeleven
bewaart hij voor de talloze brieven,
documenten, bulletins die hij laat uit
waaieren over het land en tot ver over
de grenzen.
Hij zit middenin de kamer, achter
hem tikt een goede vriendin zijn laat
ste verklaring naar aanleiding van
het feit dat de vrouw van Sacharow
Zorg voor invaliden is een
hoofdstuk dat de Sowjetauto-
riteiten liever overslaan. Een
invalide vrouw die zich wilde
laten inschrijven in een insti
tuut voor hogere opleiding,
kreeg te horen: „Het is hier een
instituut, geen tehuis voor in
validen."
die oorlogsinvalide is in Gorki op het
bureau van de militie op haar ogen is
geslagen.
Tram
Iemand vraagt om zijn biografie.
„Mijn ouders waren beide wiskunde
leraar. Ik werd geboren in 1932. Net
als alle Moskouse kinderen werd ik in
de oorlog geëvacueerd naar Azië. Bij
mijn terugkomst meldde ik me voor
een kunstnijverheidsschool, ik wilde
industrieel ontwerper woirden. Toen
ik zestien was, moesten we 's avonds
na schooltijd naar een vergadering
om het nieuwe ontwerp voor de
grondwet te bespreken, dat was ver
plicht," voegt hij er ironisch en na
drukkelijk aan toe. „Op weg daar
heen kwam ik onder een tram. Het
kostte me mijn beide benen. Toen ik
.na een Jaar uit het ziekenhuis werd
ontslagen, maakte ik toch de school
af en ging over naar de hogere oplei
ding. Alle gebouwen waren voor een
invalide vrijwel ontoegankelijk, hoge
trappen, drempels, maar ik behaalde
toch mijn diploma. Op de fabriek
waar ik daarna als ontwerper van
automobielen werkte, haalde mijn.
collectief acht patenten, maar ook
daar ontbrak iedere accommodatie.
Ik ging naar en van mijn werk met
het openbaar vervoer, maar het was
niet vol te houden. Ik stapte over
naar de Moskouse Kunstenaarsstich
ting, het Kombinaat voor toegepaste
kunst, waar ik affiches tekende. Op
dit moment moet ik tenslotte ben
ik invalide en ik ben dus niet ver
plicht te werken zelf opdrachten
zien te krijgen.
Buiten wordt het donker, hij sluit het
gordijn met een lange stok en steekt
het licht aan. Alles gaat razendsnel,
hij is sterk en geoefend.
Huisje
„U bezit een huisje op de Krlm?"
Hij knikt. „Dat zou de overheid graag
afbreken. Maar dat vertel ik straks.
Als student heb ik dat stukje land op
de Krlm al gekregen. Samen met
mijn vrienden heb ik daar een huisje
gebouwd, het eerste huis in de Sow-
jet-Unle dat was aangepast aan de
behoeften van gehandicapten. Geen
drempels, geen treedjes, geen trapjes,
alleen geleidelijk oplopende verho
gingen."
Alweer samen met vrienden rijdt hij
daar enkele keren per Jaar naar toe.
Zijn datsja, zijn zomerverblijf la piep
klein, maar Russen noemen ieder
hok, iedere keet die bulten staat een
datsja en ze wonen er op een paar
vierkante meter met hele gezelschap
pen. Daar hebben ze gelegenheid om
te werken hij richtte er een klein
atelier in en aan sport te doen.
De Jonge sportieve vrouw die aan de
schrijfmachine zit, keert zich even
om en zegt: „Joeri is een geweldige
zwemmer, toen we wedstrijd zwom
men heb ik het verloren."
Hij weert het lachend af. „Onzin,"
zegt hij. „Maar het is Juist voor invali
den zo nodig om bulten te zijn en aan
sport te doen en die gelegenheid be
staat bij ons niet"
„Ik heb me van het begin af aim bezig
gehouden met de rechten van de in
validen, maar al onze brieven ver
zoekschriften en verklaringen haal
den niets uit. Een demonstratie op
het Rode Plein van 30 rolstoelen had
tot gevolg dat er vijf vertegenwoordi
gers te woord werden gestaan. Maar
het recht om ons te verenigen kregen
we niet. Ze vertelden ons dat de Sow-
Jetbevolklng niet was voorbereid op
de aanblik van invaliden. Daarom
was het beter dat we verstopt bleven
in onaangepaste huizen die we niet
kunnen verlaten, op hooggelegen eta
ges waar de liftdeuren niet breed ge
noeg zijn om een rolstoel door te
laten. Zo kan de overheid de illusie
handhaven dat wij alleen oorlogsin
validen hebben."
Intimideren
U wilt u düs verenigen met die ver
stopte invaliden. „Ja, maar dat is
moeilijk. Er bestaan geen lijsten,
geen statistieken van arbeldsonge-
lukken en omdat onze gehandicapten
geen mogelijkheid hebben om hun
huis te verlaten, is het bijna onmoge
lijk om contacten te leggen. Boven
dien laten invaliden zich gemakkelijk
intimideren. Ze zijn natuurlijk altijd
van anderen afhankelijk en als die
anderen geen moeilijkheden willen
krijgen, blijft een invalide eenzaam,
geïsoleerd.
„Daarom hebben Fefjolow, zijn
vrouw Olga Zaitsjewa en ik een initla-
Gontsjarow, een oorlogsinva
lide, kreer een uitkering tot
1953. Daarna eiste de overheid
twee getuigen die konden ver
klaren dat de verwonding in
de oorlog was opgelopen en
documenten waarin was vast
gelegd waar en wanneer de
gewonde behandeld was.
Een van Gontsjarows getuigen
leefde niet meer en hij was
geopereerd in de bezette zone.
De autoriteiten erkenden dat
niet en wensten ook geen na
der onderzoek in te stellen.
Zijn uitkering werd ingetrok
ken en hij moest gaan werken.
Hij vond werk als sjouwer op
een melkfabriek, maar dat kon
hij niet volhouden. Hij werkt
nu als bewaker. Recht op uit
kering of zelfs maar op een
vervroegd pensioen heeft hij
niet.
Men vermoedt dat er vele oor
logsinvaliden zijn die op deze
manier geen recht op een uit
kering kunnen doen gelden.
tlefgroep tot bescherming van de
rechten van de invaliden opgericht.
Dat moet op den duur leiden tot de
oprichting van een vereniging; zon
der een vereniging kunnen we niets
bereiken. Maar we ondervinden nu al
grote tegenwerking van de kant van
de overheid. Direct na de oprichting
van de initiatiefgroep kreeg ik hier
gemiddeld vier brieven per dag van
andere gehandicapten die gevallen
meldden, hun sympathie betuigden.
Sinds een Jaar hoor ik niets meer. In
het laatste bulletin het achtste
waarschuwen we dan ook dat die
brieven waarschijnlijk bij de KGB
terecht komen."
Aanmaningen
Maar u zullen ze. toch niet durven
aanpakken?
Hij kijkt ons even peilend aan.
„Fefjolow hij heeft een dwarslesie
hebben ze zijn rijbewijs afgeno
men, hij heeft te horen gekregen dat
ze hem naar een kamp zullen bren
gen, als hij zijn activiteiten voor de
invaliden niet staakt. En zijn vrouw
Olga hebben ze gedreigd dat de kin
deren twee jongetjes van vier en
zes naar een internaat moeten om
dat ze hen niet goed opvoedt. Ze is
lerares en ze is gelovig, ze hebben
gezegd dat ze op de politieke lessen
de verkeerde vragen behandelt. Ik
stuit zelf voortdurend op .onverwach
te' moeilijkheden. Mijn huis op de
Krim is niet onder architectuur ge
bouwd, daarom krijg ik aanmaningen
dat het moet worden afgebroken. Als
Je drie keer een aanmaning hebt ge
had, kan het huis worden geconfis
queerd, dat hangt samen met de
maatregelen tegen de Krimtataren."
(In 1944 werden de van collaboratie
beschuldigde Krimtataren gedepor
teerd, in hoofdzaak naar Oezbekis
tan. Toen ze in 1967 werden gerehabi
liteerd, betekende dat niet dat ze
naar hun geboortegrond mochten te
rugkeren, er werden slechts mondjes
maat vergunningen gegeven en de
clandestien teruggekeerden krijgen
geen verblijfsvergunning, geen ar
beidsvergunning en geen woonver
gunning. Wie toch een huis koopt,
verbeurt zijn hele bezit als de over
heid hem op het spoor komt.)
„Op de Krim moet Je tegenwoordig
een vergunning hebben en die heb ik
niet omdat mijn huis van lang voor
die tijd dateert."
Bent u een onderafdeling van de Hel-
sinki groep?
„Nee, heel zeker niet, maar wij heb
ben wel contact met hen. Bovendien
zijn onder de gewetensgevangenen
,v?el invaliden, vaak Invalide gewor
den in kamp of gevangenis. Sinds
kort is vastgesteld dat de veroordeel
de invaliden van alle groepen in de
kampen moeten werken en soms zelfs
even hard als de gezonden. En als die
invaliden eindelijk op vrije voeten
komen, wordt de invalideverklaring
vaak ongeldig, zodat ze gewoon moe
ten werken, maar geen werk kunnen
krijgen."
Auto
Uzelf en Fefjolov hebben allebei een
auto. Hoe staat het met de mogelijk
heden voor invaliden om een vervoer
middel toegewezen te krijgen?
„Die mogelijkheden bestaan vrijwel
niet. Een invalide krijgt gemiddeld
een uitkering van vijftig roebel per
maand. Daarvan kan men volgens de
overheid rondkomen, maar algemeen
wordt dat in twijfel getrokken. In
ieder geval heeft een invalide eigen
lijk meer nodig dan een gezonde, voor
dieet, hulp, kleding. Tot voor kort
kregen de jeugdlnvaliden die bij hun
familie woonden, vanaf hun zestiende
Jaar zestien roebel per maand. Dat is
dit jaar twintig roebel geworden. In
ieder geval begrijpt u dat geen enkele
invalide een auto van achtduizend
roebel kan bekostigen van zijn uitke
ring. Oorlogsinvaliden kunnen een
Joeri Kiseljow
Zaporozjets (de kleinste goedkoopste
Sowjetauto zonder accommodaties)
krijgen, maar dan moet hun bewe
gingsfunctie wel heel ernstig ge
stoord zijn. Wie een been mist, heeft
geen auto nodig. Van een nieuwe auto
aanschaffen als je er eenmaal een
hebt, is natuurlijk helemaal geen
sprake. Invaliden rijden dus, als ze al
rijden, in oude auto's. De onkosten
van benzine en reparaties stellen hen
voor onoverkomelijke problemen, on
derdelen zijn niet te krijgen. De in
dustrie in de Sowjet-Unie houdt zich
niet bezig met aan de behoeften van
invaliden aangepaste wagens. Ook
andere hulpmiddelen die men in be
schaafde landen ontwikkelt en in pro-
duktie brengt, zijn hier zeldzaam,
slecht en onbetrouwbaar of ze ontbre
ken helemaal. Zelfs de ziekenhuizen
beschikken niet over genoeg rolstoe
len. Gehandicapten moeten in ons
land onzichtbaar blijven."
Van onze correspondent
BARENDRECHT De gemeente
raad van Barendrecht is akkoord ge
gaan met het voorstel van b. en w. om
het staalverwerkende bedrijf Mer-
westaal-Van Nie Barendrecht bv te
verplaatsen. De gemeente heeft met
de directie van het bedrijf, dat aan de
2e Barendrechtseweg is gevestigd,
overeenstemming bereikt over de
aankoopsom. Met de transactie is on
geveer een miljoen gulden gemoeid.
In overleg met de raadscommissie
voor ruimtelijke ordening besloot het
college van b. en w. indertijd pogin
gen te ondernemen om het bedrijf te
verplaatsen, omdat de werkzaamhe
den steeds meer overlast voor de om
wonenden veroorzaakten. De plan
nen om achter het bedrijf over drie
jaar te beginnen met de aanleg van
de nieuwe woonwijk Molenvliet heb
ben ook bijgedragen tot de verplaat
sing.
De gemeente zal het staalverwerken
de bedrijf offerte doen voor vestiging
op het nieuwe bedrijfsterrein Dieren-
stein.
door Jac. Lelsz
Rhijnvis Feith (1753-1824) is
de dichter van de verganke
lijkheid genoemd. Hij was dat
om meer dan één reden. Ook
in dit opzicht dat zijn bijdra
ge aan het kerklied allengs tot
nul werd gereduceerd. Toen
in 1806 de Evangelische Ge
zangen verschenen, kwamen
daarin 35 teksten van hem.
voor.
In 1938 was dat aantal in de Her
vormde bundel tot 18 terugge--
bracht. Toen in 1973 het Liedboek
voor de Kerken uitkwam, bevatte dat
nog slechts één vers van hem, en dan
ook nog in bewerkte vorm (450). Ook
zijn meest bekende, in veler oog te
vens meest beruchte gezang, „Uren.
dagen, maanden, jaren" was ge
schrapt. Zoiets is natuurlijk een
afgang.
Toch blijft Feith, eens de patriottisch
georiënteerde burgemeester van
Zwolle, als dichter de aandacht opei
sen. In zekere zin is er zelfs al weer
sprake van enige herwaardering, zij
het voorshands vooral regionaal be
paald. Zwolle heeft hem in 1974, bij
z'n 150ste sterfdag, met genoegen
herdacht En nu is het de IJsselacade
mie. die in haar derde bundel,.Bijdra
gen uit het land van IJssel en Vecht"
hem nog eens weer naar voren haalt.
Dit met een artikel van L.L. Bouwers,
die met name stilstaat bij Feith en de
Evangelische Gezangen. Een verhaal
waarin ook diens visie op de psalmen
als kerkliederen aan de orde komt.
Sentimenteel
Feith was in Nederland de belangrijk
ste vertegenwoordiger van de senti
mentele richting in de literatuur, die finHpr7nplf
overigens een internationaal ver- WIIUB,'WR
schijnsel was. Een reactie op de reto
riek van de 18de eeuw. Feith, die het
gevoel als een zuiverder bron voor de
poëzie beschouwde, was uiterst popu
lair Reeds in zijn sterfjaar, 1824,
werd aan zijn nagedachtenis hulde
gebracht met deze regels:
echter niet zonder meer overnamen,
wat naar zijn mening kwam door de
grote invloed van de Ahasverus van
den Berg, die al een belangrijke
plaats had ingenomen bij de psalm
berijming van 1773.
De schaar der Englen bad; Jeho
va hoorde 't bidden;
De dood ontving een wenk; op
aard was Feith niet meer.
De zanger van het graf trad in der.
Englen midden,
En kreeg voor de aardsche lier
een hemelsch speeltuig weer
De dichter kampte met een „aanhou
dend sukkelende gezondheid". Hij
kreeg het verzoek liederen voor de
eredienst te schrijven, wat hij aan
vankelijk weigerde. Maar de aan
drang van het hart werd te grot, en zo
begon hij de proef met een enkel
gezang te nemen. Het lukte tamelijk
wel, hij bereikte zelfs een top-produk-
tie. Het Hervormd Kerkgenootschap
was er blij mee. „We mogen wel con
cluderen dat Feith het vertrouwen
had bij de leden van de classis (Zwol
le). dat hij in het ressort Overijssel als
dè kandidaat voor dit werk werd ge
zien en dat hij als een gezaghebbend
man werd binnengehaald in de syno
dale commissie", aldus Bouwers, die
er op wijst dat ze Feiths liederen
Feith zei geen gezangen te willen ma
ken, die niet schriftuurlik waren. Om
de mensen te meer gerust te stellen
wat de inhoud betreft, liet hij ze on
derzoeken aan de Godgeleerde Facul-
,teit te Leiden. Hij vond dat de Nieuw
testamentische kerk het volle Licht
van het Evangelie had gekregen om
„den gezegenden Verlosser in de een
voudige taal van het hart" te bezin
gen. Dit bracht hem zelfs tot kritiek
op de psalmen. „Wat zijn eigenlijk de
Psalmen", vroeg hij zich af. Nationale
liederen, die door de bewoners van
Israël gebruikt werden om hun
Landsgod te eren. Maar Jezus maakt
God bekend als de God van alle vol
ken, „den algemeenen Vader der
menschen Het „Hebt Uw vijanden
lief" staat diametraal tegenover het
„Heere! verdelg mijn vijanden! Dat
wij over hen zegevieren!"
Bovendien achtte hij het niet goed
psalmen, die onder bepaalde omstan
digheden gemaakt waren, te veralge
meniseren. „Psalm 42, bijvoorbeeld,
kan toch niet in een avondmaals
dienst gezongen worden!" De dichter
vertelt dat hij voortvluchtig was, dat
is zijn persoonlijke situatie. Je kunt
zijn woorden toch niet gebruiken als
een zuchten om aan het avondmaal
te gaan: „Ach! wanneer zal ik in Uw
huis Uw Naam verhogen!"Volgens
Bouwers maakt Feith hier een tegen
stelling tussen het Oude en het Nieu
we Testament, waarvan in de Bijbel
geen sprake is. „Hierin wordt duide
lijk dat Feith leefde in zijn tijd, met
een samenhang tussen kerkgeschie
denis en kerklied. Nu al botsen we bij
Feith op enerzijds het gemoed en
anderzijds de rede, de redelijke gods
dienst; het zijn twee „werelden" die
strijd in hem voerden."
Beproefde formule
Het is goed een van de bijdragen uit
de bundel van de IJsselacademie, in
dit geval Feith en het kerklied, in
deze bespreking eruit te lichten. De
bundel is overigens geheel volgens de
beproefde formule van de IJsselaca
demie samengesteld: een reeks arti
kelen van zeer uiteenlopend karak
ter. Verhalen over de broedstimulatie
bij de torenvalk in de IJsselstreek,
over de dijkverbetering in westelijk
Overijssel, over het verkleinwoord in
het Kuinders, over het veranderde
dorpsgezicht van Urk en over (heel
droog maar wel praktisch, vooral
voor mensen die er een neus voor
hebben) de archieven tussen IJssel en
Reest. En tenslotte een zeer lezens
waardig exposé over de heksenwaan
in het verleden, met als vertrekpunt
Schokland.
Interessant is dat de schrijver, Freek
Pereboom, een concreet geval op dit
voormalig eiland plaatst in een veel
groter kader, namelijk dat van het
heksengeloof in Europa. Hoeveel on
schuldige schepsels zijn vroeger als
heksen de brandstapel opgegaan,
verbannen of op z'n gunstigst geme
den als de pest. Pereboom wijst erop
dat er een gunstig klimaat voor was
ontstaan. In de r.k. kerk was een
Rhijnvis Feith
neiging tot magisering te constate
ren, een groeiend aantal gebruiken
met betrekking tot heiligen, heiligen
beelden, relikwieën en rozekransen.
En in protestantse kring? G. Voetius
ving zijn hoogleraarschap in Utrecht
aan met een „Disputatie over tove
rij". Hij zei het vliegen van heksen
voor mogelijk te houden. Vanuit zijn
dogmatische opvattingen ten aan
zien van de invloed van de duivel op
het menselijke handelen maande hij
bij het onderzoek tot de grootste
voorzichtigheid.
Hij was het eens met de vooruitgang
van de rechtspleging in de Republiek
in die zin dat het beter is een eventu
eel schuldig mens ongestraft te laten
dan vele onschuldigen in het verderf
te storten.
Uitgeverij Waanders. Zwolle: Bij
dragen uit het land van IJssel en
Vecht. 3e Bundel IJsselacademie.
126 Pagina's. Geïllustreerd, 24,50.
ROTTERDAM (ANP) Woensdag
dient voor de rechtbank in Rotter
dam een kort geding tegen NRC-Han-
delsblad over zijn berichtgeving
rondom de inhuldigingsfestivitelten
in Amsterdam. Het kort geding is
aangespannen door twee leden van
de projectgroep „Het narrenschip"
van het instituut voor ontwikkelings
psychologie van de universiteit van
Utrecht.
In de NRC-kolommen is verband ge
legd tussen het optreden van de Itali
aanse atonomen en het optreden van
de Amsterdamse autonomen tijdens
de kroningsgebeurtenissen ander
zijds. Ook in de berichten van de
NRC-correspondent in Rome wordt
gesuggereerd dat er contacten zijn
tussen de autonomen in de twee lan
den. Deze contacten zouden volgens
de krant te vinden zijn in het insti
tuut der Rijksuniversiteit van
Utrecht.
De projectgroep heeft eerder een bro
chure geschreven over het optreden
van de Italiaanse autonomen.
De projectgroepleden vinden een der-
gelujke berichtgeving tendentieus
omdat men „zondebokken wil zoeken
en foutieve verbanden legt". De ei
sers vinden dat de NRC daardoor
meewerkt aan een klimaat waarin
sociale en politieke achtergronden
worden „verbouwd" tot problemen
van orde en geweld.
ROTTERDAM Zestien beman
ningsleden van het vrachtschip Navi
Star, dat in de Rotterdamse Maasha
ven ligt, zijn in staking voor hoger
loon. Volgens John Putter, inspector
van de Internationale Transportar
beiders Federatie (ITS), wordt de be
manning zwaar onderbetaald. De lo
nen schommelen rond de tweehon
derd dollar (ongeveer vierhonderd
gulden). Bovendien bestaat er bij de
uitbetaling volstrekte willekeur. De
lonen moeten volgens Putter opge
trokken worden naar de ITF-norm.
Deze is vergelijkbaar met het Neder
landse minimumloon.
De Nederlandse agent van het schip
zegt dat de eigenaar een Libanees is.
In dat geval hoeven de arbeidsvoor
waarden niet aan ITS-normen te vol.
doen. Volgens Putter vaart het schip
echter alleen onder Libanese vlag en
is de eigenaar van een andere natio
naliteit.
Aan boord van de Navi Star zijn 24
voornamelijk Egyptische beman
ningsleden. Acht van de negen offi
cieren doen niet aan ie staking mee