DIER PLANT
zoeken naar zwijnen
111
Weekendpnzzel
s
s
cn
<d
bO
0
N
CQ
ft
O
'D
De stijl van
Lod. Prins
ai a
«ai mm
Spanning in
Artaterme
rs
m m e
m m m s d
a D -
KTERDAG 31 MEI 1980
TROUWKWARTET
21
IVARIAI
door henk van halm
Het was een vreemde ge
waarwording na de zomer-
warme meidagen ineens te
ervaren dat het in de bloei
maand ook anders kan. Uit
een grauwe hemel kwam at
en toe een licht buitie,
maar de wind was weg.
Weer dat de meeste week
endwandelaars geen weer
vinden om ver van huis te
gaan. En dus eigenlijk het
weer om erop uit te trekken
om wiid te zien dat bij druk
[bezoek van hun gebieden
in de dekking verborgen
blijft.
Ik wilde eindelijk eens kleurendi
a's maken van wilde zwijnen. Hele
films vol zwartwit heb ik ervan,
maar geen enkele kleurenfoto.
Ogenschijnlijk lijkt het sombere
weer weinig geschikt voor kleu
renfotografie, maar wie het onder
die omstandigheden wel eens ge
probeerd heeft, kan versteld staan
van de resultaten, vooral als hij
gewacht heeft op een enkele zwak
ke opklaring die heel speciale lich
teffecten kan oproepen. Kijk eens
in het zojuist verschenen boek van
natuurfotograaf Fred Hazelhoff,
„De Vier Jaargetijden"*), en zie
zijn foto's zonder stralend zon
licht, genomen kort voor zonson
dergang of vlak erna, tijdens of
kort na regen, in de mist, land-
schaps- en wildfoto's, waar geen
flitsapparaat bij te pas kwam, al
leen een zwaar statief en een groot
aantal objectieven met verschil
lend brandpunt. Met dure Leica-
apparatuur gemaakt, maar even
goed te verwezenlijken met min
der kostbare camera's en objectie
ven. een ever fotografeerde hij,
een zware keiler, bijna zwart en
massief staand in een blond bunt-
grasveld, in het weifelende licht
rondom zonsondergang.
Ik koos een open plek ln een bos
van jonge eiken, waar ik in vroe
ger jaren wilde varkens gezien
had. Groenige plekken van algen
en korstmossen lichtten op aan de
natte stammen, goed voor een
paar mooie platen. Schetterend
jchoot een grote bonte specht tus-
Een wilde zeng
sen het loof door, weg van het nest
waarin de bijna vlugge jongen aan
één stuk door hun kenmerkende
bedelgeluid riepen. Een roodvors-
tje met natte veren hipte tot vlak
voor mijn voeten, zo dichtbij dat
ik met het lange teleobjectief geen
foto's kon maken. In het bos ach
ter mij begon hij luid te zingen,
parelende tonen in de regen die
weer neerdruiste.
Uren wachtte ik en ondertussen
dacht ik aan de ontmoetingen die
ik al met zwijnen had gehad. De
allereerste keer was het in een bos
in Vierhouten, toen op een zonnige
middag twee enorme zwijnen plot
seling vlak voor de auto het bos
pad overstaken. Misschien waren
ze helemaal zo enorm niet, maar
die indruk maakten ze wel in die
luttele seconden die ze nodip had
den om vanuit de ene bosrand
komend in de andere te ver
dwijnen.
Niet lang daarna hoorde ik van
Een keiler snuift in de lucht, bedacht op onraad.
een groepje kampeerders, dat ze
urenlang in bomen hadden door
gebracht, gevlucht voor een rotte
(zo heet een zwijnentroep), waar ze
middenin terecht waren gekomen
en die helemaal geen haast had.
Een meisje zat zo laag dat ze
voortdurend haar benen moest
optrekken omdat de zwijnen
eraan snuffelden. Van de zenuwen
moest ze nodig naar het toilet,
maar de zwijnen versperden de
weg. De rest laat zich raden...
WIJ kwamen diezelfde rotte tegen,
een troepje „overlopers", zwljntr
Jes van iets meer dan een halve
meter hoog, het jaar ervoor gebo
ren. Toen bleek dat we niets te
eten voor ze hadden, toonden ze
geen enkele belangstelling meer
en begonnen in de grond te wroe
ten, zelfs ons fotograferen nege
rend.
Op een andere dag, toen we met
twee kinderen van drie en twee
jaar in het voorjaarsbos wandel
den, denderden twee zeugen op
enkele tientallen meters voor ons
het pad over, gevolgd door een
stuk of tien gestreepte biggen. De
kinderen wilden er meteen op af
en voorzichtig naderden we de
plek waar ze tussen de lage spar
ren waren verdwenen. Ze waren er
nog, op maar een paar meter af
stand, en een big kwam zelfs
nieuwsgierig in de berm naar ons
kijken. „O, hij heeft nog een pyja
ma aan". Ik moest mijn oudste
ervan weerhouden het te aaien.
Als zo'n big schrikt en een keel
opzet, kunnen de moeders heel
vervelend worden. Per slot van
rekening is zo'n varken een wild
dier, dat tegen de honderd kilo
kan wegen en gemakkelijk een
man omver loopt.
Paniek in de tent»
We kampeerden er midden tussen
de zwijnen. Ze wekten ons door
hun pogingen de inhoud van aan
palen bevestigde vuilnisbakken te
bereiken. Die bakken tilden ze
met hun snuit op, zodat deze langs
de paal omhoog schoven, en lieten
ze daarna met donderend lawaai
vallen. Elke morgen verschenen er
een paar zeugen met overlopers in
de bosrand naast de tent en op een
ochtend werd ik heel vroeg wak
ker door een smakkend geluid on-
.der de tentluifel: een big zat zich
daar te goed te doen aan een eind
metworst dat een van de zoons de
avond ervoor had weggegooid,
omdat hij het niet lustte. Last
hadden we niet van ze, wel de
kampeerders die in het weekend
in groten getale aangekomen wa
ren. In de eerste nacht zorgden de
zwijnen voor hilariteit door op
hun speurtocht door het kamp te
struikelen over scheerlijnen van
tenten die ze daar niet hadden
verwacht, door melkflessen om te
trappen en zelfs door een tent bin
nen te dringen van een eenzame
dame, die .het dier met een paar
klappen van een schoen naar bui
ten dreef. Het was vlak voor de
zwijnen lastige bedelaars werden,
die zich verzamelden rond plcnic-
en parkeerplaatsen. Wilde bosbe-
woners die zich als verwende hon
den opdrongen voor een peper
muntje...
Ik heb het de laatste jaren niet
meer gezien. En de keiler (volwas
sen mannetje) die met opgeheven
snuit „zekerend" (naar onraad
speurend) uit datzelfde eikenbos
kwam, waar ik nu tevergeefs zat te
wachten, was weer helemaal zo'n
schuwe ever, zoals ze horen te zijn.
Op de klik van de camera maakte
hij meteen rechtsomkeert en ver
dween hij tussen smele en eike-
loof. In draf, waarbij opvalt hoe
zeer hij verschilt van het tamme
varken, voornamelijk In lichaams
bouw. Veel hoger op de poten dan
ons slachtvee weet hij een behoor
lijke snelheid te ontwikkelen en
zijn lange wigvormige kop en
smalle lijf lijken ontworpen om
dicht struikgewas zonder enige
moeite binnen te dringen en te
passeren. Het was de meest mar
kante ontmoeting die ik ooit met
een zwijn heb gehad. En daar
hoopte ik nu weer op. Vergeefs
en toch was het een mooie dag-
De Vier Jaargetijden, Natuurfo
tografie met Fred Hazelhoff.
Uitg. Focus, Amsterdam Brus
sel. Gebonden 176 blx^ 55 gulden.
Horizontaal, l.betamelijk, 6.schaal
dier. 12.sterk smakend. 14.hoekpijler,
16.voorzetsel, 18.stoomturbine(afk.),
19.kever, 21.in oprichting(afk.),
22.meisjesnaam, 23.kashouder,
26.rente, 29.zangstuk, 30.1engtemaat,
32.wild zwijn, 33.spil van een wiel,
34.vooizetsel, 36.tennisterm, 37.man-
gaan(afk.), 38.muzieknoot, 39.dieren-
verblijf, 41.plaats in Zeeland, 43.be-
vel, 44.besturen, 45.1andbouwwerk-
tulg, 47.hooi8tapel, 49.waterbekken,
52. voorzetsel, 54.voorvoegsel,
55.hoofddeksel, 57.onbekende, 58.ka-
naalpell(afk 59.bloedbuis, 6Ï.Euro
peanen, 63.touw, 65.zeker kaartspel,
67.dichter bijkomen, 69.eminen-
t(afk.), 70.oude lengtemaat, 71.huis
dier, 73.ondernemingsraad(afk.),
74.pers.voornaamw. 75.uitstap,
77.glljvoertuig, 79.woning van een
vorst, 80.plaats ln N.Br.
Verticaal. 2.voorvoegsel, 3.voorbij-
ganger, 4.tegen, 5.stoomschip(afk.),
7.onder andere(afk.), 8.coupe, 9.hln-
derend, lO.water in Friesland,
11.plaatselijk, 13.muzieknoot, 15. in
gang, 17.kort muziekstuk, 19.boord-
sel, 20.oevergewas, 22.bijbels figuur.
24.muzieknoot, 25.electromotor(afk.),
27.nummer(afk.), 28.en volgende-
(afk.), 31.plaats in Limburg, 35.bijbels
figuur, 37.bedoelen, 39.plaaggeest,
40.water doorlatend, 41. water in
Utrecht, 42.1of, 46.tas, 48.mening,
50.aanklampen, 51.muziekinstru
ment, 53.plaats in .H. 55 bloembed,
56.kraam, 58.verlegenheid, 60.voeg-
woord, 61,lidwoord, 62.natrium(afk.),
64.voertuig, 66.vette vloeistof, 68.to-
renkraai(gew.). 72.overblijfsel bij ver
branding, 75.rondhout, 76.muziek-
noot, 77.scheik.element, 78.edi-
tie(afk.).
Oplossing tot en met woensdag a.s.
per briefkaart zenden aan: Dagblad
Trouw/Kwartet, Postbus 859, Am
sterdam. Linksboven vermelden:
Weekendpuzzel.
Oplossing vorige puzzel:
Hor. 1. vandaal, 7.etalage, 13.Erna,
14.serre, 16 aval, 17.r.i. 18.Rs. 20.kaf,
21.ss. 22.de, 23.1aster, 26.intiem,
28.Medan, 30.snuit, 31.eb, 33.1amlen-
dig, 35.en, 36.sar, 38.n.m. 39.e.t.
40.Est, 41.sap, 42.emier, 43.net, 44.nis,
45.S.1. 46.de, 48.nep, 50.es, 51.stam
kaart, 55.R.O. 56.spaan, 57.1arie,
59.gevaar, 62.docent, 64.EG, 85.tr.
66.kas, 68.r.k. 69.ai, 70.node, 72.tanlg,
74.etre, 76.snellen, 77.mortler.
Vert.l.verlies, 2.arla, 3.nn. 4.dartel,
5.as, 6.1ek, 7.erf, 8.te, 9.1astig, 10.a.v.
11.gade, 12.element, 15.rad, 19.Sedan,
21.snuit, 24.Sm. 25.rammelaar, 26.in
derdaad, 27.it. 29.nl. 30.Sn. 32.basis,
34.epiek, 35.ester, 37.ras, 40.een,
44jiergens, 45.staar, 47.error, 49.por-
tier, 51.spatel, 52.Mn. 53.al, 54. ticket,
56.S.V. 58.Ee, 60.Egon, 61.man.
63.nare, 66.kan, 67.sim, 71.de, 73.go,
75.Ti.
De boekenbonnen gaan naar: me
vrouw M. Bode-Van Beek, Seringen
plantsoen 323, Ridderkerk; de heer
M. Klaasse, Rijnlust 5, Gouda; me
vrouw T. de Boer, Van Ostadelaan
52, Hilversum.
Met ingang van 12 mei jl. Is door
de Nederlandse posterijen de be
loofde nieuwe luchtpostzegel voor
bijzondere vluchten ln omloop ge
bracht. Deze zegel heeft een waar
de van 1,- en heeft als afbeelding
een non-figuratieve associatie met
het vliegen. In het kader van de
activiteiten van de Verenigde Na
ties op het terrein van het bewa
ren van de Wereldvrede versche
nen deze maand twee bijzondere
zegels voor het kantoor New York
en elk één zegel voor de kantoren
Oenève en Wenen. De zegels ge
ven symbolische afbeeldingen
weer. Vanwege Frankrijk meld ik
de voor de maand Mei 4 bijzonde
re zegels; ln de reeks „toerisme"
de volgende: een zegel van fr 3.20
gewijd aan de monumentale ka
thedraal van Le Puy (Haute-Loi-
re), ln de 12e eeuw opgetrokken in
vulkanische steen; tot een van de
schatten van dit heiligdom be
hoort de „Bijbel van Theodul-
fers", uit 795. Voors een zegel van
Fr. 2,30, welke een beeld geeft van
de stad Montauban, gelegen aan
de samenvloeiing van de Tarne en
de Garonne. In deze stad werd 200
jaar geleden de schilder Jean, Au
gust*, Dominique Ingres geboren.
Het stedelijk museum bezit 4000
tekeningen van hem. Wegens het
feit dat 200 Jaar geleden de natio
nale hogeschool voor kunsten en
ambachten op een zestal plaatsen
in Frankrijk werd opgericht, ver
scheen een zegel van fr. 2,-, waarop
de stichter, Due de la Rockefou-
rauld-Liancourt en de landkaart
van Frankrijk te zien zijn. En als
laatste een zegel van fr. 1,30 we
gens het jaarlijkse congres van de
Bond van Franse Filatelistenvere
nigingen, dat dit jaar te Duinker
ken wordt gehouden. De zegel
toont de toren van St Eloy en
havenwerken van de stad. In het
Franse gedeelte van het prinsdom
Andorra kwam een zegel van fr.
1,30 uit met de afbeelding van een
fraaie „lelie van de Pyreneëen".
Dan volgen een aantal bijzondere
zegels, welke Oostenrijk deze
maand liet verschijnen. Ter gele
genheid van de herdenking van de
200e sterfdag van keizerin Maria
Theresia (1717-1780), dochter van
keizer Karei VI, 3 zegels; we zien
haar als Jong meisje (S 2,50), als
keizering (S 4.00) en als weduwe (S
6.00). Na een bezetting van de ge-
alliëerden na de Tweede Wereld
oorlog van ongeveer tien jaar
kwam na moeizame onderhande
lingen tussen hen en Oostenrijk in
1955 het zogenoemde Oostenrijk
se Staatsverdrag tot stand. Het
vijfde lustrum daarvan wordt
thans onderstreept met een zegel
van S 4.00 waarop in een soort
klaverblad van vijf de staatsvlag-
gen van Oostenrijk. Groot-Brit-
tannie, Frankrijk, de Ver. Staten
van Noord-Amerika en de Sovje
tunie figureren. Ter gelegenheid
van een congres van de Orde der
Benedictijnen in Oostenrijk, dat
thans 1500 jaar na de geboorte van
haar stichter wordt gehouden, ver
schijnt een zegel van S 2,50 met de
afbeelding van de heilige uit Nur-
sia naar een sculpture van Mein-
rad Guggenbichler (1649-1723).
Ter herdenking van het feit dat
175 jaar geleden de volksgezond
heid aan de Universiteit van We
nen als leervak werd ingevoerd,
kwam een zegel van S 4.00 ln om
loop met de afbeelding van de
Griekse goding „Hygiena", in Ju
gendstil van de Oostenrijkse schil
der Gustav Klimt (1862-1918). En
als laatste zegel van Oostenrijk,
welke 30 mei voor frankering gel
dig werd, een van S 6.00 wegens
het indienststellen van het grond
station voor Satellietcommunica
tie te Aflenz bij Mariazell. Op de
zegel parabool-antenne I van het
station.
Tegelijk met de uitgifte van de
Pro Patria-zegels voor 1980 gaat
de Zwitserse postdienst van start
met het nieuwe thema „uithang
borden". Op de zegel van 20 10 z
een uit de 18e eeuw stammend
schild van bouwvakkers, oor
spronkelijk afkomstig van, het gil-
dehuls in Rheinfelden; dan een
uithangbord van een barbier uit
Bieler Altstadt (40 20 z); van een
hoedenmaker een fraai bord, af
komstig uit het historisch mu
seum van Zofingen (70 30 z) en
op de laatste zegel (80 40 z) het
schild van ëen meester-bakker uit
Biel. Een fraaie serie, zoals steeds
gedrukt bij Courvoisier ln La
Chaux-de-Fonds. En als laatste
een zegel van de Ver. Staten met
een afbeelding van Emily Bissell
(1861-1948), de vrouw, die in haar
vaderland de kruistocht tegen tbc
organiseerde en daarvoor fondsen
wierf middels vignetten in de
geest van „Christmas-seals".
Vorige week verscheen er bij de
schaakrubriek van het dagblad
Het Parool een piepklein kadertje,
waarin in één zin Lodewijk Prins
als medewerker werd uitgeluid.
„De heer Prins zeggen wij mede
namens de lezers dank voor het
vele werk dat hij gedurende een
lange reeks van jaren ten behoeve
van de schaakrubriek heeft ver
richt". Dat was alles. Een nogal
karige hommage aan een man die,
naar ik meen, al sinds de bevrij
ding met een grote regelmaat de
(schaak)kolommen van Het Pa
rool heeft gevuld.
In de schaakwereld is Lodewijk
Prins dikwijls beschouwd als een
rare snijboon, maar zoals zo vaak:
de interessantste mensen zijn
doorgaans niet de gemakkelijkste.
Zijn schaakrubriek las ik altijd.
Aan zijn archaïsche woordkeus en
zijn hoogst eigenaardige stijl van
de verlate tachtigers, kan je altijd
onmiddellijk herkennen dat Prins
de auteur was. Hij schreef nooit:
„Zwart staat verloren", maar al
tijd: „Een laatste desperate po
ging ware mogelijk middels 7. Pg4,
mitsgaders 8. Lc6, in stede daar
van verkiest zwart een onmiddel
lijke suicide". Hij sprak van „mat-
constructies", waar andere scha
kers van „problemen" repten.
Prins was een man van brouilles;
op het laatst wenste hij met geen
der Nederlandse topschakers nog
een woord te wisselen. Maar ik
mag hem graag en ik weet uit
ervaring dat hij een bijzonder
geestig mens is. Twee uitspraken
van Prins zijn klassiek. De eerste
deed hij tijdens de Olympiade in
Leipzig, toen hij in een moordende
stijl de ene tegenstander na de
andere eraf sloeg.
Tijdens het
rondwandelen kwam Euwe naar
Prins toe en vroeg: „Vertel mij nu
eens Lodewijk, hoe flik je hem dat
toch elke keer?", waarop Prins
antwoordde: „Ik weet het niet,
maar ik denk dat zij op het licht
afkomen". De tweede uitspraak
werd opgetekend door Tabe Bas.
Met hem als passagier verzeilde
Prins met zijn automobiel in een
nauwe, doodlopende straat. In
plaats van achteruit terug te rij
den, trachtte Prins de auto te ke
ren en Tabe Bas, die niet geheel
zeker was van de goede afloop van
deze onderneming, vroeg daarop:
„Lodewijk kun Je hier wel draai
en?" „Wat de aarde kan, kan ik
1
gil fit
s* 1
r
i
mm m
fiSAlSW
a i i
21
ook", zei Prins en hij zette de
wagen in het goede spoor.
Hierbij een partij tegen zijn oude
rivaal Bouwmeester, die hij nog
eens een proces heeft willen aan
doen wegens „overnemen zonder
bronvermelding". Analyses waren
heilig voor Prins en in het verleng
de daarvan heeft hij altijd geij
verd voor de instelling van au
teursrechten op schaakpartijen.
Wit: Bouwmeester Zwart: Prins.
1. e2-e4 c7-c5 2. Pgl-f3 a7-a6 (Ty
pisch Prins: onmiddellijk uit de
theorie). 3. c2-c3 (Na het gewone 3.
d4 heeft zwart met 3.d4 4. Pd4x
e5 zijn zin, omdat b5 nu bestreken
is). 3. Pg8-f6 4. e4-e5 Pf6-d5 5.
d2-d4 c5xd4 6. Ddlxd4 e7-e6 7.
Lfl-c4 Pb8-c6 (Grappig genoeg
lijkt het op Hort-Poloegajevskl uit
de wedstrijd USSR-Rest van de
wereld, 1970. Zwart had daar nog
een tempo meer). 8. Dd4-dl (Hort
speelde 8. De4 wat aanzienlijk be
ter is). 8Pd5-e7 9. Lcl-f4 Pe7-
f6 10. Lf4-g3 Dd8-c7 11. Ddl-e2 d7-
d6 12. e5xd6 Lf8xd6 13. Lg3xd6
Dc7xd6 14. 0-0 0-0 15. Pbl-d2 b7-
b5 16. Pd2-e4 Dd6-e7 17. Lc4-b3
Pc6-a5! (Zwart speelt onvervaard
op aanval. Na 17. Lb7 was de
stelling in evenwicht geweest,
maar Prins wil meer). 18. Lb3-c2
f7-f5 19. Pe4-g3 (Niet zo'n mooie
zet. Meer de hand en adequater
lijkt 19. Pd2) 19. Pa5-c4 20. b2-
b3 Pc4-a3!
Zie diagram
De beroemde paardzet van Prins.
In strijd met alle regels laat zwart
het paard aan de rand opsluiten,
maar heeft het merkwaardig ge
noeg een enorme verborgen in
vloed. 21. Lc2-dl Lc8-b7 22. Tfl-el
Ta8-e8 23. De2-d2 e6-e5 (Wit is
overspeeld). 24. Dd2-cl e5-e4 25.
Pf3-d4 Pg6-h4! (Het tweede paard
gaat naar de rand, nu om de druk
tegen g2 versterken. Mr. Evert
Straat sprak in de Volkskrant
van: „een prinselijke piroutte" en
van „duizelingwekkend gehup der
paarden". 26. f2-f4 b5-b4 27. c3-c4
(Nog steeds Is het paard opgeslo
ten). 27De7-f6 28. Dcl-e3 Te8-
d8 29. Pf3-e2 Td8-d7! (Gaat wiG
laatste steunpunt Pd4 ondermij
nen 30. Tal-cl Tf8-d8 31. Kgl-f2
Wit staat vrijel pat op een bord vol
met stukken). 31. Td7 x d4 32.
Pe2xd4 Td8xd4 33. Ldl-e2 h7-h6
34. Tel-dl (Zo ontsnapt uiteinde
lijk het paard op a3, dat wit vrij
wel de gehele partij wilde inslui
ten. Maar een redelijk alternatief
was nauwelijks te zien). 34.
Td4 x dl! 35. Tel xdl (Op 35.
Ldl x volgt 35. Dc2t) 35.
Pa3-c2.
Dit paard dat zo stilletjes op a3
heeft gestaan, mag de beslissende
klap uitdelen. 36. De3-c5 e4-e3t
37. Kf2-g3 (Wanhoop) 37.
Ph4 x g2! 38. Tdl-d5 Df6-h4t
(Na 38. Dg6t was het nog snel
ler mat geweest). 39. Kg3 x g2 Pc3-
elt (Het laatste schaakje van dit
heldenpaard). 40. Kg2-hl Dh4-f2
en wit gaf het op. Het is op de
volgende zet mat.
Als u deze rubriek onder ogen
-krijgt, hebben de strijders in het
Italiaanse plaatsje Artaterme het
eerste Westeuropese zonetoemooi
afgesloten. De vijf eerste plaatsen
gaven recht op een retourtje Ba
mako, maar met daarbij de zeer
belangrijke bepaling, dat er niet
meer dan drie uit één land bij
mogen zijn. Dat betekende, dat er
van ons viertal Nederlanders, Van
der Wal, Clerc, Jansen en ik, in
iedér geval één moest afvallen.
Een trieste zaak. want ik ga er nu
al vanuit, dat wij vieren in ieder
geval bij de eerste vijf zullen ho
ren. Maar ?o is nu eenmaal het
spel, en als u dit leest, weet u, wie
in december thuis zal moeten blij
ven. terwijl de anderen zich in
Mali in het Orandhotel van Bama
ko laten verwennen.
Overigens sluit ik helemaal niet
uit, dat Cazemier, Verpoest en an
dere buitenlandse concurrenten
alles in het werk zullen stellen om
ons Hollanders niet al te superieur
te doen voelen. U begrijpt wel, dat
ik deze kolom maak ver voordat
de eerste ronde ook maar is begon
nen. Dat het een enerverend toer
nooi zal worden, durf ik u nu ech
ter al te voorspellen. Over twee
weken hoop ik met de eerste spel-
technische berichten voor de dag
te kunnen komen.
Vandaag nogmaals aandacht voor
een paar fragmenten uit de inter
land Nederland-Rusland. Ik neem
u mee naar het tweede duel tussen
Van der Wal en Mitsjanskl, waarin
de Russische speler de witte schij
ven beroert.
1.32-28 19-23 2.28x19 14x23 3.37-32
10-14 4.41-37 14-19 5.46-41 5-10 6.35-
30 20-25 7.40-35. Zelf speelde ik in
de match tegen Rusland in Yalta
tegen Koeperman, toen die dezelf
de afwachtende zet speelde, 7
15-20 8.44-40 10-15 10.32-28 23x32
11.37x28 18-23 12.42-37 23x32
13.37x28 (ln het Suikertoernooi 78
sloeg ik zelf met wit in mijn partij
met Clerc 38x27?, waarna wit las
tig spel kreeg) 20-24 14.41-37 13-18
15.28-23 19x28 16.33x13 8x19
17.38x32 (er kan weieens ergens
een zettenverwisseling zitten,
maar dat moet u mij maar verge
ven, ik word ook ouder) 12-18
18.39-33 7-12 19.43-38 2-8 20.47-42 9-
13 21.49-43 4-9 22.50-44 1-7 23.33-28
18-22! (plaatst wit voor een klein
maar wel essentieel positiepro
bleem) 24.32-27 22x33 25.38x20
15x24 (positioneel gezien was ook
25x14! sterk) 26.44-39 17-21 27.37-
32 21-26 28 42-37 12-18 29.39-33 11-
17? Een afgrijselijke blunder in
mijn eerste optreden op Russische
bodem, die door Koeperman mee
dogenloos werd afgestraft met 27-
21, 31-27 en 37-32, maar gelukkig
kon ik de volgende dag revanche
nemen en dankzij een ijzersterke
Chestemdoorstoot was ik de eer
ste Nederlander die Koeperman
op eigen bodem wist te verslaan.
6
M W, 1
W. 4
4
i m
fig
M
IP
1 3
s
3 m
m
1 3
B 4
t
1 tn
li
e s i
0 f
1
i a a
e
a
see
óLjt
t_5
turn
S--
m m
'm.
Diagram I
Van der Wal gaat na 7.40-35 ook
met 15-2fr verder. 8.45-40 10-14. Om
op. 33-29 met 20-24 en 23-29 een
schijfje buit te maken.
9.50-45 4-10 10.33-29 10-15 11.39-33
17-21 12.31-26 21-27 13.32x21 16x27
14.43-39 11-17 15.48-43 6-11 16.37-31
17-22 17.41-37 1-6 18.47-41 Deze
positie staat bol van de spanning,
zoals dat in aller vier de partijen
tussen deze twee heren het geval
Diagram II
is geweest. Zwart moet ontzettend
goed op zijn tellen passen, wil hij
het vervolg overleven.
1812-17 19.30-24 19x30 20.35x24
(zie diagram 1.)
Diagram I
Natuurlijk is 14-19 verhinderd
door 37-32, maar dat ook 7-12 ver
liest, zult u wellicht niet zien. Wat!
dacht u van wel? Oh, ik snap het
al! U denkt dam te kunnen maken
met 21.24-19 13x24 22.33-28, maar
wat dacht u dan van 23x32
23.37x28 22X33 24.31x4 24-30!
25.39x28 30X46! 26.4-31 46x34
27.40x29 en wits dam heeft hem
niet minder dan 3 schijven gekost.
Na 11-16 (eerst 3-9 levert een remi
se afspel op) moet de witte dam
vluchten en dat kan nog wel eens
erg lastig worden. Toch kan wit na
207-12 winnen en wel door
21.24-19 13x24 22.34-30! 23x34
gedw. 23.30x10 15x4 24.40x29! en
aan de dreiging 29-23 is niets meer
te doen want na 20-24 enz. volgt
33-28! met schijfwinst. Een wel
heel erg gemene manoeuvre van
de geslepen Rus!
20. 8-12 heeft hetzelfde bezwaar.
Daarom blijft er nog maar een zet
over, te weten 20. 23-28, maar
met die zet die er ook erg sterk
uitziet laat zwart noodgedwongen
een fraaie combinatie toe, die ge
lukkig remise oplevert, maar het
is een bewijs van Van der Wals
kennis van zaken, dat hij alles
heeft gezien en bewust voor de
partijvariant heeft gekozen. Er
volgde 21.29-23! 28x30 22.38-32
27x47 23.40-35! (een prachtige
combinatie) 47x40 24.35x24 20x29
25.45x1 11-16 26.43-38 14-20 27.1-45
13-18 28.45x21 16x27 29.37-32 9-13
30.32x21 13-19 31.38-33 19-23 32.39-
34 20-24 33.31-27 en natuurlijk niet
de schijfwinst met 33-29, 34-30 en
44-39, wegens de opmars van
schijf 15 naar dam! Na de tekstzet
kabbelde dit duel rustig de remi
sehaven binnen.
Tot slot een heel oud probleem
van Marius Fabre, die ln 1926 de
wereldtitel overnam van zijn
landgenoot Bizot. Het was dit pro
bleem dat mij tijdens de partij die
vandaag in deze kolom is bespro
ken te binnen schoot.
Zie diagram II
Wit wint door 1.46-41 37x46 2.39-34
46x23 3.22-18 23x12 4.47-41 36x47
5.44-39 33x35 6.48-42! Alleen komt
in dit schitterende probleem de
schijf of dam op veld 29 van de
andere kant. Zou de kleine Nicolai
Mitsjanski in 1965 misschien ook
de zakencyclopedie voor dammen
van Moser-op zijn verjaardag heb
ben gehad?