In het huis van je gastheer stook je geen vuur'
Gedicht van Achterberg
siert Veiuws station
rierland voortrekker
j inkomenspolitiek
Werknemers buitenland
geen dupe woningtekort
Winkeldieven vooral
op koopavond actief
evrijdingsfront Ogaden juicht niet om hulp Somalië
«ster Albeda op symposium:
I voorziet
ling van
3 toverkopen
Pleidooi ambtenaren in rapport:
ÏSaG 20 MEI 1980
TROUW/KWARTET
H 11
johan ten Move
jADISJOE Hij is 24
oud, een meter negentig
en broodmager. Hij heeft
ddis Abeba geschiedenis
jdeerd en praat somber
Bismarck en de Italiaan-
ffijheidsheld Garibaldi,
zijn ogen schieten vuur
ij het heeft over de strijd
het Westsomalische be-
Ingsfront. Voorlopig zal
daar zelf niet meer aan
[oen. Zijn rechterarm is
it, hij kan niet goed meer
en is herstellende van
julkwond. Aan het front
en plaats voor kreupele
(ns.
jrd in de gevangenis van de
lische hoofdstad Addis Abeba
ii, waar zijn ouders vastzaten
ge verzet tegen keizer Haile
le. Na de omwenteling in Addis
I was hij lid van de Ethiopische
Bonaire volkspartij en met zes-
end studenten en scholieren
hij naar het platteland om de
ite activeren en te organiseren
verzet tegen de feodale land-
igduizend leden van de partij
ndat niet overleefd. De huidige
hebber in Ethiopië, kolonel
stu Haile Mariam, bleed van
verwachten dat hij oorlog zou
tegen de Somalische bevol-
ïde Ogaden. Maar hij behoorde
it die bevolking en sloot zich
ij het Westsomalisch bevrij-
ront.
ider werd in Addis vermoord en
loeder stierf in de oorlog om
de hoofdstad in de Ogaden.
jt niet of zij gedood werd door
ilsche troepen of omkwam in
iur van het geregelde Somali-
leger toen dat in 1977 voor de
m van Har ar stond. Zijn zuster
nog in Har ar wonen en hij wordt
als hij de stad beschrijft. Hij
t rusten voordat Har ar bevrijd
zaam
i mortieraanval van het Ethio-
leger bleef hij als enige van
itroullle in leven en sleepte zich
gewond onder een boom. Vij-
ntig lange dagen en nachten
lag hij onder aie Doom en meia zich in
leven door de vruchten en de blade
ren ervan te eten. En nooit had hij
zich eenzamer gevoeld.
Tot hij door het front werd gevonden
en naar Somalië werd gebracht. Waar
ze hem opereerden en zijn arm wilden
afzetten. Maar dat weigerde hij en hij
laat zien dat hij zijn arm al weer
enigszins kan gebruiken. Hij vertelt
over de guerrilla, hoe het front heer
en meester is buiten de steden en
Ethiopische konvooien aanvalt. Hoe
leden van het front met de wapens
onder de kleren de dorpen en steden
binnendringen en Ethiopische propa
gandisten, die het volk toespreken,
„naar de hel schieten".
Hij moet niets hebben van het chris
tendom of de islam. HIJ is overtuigd
atheïst en zegt dat hij alleen nog
waarde hecht aan de humanitaire tra
dities van de mensheid. De wonderen
zijn inderdaad de wereld nog niet uit.
Broeder
Op het hoofdkwartier van het West
somalische bevrijdingsfront in Moga-
disjoe, een groot pand met tal van
strijdlustige posters aan de muur
wordt je uiterst hartelijk ontvangen
en, als je blijk geeft van je interesse
voor de strijd in de Ogaden, al vrij
snel met „broeder" aangesproken. Er
ontstaat een sfeer van ouwe jongens
onder mekaar en bij het afscheid wor
den er dan van die stevige handdruk
ken uitgewisseld en zijn kreten als
„de rechtvaardige strijd van de mas
sa's tegen de onderdrukkers" niet
van de lucht.
In zo'n sfeer past het ook niet dat de
belangrijkste man van het front, se
cretaris-generaal Abdoelah Hassan
Mohammed, een afspraak moet af
zeggen, omdat hij met twee zieke
kinderen naar de dokter moet. Lei
ders van bevrijdingsfronten horen
geen kinderen te hebben en zeker
geen zieke.
De verhouding tussen het bevrij
dingsfront en de Somalische autori
teiten en het leger is er een van haat
en liefde, waarbij, naarmate de ge
sprekken langer duren, de haat het
wint van de liefde. Na ellenlange ses
sies nuanceert het front het beeld dat
de vluchtelingen, maar vooral de So
malische regering en de tolken heb
ben opgehangen. Onder de uitdruk
kelijke voorwaarde dat er geen na
men genoemd zullen worden wil men
uiteindelijk wel kwijt dat men de
Somalische inbreng in de strijd liever
kwijt dan rijk is. „Maar in het huis
waar Je te gast bent ga je nu eenmaal
geen vuur stoken."
Het bevrijdingsfront is met handen
en voeten gebonden aan Somalië. Als
er journalisten met het front mee
trekken naar de Ogaden gebeurt dat
met toestemming van de Somalische
regering en vaak zelfs met auto's van
die regering. Wapens die op de vrije
markt gekocht worden, moeten over
Somalisch grondgebied aangevoerd
worden, al zijn er dat de laatste
maanden niet veel meer. „Wij ver
overen onze wapens op het Ethiopi
sche leger". Een uitspraak die bij
westerse diplomaten in Mogadisjoe
een ongelovig schouderophalen te
weeg brengt.
Eigen strijd
Het Westsomalische bevrijdings
front, dat formeel in 1962 werd opge
richt, streeft naar onafhankelijkheid
van de Ogaden en houdt eigenlijk
niet van de term West-Somalië. Die
term geeft te zeer het Somalische
streven aan naar een groot Somalisch
rijk en laat te weinig heel van de
eigen identiteit die het front toe
schrijft aan de bevolking van de
Ogaden.
Ze hebben niet al te veel vertrouwen
in de uitspraken van de Somalische OOriOQ
president, generaal Mohammed Slad
Barre, die eind vorig jaar zei West-
Somalië niet meer met geweld te zul
len Inlijven. „Wij vechten voor onaf
hankelijkheid tegen het Ethioplsch
leger maar we zijn bereid ook de
wapens op te nemen tegen het Soma
lische leger als dat nodig mocht zijn."
opnemen. Daar komt nog bij dat het
Somalische leger zich in de Ogaden
heeft misdragen tegenover de bevol
king; ze hebben op grote schaal ge
plunderd en zich zeker niet geliefd
gemaakt."
Dissidenten van het front ook die
zijn er in Mogadisjoe zeggen het
front verlaten te hebben Juist vanwe
ge de grote Somalische inbreng. Zij
staan bij de vluchtelingenorganisatie
van de Verenigde Naties, de UNHCR,
te boek als Ethiopische vluchtelingen
en zij willen zo snel mogelijk het land
verlaten. Maar het bewind in Moga
disjoe laat hen niet gaan omdat ze
volgens dit bewind Somalische vluch
telingen zijn uit de door Ethiopië
gekoloniseerde Ogaden. Een van hen
vertelt dat Somalische officieren al in
1967 in kampen bij de Noordsomali-
sche stad Hargelsa vluchtelingen ron
selden voor de strijd in de Ogaden.
„Wij kregen wapens van het Somali
sche leger en zelfs een militair serie
nummer, hoewel we formeel niet tot
het leger behoorden." Hij was er uit
gestapt toen bleek dat hij niets an
ders dan de Somalische belangen in
de Ogaden moest verdedigen.
Sommigen laten duidelijk doorsche
meren dat als de onafhankelijkheid
niet haalbaar mocht blijken en er een
vorm van autonomie gevonden zou
moeten worden, ze nog liever met een
Ethiopische federale staat in zee
gaan dan met een Somalische.
Ook de Somalische invasie in de Oga
den in 1977, door de Somalische rege
ring gebracht als een hulpactie voor
het front, viel bij het front bepaald
niet in goede aarde. „Wij waren niet
van te voren op de hoogte gebracht
en wij waren er eigenlijk niet voor.
Wij behaalden successen in onze ei
gen strijd en zaten zeker niet te wach
ten op het Somalische leger. Een ge
volg van de inval was immers dat
Ethiopië op grote schaal hulp kreeg
van Russische adviseurs en Cubaan
se militairen. In maart 1978 werd het
Somalische leger de Ogaden uitgesla
gen, maar de Cubanen zijn gebleven
en wij moeten nu de strijd tegen hen
Leden van het front zijn tegelijk
openhartig en terughoudend over de
„vijand" in de Ogaden, het Ethiopi
sche leger, dat volgens de Somalische
regering volkerenmoord pleegt op de
bewoners van de Ogaden en verant
woordelijk is voor de honderdduizen
den vluchtelingen in Somalië. „Ethio
pië pleegt geen welbewuste genocide.
Ethiopië bombardeert niet lukraak.
Het bewind probeert juist de bevol
king aan zijn zijde te krijgen."
Maar al die vluchtelingen dan? „Er is
een oorlog aan de gang. De Ogaden is
door de opeenvolgende regeringen in
Addis altijd achtergesteld, de men
sen willen erkenning van hun eigen
identiteit, willen hun eigen toekomst
kunnen bepalen, ze willen vrij zijn.
Daar vechten ze voor. En natuurlijk
slaat het Ethiopische leger terug,
voert het selectieve bombardemen
ten uit waarbij ook gebruik gemaakt
is van napalm. Er vallen slachtoffers
en de mensen zijn bang. Er is wel
degelijk een oorlog aan de gang. Daar
vluchten de mensen voor."
Ook het front heeft zijn twijfels over
Vluchtelingen uit de Ogaden in Somalië
de goede trouw van de Somalische
regering in verband met de vluchte
lingenstroom. „Somalië kan het pro
bleem niet aan, de organisatie deugt
niet en het duurt veel te lang voor het
voedsel uit het buitenland de vluch
telingen bereikt. Toch haalt Somalië
de vluchtelingen maar binnen. De
Somalische regering duldt ons niet in
de kampen. De voorlichting over het
vluchtelingenprobleem wil ze in eigen
handen houden, met een bepaalde
bedoeling. Wij mogen de kampen niet
in. Wij mogen zelfs met ons eigen volk
niet praten."
een onzer verslaggevers
TERDAM Op het terrein van de inkomenspolitiek is er
land in de westelijke wereld, dat meer doet dan Neder-
Dit kabinet trekt op dit terrein de lijnen van het vorige
iet door. Aldus minister Albeda (sociale zaken) op het
osium „Reformatorische Maatschappijkritiek" dat gis-
aan de Vrije Universiteit te Amsterdam is gehouden in
ader van de viering van het honderdjarig bestaan van
universiteit. Ter discussie stond de studie „Rekormatori-
maatschappijkritiek" van de sociologen dr. D. Th. Kui-
n dr. H. E. S. Woldring.
wees op de advies-aan-
.raamwet inkomensverdeling",
oor de minister nog vóór mei
loopt een wetsontwerp te kun-
idlenen. Voorts wees hij op het
doordenken van aanvaardba-
omensverschtllen in de memo-
i antwoord op het wetsontwerp
openbaarheid van inkomens en
beperken van de inkomensont-
van vrije-beroepsbeoefena-
in beleid dat verder gaat dan in
mesters land). Ten slotte atten-
hij op het wettelijk vastleggen
netto/netto-koppeling van so-
uitkeringen aan de loonontwik-
van de actie ven
migheid
beda merkte op, dat het centra-
obleem in de huidige verzor-
u
onze redactie economie
lm fERDAM Voor de autohan-
81 dit jaar waarschijnlijk wat
w worden, dan de beide vooraf -
Jaren. Dit blijkt uit het jaar-
1979 van de RAI in Amster-
tet gisteren is gepubliceerd
it wordt, dat dit jaar 500.000
*0.000 nieuwe personenauto's
1 worden verkocht. Vorig jaar
n dat er 569.000 en het jaar daar-
*5.000.
- de RAI zal op wat langere
^ongetwijfeld een herstel in de
"Jttkopen optreden, tenzij zich
w verstoringen voordoen. Hier-
p een verschuiving te zien zijn
zuiniger wagens, terwijl ook
_en diesel hun opmars zullen
«tten.
JjJJ® ..bodem" in de automarkt is
jy^tgingsvraag. Bij een levens-
'Jntien jaar. komt die voor 1985
ongeveer 500.000 nieuwe
gingsstaat de onenigheid is over de
doelstellingen. Die moeten dan ook
eerst aan de orde komen en niet, zoals
dikwijls gebeurt, het praktisch func
tioneren van de welvaartsstaat. Want
wij kunnen, aldus de minister, niet
langer de welvaartsstaat uitbouwen
en tegelijkertijd de instrumenten af
breken om deze ontwikkeling be
heersbaar te maken.
Albeda stelde dat de eigen verant
woordelijkheid van maatschappelij
ke groeperingen voor centrale soci
aal-economische vragen pas te orga
niseren is, wanneer deze groepen an
dere doelstellingen gaan aanhangen.
Hij vroeg zich af, of een begrip als
„soevereiniteit in eigen kring" nog
toepasbaar is in de huidige sociaal-
economische problemen.
Albeda verwees naar de uitwerking
van deze gedachten in het CDA-rap-
port „Gespreide verantwoordelijk
heid" over de economische orde,
waarin wordt uitgewerkt hoe een ge
normeerde economische ontwikke
ling is te combineren met een grote
mate van gespreide verantwoorde
lijkheidsbeleving ten aanzien van vi
tale sociaal-economische beslis
singen.
Albeda signaleerde de trage ontwik
keling van de medezeggenschap en
de aarzeling die is opgetreden met
betrekking tot de PBO (publiekrech
telijke bedrijfsorganisatie). Deze was,
aldus Albeda, te zeer gebaseerd op de
overtuiging van de jaren veertig en de
problemen van de Jaren dertig om te
kunnen functioneren voor de proble
men van de jaren vijftig en zestig.
Prof. H. Dooijeweerd, aldus Albeda,
had wellicht achteraf gelijk in zijn
kritiek op het CNV terzake van de
PBO. Maar hij had ongelijk in de
mogelijkheden om via de wet gezags
verhoudingen in de onderneming te
wijzigen.
Opties
In zijn stellingen voor dit symposium
had minister Albeda verdedigd dat in
alle politieke partijen van ons land
representanten van reformatorisch
denken te vinden zijn en dat daarmee
de plaats van de christen-democratie
gegeven is, namelijk dat zij slechts
één van de christelijke opties verte
genwoordigt.
Andere sprekers op dit symposium
waren o.a. prof. H. M. Kuitert en prof.
P. J. Roxcam Abbing.
door R. L. K. Fokkema
HULSHORST Vandaag zou de dichter Gerrit Achterberg (overleden op 17
januari 1962) 75 jaar oud zijn geworden. Dat heeft de aanleiding gevormd voor ten
minste drie bijzondere gebeurtenissen die zich vandaag zullen voltrekken. Allereerst
komt er een facsimile-uitgave van de drukproef van Het spel van de wilde jacht. Dan
staat er ook een facsimile-uitgave te wachten van de zeldzame bundel Meisje bij
Querido. Tenslotte zal vanmorgen op het NS-station van Hulshorst, gelegen aan de
spoorlijn van Amersfoort-Zwolle door mevr. J. C. Achterberg-van Baak de plaat worden
onthuld waarop de tekst van het gedicht Hulshorst staat.
De herdenkingsplaats is gemaakt
op initiatief van docenten en stu
denten van de christelijke leraren
opleiding Zwolle, een initiatief dat
door de Nederlandse Spoorwegen
is overgenomen. Het gedicht dat
op de plaat zal komen luidt als
volgt:
Hulshorst, als vergeten ijzer
is uw naam, binnen de dennen
en de bittere coniferen,
roest uw station;
waar de spoortreid naar het
noorden
met een godverlaten knars
stilhoudt, niemand uitlaat
niemand inlaat, o minuten,
dat ik hoor het weinig waaien
als een oeroude legende
uit uw bossen: barse bende
rovers, rans en ruw
uit het witte veluwhart.
„Het spel van de wilde jacht" werd
geschreven in opdracht van de
toenmalige minister van onder
wijs, kunsten en wetenschappen
en verscheen in maart 1957 bij
Querido in Amsterdam. De officië
le gegevens luiden dat aan Achter
berg de opdracht is verleend op 19
oktober 1956 om een cyclus van 15
tot 18 gedichten te schrijven over
een folkloristisch onderwerp,
zoals bijvoorbeeld de jacht. In een
brief van 22 oktober heeft Achter
berg de opdracht aanvaard. Hij
leverde het manuscript op 20 no
vember 1956 in.
Deze gegevens hoeven niet te be
tekenen dat Het spel van de wilde
jacht binnen een maand is ont
staan. Aangenomen kan worden
dat Achterberg in 1956 Intensief
aan de cyclus heeft gewerkt en dat
hij het manuscript binnen een
maand voor inlevering gereed
heeft gemaakt.
In deze richting wijst ook het feit
dat de variantenbundel Vergeet
boek uit 1961 gedichten bevat die
zijn voorgepubliceerd in de perio
de tussen augustus 1953 en de
cember 1955. Voorts is er de op
merking van Achterberg die hij
deed in een interview met Jessu-
run d'Oliviera dat deze bundel en
kele jaren heeft gelegen en dat
„het spel" daar doorheen heeft
gelopen.
Gerrit Achterberg.
Tenslotte is er de ingrijpende her
schrijving van enkele gedichten
onder welke Nebo, die in 1955 zijn
voorgepubliceerd en die in 1956
aangepast zijn aan de cyclus. Dit
geeft eveneens een aanwijzing in
dezelfde richting. Even voor of ge
lijktijdig met de inlevering van
het manuscript van „het spel", dat
gold als het bewijs van de kwijting
van de opdracht, heeft Achterberg
het manuscript aangeboden aan
Querido. Hij zond gedichten eruit
ter publikatie aan tijdschriften als
De Gids, De Vlaamse gids en
Maatstaf.
Drukproeven
Tussen dit tijdstip en de publika
tie heeft Achterberg vrij veel in de
gedichten veranderd. Dat blijkt
uit de drukproeven van het tijd
schrift Maatstaf die aanwezig zijn
in het Letterkundig Museum in
Den Haag. In het bijzonder blijkt
het uit de drukproef van de be
doelde bundel. Proeven, waarop
de veranderingen in het hand
schrift van de dichter zijn aange
bracht, bevatten de integrale ver
sie van (gedichten uit) de cyclus.
Ze laten geen twijfel bestaan over
een deel van Achterbergs werkwij
ze: „het herzien, daartoe moet je je
dwingen, dat is echt arbeid. Het
blijft maar klagen. Je moet het
toch doen; tot in de revisie van
drukproeven blijf ik nog veran
deren".
Afgezien hiervan ligt het belang
van de fascimile-uitgave in het
bekend worden van ongeautori
seerde, primaire varianten. Zij
vormen een aanvulling op de ver
zameling die in de Bijlage B van
„Varianten bij Achterberg" uit
1973 is opgenomen.
In de derde plaats kan de bestude
ring van deze varianten een dieper
inzicht geven over de eenheid van
een bundel waartoe afzonderlijke
gedichten hun bijdrage geven.
Vele van de varianten verstevigen
de behandeling van de woordkeus,
de afzonderlijke gedichten en de
eenheid van de bundel. Zo be
schouwd vormen deze varianten
toetsingsmateriaal voor de hypo
these in de varianten bij Achter
berg, waarvan kortgeleden bij
Querido een tweede druk is ver
schenen.
Wie de catalogi van de antiquaria
ten regelmatig doorneemt, kan
aan de prijzen aflezen hoe gezocht
de eerste drukken van Achter-
bergs dichtbundels zijn. Het
meest gezocht is de eerste en enige
druk van Meisje dat later als afde
ling is opgenomen in de bundel
Existentie. Als illegale uitgave
verscheen Meisje in 1944 als twee
de nummer in de Volière-reeks
met de impresse „Inagres occu-
baes" (vert. „op bezette grond").
Dit was het merk van de beroem
de drukker H. N. Werkman uit
Groningen die door de Duitsers is
gefusilleerd. Querido geeft nu de
herdruk in facsimile van Meisje
die het origineel zo dicht mogelijk
benadert
Gerrit Achterberg: Meisje, twee
de druk in facsimile. Illustraties
en omslag van H. N. Werkman.
Uitgegeven door Querido te Am
sterdam, 12 blx. Prijs 24,50
gulden.
Bestellingen van de drukproef
van Het spel van de wilde jacht
door overmaking van 25 gulden
plus 1,90 gulden verzendkosten
op postgiro 1162114 ten name van
Jan Vermeulen, Waaldijk 25 te
Slijk-Ewijk.
Van onze sociaal-economische redactie
DEN HAAG Het woningtekort mag niet worden afgewen
teld op de buitenlandse werknemers. Woningen die door de
gemeente worden toegewezen, moeten voor hetzelfde percen
tage worden bewoond door buitenlandse werknemers als het
percentage dat deze groep uitmaakt in de bevolking van de
gemeente. Als de buitenlanders daarin een achterstand heb
ben, moet er „een zekere mate van bevoorrechting" worden
toegepast door de gemeenten tegenover deze groep.
Dit staat in een rapport van de
„Werkgroep Huisvesting Buitenland
se Werknemers". De werkgroep be
staat uit ambtenaren van verschillen
de ministeries en uit vertegenwoordi
gers van de gemeenten, en van werk
gevers en werknemers. Het rapport is
gisteren naar de Tweede Kamer ge
stuurd door minister Albeda van soci
ale zaken. Het rapport is een onder
deel van de regeringsnota over de
problemen rond de minderheden.
De werkgroep vindt dat gemeenten
bij de verdeling van woningen de
inschrijvingsduur soepel moeten
hanteren tegenover buitenlandse
werknemers. Die mogen niet het
slachtoffer worden van onbekend
heid met de voorschriften. De ge
meenten zouden verder voorlichting
moeten geven aan de buitenlanders,
in verschillende talen, over zaken als
het huren of kopen van een woning,
de regels voor toewijzing van wonin
gen, huursubsidies. De niet-buiten-
landers moeten meer voorlichting
krijgen over achtergronden en leefge
woonten van buitenlandse werkne
mers.
De werkgroep vindt het juist dat ge
meenten bij de woningverdeling pro
beren te voorkomen dat bepaalde,
wijken worden tot ghetto's van bui--
tenlanders en minderheden. Maar de
werkgroep waarschuwt dat aan de
andere kant ook voorkomen moet
worden dat vrouwen van buitenland
se werknemers verstoken raken van
contact met landgenoten. De werk-
groep acht verder veel meer wonin
gen nodig voor alleenstaande buiten
landers. Ook moet de controle op
pensions intensiever worden. Gevaar
lijke en slechte pensions die niet vol
doen aan minimum eisen, dienen te
worden gesloten.
DEN HAAG (ANP) Op donderdag, maar vooral op de
koopavond, ontplooien de winkeldieven en -dieveggen hun
grootste activiteit. De vrijdag en de zaterdag zijn daarna de
dagen, waarop zij bij voorkeur hun slag slaan.
Dit blijkt uit de gegevens, die het
Centraal bureau voor de statistiek
sinds 1977 verzamelt over winkeldief
stallen bij warenhuizen en grote tex
tielzaken. In 1979 werden door de 317
bij dit onderzoek betrokken vestigin
gen van deze grote winkelbedrijven
bijna 20.00 gevallen van winkeldief
stal aan het CBS doorgegeven. Men
stal voor een waarde van ruim 1,8
miljoen gulden, in 2379 gevallen
blven de daders onbekend.
De dieven zijn in meerderheid man
nen, althans voor zover het CBS kan
nagaan. Wegens winkeldiefstal wer
den bij de 317 zaken 23.974 personen
aangehouden, waarvan 12.015 man-
ne, 8779 vrouwen en 3180 personen,
waarvan het geslacht niet werd opge
geven. Van de personen, van wie de
leeftijd werd opgegeven, was 49 pro
cent strafrechterlijk minderjarig.
Van de gevallen met bekende dader
werd ruim 59 procent aan de politie
gemeld. De waarde van de gestolen
goederen bleek van invloed op het al
dan niet melden aan de politie. Zot
werd van de 9628 maal dat de waarde
van het gestolene 25 gulden of minder -
bedroeg, slechts 30 procent van het
aantal gevallen aan de politie
gemeld.
Bijna 46 procent van de aangehouden
winkeldieven gaf op scholier of stu-
dent te zijn, terwijl veertien procent
zei huisvrouw te zijn.
De verkoopwaarde van de in de wa
renhuizen gestolen goederen bedroeg
1,6 miljoen gulden.
WASHINGTON (UPI) Warren
Christopher heeft zich bedacht de
Amerikaanse onderminister van bui
tenlandse zaken blijft in functie tot
en met de verkiezingen in november,
zo heeft de nieuwe minister van bui
tenlandse zaken, Edmund Muskie,
bekendgemaakt.
Via woordvoerder Hodding Carter
liet Muskie weten dat Christopher
aanblijft op het verzoek van zijn chef.
Toen Cyrus Vance op 28 april aftrad
als minister van buitenlandse zaken
gold Warren Christopher als serieuze
kandidaat voor diens opvolging.