In het huis van je gastheer stook je geen vuur' Gedicht van Achterberg siert Veiuws station rierland voortrekker j inkomenspolitiek Werknemers buitenland geen dupe woningtekort Winkeldieven vooral op koopavond actief evrijdingsfront Ogaden juicht niet om hulp Somalië «ster Albeda op symposium: I voorziet ling van 3 toverkopen Pleidooi ambtenaren in rapport: ÏSaG 20 MEI 1980 TROUW/KWARTET H 11 johan ten Move jADISJOE Hij is 24 oud, een meter negentig en broodmager. Hij heeft ddis Abeba geschiedenis jdeerd en praat somber Bismarck en de Italiaan- ffijheidsheld Garibaldi, zijn ogen schieten vuur ij het heeft over de strijd het Westsomalische be- Ingsfront. Voorlopig zal daar zelf niet meer aan [oen. Zijn rechterarm is it, hij kan niet goed meer en is herstellende van julkwond. Aan het front en plaats voor kreupele (ns. jrd in de gevangenis van de lische hoofdstad Addis Abeba ii, waar zijn ouders vastzaten ge verzet tegen keizer Haile le. Na de omwenteling in Addis I was hij lid van de Ethiopische Bonaire volkspartij en met zes- end studenten en scholieren hij naar het platteland om de ite activeren en te organiseren verzet tegen de feodale land- igduizend leden van de partij ndat niet overleefd. De huidige hebber in Ethiopië, kolonel stu Haile Mariam, bleed van verwachten dat hij oorlog zou tegen de Somalische bevol- ïde Ogaden. Maar hij behoorde it die bevolking en sloot zich ij het Westsomalisch bevrij- ront. ider werd in Addis vermoord en loeder stierf in de oorlog om de hoofdstad in de Ogaden. jt niet of zij gedood werd door ilsche troepen of omkwam in iur van het geregelde Somali- leger toen dat in 1977 voor de m van Har ar stond. Zijn zuster nog in Har ar wonen en hij wordt als hij de stad beschrijft. Hij t rusten voordat Har ar bevrijd zaam i mortieraanval van het Ethio- leger bleef hij als enige van itroullle in leven en sleepte zich gewond onder een boom. Vij- ntig lange dagen en nachten lag hij onder aie Doom en meia zich in leven door de vruchten en de blade ren ervan te eten. En nooit had hij zich eenzamer gevoeld. Tot hij door het front werd gevonden en naar Somalië werd gebracht. Waar ze hem opereerden en zijn arm wilden afzetten. Maar dat weigerde hij en hij laat zien dat hij zijn arm al weer enigszins kan gebruiken. Hij vertelt over de guerrilla, hoe het front heer en meester is buiten de steden en Ethiopische konvooien aanvalt. Hoe leden van het front met de wapens onder de kleren de dorpen en steden binnendringen en Ethiopische propa gandisten, die het volk toespreken, „naar de hel schieten". Hij moet niets hebben van het chris tendom of de islam. HIJ is overtuigd atheïst en zegt dat hij alleen nog waarde hecht aan de humanitaire tra dities van de mensheid. De wonderen zijn inderdaad de wereld nog niet uit. Broeder Op het hoofdkwartier van het West somalische bevrijdingsfront in Moga- disjoe, een groot pand met tal van strijdlustige posters aan de muur wordt je uiterst hartelijk ontvangen en, als je blijk geeft van je interesse voor de strijd in de Ogaden, al vrij snel met „broeder" aangesproken. Er ontstaat een sfeer van ouwe jongens onder mekaar en bij het afscheid wor den er dan van die stevige handdruk ken uitgewisseld en zijn kreten als „de rechtvaardige strijd van de mas sa's tegen de onderdrukkers" niet van de lucht. In zo'n sfeer past het ook niet dat de belangrijkste man van het front, se cretaris-generaal Abdoelah Hassan Mohammed, een afspraak moet af zeggen, omdat hij met twee zieke kinderen naar de dokter moet. Lei ders van bevrijdingsfronten horen geen kinderen te hebben en zeker geen zieke. De verhouding tussen het bevrij dingsfront en de Somalische autori teiten en het leger is er een van haat en liefde, waarbij, naarmate de ge sprekken langer duren, de haat het wint van de liefde. Na ellenlange ses sies nuanceert het front het beeld dat de vluchtelingen, maar vooral de So malische regering en de tolken heb ben opgehangen. Onder de uitdruk kelijke voorwaarde dat er geen na men genoemd zullen worden wil men uiteindelijk wel kwijt dat men de Somalische inbreng in de strijd liever kwijt dan rijk is. „Maar in het huis waar Je te gast bent ga je nu eenmaal geen vuur stoken." Het bevrijdingsfront is met handen en voeten gebonden aan Somalië. Als er journalisten met het front mee trekken naar de Ogaden gebeurt dat met toestemming van de Somalische regering en vaak zelfs met auto's van die regering. Wapens die op de vrije markt gekocht worden, moeten over Somalisch grondgebied aangevoerd worden, al zijn er dat de laatste maanden niet veel meer. „Wij ver overen onze wapens op het Ethiopi sche leger". Een uitspraak die bij westerse diplomaten in Mogadisjoe een ongelovig schouderophalen te weeg brengt. Eigen strijd Het Westsomalische bevrijdings front, dat formeel in 1962 werd opge richt, streeft naar onafhankelijkheid van de Ogaden en houdt eigenlijk niet van de term West-Somalië. Die term geeft te zeer het Somalische streven aan naar een groot Somalisch rijk en laat te weinig heel van de eigen identiteit die het front toe schrijft aan de bevolking van de Ogaden. Ze hebben niet al te veel vertrouwen in de uitspraken van de Somalische OOriOQ president, generaal Mohammed Slad Barre, die eind vorig jaar zei West- Somalië niet meer met geweld te zul len Inlijven. „Wij vechten voor onaf hankelijkheid tegen het Ethioplsch leger maar we zijn bereid ook de wapens op te nemen tegen het Soma lische leger als dat nodig mocht zijn." opnemen. Daar komt nog bij dat het Somalische leger zich in de Ogaden heeft misdragen tegenover de bevol king; ze hebben op grote schaal ge plunderd en zich zeker niet geliefd gemaakt." Dissidenten van het front ook die zijn er in Mogadisjoe zeggen het front verlaten te hebben Juist vanwe ge de grote Somalische inbreng. Zij staan bij de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties, de UNHCR, te boek als Ethiopische vluchtelingen en zij willen zo snel mogelijk het land verlaten. Maar het bewind in Moga disjoe laat hen niet gaan omdat ze volgens dit bewind Somalische vluch telingen zijn uit de door Ethiopië gekoloniseerde Ogaden. Een van hen vertelt dat Somalische officieren al in 1967 in kampen bij de Noordsomali- sche stad Hargelsa vluchtelingen ron selden voor de strijd in de Ogaden. „Wij kregen wapens van het Somali sche leger en zelfs een militair serie nummer, hoewel we formeel niet tot het leger behoorden." Hij was er uit gestapt toen bleek dat hij niets an ders dan de Somalische belangen in de Ogaden moest verdedigen. Sommigen laten duidelijk doorsche meren dat als de onafhankelijkheid niet haalbaar mocht blijken en er een vorm van autonomie gevonden zou moeten worden, ze nog liever met een Ethiopische federale staat in zee gaan dan met een Somalische. Ook de Somalische invasie in de Oga den in 1977, door de Somalische rege ring gebracht als een hulpactie voor het front, viel bij het front bepaald niet in goede aarde. „Wij waren niet van te voren op de hoogte gebracht en wij waren er eigenlijk niet voor. Wij behaalden successen in onze ei gen strijd en zaten zeker niet te wach ten op het Somalische leger. Een ge volg van de inval was immers dat Ethiopië op grote schaal hulp kreeg van Russische adviseurs en Cubaan se militairen. In maart 1978 werd het Somalische leger de Ogaden uitgesla gen, maar de Cubanen zijn gebleven en wij moeten nu de strijd tegen hen Leden van het front zijn tegelijk openhartig en terughoudend over de „vijand" in de Ogaden, het Ethiopi sche leger, dat volgens de Somalische regering volkerenmoord pleegt op de bewoners van de Ogaden en verant woordelijk is voor de honderdduizen den vluchtelingen in Somalië. „Ethio pië pleegt geen welbewuste genocide. Ethiopië bombardeert niet lukraak. Het bewind probeert juist de bevol king aan zijn zijde te krijgen." Maar al die vluchtelingen dan? „Er is een oorlog aan de gang. De Ogaden is door de opeenvolgende regeringen in Addis altijd achtergesteld, de men sen willen erkenning van hun eigen identiteit, willen hun eigen toekomst kunnen bepalen, ze willen vrij zijn. Daar vechten ze voor. En natuurlijk slaat het Ethiopische leger terug, voert het selectieve bombardemen ten uit waarbij ook gebruik gemaakt is van napalm. Er vallen slachtoffers en de mensen zijn bang. Er is wel degelijk een oorlog aan de gang. Daar vluchten de mensen voor." Ook het front heeft zijn twijfels over Vluchtelingen uit de Ogaden in Somalië de goede trouw van de Somalische regering in verband met de vluchte lingenstroom. „Somalië kan het pro bleem niet aan, de organisatie deugt niet en het duurt veel te lang voor het voedsel uit het buitenland de vluch telingen bereikt. Toch haalt Somalië de vluchtelingen maar binnen. De Somalische regering duldt ons niet in de kampen. De voorlichting over het vluchtelingenprobleem wil ze in eigen handen houden, met een bepaalde bedoeling. Wij mogen de kampen niet in. Wij mogen zelfs met ons eigen volk niet praten." een onzer verslaggevers TERDAM Op het terrein van de inkomenspolitiek is er land in de westelijke wereld, dat meer doet dan Neder- Dit kabinet trekt op dit terrein de lijnen van het vorige iet door. Aldus minister Albeda (sociale zaken) op het osium „Reformatorische Maatschappijkritiek" dat gis- aan de Vrije Universiteit te Amsterdam is gehouden in ader van de viering van het honderdjarig bestaan van universiteit. Ter discussie stond de studie „Rekormatori- maatschappijkritiek" van de sociologen dr. D. Th. Kui- n dr. H. E. S. Woldring. wees op de advies-aan- .raamwet inkomensverdeling", oor de minister nog vóór mei loopt een wetsontwerp te kun- idlenen. Voorts wees hij op het doordenken van aanvaardba- omensverschtllen in de memo- i antwoord op het wetsontwerp openbaarheid van inkomens en beperken van de inkomensont- van vrije-beroepsbeoefena- in beleid dat verder gaat dan in mesters land). Ten slotte atten- hij op het wettelijk vastleggen netto/netto-koppeling van so- uitkeringen aan de loonontwik- van de actie ven migheid beda merkte op, dat het centra- obleem in de huidige verzor- u onze redactie economie lm fERDAM Voor de autohan- 81 dit jaar waarschijnlijk wat w worden, dan de beide vooraf - Jaren. Dit blijkt uit het jaar- 1979 van de RAI in Amster- tet gisteren is gepubliceerd it wordt, dat dit jaar 500.000 *0.000 nieuwe personenauto's 1 worden verkocht. Vorig jaar n dat er 569.000 en het jaar daar- *5.000. - de RAI zal op wat langere ^ongetwijfeld een herstel in de "Jttkopen optreden, tenzij zich w verstoringen voordoen. Hier- p een verschuiving te zien zijn zuiniger wagens, terwijl ook _en diesel hun opmars zullen «tten. JjJJ® ..bodem" in de automarkt is jy^tgingsvraag. Bij een levens- 'Jntien jaar. komt die voor 1985 ongeveer 500.000 nieuwe gingsstaat de onenigheid is over de doelstellingen. Die moeten dan ook eerst aan de orde komen en niet, zoals dikwijls gebeurt, het praktisch func tioneren van de welvaartsstaat. Want wij kunnen, aldus de minister, niet langer de welvaartsstaat uitbouwen en tegelijkertijd de instrumenten af breken om deze ontwikkeling be heersbaar te maken. Albeda stelde dat de eigen verant woordelijkheid van maatschappelij ke groeperingen voor centrale soci aal-economische vragen pas te orga niseren is, wanneer deze groepen an dere doelstellingen gaan aanhangen. Hij vroeg zich af, of een begrip als „soevereiniteit in eigen kring" nog toepasbaar is in de huidige sociaal- economische problemen. Albeda verwees naar de uitwerking van deze gedachten in het CDA-rap- port „Gespreide verantwoordelijk heid" over de economische orde, waarin wordt uitgewerkt hoe een ge normeerde economische ontwikke ling is te combineren met een grote mate van gespreide verantwoorde lijkheidsbeleving ten aanzien van vi tale sociaal-economische beslis singen. Albeda signaleerde de trage ontwik keling van de medezeggenschap en de aarzeling die is opgetreden met betrekking tot de PBO (publiekrech telijke bedrijfsorganisatie). Deze was, aldus Albeda, te zeer gebaseerd op de overtuiging van de jaren veertig en de problemen van de Jaren dertig om te kunnen functioneren voor de proble men van de jaren vijftig en zestig. Prof. H. Dooijeweerd, aldus Albeda, had wellicht achteraf gelijk in zijn kritiek op het CNV terzake van de PBO. Maar hij had ongelijk in de mogelijkheden om via de wet gezags verhoudingen in de onderneming te wijzigen. Opties In zijn stellingen voor dit symposium had minister Albeda verdedigd dat in alle politieke partijen van ons land representanten van reformatorisch denken te vinden zijn en dat daarmee de plaats van de christen-democratie gegeven is, namelijk dat zij slechts één van de christelijke opties verte genwoordigt. Andere sprekers op dit symposium waren o.a. prof. H. M. Kuitert en prof. P. J. Roxcam Abbing. door R. L. K. Fokkema HULSHORST Vandaag zou de dichter Gerrit Achterberg (overleden op 17 januari 1962) 75 jaar oud zijn geworden. Dat heeft de aanleiding gevormd voor ten minste drie bijzondere gebeurtenissen die zich vandaag zullen voltrekken. Allereerst komt er een facsimile-uitgave van de drukproef van Het spel van de wilde jacht. Dan staat er ook een facsimile-uitgave te wachten van de zeldzame bundel Meisje bij Querido. Tenslotte zal vanmorgen op het NS-station van Hulshorst, gelegen aan de spoorlijn van Amersfoort-Zwolle door mevr. J. C. Achterberg-van Baak de plaat worden onthuld waarop de tekst van het gedicht Hulshorst staat. De herdenkingsplaats is gemaakt op initiatief van docenten en stu denten van de christelijke leraren opleiding Zwolle, een initiatief dat door de Nederlandse Spoorwegen is overgenomen. Het gedicht dat op de plaat zal komen luidt als volgt: Hulshorst, als vergeten ijzer is uw naam, binnen de dennen en de bittere coniferen, roest uw station; waar de spoortreid naar het noorden met een godverlaten knars stilhoudt, niemand uitlaat niemand inlaat, o minuten, dat ik hoor het weinig waaien als een oeroude legende uit uw bossen: barse bende rovers, rans en ruw uit het witte veluwhart. „Het spel van de wilde jacht" werd geschreven in opdracht van de toenmalige minister van onder wijs, kunsten en wetenschappen en verscheen in maart 1957 bij Querido in Amsterdam. De officië le gegevens luiden dat aan Achter berg de opdracht is verleend op 19 oktober 1956 om een cyclus van 15 tot 18 gedichten te schrijven over een folkloristisch onderwerp, zoals bijvoorbeeld de jacht. In een brief van 22 oktober heeft Achter berg de opdracht aanvaard. Hij leverde het manuscript op 20 no vember 1956 in. Deze gegevens hoeven niet te be tekenen dat Het spel van de wilde jacht binnen een maand is ont staan. Aangenomen kan worden dat Achterberg in 1956 Intensief aan de cyclus heeft gewerkt en dat hij het manuscript binnen een maand voor inlevering gereed heeft gemaakt. In deze richting wijst ook het feit dat de variantenbundel Vergeet boek uit 1961 gedichten bevat die zijn voorgepubliceerd in de perio de tussen augustus 1953 en de cember 1955. Voorts is er de op merking van Achterberg die hij deed in een interview met Jessu- run d'Oliviera dat deze bundel en kele jaren heeft gelegen en dat „het spel" daar doorheen heeft gelopen. Gerrit Achterberg. Tenslotte is er de ingrijpende her schrijving van enkele gedichten onder welke Nebo, die in 1955 zijn voorgepubliceerd en die in 1956 aangepast zijn aan de cyclus. Dit geeft eveneens een aanwijzing in dezelfde richting. Even voor of ge lijktijdig met de inlevering van het manuscript van „het spel", dat gold als het bewijs van de kwijting van de opdracht, heeft Achterberg het manuscript aangeboden aan Querido. Hij zond gedichten eruit ter publikatie aan tijdschriften als De Gids, De Vlaamse gids en Maatstaf. Drukproeven Tussen dit tijdstip en de publika tie heeft Achterberg vrij veel in de gedichten veranderd. Dat blijkt uit de drukproeven van het tijd schrift Maatstaf die aanwezig zijn in het Letterkundig Museum in Den Haag. In het bijzonder blijkt het uit de drukproef van de be doelde bundel. Proeven, waarop de veranderingen in het hand schrift van de dichter zijn aange bracht, bevatten de integrale ver sie van (gedichten uit) de cyclus. Ze laten geen twijfel bestaan over een deel van Achterbergs werkwij ze: „het herzien, daartoe moet je je dwingen, dat is echt arbeid. Het blijft maar klagen. Je moet het toch doen; tot in de revisie van drukproeven blijf ik nog veran deren". Afgezien hiervan ligt het belang van de fascimile-uitgave in het bekend worden van ongeautori seerde, primaire varianten. Zij vormen een aanvulling op de ver zameling die in de Bijlage B van „Varianten bij Achterberg" uit 1973 is opgenomen. In de derde plaats kan de bestude ring van deze varianten een dieper inzicht geven over de eenheid van een bundel waartoe afzonderlijke gedichten hun bijdrage geven. Vele van de varianten verstevigen de behandeling van de woordkeus, de afzonderlijke gedichten en de eenheid van de bundel. Zo be schouwd vormen deze varianten toetsingsmateriaal voor de hypo these in de varianten bij Achter berg, waarvan kortgeleden bij Querido een tweede druk is ver schenen. Wie de catalogi van de antiquaria ten regelmatig doorneemt, kan aan de prijzen aflezen hoe gezocht de eerste drukken van Achter- bergs dichtbundels zijn. Het meest gezocht is de eerste en enige druk van Meisje dat later als afde ling is opgenomen in de bundel Existentie. Als illegale uitgave verscheen Meisje in 1944 als twee de nummer in de Volière-reeks met de impresse „Inagres occu- baes" (vert. „op bezette grond"). Dit was het merk van de beroem de drukker H. N. Werkman uit Groningen die door de Duitsers is gefusilleerd. Querido geeft nu de herdruk in facsimile van Meisje die het origineel zo dicht mogelijk benadert Gerrit Achterberg: Meisje, twee de druk in facsimile. Illustraties en omslag van H. N. Werkman. Uitgegeven door Querido te Am sterdam, 12 blx. Prijs 24,50 gulden. Bestellingen van de drukproef van Het spel van de wilde jacht door overmaking van 25 gulden plus 1,90 gulden verzendkosten op postgiro 1162114 ten name van Jan Vermeulen, Waaldijk 25 te Slijk-Ewijk. Van onze sociaal-economische redactie DEN HAAG Het woningtekort mag niet worden afgewen teld op de buitenlandse werknemers. Woningen die door de gemeente worden toegewezen, moeten voor hetzelfde percen tage worden bewoond door buitenlandse werknemers als het percentage dat deze groep uitmaakt in de bevolking van de gemeente. Als de buitenlanders daarin een achterstand heb ben, moet er „een zekere mate van bevoorrechting" worden toegepast door de gemeenten tegenover deze groep. Dit staat in een rapport van de „Werkgroep Huisvesting Buitenland se Werknemers". De werkgroep be staat uit ambtenaren van verschillen de ministeries en uit vertegenwoordi gers van de gemeenten, en van werk gevers en werknemers. Het rapport is gisteren naar de Tweede Kamer ge stuurd door minister Albeda van soci ale zaken. Het rapport is een onder deel van de regeringsnota over de problemen rond de minderheden. De werkgroep vindt dat gemeenten bij de verdeling van woningen de inschrijvingsduur soepel moeten hanteren tegenover buitenlandse werknemers. Die mogen niet het slachtoffer worden van onbekend heid met de voorschriften. De ge meenten zouden verder voorlichting moeten geven aan de buitenlanders, in verschillende talen, over zaken als het huren of kopen van een woning, de regels voor toewijzing van wonin gen, huursubsidies. De niet-buiten- landers moeten meer voorlichting krijgen over achtergronden en leefge woonten van buitenlandse werkne mers. De werkgroep vindt het juist dat ge meenten bij de woningverdeling pro beren te voorkomen dat bepaalde, wijken worden tot ghetto's van bui-- tenlanders en minderheden. Maar de werkgroep waarschuwt dat aan de andere kant ook voorkomen moet worden dat vrouwen van buitenland se werknemers verstoken raken van contact met landgenoten. De werk- groep acht verder veel meer wonin gen nodig voor alleenstaande buiten landers. Ook moet de controle op pensions intensiever worden. Gevaar lijke en slechte pensions die niet vol doen aan minimum eisen, dienen te worden gesloten. DEN HAAG (ANP) Op donderdag, maar vooral op de koopavond, ontplooien de winkeldieven en -dieveggen hun grootste activiteit. De vrijdag en de zaterdag zijn daarna de dagen, waarop zij bij voorkeur hun slag slaan. Dit blijkt uit de gegevens, die het Centraal bureau voor de statistiek sinds 1977 verzamelt over winkeldief stallen bij warenhuizen en grote tex tielzaken. In 1979 werden door de 317 bij dit onderzoek betrokken vestigin gen van deze grote winkelbedrijven bijna 20.00 gevallen van winkeldief stal aan het CBS doorgegeven. Men stal voor een waarde van ruim 1,8 miljoen gulden, in 2379 gevallen blven de daders onbekend. De dieven zijn in meerderheid man nen, althans voor zover het CBS kan nagaan. Wegens winkeldiefstal wer den bij de 317 zaken 23.974 personen aangehouden, waarvan 12.015 man- ne, 8779 vrouwen en 3180 personen, waarvan het geslacht niet werd opge geven. Van de personen, van wie de leeftijd werd opgegeven, was 49 pro cent strafrechterlijk minderjarig. Van de gevallen met bekende dader werd ruim 59 procent aan de politie gemeld. De waarde van de gestolen goederen bleek van invloed op het al dan niet melden aan de politie. Zot werd van de 9628 maal dat de waarde van het gestolene 25 gulden of minder - bedroeg, slechts 30 procent van het aantal gevallen aan de politie gemeld. Bijna 46 procent van de aangehouden winkeldieven gaf op scholier of stu- dent te zijn, terwijl veertien procent zei huisvrouw te zijn. De verkoopwaarde van de in de wa renhuizen gestolen goederen bedroeg 1,6 miljoen gulden. WASHINGTON (UPI) Warren Christopher heeft zich bedacht de Amerikaanse onderminister van bui tenlandse zaken blijft in functie tot en met de verkiezingen in november, zo heeft de nieuwe minister van bui tenlandse zaken, Edmund Muskie, bekendgemaakt. Via woordvoerder Hodding Carter liet Muskie weten dat Christopher aanblijft op het verzoek van zijn chef. Toen Cyrus Vance op 28 april aftrad als minister van buitenlandse zaken gold Warren Christopher als serieuze kandidaat voor diens opvolging.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 11