Bondgenoten op de vlucht Projecthulp onder het mes IK- IDAG 26 APRIL 1980 TROUW/KWARTET 23 'W <'■->- Terwijl president „Baby Doc" Duveller (links) aljn creep op lijn land verstevigt, neemt de Amerikaanse kustwacht nabij Miami Haitiaanse bootvluchtelingen bij honderden tegelijk gevangen. Miami, de vergaarbak van vrij- il alle vluchtelingen uit Latijns- nerika, Is men al jaren op de ogte van het probleem-Haiti. lar sprak men er echter eerder er in termen van handel. Er iren een paar ernstige „onge- cken" voor nodig om dat aan t licht te brengen. Een ge- ihtshof In Florida sprak vorige ek het schuldig uit tegen een rtigjarige kapitein en zijn hulp- Zij waren aangeklaagd wegens odslag op zes Haitianen. Jonge kapitein probeerde in augustus ig Jaar zeventien mensen uit Haiti op i bootje naar de Verenigde Staten te Dkkelen, toen de kustwacht zijn vaar- in de gaten kreeg. Uit angst om Tepen te worden gaf hij alle illegale nigranten het bevel in zee te springen, rhonderd meter uit de kust. Hij ge likte zelfs zijn pistool om de mensen t zijn boot te jagen. Een Jonge vrouw en ir vijf kinderen verdronken. De vluch- ngen hadden de kapitein elk ongeveer zend gulden betaald voor de twaalf- iderd kilometer lange tocht, zelfde week maakten de kranten in imi melding van een tiental lijken, die de kust waren aangespoeld. Men nam i dat het Haitiaanse vluchtelingen wa- die schipbreuk hadden geleden. Na e incidenten werd het weer vrij stil d de bootvluchtelingen. In een tijd dat Amerikaanse pers juist veel aandacht ;on te besteden aan de tienduizenden aten die het door communisten be urde Vietnam en Cambodja per boot jvluchtten, was er weinig plaats voor j paar duizend mensen die een door de renlgde Staten gesteund land op dezelf- nanier verlieten. ^corte tijd is het probleem echter tot grote omvang toegenomen, dat de btselljke autoriteiten wel in Washgin- I aan de bel moesten trekken voor hulp. 1 aan eind 1978 waren er in de loop van ]tlen jaar naar schatting tienduizend htelingen uit Haiti illegaal geland op Amerika heeft zijn eigen bootvluchtelingen, al jarenlang naar nu pas blijkt. De stroom vluchtelingen die in gammele bootjes op de kust van Zuid-Florida neerstrijken is de laatste maanden zo sterk toegenomen, dat het ook tot hogere niveaus doordringt dat de Verenige Staten er een probleem bij hebben. door Wim Jansen de kusten van Florida. Vorig Jaar waren dat er ongeveer 2500 en in de eerste drie maanden wisten ruim drieduizend Haltla nen zo de Verenigde Staten binnen te dringen. En het rustige lenteweer in de Caribische Zee is er de oorzaak van dat er alleen deze maand al meer dan driedui zend vluchtelingen zich zullen aanmelden bij de opvangcentra. Gemiddeld komen er honderd per dag aan, op 13 april wisten zelfs zevenhonderd Haitianen voet op Amerikaanse bodem te zetten. Tot voor kort had de Immigratie en Natu ralisatie Dienst (INS) in Florida het recht om de vluchtelingen naar hun land terug te sturen. De rechter heeft echter op dracht gegeven hiermee te stoppen, in afwachting van een gerechtelijke uit spraak over de vraag of de Haitianen beschouwd kunnen worden als politieke vluchtelingen. De Amerikaanse regering vindt van niet. Volgens het ministerie van buitenlandse zaken is er in Haiti geen sprake van politieke vervolging en gaat het dus om economische vluchtelingen. Die uitspraak bevestigt de mening van de federale regering dat zij in ieder geval niet verantwoordelijk is voor de opvang van de vluchtelingen. Kerkelijke organisaties en vrijwilligers zorgen voor kleding en voed sel. En voor zover mogelijk ook voor on derdak, een schaars goed in een stad waar wél erkende politieke vluchtelingen eerst aan een woning geholpen worden. Sommi ge kerken zijn al Ingericht als opvang centra. Wfirk Omdat zij geen erkenning krijgen als poli- tiek-vluchteling, hebben de Haitianen ook geen recht op een werkvergunning. Dat betekent dat ze illegaal werk zoeken en bereid zijn daarvoor minder dan het mini mumloon te ontvangen. En dat veroor zaakt weer scheve verhoudingen met an dere arbeiders in Miami, die zo hun positie ondermijnd zien. Veel Haitianen tonen zich erg teleurge steld over de behandeling die ze bij aan komst krijgen. De Amerikaanse regering heeft zojuist politiek asiel toegezegd aan 3500 Cubanen, die genoeg hadden van de armoede onder Fidel Castro. Ze worden feestelijk onthaald en krijgen automa tisch een werkvergunning. De Haitianen die door de kustwacht worden opgepakt gaan eerst zonder uitzondering voor een dag of vier naar de gevangenis „voor me dische controle en administratieve ver werking". De begin dit jaar aangenomen nieuwe vluchtelingenwet maakt het de autoriteiten echter onmogelijk ze zonder meer terug te sturen, als de opgepakte binnendringers tenminste bij de rechter protest aantekenen tegen die uitwijzing. Gelijki De Amerikaanse regering kan zich niet veroorloven de Haitianen te erkennen als politiek vluchteling, De stroom boot vluchtelingen in Zuldoost-Azié is altijd uitgelegd als het levende bewijs van het Amerikaanse gelijk in de Vietnemese oor log. Erkenning van de Haitianen als poli tiek vluchteling staat gelijk aan toegeven dat bij de eigen bondgenoten eenzelfde uittocht op vergelijkbare schaal plaats vindt. Dictatuur; Met dit rapport is alle hoop vervlogen, die nog te lezen was in een rapport van de in ter-Amerikaanse commissie, twee Jaar geleden. Toen zag het er Juist naar uit dat het na 24 Jaar dictatuur de goede kant op zou gaan met dit land. De huidige golf vluchtelingen mag dan ook economische oorzaken hebben (het gemiddelde inko men van de Haitiaan ligt beneden de drie gulden per dag, het laagste in heel Latijns- Amerika), het is in de eerste plaats een teken dat bewoners geen hoop meer heb ben op een politieke verbetering. Want het gemiddelde inkomen ligt al jaren op dit lage peil en ook wordt al lange tijd een kwart van de beroepsbevolking getroffen door werkloosheid. Het zag er aanvankelijk zo hoopvol uit, na twee decennia van harde onderdrukking. De Haitianen maakten in 1954 de vergis sing van hun leven, door de zachtaardige en internationaal bekende arts Francois Duvalier tot president te kiezen. Tot zijn dood in 1971 oefende Papa Doe, zoals de arts zich graag liet noemen, een steeds pijnlijkere greep op het land uit. In dat Jaar werd zijn 19-jarige zoon Jean- Claude („Baby Doe") voor het leven tot president benoemd. Hij liet zich aanvan kelijk de les voorschrijven door zijn moe der Slmone en andere adviseurs van de overleden dictator. Maar na een paar jaar schiep hij hoop met de opmerking: „Mijn vader maakte een politieke revolutie, ik zal zorgen voor een sociale revolutie". En inderdaad kon de pers zich wat vrijer opstellen en was het vorig Jaar zelfs moge lijk politieke partijen te vormen. De chris ten-democraten maakten er enthousiast gebruik van door er drie tegelijk op te richten. De vreugde was van korte duur. De inmid dels 28-jarige president draaide halverwe ge het Jaar alle vrijheden weer de nek om en waarschuwde tegen de verwerpelijke Westerse invloeden. En tegelijk doken de gevreesde Tontons Macoutes weer op, de donker gebrilde leden van de omvangrijke geheime dienst die het prlvé-leger vorm den van de overleden dictator. De Jonge president had dit leger naar de achter grond geschoven, vanwege de slechte in druk die hun terreur bij de bevolking had achtergelaten. In de zomer van vorig Jaar sprak hij echter een menigte van 15.000 Tontons Macoutes (de naam betekent in het creools „duivels") in het openbaar toe en waarschuwde hen klaar te staan om zijn regering te verdedigen. De Haitiaanse vluchtelingen maken tij dens de verhoren door de kustwacht van Florida vrijwel zonder uitzondering mel ding van gewelddaden van de Tontons Macoutes in hun vaderland. Wij zijn ons leven niet meer zeker, zeggen ze. Een argument dat de erkende politieke vluch telingen uit Cuba zelden gebruiken. uwenlang was het belangrijkste nut van „de wilden" dat ze konden worden ebuit of uitgeroeid. Totdat de rijke wereld inzag dat het zo moeilijk door kon gaan. Jmiljardenstroom van Noord naar Zuid kwam op gang. Lar met de miljarden kwamen de fouten. Voor ons spreekt het vanzelf dat een dorp a kraan verdient. Maar hoe zit dat nu als de vermoeiende en tijdrovende klautertocht naar de rivier het enige uitje is voor de vrouwen van het dorp? En zit een land waar de jacht verboden is en waar de jagers van weleer de stropers van nu zijn te wachten op een officieel onderzoek naar de jaaggewoonten? UNDP, de belangrijkste hulporganisatie van de Verenigde Naties, twijfelt en onderzoekt zich zelf. or Nico Kussendrager ons wordt een weg igelegd; in de derde reld heet dat een pro- t. In Nederland krij- 1 boerenzoons land- ^wonderwijs; in een ikaans land is dat i project. In het wes- begint een dokter i praktijk; in een ont- STEi&elingsland komt i project van de nd. G Igerichte hulp aan de der wereld wordt „project- genoemd. Daarnaast n t« kol?1 kapitaalhulp gegeven bijvoorbeeld betalingsba- tekorten in ontwikke- recior-uanden te dekken. Miljar- guldens projecthulp zijn v5jfgelopen dertig jaar van 5 CE vfd naar Zuld gestroomd. - klinkt gewoon, maar in was het een grote om- teling dat het ene, rijke I het andere, arme hielp lijn ontwikkeling. Intema- ale samenwerking, waar- se iijdragen zonder evenredi- egenprestatie worden ge in tot bevordering van de 'aart in minder ontwikkel- anden is een betrekkelijk verschijnsel, schrijft dr. 15 lefi van Soest in zijn proef- 2 laCft „Het begin van de ont- Chr M.^elingshulp". „Tot dertig geleden kwamen ge- ht dat Fken tussen onafhanke- wi|s kiei landen niet voor". •laats van de overzee wo- M. 9L nende „wilden" uit te buiten of af te schieten, zoals eeu wenlang was gebeurd, kregen ze ineens „projecthulp". Het ging lang niet altijd goed met die projecten. De voorbeelden van hele en halve mislukkin gen zijn legio. Een paar uit eigen ervaring. In Mali wordt met buitenlandse steun een onderzoek ingesteld naar de jaaggewoonten van de bevolking, om het wild als voedsel te kunnen gebruiken. Er bestaat echter een jacht- verbod, zodat de onderzoe kers duimendraaien. In hetzelfde land wordt een weg aangelegd als dwarsver binding op de hoofdweg tus sen twee grote steden. De hoofdweg komt er echter voorlopig niet, zodat de ver harde dwarsverbinding in het zand begint en in het zand eindigt. Grote zware dammen worden gebouwd in het buurland Bo- ven-Volta, om na de regentijd het water vast te houden. De dammen worden nauwelijks gebruikt en slecht onderhou den, omdat de bevolking zich er niet bij betrokken voelt. De mensen hebben liever kleine, zelfgemaakte dijkjes. In een Tanzaniaans bergdorp wordt een kraan gemaakt, zo dat de vrouwen niet dagelijks het hele eind naar de rivier hoeven te lopen. Zij missen echter hun enige uitje, de ru zies met de mannen zijn tal rijk en na een paar maanden is de toestand weer als voor heen. In Indonesië loopt een project waar blinde mannen worden opgeleid voor de landbouw. Vrouwen doen echter in de landbouw veelal het werk. Bo vendien willen de mannen na de opleiding aan het instituut niet meer terug, omdat ze zich eerder student voelen dan boer. Landbouwers op de Filipljnen tenslotte krijgen toegang tot nieuwe zaadsoorten, kunst mest, bestrijdingsmiddelen (de „groene revolutie"). De kleine boeren hebben er ech ter het geld niet voor. of dur ven het risico niet aan. Zij staan slechts één misoogst van de honger af. De rijke boeren worden rijker, de arme armer. „Soms is •mislukken' nieuws en 'slagen' geen nieuws", zei minister voor ontwikkelings samenwerking Jan de Koning vorig jaar bij de uitreiking van de Dick Scherpenzeel- prijs. Projecthulp wordt na dertig jaar ervaring èn teleurstelling onder de loep genomen. Het ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP) heeft dat met onthul lende openhartigheid gedaan, en daarbij ook nadrukkelijk de hand in eigen boezem ge stoken. „Als we evalueren zijn we ook kritisch", zegt George Brown. „Het heeft geen enke le zin ons zelf schoon te praten". Brown is de tweede man van UNDP. Hij komt van Jamai ca, en was nauw betrokken bij George Brown de opstelling van de „evalua tiestudie", die later dit jaar tijdens een vergadering in Tu nis van vertegenwoordigers uit alle landen waar UNDP werkt, zal worden besproken. Brown verwacht een „bijstel ling van het beleid. Van de kant van de hulporganisaties, maar ook van de zijde van de ontwikkelingslanden Hoe weinig er bekend is over het zo Jonge verschijnsel pro- jecthulp blijkt uit een opmer king in het rapport dat de technische samenwerking veel méér gebruikt moet wor den om het gebrek aan kennis wat betreft ontwikkelingspro cessen op te vullen. Met ande re woorden: al doende leert men, en uit de fouten in het verleden kunnen conclusies worden getrokken. Zo moet de bevolking van de ontwikkelingslanden veel meer bij de projecten worden betrokken. Toegegeven: dat is vaker beweerd. Het gebeurt alleen zo weinig, en het is op vallend dat de grootste hulp organisatie van de Verenigde Naties (UNDP) daarop met zo veel nadruk wijst. Ontwikkeling, schrijft UNDP ook, hangt niet in de eerste plaats af van meer geld of meer techniek, maar veeleer van sociale en politieke veran deringen in ontwikkelingslan den. De betekenis van de in ternationale samenwerking wordt daardoor beperkt, vindt UNDP. Toch wel iets anders dan de euforie van het begin van de ontwikkelings hulp toen (te) vaak de Indruk werd gewekt dat het met veel geld „allemaal wel even gere geld" zou worden. Plannenmakers staan vaak veel te ver van de werkelijk heid af. In een groot kantoor gebouw in de hoofdstad is de armoede op het platteland moeilijk voor te stellen. Dat geldt zowel voor ambtenaren in ontwikkelingslanden zelf, als voor de deskundigen die daar werken. De gevolgen van projecten voor de bevolking in en rond de dorpen krijgen veel te weinig aandacht. Er wordt, aldus UNDP, teveel voorbijgegaan aan de machts verhouding tussen stad en platteland, tussen ambtena ren en boeren. Overheid en hulporganisaties bepalen op afstand wat er op het platte land gebeurt. Ze zullen mis lukkingen nooit aan zichzelf wijten, maar altijd aan de „domme boeren". „Ambtena ren en deskundigen", zegt UNDP-vertegenwoordiger Brown, „moeten dan ook niet verbaasd zijn als de boerenbe volking zich niet verantwoor delijk voor projecten voelt, en er weinig belangstelling voor heeft". Overigens valt hij het over heidsapparaat in ontwikke lingslanden nog harder dan de westerse deskundigen. „Ik ken Nederlanders op Jamaica die het eiland na een jaar be ter kennen dan Jamalcaanse planners die er hun levenlang hebben gewoond". Naar de mening van Brown zijn de buitenlanders nog eerder be reid dan mensen uit het ont wikkelingsland zelf om onder moeilijke omstandigheden te werken. De laatsten piekeren er na een jarenlange studie niet over ergens in de „bush" te gaan zitten en verkiezen een bestaan in de stad. Brown is de afgelopen weken namens UNDP op bezoek ge weest in een aantal Europese donorlanden om het beleid van het VN-ontwikkelingspro- gramma te bespreken. Punt was onder meer dat UNDP graag zijn steun meer zou richten op de armste ontwik kelingslanden. De derde we reld als geheel binnen de Vere nigde Naties voelt daar niets voor. De ontwikkelingslanden willen een „universeel" hulp programma van UNDP. Zij vrezen dat anders de eenheid van de derde wereld nog meer doorbroken wordt. Met hulp van UNDP wordt in Guinee Bissau de rijstaanplant weer ter hand genomen. De evaluatiestudie van UNDP kan na dertig Jaar projecthulp een gevoelige prikkel zijn, om over deze vorm van hulpverle ning nog meer na te denken dan al gebeurt, en zo nodig te veranderen. Brown zag tot zijn vreugde dat bij veel ministeries waar hij kwam de studie op tafel lag. Ook in Nederland? „Na tuurlijk ook in Nederland". Nadelen Dat kan kloppen Minister De Koning stelde donderdag bij de opening van het nieuwe kantoor van de Interkerkelij ke Commissie Ontwikkelings projecten (ICCO) vast dat aan de projecthulp inderdaad na delen kleven. De basis was te smal, de vooraf gemaakte „blauwdruk" van het project kon niet tussentijds worden bijgesteld, en er werd te wei nig rekening gehouden met veranderingen in de samenle ving. De mensen in de derde wereld, zo viel verder uit de woorden van De Koning te proeven, moeten veel meer bij de uitvoering van de ontwik kelingsprojecten worden be trokken UNDP en De Koning zitten wat betreft het herijken van de projecthulp aan de derde wereld duidelijk op één lijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 23