Afschaffing taboes
geen 'bevrijding'
Tekening van een lezer
S'<
SLANKE WILDE VAN
SCHIMMELPENNINCK
VOOR MENSEN MET
'N WILD TREKJE.
'Ouw Commentaar
bastenaken zou moeten blijven
va berg en de muis
e aarti verrassing
Proefschrift van socioloog wijst op toeneming van beperkingen
[nstweigeraars 'Onkruit' krijgen
ingenisstraf
flat
naar de film
gewone baan
koninginnen
=3>AG 25 APRIL 1980
BINNENLAND
H S TROUW/KWARTET
5
pogen ons gelukkig prijzen,
pt kabinet een begin van een
n gging heeft gedaan aan een
_j illegaal hier verblijvende
lemers. Daarmee hebben de
^ers De Ruiter en Albeda op
Tiinst erkend dat deze groep
*v *1 te pijnlijk als gevolg van de
"^irking treding van de nieuwe
20 %r 1 november tussen de wal
SC*"P 's 8eraakt.
veer nieuwe wet beoogt het pro-
ook van de illegalen vooral via
frkgever aan te pakken: on-
door forse boetes in het
avonitzicht te stellen. Het voor-
0.1. ure resultaat van deze op
e heilf juiste wet was echter dat
iaar jncmers hun illegale mensen
[>m He ene op de andere dag op
amn hebben gezet.
r'Jftee heeft de wet haar effecti-
Mah]bewezen, maar de pijnlijke
3e altjjde Van de medaille was na-
deze mensen nu °°k
r Pardon de grens over gezet
in Ijen worden. Pijnlijk ook om-
flink aantal van hen vaak
sociale premies en belas-
va!ac*den betaald,
idej
een kuiter en Albeda moge het
van de situatie dan wel
t Corln onderkend erg ruimhartig
ik v<nen hun gebaar echter niet
leerden. Voor regularisatie zal
iwarz
>r weg
/ocalli
®keMabinet heeft met zijn brief
k(jde vermogensaanwas-deling
ekeeri een kleine verrassing ge
vt Dat geldt dan zowel het feit
brief, als meer nog de
ervan- Er wordt nu a' n1™
gestoeid met het politiek
loven hangijzer van de VAD. De
wetsontwerpen van het
kabinet zijn al weer twee
er sofud. en in die periode leek de
klaargemaakt te worden
„de ijskast,
titzelfi
n Hal^aar werd anderhalve maand
jpnamn de VAD weer eens opge-
symfo bij de presentatie van eco-
;nG wöche maatregelen. Maar dat
UharJn gemoede nauwelijks wor
den beschouwd als iets meer dan
abinaht vaste gewoonte uitgegroei-
ncerSpendienst. Alleen al het feit
economische maatregelen
rjjld werden getroffen, ter-
kabinetsbeslissing over de
naar later werd verschoven,
aan welke visie het huidige
et aanhangt over de samen-
te ^tussen dit soort zaken. Die
zien we duidelijker met de
Dueling van vice-premier Wie-
De nkele weken geleden, dat de
in ^discussie opnieuw in het ka-
g-Jwi uitgesteld.
/24,1e brief van gisteren krijg je
J-pr de indruk dat het kabinet
axTdeP aan de VAD blijven
in.
a's U ot
ma'
ider
37,
opgeroepen van de VAD als
[hoon ideaal dat in de huidige
isch moeilijke tijden maar
een ideaal kan blijven. De
verspreidt een zakelijke toon.
rele voetangels en klemmen
pn niet opgestapeld tot een
alleen in aanmerking komen de
groep die sociale premies en belas
ting heeft betaald en dan nog al
leen maar voorzover de werkgever
hen voor de regularisatie aan
meldt. Een verzoek van de werk
gever komt niet in aanmerking.
Hoeveel werknemers op deze ma
nier toch nog in de kou blijven
staan is moeilijk te schatten, maar
het zal ongetwijfeld het overgrote
deel zijn. Hetzij omdat hun vroe
gere werkgever geen stappen meer
wil ondernemen want wie weet
heeft hij al iemand anders in
dienst, hetzij omdat voor deze
werknemers nooit premies of be
lasting zijn afgedragen.
De toezegging van het kabinet
draagt de sporen van een waterig
compromis. Het heeft zich van
meet af tegen de wens tot regulari
satie van de kamermeerderheid
verzet. De toezegging lijkt uitslui
tend tot doel te hebben een al te
pijnlijke confrontatie met de ka
mer te voorkomen.
De muis heeft een berg gebaard,
zo typeerde de CDA-woordvoer-
der het uiteindelijke resultaat.
Wonderlijk genoeg bleek dat een
reden voor een deel van de fractie
om de toezegging dan maar af te
wijzen Waarom het kabinet niet
nog verder aangespoord? De er
kenning is er.
onoverzienbare berg problemen,
maar integendeel een voor een
besproken en van een voorstel tot
oplossing voorzien. Je krijgt zo
waar de indruk dat het kabinet
toch echt gelooft in een VAD. Als
nu de Tweede Kamer ook mee
werkt, wordt het zelfs mogelijk de
VAD in deze kabinetsperiode nog
in het staatsblad te krijgen.
Daarmee zal dan overigens geen
VAD geschapen zijn zoals wij die
zouden willen bepleiten. Daarvoor
blijft de opzet van dit kabinet te
mager. Dat kan echter, na enige
jaren ervaring, met een bescheiden
VAD, altijd nog worden veran
derd. Veel belangrijker is dat zo
spoedig mogelijk het principe van
de VAD wordt ingevoerd. Dat
principe, dat in economische ma
gere jaren niet van geringer bete
kenis is dan in vette jaren, houdt in-
dat werknemers mede aanspraak
hebben op het resultaat van hun
arbeid in de vorm van vermogen-
saanwas van de ondernemingen.
Over allerlei details van de bijge
stelde VAD-plannen van dit kabi
net is veel discussie mogelijk. Zo
vinden wij de individualisering van
het collectieve deel van de VAD
een verbetering.
De VAD staat nu geheel in het
teken van de individuele bezitsvor
ming, en gaat daarmee hopelijk
ook voor de werknemers meer le
ven. Anderen zullen over dit soort
onderdelen wellicht anders den
ken. Het is echter, na vijf jaar
uitgebreide discussie, nu de hoog
ste tijd daadwerkelijk over te gaan-
tot invoering van een VAD. An
ders wordt het betere de vijand
van het goede.
door Leo Kleyn
De aanval op en de verdwijning van een aantal taboes in de
jaren zestig en zeventig heeft niet geleid tot een verlies van
zelfbeheersing en, daarmee, tot een aantasting van de mense
lijke waardigheid. Het tegendeel is juist het geval geweest.
Weliswaar heeft de doorbreking van taboes de bewegingsvrij
heid vergroot, maar tegelijkertijd ontstond de noodzaak om
meer rekening met elkaar te gaan houden. De slopers van
menig heilig huisje lijken er weinig oog voor te hebben gehad
dat de manier waarop mensen met elkaar omgaan, er niet
eenvoudiger op zou worden.
In zijn proefschrift „Taboe, ontwik
kelingen in macht en moraal, speci
aal in Nederland", waarop hij van
daag aan de Universiteit van Amster
dam promoveert, bespeurt de socio
loog Paul Kapteyn (37) een „misvat
ting" bij zowel de voor- als de tegen
standers van de opruiming van ta
boes. Enerzijds heeft de sanering
geenszins tot de door sommigen ge
vreesde bandeloosheid geleid, maar
aan de andere kant is de bevrijding,
waarvan anderen droomden, maar
zeer betrekkelijk geweest.
Degenen die om bevrijding riepen,
schrijft hij, hadden niet goed door
dat die gepaard zou gaan met „een
wijdere solidariteit en een gelijkwaar
diger omgang tussen mensen, die niet
als vanzelf ontstaan maar hogere ei
sen van zelfcontrole stellen". Anders
dan zij dachten (of leken te denken),
constateert Kapteyn, is het leven in
veel opzichten niet eenvoudiger,
maar juist gecompliceerder ge
worden.
Stelling
Met zijn studie onderbouwt Kapteyn
een stelling van de befaamde socio
loog van Duitse origine Norbert Elias,
waarbij hij aanvankelijk grote vraag
tekens zette. In een aantal gastcolle
ges die hij in de jaren zestig in Am
sterdam gaf, betoogde Elias dat, op
lange termijn gezien, de restricties
die de mensen elkaar en zichzelf op
leggen, waren toegenomen.
De student Kapteyn, die zich onder
zijn gehoor bevond, wist niet goed
raad met die uitspraak. Om zich heen
kijkend, zag hij dat alom een storm
loop werd ondernomen tegen allerleii
beperkingen, die als taboes betiteld
werden. Het satirische televisiepro
gramma „Zo is het toevallig ook nog
's een keer", uitgezonden tussen 1963
en 1966, gaf daarbij de toon aan. Met
veel restricties, waarvan Elias sprak,
leek het Juist gedaan te zijn.
Kapteyn, inmiddels wetenschappe
lijk medewerker bij het sociologisch
instituut van de Universiteit van Am
sterdam, is na het onderzoek dat aan
zijn proefschrift ten grondslag lag,
tot de conclusie gekomen dat de
schijn bedroog en dat Elias er niet zo
ver naast zat. Waar gelijkheid en vrij
heid wenkten, schrijft hij ergens,
schiepen afnemende machtsverschil
len slechts grotere problemen.
Machtsverhoudingen
Machtsverhoudingen spelen in het
boek van Kapteyn een centrale rol,
omdat het ontstaan en de afschaffing
van taboes er ten nauwste mee verwe
ven zijn. Gedurende twee episoden in
de geschiedenis, waarop de schrijver
zijn aandacht heeft geconcentreerd,
ging de stormloop tegen taboes ge
paard met een vermindering in
machtsverschillen tussen en binnen
maatschappelijke groeperingen. Die
sociale veranderingen deden zich
voor aan het einde van de negentien
de eeuw (waarin het feminisme voor
het eerst van zich deed spreken) en in
de periode die tot het recente verle
den behoort
Kapteyn heeft zijn studie toegespitst
op een analyse van de doorbreking
van het taboe in dit tweede tijdperk.
Daartoe heeft hij uitvoerig nog een
derde episode onder de loep geno
men. Het taboe, constateert hij, vindt
zijn oorsprong in de achttiende eeuw
zowel in Nederland als in andere
Westeuropese landen, waarbij Enge
land voorop loopt. Toevallig was dat
niet: in die tijd ontwikkelde zich een
„middenstand", die zich een machts
positie moest verwerven ten opzichte
van lagere en hogere groeperingen.
Daartoe was het dienstig een aantal
„vanzelfsprekende verboden" in acht
te nemen.
Taboes, in de door Kapteyn gebruik
te zin, zijn dus van vrij recente da
tum. In de middeleeuwen, en nog
geruime tijd daarna, viel er van zulke
stilzwijgende afspraken niets te be
speuren. De middeleeuwers werden,
bij voorbeeld, in het geheel niet ge
remd door een taboe op naakt, en
later namen toch niet* tot het plebs
behorende dichters als Hooft en Huy-
gens geen blad voor de mond. Zelfs de
moralist Jacob Cats was, zoals Kap
teyn schrijft „nog vrijmoediger dan
velen, vanaf het einde van de acht
tiende eeuw tot in de jaren zestig van
deze eeuw, voor wenselijk hielden".
Overigens wordt erop gewezen dat
het taboe in de achttiende eeuw niet
uit de lucht is komen vallen. Kapteyn
signaleert een ontwikkeling die kan
worden gekarakteriseerd als „een
proces van civilisering waarin men
sen hun directe opwellingen en ge
voelens op een meer stabiele, gelijk
matige en omvattende wijze terug
houden en omvormen". In de middel
eeuwen was daarvan geen sprake. Er
hoefde toen ook niets ..teruggehou
den" te worden, omdat de machtsver
houdingen duidelijk waren afgeba
kend.
Tekeningen, bij voorkeur in liggend for
maat, sturen aan Trouw, jury politieke
prent, postbus 859, 1000 AW Amster
dam. Naam en adres aan de achterzijde
vermelden. Voor geplaatste prenten is er
een boekenbon
Du/rst
Cottce's
foCSTVMIN 6 moH
Tt tozev tw scjiDoe,
srofreu g/iyee concUh.
Z"T of soa fee tv
*CoM,HiSCHe OtoNOGK/
^u?ib
Paul Kapteyn
Overigens meent Kapteyn dat er wei
nig reden is om die taboeloze tijd te
verheerlijken. „Men vergeet dan",
schrijft hij. „hoe niet alleen de lusten,
maar ook de onlusten extremer wer
den beleefd en behalve het plezier
ook de woede minder werd terugge
houden."
Badpartijen, waarbij op naakt geen
taboe bestond, „eindigden soms in
hooglopende ruzies". Bovendien, al
dus Kapteyn, was vrijmoedigheid
vooral het recht van de sterks ten.
„Alleen adellijke vrouwen en vrou
wen van lichte zeden mochten met
ontblote borsten over straat gaan;
vrouwen tussen beide in mochten dat
niet"
Verwarring
In het boek wordt een strikt onder
scheid gemaakt tussen „beschavings
taboes" en „primitieve taboes", om
dat anders niet duidelijk zou worden
dat de voortschrijdende beschaving
van de samenleving bepalend is (en
geweest is) voor de rol die het taboe
daarin speelt. Het gebruik van een
oorspronkelijk Polynesisch woord,
meent Kapteyn, heeft in de loop van
de tijd veel verwarring gesticht
Na een bezoek aan Polynesia introdu
ceerde de Engelse ontdekkingsreizi
ger James Cook in de achttiende
eeuw het begrip in WestrEuropa.
Maar daar, betoogt Kapteyn. werd er
iets anders dan in die primitieve sa
menleving mee aangeduid. Ging het
ginds om „rare, zinloze verboden
waarvan de reden onduidelijk bleef
en bij navraag niet verduidelijkt kon
worden", hier ging het om een zelfop
gelegde dwang, waarvan nauwelijks
(meer) wordt beseft hoe onnatuurlijk
die eigenlijk is.
In West-Europa ging en gaat het, met
Marcel Antmlur)
andere woorden, om „een vorm van
zelfcontrole", die in de negentiende
eeuw en in de Jaren zestig en zeventig
van deze eeuw als knellend werd er
varen. Maar anders dan de bestrij
ders van taboes dachten, concludeert
Kapteyn, leidde de verdwijning ervan
niet zozeer tot een „bevrijding" als
wel tot een andere, veel hogere eisen
stellende, vorm van „zelfcontrole."
Dat wordt onder meer duidelijk ge
maakt bij de ontleding van de veran-
'derde verhouding tussen mannen én
vrouwen. De taboes maakten het In
zekere zin voor hen gemakkelijker
om met elkaar om te gaan. Nu moe
ten ze, schrijft Kapteyn. „niet minder
maar meer en meer gelijkelijk met
elkaar rekening houden, daarvoor
hun meer directe opwellingen regule
ren en in zeker opzicht en voor be
paalde tijd inhouden Juist om vrijer
met elkaar om te kunnen gaan."
Tot de misverstanden die Kapteyn
(kandidaat in de theologie) uit de weg
ruimt, behoort ook de wijd verbreide
opvatting dat de godsdienst een niet
geringe rol heeft gespeeld in de ont
wikkeling van taboes. Er bestaat,
schrijft hij, wel een verband tussen
godsdienst en taboes, maar het is
onjuist de godsdienst, „of het chris
tendom in het algemeen", de vorming
of instandhouding van taboes in de
schoenen te schuiven
Volgens Kapteyn zijn de „bescha
vingstaboes" niet voortgevloeid uit
de grote godsdienstigheid in de mid
deleeuwen of ten tijde van de refor
matie, maar uit de godsdienstige ver
anderingen in de loop van de acht
tiende eeuw. Ondanks veel vertoon
van vroomheid, zo wordt geconsta
teerd. hadden die veranderingen, die
de vorming van taboes in de hand
werkten, met godsdienst of christen
dom weinig of niets van doen. Niet
alle huisjes die later gesloopt werden,
waren, in die zin, heilig.
advertentie
■LAAG (ANP) Het hoog mili-
Irechtshof heeft drie leden van
Inti-militaristische groepering
lit in hoger beroep overeenkom-
i eis veroordeeld tot ieder een
Fenisstraf van achttien maan-
t aftrek. De krijgsraad had het
tot dezelfde straffen veroor-
De advocaat-fiscaal zei tijdens de be
handeling van de zaak respect te heb
ben voor de drie totaalweigeraars,
omdat zij op principiële gronden wei
geren militaire dienstplicht te vervul
len en bewust daarvoor de conse
quenties aanvaarden.
>v*
blikje van 10 stuks f3J0
Neem een Slanke Wilde uit het blikje.
Steek 'm op, terwijl u de wilde flos even laat rond
draaienen geniet van die zachte milde smaak.
Slanke Wilde is een sigaar vol karakter. En met een
nieuwe, uitgekiende vorm: slank en 14 cm lang.
Een echte Schimmelpenninck en toch maar 33 cent
Als de wielerronde Luik-Bastena
ken-Luik eenmaal is verreden,
hoor je er gewoonlijk een jaar
niks meer over. Voor ons gaat dat
niet op, nu twee lezers uitvoerig
op de plaatsnamen-kwestie (afge
lopen zaterdag in deze hoek) zijn
ingegaan. Het zijn de heren A. J.
Plug en B. H. Lindemann, de eer
ste hervormde predikant in Ven-
lo, de laatste econoom en chemi
cus te Vlaardingen.
Ds. Plug, volgens wie overigens
in de oorlog Bastogne net zo veel
gebruikt werd als de Vlaamse
naam Bastenaken, stuurt ons een
paar overdrukjes uit de „Lijst
van Nederlandsche plaatsnamen
buiten de landsgrenzen". Zijn
grootvader, A. J. Schreuder, stel
de de lijst destijds samen met dr.
S. S. Smeding op („in het licht
gegeven met steun van Groep
Nederland van het Alg. Ned. Ver
bond"). Den Boer in Middelburg
gaf het boekje in 1939 uit. In die
tijd kende men voor Plymouth
nog een andere naam dan Plei-
muiden: Pliemout. vooral door
zeelieden gebezigd. Zo ook voor
Dover, dat in deze rubriek al als
Daveren uit de bus kwam, maar
eertijds ook nog Doever. Doeve-
re. Doeveren en Doveren heette.
Het Zwitserse kanton Graubiln-
den wordt in het boekje Grauw-
bunderland genoemd, en Luzern
werd in het begin van deze eeuw
in het Nederlands nog met een c
geschreven: Lucern. De London
Bridge is „de Londensche brug"
geworden, St. Paul's Cathedral
de „St. Pauls kathedraal" Maar
het opmerkelijkst zijn toch de
„Hitlandsche eilanden" die wij
nu als de Shetland-eilanden ken
nen. Daarvan zijn volgens dit
oude boekje ook de „Hitlandsche
paardjes" afkomstig en in elk ge
val hebben we daar het woord
„hit" voor een paard aan overge
houden.
„Vooropgesteld zij dat ik het ge
bruik van Nederlandstalige
plaatsnamen door ons Nederlan
ders van harte toejuich", schrijft
drs. ing. Lindemann. „Het is op
velerlei gebied al droevig gesteld
met de Nederlandse taal door in
filtratie van veel buitenlandse
(voornamelijk Engels) woorden.
Over de reden hiervan kan ik
alleen maar gissen; zou het een
soort aanstellerij zijn? Of een
soort beschaamdheid over onze
taal?" Ergerlijk vindt hij dat we
Franse namen gebruiken voor
plaatsen in Frans Vlaanderen. De
Fransen kiezen consequent voor
de Franse namen, en de Neder
landers nemen ze gehoorzaam
over. Al op de lagere school be
gint de „buitenlandse indoctrina
tie" met het „Nauw van Calais",
zegt drs. Lindemann. in plaats
van Kales (overigens met de
klemtoon op de eerste letter
greep). Dat we wel Duinkerken
zeggen zal nog wel „een erfelijke
belasting van school" zijn. denkt
hij. We kunnen heel wat van onze
Vlaamse buren leren, die uitslui
tend over Rijssel. Atrecht. Kame-
rik en St. Omaars spreken als ze
het hebben over Lille, Arras,
Cambrai en St. Omer.
De heer Lindemann heeft van
oude Vlaardingse vissers gehoord
dat die de haven Lerwick (op de
„Hitlandsche eilanden") Leer-
wijk noemden. Dat stemt ten
dele overeen met' wat in die
plaatsnamenlijst vermeld wordt:
„De Nederlandsche naam wordt
door onze haringvisschers ge
bruikt en komt op de Nederland
sche kaarten voor tot halfweg de
vorige eeuw." Alleen stond op die
kaarten noch op de lijst van A. J.
Schreuder Leerwijk; daar heette
het plaatsje Lerwiek. Overigens
zouden Katwijkse vissers het nog
altijd over Jarmuiden hebben,
waar wij „gewoon" Great Yar
mouth zeggen.
De heren Plug en Lindemann zijn
het er beiden over eens. dat we
veel beter Nederlandse namen
voor buitenlandse plaatsen kun
nen gebruiken voor zover die be
kend zijn. Maar dan wel, om ver
warring te voorkomen, met de
buitenlandse naam er tussen
haakjes achter. De door de heer
Lindemann in dit opzicht zo con
sequent genoemde Fransen gaan
daar erg ver in. Die schrijven
zelfs, weet ds. Plug, voor 's-Herto-
genbosch „Bols-le-Duc".
Meneer Croninga dus. Zo noemde
de man zich die week een kleine
advertentie voor de Haagse edi
tie van Trouw opgaf. Hij bood
een tweekamer-appartement in
Den Haag met keuken en douche
te huur aan voor het ronde be
drag van 350. Dat wil wel tegen
woordig. Tientallen mensen
draaiden dus grif het telefoon
nummer dat er bij stond. Helaas,
vergeefs. Ze lieten Trouw teleur
gesteld weten, dat ze op dat num
mer iemand aan de lijn kregen
die beleefd zei dat het nummer
een vergissing moest zijn. Er was
daar géén flat te huur, en de
opbellers waren aan het verkeer
de adres. Bij controle bleek dat
nummer inderdaad bij een adres
te horen waar je in elk geval geen
tweekamerflat mag verwachten:
het paleis Lange Voorhout Nog
iets verder zoeken leverde op dat
in heel Den Haag geen meneer
Croninga woont, en zeker niet op
In de Zwitserse stad Bazel
wordt op een internationale ten
toonstelling het nieuwste van
het nieuwste op het gebied van
bijouterieën en horloges ge
toond, en dat is weer heel wat.
Zo is er een zakhorloge te zien
waarop je dag, week en maand
kunt vinden, een eeuwigdurende
kalender plus de zon- en maan
standen, en natuurlijk ook nog
de tijd. Echt nieuw van uitvoe
ring is het horloge op het plaat
je: in plaats van een grote wijzer
geeft een robijnen hartje de mi
nuten aan, en om te weten welk
uur het is moet je naar een bril
jant kijken. Een kostbaar horlo
ge dus, dat nog duurder wordt
door de met bril jantjes versierde
rand.
het adres dat hij opgaf: Juliana
van Stolberglaan 1.
Een grap dus. Wel leuk voor een
keertje, maar het moet niet te
vaak gebeuren. Naar het voor de
advertentie verschuldigde be
drag kon Trouw fluiten, want de
grootmeester van het palels Lan
ge Voorhout zal de rekening vast
niet mogen betalen.
Een gescheiden ouderpaar dat
een geschil over hun zesjarige
kind aan de rechtbank in het
Belgische Leuven had voorge
legd. heeft van de rechter het
advies gekregen om eerst naar de
film „Kramer versus Kramer" te
gaan kijken, waarin soortgelijke
problemen als die van de ouders
behandeld worden; deze film
draait sinds enkele weken in ons
land. De Leuvense rechter die
over een klacht van de man moet
oordelen wiens vroegere vrouw
hem zijn kind niet wil laten be
zoeken, wilde geen uitspraak
doen voordat belde ouders de
film hadden gezien, „want daar
kunt u een hoop van opsteken"
Ze krijgen er ruim de tijd voor: de
uitspraak in hun zaak volgt pas
ln november.
HIJ is van adel, achttien Jaar oud.
en een volle neef van de Britse
koningin Elizabeth. Maar nu Lin-
lev. zoon van prinses Margaret en
Lord Snowdon, deze zomer van
de middelbare school komt, zal
hij niet traditiegetrouw naar de
universiteit gaan of zich in het
scherp gesneden uniform van de
marine laten steken. Llnley
wordt meubelmaker. Op school
verbaasde hij zijn leraren al meer
dan eens met zijn fantasierijke
creaties en de Jongen wil niets
liever dan van zijn hobby zijn
beroep maken. Weliswaar gaat
hij niet naar een gewone vak
school, maar naar een exclusieve
particuliere instelling. Het zit er
nu natuurlijk wel al dik in, dat hij
later hofleverancier wordt.
Voor het eerst en zeker voor het
laatst in ons leven zullen we een
koninginnendag meemaken, met
een extra n er in. Op die bijzonde
re dertigste april is het vanzelf al
koninginnedag, maar bovendien
een met twee koninginnen, de
jarige, aftredende en de opvolg
ster. Toen koningin Wtlhelmlna
aftrad en haar dochter Juliana
haar opvolgde was dat niet het
geval. Die gebeurtenis viel op 6
september (1948), dus een week
na de 31ste augustus die toen nog
koninginnedag was