Afschaffing taboes geen 'bevrijding' Tekening van een lezer S'< SLANKE WILDE VAN SCHIMMELPENNINCK VOOR MENSEN MET 'N WILD TREKJE. 'Ouw Commentaar bastenaken zou moeten blijven va berg en de muis e aarti verrassing Proefschrift van socioloog wijst op toeneming van beperkingen [nstweigeraars 'Onkruit' krijgen ingenisstraf flat naar de film gewone baan koninginnen =3>AG 25 APRIL 1980 BINNENLAND H S TROUW/KWARTET 5 pogen ons gelukkig prijzen, pt kabinet een begin van een n gging heeft gedaan aan een _j illegaal hier verblijvende lemers. Daarmee hebben de ^ers De Ruiter en Albeda op Tiinst erkend dat deze groep *v *1 te pijnlijk als gevolg van de "^irking treding van de nieuwe 20 %r 1 november tussen de wal SC*"P 's 8eraakt. veer nieuwe wet beoogt het pro- ook van de illegalen vooral via frkgever aan te pakken: on- door forse boetes in het avonitzicht te stellen. Het voor- 0.1. ure resultaat van deze op e heilf juiste wet was echter dat iaar jncmers hun illegale mensen [>m He ene op de andere dag op amn hebben gezet. r'Jftee heeft de wet haar effecti- Mah]bewezen, maar de pijnlijke 3e altjjde Van de medaille was na- deze mensen nu °°k r Pardon de grens over gezet in Ijen worden. Pijnlijk ook om- flink aantal van hen vaak sociale premies en belas- va!ac*den betaald, idej een kuiter en Albeda moge het van de situatie dan wel t Corln onderkend erg ruimhartig ik v<nen hun gebaar echter niet leerden. Voor regularisatie zal iwarz >r weg /ocalli ®keMabinet heeft met zijn brief k(jde vermogensaanwas-deling ekeeri een kleine verrassing ge vt Dat geldt dan zowel het feit brief, als meer nog de ervan- Er wordt nu a' n1™ gestoeid met het politiek loven hangijzer van de VAD. De wetsontwerpen van het kabinet zijn al weer twee er sofud. en in die periode leek de klaargemaakt te worden „de ijskast, titzelfi n Hal^aar werd anderhalve maand jpnamn de VAD weer eens opge- symfo bij de presentatie van eco- ;nG wöche maatregelen. Maar dat UharJn gemoede nauwelijks wor den beschouwd als iets meer dan abinaht vaste gewoonte uitgegroei- ncerSpendienst. Alleen al het feit economische maatregelen rjjld werden getroffen, ter- kabinetsbeslissing over de naar later werd verschoven, aan welke visie het huidige et aanhangt over de samen- te ^tussen dit soort zaken. Die zien we duidelijker met de Dueling van vice-premier Wie- De nkele weken geleden, dat de in ^discussie opnieuw in het ka- g-Jwi uitgesteld. /24,1e brief van gisteren krijg je J-pr de indruk dat het kabinet axTdeP aan de VAD blijven in. a's U ot ma' ider 37, opgeroepen van de VAD als [hoon ideaal dat in de huidige isch moeilijke tijden maar een ideaal kan blijven. De verspreidt een zakelijke toon. rele voetangels en klemmen pn niet opgestapeld tot een alleen in aanmerking komen de groep die sociale premies en belas ting heeft betaald en dan nog al leen maar voorzover de werkgever hen voor de regularisatie aan meldt. Een verzoek van de werk gever komt niet in aanmerking. Hoeveel werknemers op deze ma nier toch nog in de kou blijven staan is moeilijk te schatten, maar het zal ongetwijfeld het overgrote deel zijn. Hetzij omdat hun vroe gere werkgever geen stappen meer wil ondernemen want wie weet heeft hij al iemand anders in dienst, hetzij omdat voor deze werknemers nooit premies of be lasting zijn afgedragen. De toezegging van het kabinet draagt de sporen van een waterig compromis. Het heeft zich van meet af tegen de wens tot regulari satie van de kamermeerderheid verzet. De toezegging lijkt uitslui tend tot doel te hebben een al te pijnlijke confrontatie met de ka mer te voorkomen. De muis heeft een berg gebaard, zo typeerde de CDA-woordvoer- der het uiteindelijke resultaat. Wonderlijk genoeg bleek dat een reden voor een deel van de fractie om de toezegging dan maar af te wijzen Waarom het kabinet niet nog verder aangespoord? De er kenning is er. onoverzienbare berg problemen, maar integendeel een voor een besproken en van een voorstel tot oplossing voorzien. Je krijgt zo waar de indruk dat het kabinet toch echt gelooft in een VAD. Als nu de Tweede Kamer ook mee werkt, wordt het zelfs mogelijk de VAD in deze kabinetsperiode nog in het staatsblad te krijgen. Daarmee zal dan overigens geen VAD geschapen zijn zoals wij die zouden willen bepleiten. Daarvoor blijft de opzet van dit kabinet te mager. Dat kan echter, na enige jaren ervaring, met een bescheiden VAD, altijd nog worden veran derd. Veel belangrijker is dat zo spoedig mogelijk het principe van de VAD wordt ingevoerd. Dat principe, dat in economische ma gere jaren niet van geringer bete kenis is dan in vette jaren, houdt in- dat werknemers mede aanspraak hebben op het resultaat van hun arbeid in de vorm van vermogen- saanwas van de ondernemingen. Over allerlei details van de bijge stelde VAD-plannen van dit kabi net is veel discussie mogelijk. Zo vinden wij de individualisering van het collectieve deel van de VAD een verbetering. De VAD staat nu geheel in het teken van de individuele bezitsvor ming, en gaat daarmee hopelijk ook voor de werknemers meer le ven. Anderen zullen over dit soort onderdelen wellicht anders den ken. Het is echter, na vijf jaar uitgebreide discussie, nu de hoog ste tijd daadwerkelijk over te gaan- tot invoering van een VAD. An ders wordt het betere de vijand van het goede. door Leo Kleyn De aanval op en de verdwijning van een aantal taboes in de jaren zestig en zeventig heeft niet geleid tot een verlies van zelfbeheersing en, daarmee, tot een aantasting van de mense lijke waardigheid. Het tegendeel is juist het geval geweest. Weliswaar heeft de doorbreking van taboes de bewegingsvrij heid vergroot, maar tegelijkertijd ontstond de noodzaak om meer rekening met elkaar te gaan houden. De slopers van menig heilig huisje lijken er weinig oog voor te hebben gehad dat de manier waarop mensen met elkaar omgaan, er niet eenvoudiger op zou worden. In zijn proefschrift „Taboe, ontwik kelingen in macht en moraal, speci aal in Nederland", waarop hij van daag aan de Universiteit van Amster dam promoveert, bespeurt de socio loog Paul Kapteyn (37) een „misvat ting" bij zowel de voor- als de tegen standers van de opruiming van ta boes. Enerzijds heeft de sanering geenszins tot de door sommigen ge vreesde bandeloosheid geleid, maar aan de andere kant is de bevrijding, waarvan anderen droomden, maar zeer betrekkelijk geweest. Degenen die om bevrijding riepen, schrijft hij, hadden niet goed door dat die gepaard zou gaan met „een wijdere solidariteit en een gelijkwaar diger omgang tussen mensen, die niet als vanzelf ontstaan maar hogere ei sen van zelfcontrole stellen". Anders dan zij dachten (of leken te denken), constateert Kapteyn, is het leven in veel opzichten niet eenvoudiger, maar juist gecompliceerder ge worden. Stelling Met zijn studie onderbouwt Kapteyn een stelling van de befaamde socio loog van Duitse origine Norbert Elias, waarbij hij aanvankelijk grote vraag tekens zette. In een aantal gastcolle ges die hij in de jaren zestig in Am sterdam gaf, betoogde Elias dat, op lange termijn gezien, de restricties die de mensen elkaar en zichzelf op leggen, waren toegenomen. De student Kapteyn, die zich onder zijn gehoor bevond, wist niet goed raad met die uitspraak. Om zich heen kijkend, zag hij dat alom een storm loop werd ondernomen tegen allerleii beperkingen, die als taboes betiteld werden. Het satirische televisiepro gramma „Zo is het toevallig ook nog 's een keer", uitgezonden tussen 1963 en 1966, gaf daarbij de toon aan. Met veel restricties, waarvan Elias sprak, leek het Juist gedaan te zijn. Kapteyn, inmiddels wetenschappe lijk medewerker bij het sociologisch instituut van de Universiteit van Am sterdam, is na het onderzoek dat aan zijn proefschrift ten grondslag lag, tot de conclusie gekomen dat de schijn bedroog en dat Elias er niet zo ver naast zat. Waar gelijkheid en vrij heid wenkten, schrijft hij ergens, schiepen afnemende machtsverschil len slechts grotere problemen. Machtsverhoudingen Machtsverhoudingen spelen in het boek van Kapteyn een centrale rol, omdat het ontstaan en de afschaffing van taboes er ten nauwste mee verwe ven zijn. Gedurende twee episoden in de geschiedenis, waarop de schrijver zijn aandacht heeft geconcentreerd, ging de stormloop tegen taboes ge paard met een vermindering in machtsverschillen tussen en binnen maatschappelijke groeperingen. Die sociale veranderingen deden zich voor aan het einde van de negentien de eeuw (waarin het feminisme voor het eerst van zich deed spreken) en in de periode die tot het recente verle den behoort Kapteyn heeft zijn studie toegespitst op een analyse van de doorbreking van het taboe in dit tweede tijdperk. Daartoe heeft hij uitvoerig nog een derde episode onder de loep geno men. Het taboe, constateert hij, vindt zijn oorsprong in de achttiende eeuw zowel in Nederland als in andere Westeuropese landen, waarbij Enge land voorop loopt. Toevallig was dat niet: in die tijd ontwikkelde zich een „middenstand", die zich een machts positie moest verwerven ten opzichte van lagere en hogere groeperingen. Daartoe was het dienstig een aantal „vanzelfsprekende verboden" in acht te nemen. Taboes, in de door Kapteyn gebruik te zin, zijn dus van vrij recente da tum. In de middeleeuwen, en nog geruime tijd daarna, viel er van zulke stilzwijgende afspraken niets te be speuren. De middeleeuwers werden, bij voorbeeld, in het geheel niet ge remd door een taboe op naakt, en later namen toch niet* tot het plebs behorende dichters als Hooft en Huy- gens geen blad voor de mond. Zelfs de moralist Jacob Cats was, zoals Kap teyn schrijft „nog vrijmoediger dan velen, vanaf het einde van de acht tiende eeuw tot in de jaren zestig van deze eeuw, voor wenselijk hielden". Overigens wordt erop gewezen dat het taboe in de achttiende eeuw niet uit de lucht is komen vallen. Kapteyn signaleert een ontwikkeling die kan worden gekarakteriseerd als „een proces van civilisering waarin men sen hun directe opwellingen en ge voelens op een meer stabiele, gelijk matige en omvattende wijze terug houden en omvormen". In de middel eeuwen was daarvan geen sprake. Er hoefde toen ook niets ..teruggehou den" te worden, omdat de machtsver houdingen duidelijk waren afgeba kend. Tekeningen, bij voorkeur in liggend for maat, sturen aan Trouw, jury politieke prent, postbus 859, 1000 AW Amster dam. Naam en adres aan de achterzijde vermelden. Voor geplaatste prenten is er een boekenbon Du/rst Cottce's foCSTVMIN 6 moH Tt tozev tw scjiDoe, srofreu g/iyee concUh. Z"T of soa fee tv *CoM,HiSCHe OtoNOGK/ ^u?ib Paul Kapteyn Overigens meent Kapteyn dat er wei nig reden is om die taboeloze tijd te verheerlijken. „Men vergeet dan", schrijft hij. „hoe niet alleen de lusten, maar ook de onlusten extremer wer den beleefd en behalve het plezier ook de woede minder werd terugge houden." Badpartijen, waarbij op naakt geen taboe bestond, „eindigden soms in hooglopende ruzies". Bovendien, al dus Kapteyn, was vrijmoedigheid vooral het recht van de sterks ten. „Alleen adellijke vrouwen en vrou wen van lichte zeden mochten met ontblote borsten over straat gaan; vrouwen tussen beide in mochten dat niet" Verwarring In het boek wordt een strikt onder scheid gemaakt tussen „beschavings taboes" en „primitieve taboes", om dat anders niet duidelijk zou worden dat de voortschrijdende beschaving van de samenleving bepalend is (en geweest is) voor de rol die het taboe daarin speelt. Het gebruik van een oorspronkelijk Polynesisch woord, meent Kapteyn, heeft in de loop van de tijd veel verwarring gesticht Na een bezoek aan Polynesia introdu ceerde de Engelse ontdekkingsreizi ger James Cook in de achttiende eeuw het begrip in WestrEuropa. Maar daar, betoogt Kapteyn. werd er iets anders dan in die primitieve sa menleving mee aangeduid. Ging het ginds om „rare, zinloze verboden waarvan de reden onduidelijk bleef en bij navraag niet verduidelijkt kon worden", hier ging het om een zelfop gelegde dwang, waarvan nauwelijks (meer) wordt beseft hoe onnatuurlijk die eigenlijk is. In West-Europa ging en gaat het, met Marcel Antmlur) andere woorden, om „een vorm van zelfcontrole", die in de negentiende eeuw en in de Jaren zestig en zeventig van deze eeuw als knellend werd er varen. Maar anders dan de bestrij ders van taboes dachten, concludeert Kapteyn, leidde de verdwijning ervan niet zozeer tot een „bevrijding" als wel tot een andere, veel hogere eisen stellende, vorm van „zelfcontrole." Dat wordt onder meer duidelijk ge maakt bij de ontleding van de veran- 'derde verhouding tussen mannen én vrouwen. De taboes maakten het In zekere zin voor hen gemakkelijker om met elkaar om te gaan. Nu moe ten ze, schrijft Kapteyn. „niet minder maar meer en meer gelijkelijk met elkaar rekening houden, daarvoor hun meer directe opwellingen regule ren en in zeker opzicht en voor be paalde tijd inhouden Juist om vrijer met elkaar om te kunnen gaan." Tot de misverstanden die Kapteyn (kandidaat in de theologie) uit de weg ruimt, behoort ook de wijd verbreide opvatting dat de godsdienst een niet geringe rol heeft gespeeld in de ont wikkeling van taboes. Er bestaat, schrijft hij, wel een verband tussen godsdienst en taboes, maar het is onjuist de godsdienst, „of het chris tendom in het algemeen", de vorming of instandhouding van taboes in de schoenen te schuiven Volgens Kapteyn zijn de „bescha vingstaboes" niet voortgevloeid uit de grote godsdienstigheid in de mid deleeuwen of ten tijde van de refor matie, maar uit de godsdienstige ver anderingen in de loop van de acht tiende eeuw. Ondanks veel vertoon van vroomheid, zo wordt geconsta teerd. hadden die veranderingen, die de vorming van taboes in de hand werkten, met godsdienst of christen dom weinig of niets van doen. Niet alle huisjes die later gesloopt werden, waren, in die zin, heilig. advertentie ■LAAG (ANP) Het hoog mili- Irechtshof heeft drie leden van Inti-militaristische groepering lit in hoger beroep overeenkom- i eis veroordeeld tot ieder een Fenisstraf van achttien maan- t aftrek. De krijgsraad had het tot dezelfde straffen veroor- De advocaat-fiscaal zei tijdens de be handeling van de zaak respect te heb ben voor de drie totaalweigeraars, omdat zij op principiële gronden wei geren militaire dienstplicht te vervul len en bewust daarvoor de conse quenties aanvaarden. >v* blikje van 10 stuks f3J0 Neem een Slanke Wilde uit het blikje. Steek 'm op, terwijl u de wilde flos even laat rond draaienen geniet van die zachte milde smaak. Slanke Wilde is een sigaar vol karakter. En met een nieuwe, uitgekiende vorm: slank en 14 cm lang. Een echte Schimmelpenninck en toch maar 33 cent Als de wielerronde Luik-Bastena ken-Luik eenmaal is verreden, hoor je er gewoonlijk een jaar niks meer over. Voor ons gaat dat niet op, nu twee lezers uitvoerig op de plaatsnamen-kwestie (afge lopen zaterdag in deze hoek) zijn ingegaan. Het zijn de heren A. J. Plug en B. H. Lindemann, de eer ste hervormde predikant in Ven- lo, de laatste econoom en chemi cus te Vlaardingen. Ds. Plug, volgens wie overigens in de oorlog Bastogne net zo veel gebruikt werd als de Vlaamse naam Bastenaken, stuurt ons een paar overdrukjes uit de „Lijst van Nederlandsche plaatsnamen buiten de landsgrenzen". Zijn grootvader, A. J. Schreuder, stel de de lijst destijds samen met dr. S. S. Smeding op („in het licht gegeven met steun van Groep Nederland van het Alg. Ned. Ver bond"). Den Boer in Middelburg gaf het boekje in 1939 uit. In die tijd kende men voor Plymouth nog een andere naam dan Plei- muiden: Pliemout. vooral door zeelieden gebezigd. Zo ook voor Dover, dat in deze rubriek al als Daveren uit de bus kwam, maar eertijds ook nog Doever. Doeve- re. Doeveren en Doveren heette. Het Zwitserse kanton Graubiln- den wordt in het boekje Grauw- bunderland genoemd, en Luzern werd in het begin van deze eeuw in het Nederlands nog met een c geschreven: Lucern. De London Bridge is „de Londensche brug" geworden, St. Paul's Cathedral de „St. Pauls kathedraal" Maar het opmerkelijkst zijn toch de „Hitlandsche eilanden" die wij nu als de Shetland-eilanden ken nen. Daarvan zijn volgens dit oude boekje ook de „Hitlandsche paardjes" afkomstig en in elk ge val hebben we daar het woord „hit" voor een paard aan overge houden. „Vooropgesteld zij dat ik het ge bruik van Nederlandstalige plaatsnamen door ons Nederlan ders van harte toejuich", schrijft drs. ing. Lindemann. „Het is op velerlei gebied al droevig gesteld met de Nederlandse taal door in filtratie van veel buitenlandse (voornamelijk Engels) woorden. Over de reden hiervan kan ik alleen maar gissen; zou het een soort aanstellerij zijn? Of een soort beschaamdheid over onze taal?" Ergerlijk vindt hij dat we Franse namen gebruiken voor plaatsen in Frans Vlaanderen. De Fransen kiezen consequent voor de Franse namen, en de Neder landers nemen ze gehoorzaam over. Al op de lagere school be gint de „buitenlandse indoctrina tie" met het „Nauw van Calais", zegt drs. Lindemann. in plaats van Kales (overigens met de klemtoon op de eerste letter greep). Dat we wel Duinkerken zeggen zal nog wel „een erfelijke belasting van school" zijn. denkt hij. We kunnen heel wat van onze Vlaamse buren leren, die uitslui tend over Rijssel. Atrecht. Kame- rik en St. Omaars spreken als ze het hebben over Lille, Arras, Cambrai en St. Omer. De heer Lindemann heeft van oude Vlaardingse vissers gehoord dat die de haven Lerwick (op de „Hitlandsche eilanden") Leer- wijk noemden. Dat stemt ten dele overeen met' wat in die plaatsnamenlijst vermeld wordt: „De Nederlandsche naam wordt door onze haringvisschers ge bruikt en komt op de Nederland sche kaarten voor tot halfweg de vorige eeuw." Alleen stond op die kaarten noch op de lijst van A. J. Schreuder Leerwijk; daar heette het plaatsje Lerwiek. Overigens zouden Katwijkse vissers het nog altijd over Jarmuiden hebben, waar wij „gewoon" Great Yar mouth zeggen. De heren Plug en Lindemann zijn het er beiden over eens. dat we veel beter Nederlandse namen voor buitenlandse plaatsen kun nen gebruiken voor zover die be kend zijn. Maar dan wel, om ver warring te voorkomen, met de buitenlandse naam er tussen haakjes achter. De door de heer Lindemann in dit opzicht zo con sequent genoemde Fransen gaan daar erg ver in. Die schrijven zelfs, weet ds. Plug, voor 's-Herto- genbosch „Bols-le-Duc". Meneer Croninga dus. Zo noemde de man zich die week een kleine advertentie voor de Haagse edi tie van Trouw opgaf. Hij bood een tweekamer-appartement in Den Haag met keuken en douche te huur aan voor het ronde be drag van 350. Dat wil wel tegen woordig. Tientallen mensen draaiden dus grif het telefoon nummer dat er bij stond. Helaas, vergeefs. Ze lieten Trouw teleur gesteld weten, dat ze op dat num mer iemand aan de lijn kregen die beleefd zei dat het nummer een vergissing moest zijn. Er was daar géén flat te huur, en de opbellers waren aan het verkeer de adres. Bij controle bleek dat nummer inderdaad bij een adres te horen waar je in elk geval geen tweekamerflat mag verwachten: het paleis Lange Voorhout Nog iets verder zoeken leverde op dat in heel Den Haag geen meneer Croninga woont, en zeker niet op In de Zwitserse stad Bazel wordt op een internationale ten toonstelling het nieuwste van het nieuwste op het gebied van bijouterieën en horloges ge toond, en dat is weer heel wat. Zo is er een zakhorloge te zien waarop je dag, week en maand kunt vinden, een eeuwigdurende kalender plus de zon- en maan standen, en natuurlijk ook nog de tijd. Echt nieuw van uitvoe ring is het horloge op het plaat je: in plaats van een grote wijzer geeft een robijnen hartje de mi nuten aan, en om te weten welk uur het is moet je naar een bril jant kijken. Een kostbaar horlo ge dus, dat nog duurder wordt door de met bril jantjes versierde rand. het adres dat hij opgaf: Juliana van Stolberglaan 1. Een grap dus. Wel leuk voor een keertje, maar het moet niet te vaak gebeuren. Naar het voor de advertentie verschuldigde be drag kon Trouw fluiten, want de grootmeester van het palels Lan ge Voorhout zal de rekening vast niet mogen betalen. Een gescheiden ouderpaar dat een geschil over hun zesjarige kind aan de rechtbank in het Belgische Leuven had voorge legd. heeft van de rechter het advies gekregen om eerst naar de film „Kramer versus Kramer" te gaan kijken, waarin soortgelijke problemen als die van de ouders behandeld worden; deze film draait sinds enkele weken in ons land. De Leuvense rechter die over een klacht van de man moet oordelen wiens vroegere vrouw hem zijn kind niet wil laten be zoeken, wilde geen uitspraak doen voordat belde ouders de film hadden gezien, „want daar kunt u een hoop van opsteken" Ze krijgen er ruim de tijd voor: de uitspraak in hun zaak volgt pas ln november. HIJ is van adel, achttien Jaar oud. en een volle neef van de Britse koningin Elizabeth. Maar nu Lin- lev. zoon van prinses Margaret en Lord Snowdon, deze zomer van de middelbare school komt, zal hij niet traditiegetrouw naar de universiteit gaan of zich in het scherp gesneden uniform van de marine laten steken. Llnley wordt meubelmaker. Op school verbaasde hij zijn leraren al meer dan eens met zijn fantasierijke creaties en de Jongen wil niets liever dan van zijn hobby zijn beroep maken. Weliswaar gaat hij niet naar een gewone vak school, maar naar een exclusieve particuliere instelling. Het zit er nu natuurlijk wel al dik in, dat hij later hofleverancier wordt. Voor het eerst en zeker voor het laatst in ons leven zullen we een koninginnendag meemaken, met een extra n er in. Op die bijzonde re dertigste april is het vanzelf al koninginnedag, maar bovendien een met twee koninginnen, de jarige, aftredende en de opvolg ster. Toen koningin Wtlhelmlna aftrad en haar dochter Juliana haar opvolgde was dat niet het geval. Die gebeurtenis viel op 6 september (1948), dus een week na de 31ste augustus die toen nog koninginnedag was

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 5