F
iaar gaat het om
e intuïtie van Van Agt
w
Waar^^A
is het
ethisch
reveil
gebleven?
gezegd
I
MQIGIHS M») KOMEN WIJ IN AANMERKING VOOR ALBEPAS EXTRA BELONING
VOOR VUIL EN ONAANGENAAM WERK 11 TlftU
F=
MAART 1980
TROUW/KWARTET P 13 - RH 17 - S 15
mr. G. C. van Dam
kritische krant als „Trouw"
al een commentaar verwacht
bundel „Daar gaat het om",
n voor christelijke politiek,
werkgroep „Niet bij brood
Deze bundel reikt bouwste-
ii die gebruikt dienen te wor
de fundering van een waar-
iristen-democratische poli
als in het Ten Geleide wordt
goede bijdragen in dit boek-
>r ook nogal wat oud nieuws
met al is het geen verrassend
ft, wat je van een werkgroep
Ike hoge pretenties zou mo-
rwacht
in Geleide eindigt als volgt:
zo n beleid zal zeker ook in
jende jaren ten doel moeten
om n^et psalm 72 te
me te redden, die om hulp
lendige, en wie geen helper
ontfermen over den geringe
arme.
ielen der armen te verlossen,
ven van druk en geweld te
en."
itie tussen de bijbel en de
die hier zo rechtstreeks
telegd, is de laatste tijd ver-
ide malen ter sprake ge-
Ik noem A. M. Donner en J.
ter in AR-Staatkunde van
envolgens januari en febru-
en B. Rietveld in Centraal
ad van resp. 8 december
19 januari 1980.
Op het internationaal symposium
van de Kuyperstichting ter gelegen
heid van het honderd jarig bestaan
van de AR-partij is een interessante
discussie over de verhouding tussen
bijbel en politiek gevoerd. Ze is te
vinden in AR-Staatkunde van juli/
augustus 1979. Aan de ene kant
stond de opvatting, dat het evange
lie een dynamische kracht is, die
zichzelf actualiseert te midden van
onze politieke problemen. De nor
mativiteit van het evangelie voor
onze politieke situatie eist het ant
woord van ons hart. Daartegenover
stond de opvatting, dat het evange
lie niet buiten de menselijke erva
ring en de menselijke rede om werkt
en die elke aanspraak op een on
middellijke toegang tot de norm der
rechtvaardigheid via gevoel of in
tuïtie wantrouwt.
De eerst vermelde opvatting maakt
de laatste jaren opgang in AR-kring
en vandaaruit in de kring van het
CDA. Daarin vindt wat evangeli
sche politiek heet haar grondslag.
Wat moeten we ons voorstellen bij
het evangelie dat als een dynami
sche kracht zelf inwerkt op onze
eigen politieke oordeelsvorming en
op de wereld om ons heen, zoals
Goudzwaard al een aantal jaren ge
leden schreef in zijn boekje „Een
grote taak voor kleine mensen"?
Waar moet je in zo'n proces de men
selijke verantwoordelijkheid plaat
sen, die voor een christen toch een
wezenlijk gegeven is?
Het doet me wat denken aan de
bevindelijkheid van de zware or
thodoxen, die zich door stemmen en
bijbelwoorden laten leiden. Voor
het persoonlijke leven kan je dat
misschien voor je verantwoordelijk
heid nemen, maar voor de publieke
zaak ook?
Rietveld snijdt de betekenis van
een bekend deel, uit het evangelie,
nl. van de Bergrede aan voor het
publieke leven. Hij herinnert aan de
Duitse theoloog en verzetsman
Bonhoeffer die er op heeft gewezen,
dat de Bergrede niet wordt gegeven
als algemene moraal, maar gespro
ken is tot de engere kring van de
discipelen, laten we nu maar zeg
gen: tot de kring van de gelovigen,
aldus Rietveld. Vandaar, zo ver
volgt hij, dat men niet uit de Berg
rede een bepaald onderdeel kan kie
zen, b.v. geweldloosheid, zonder te
rekenen met het alomvattende van
de geloofsverbondenheid aan de
Heer
A. M. Donner snijdt de relatie van
bijbel en politiek aan in een be
schouwing over het program van
uitgangspunten. Hij zegt daarin
o.m.: het gevaar is altijd
weer dat men ongeremd al wat bij
bels geboden lijkt met politieke
machtsmiddelen wil bevorderen en
verwezenlijken. Het is te simpel om
zich van dat gevaar af te maken met
een: dat doet toch iedereen! Iedere
politieke partij heeft toch ten doel
haar maatschappelijke en rechts-
idealen met middelen van staat en
overheid te verwerkelijken en op te
leggen. Het is nu juist de kwestie of
dat maar kan en die kwestie ligt,
dacht ik, de oorzaak waarom chris
tenen behoefte hebben aan een ei
gen politiek tehuis, waar de zaken
anders gezien en gesteld worden. Ik
lakt nu maar daar de vraag in hoe
verre de bijbelse geboden, die zich
in de eerste plaats tot het hart rich
ten, zich per overheidsgebod laten
opleggen of ondersteunen, een
vraag die zich niet met een droog
néén! maar zeker ook niet met een
simpel Ja! laat beantwoorden".
De Ruiter gaat in zijn bovenver
meld artikel in op begrippen als
„christelijke" of „evangelische" po
litiek. „Deze verbinding aldus De
Ruiter vormt een bijna ondrage
lijke last en in de laatste jaren zien
we juist onder hen die er ernst mee
willen maken pogingen zich van die
last te ontdoen en wel door een
zodanige over accentuering van de
eigen geloofsvisie, van het persoon
lijk getuigenis, dat van „politiek"
geen sprake meer is (al noemen we
dat dan wel „getuigenispolitiek").
Deze waarschuwingen om het met
de relatie bijbel en politiek niet te
eenvoudig te nemen, staan niet al
leen. Eén van de bezwaren van de
doorbraak-christenen tegen christe
lijke politiek was destijds gelegen
in de vereenzelviging van deze poli
tiek met de boodschap van het
evangelie. Dat bezwaar is steeds
teruggewezen met een beroep op
het besef van eigen menselijke te
kortkomingen en op de eigen ver
antwoordelijkheid wat vertaling en
realisering van de boodschap be
treft. De wat Goudzwaard tegen
woordig noemt „beginselpolitiek"
geeft aan het bezwaar van de ver
eenzelviging echter nieuw voedsel.
Een gevaar voor de christelijke poli
tiek is voorts gelegen in het wekken
van overspannen verwachtingen,
het dientengevolge oproepen van
teleurstelling en aantasting van de
betrouwbaarheid van christelijke
politiek. Wie, zoals in het geschrift
„Daar gaat het om", zegt dat het
politieke beleid ten doel moet heb
ben de woorden van psalm 72 in
politieke daden om te zetten, wekt
verwachtingen die hij met cfémocra-
tische middelen niet kan wóér ma
ken. Hij doet aan. zoals Donner
zegt, „zelfbedrog, dat staat en over
heid. hoe democratisch zij ook zijn
mogen, in staat zouden wezen om
aan een werkelijke „aanvaardbare"
samenleving vorm te geven en die
„goede" samenleving in te voeren".
„Moet juist een beweging als het
CDA niet tegen zulk zelfbedrog op
komen?" voegt Donner daar aan
toe.
Christelijke politiek, ook het CDA.
ijvert voor een samenleving, waarin
het recht wordt gehandhaafd God
heeft de overheid gegeven, om de
wanorde die het gevolg is van men
selijk, egoïstisch leven, zoveel mo
gelijk in te perken en de samenle
ving leefbaar te maken. Christelijke
politici die zeggen dat de politiek
het Koninkrijk van God in de we
reld kan bevorderen spreken tegen
beter weten inDe genezing van
het leven begint bij de individuele
bekering tot het geloof", zegt Riet
veld. Met andere woorden: willen
bijbelse normen een kans op reali
sering hebben dan moet er geloof
zijn.
Dat leidt tot de vraag, of wij via de
instrumenten van de staat die bij
belse normen mogen opleggen aan
mensen, die er niet via geloof mee
zijn verbonden. Maar eerder nög is
er plaats voor de vraag: wat bren
gen wij, christenen, zelf van de nale
ving van de bijbelse normen in ons
eigen leven en in onze eigen kring
terecht? Daar gaat het om. Christe
lijke politiek zal in de praktijk weer
klank en kans op dóórwerking krij
gen naarmate het individuele en het
groepsleven van christenen als een
aantrekkelijk en hoopgevend voor
beeld naar niet-christenen over^
komt. Christelijke politiek begint in
het leven van christenen zelf. En
dót mogen en moeten zij voortdu
rend door de kerk ingeprent
krijgen.
Mr. G. C. van Dam is lid van de
Tweede Kamer voor het CDA
inga: De verkeersontwikke-
de geïndustrialiseerde lan-
men een geval van collec-
aanzin noemen (KU-Nijme-
ran Huis: Te veel tijd van
werkzaam in de so-
turele sector, gaat verloren
invullen van formulieren
ging van een te kleine
ijke subsidie (RU-
MjSmelt: Bij de begrijpelij-
tatering dat godsdienst opi-
oor het volk, wordt vaak uit
verlonjn dat het marxisme
Ier is dan methadon (RU-
Seegers: Het door onkunde
overdoseren van een ge-
lel lijkt de methode bij uit-
/orden om zijn bijwerkin-
irte tijd te ontdekken (RU-
Boer: Geneesmiddelen die
afgeleverd als emulsie of
e, dienen voor gebruik te
jeschud. Het verdient in dit
aanbeveling het etikel
idden" als volgt aan te
NaaanHoswo
(RU-Utrecht)
loete: Burgelike ongehoor-
d is 'n bybels-gefundeerde
van geweldlose verset wat
aide situasies aangewend
d. (T.H.-Kampen)
loete: Beyers Naude gee
en antisipeer die toekom-
ikaner. (T.H.-Kampen)
p: In een bibliotheek beho-
iken en tijdschriften ge-
te worden en geen elders
er gewenste personeelsle-
J.-Amsterdam)
I. J. Neuman
Van Agt heeft vorige week
eerder als CDA-lid dan
hoedanigheid van Neder-
inister-president het
[evoerd op een studiebij-
it van de CDU. Het karak-
jzijn toespraak heeft hij zelf
lid als „hardop denken met
op tafel". Dat het in ieder
n strikt-ambtelijke tekst
arvan hij zich heeft be-
loge blijken uit de talloze
die daarna, zij het met
ertraging, zijn losgekomen,
gezegd denk ik dat massa's
als ze het hele relaas, dat
et veel meer dan een half
beslag nam konden lezen,
hartgrondig zouden in-
Maar in het tijdperk van
iregeling" in Nederland (de
van mr. J. L. Heldring)
kritici nu eenmaal de bo-
trontwaardiging geuit door
die van oordeel zijn dat de
„brede maatschappelijke discus
sie" over de kernenergie alleen aan
haar doel kan beantwoorden in
dien leden van de regering zich
daarbij muisstil houden (of althans
geen argumenten formuleren ten
gunste van kernenergie).
Men plaatst vraagtekens bij de op
vatting van de heer Van Agt dat
heel West-Europa (en zeker niet al
leen de Bondsrepubliek) wellicht
wat meer voor zijn eigen verdedi
ging zal moeten doen als de Vere
nigde Staten, mede in ons belang,
van hun militaire aanwezigheid
doen blijken in het gebied van de
Perzische Golf.
En er is verbazing voorgewend
over het feit dat hij, als de Neder
landse regering eind 1981 zou moe
ten besluiten tot plaatsing van
kernwapens voor de middellange
afstand, een zekere voorkeur heeft
voor kruisvluchtwapens die in zee
kunnen worden gestationeerd. Op
die verbazing wil ik vandaag wat
dieper ingaan.
Het is altijd goed om te weten wat
een spreker nu precies heeft ge
zegd. De zin die de heer Van Agt in
dit verband te Bonn gebruikte
luidde zo: „Ik denk dat de beslis
sing van de regering om the-
ateroucteaire wapens op te stellen
zou worden vergemakkelijkt als er
enig uitzicht zou zijn dat de NAVO
kan beschikken over vanuit zee te
lanceren kruisvluchtwapens". Hij
heeft dus niet gezegd dat zo'n be
slissing uitgesloten is zolang een
dergelijk uitzicht niet bestaat; ze
wordt er alleen niet gemakkelijker
op. Nog veel minder heeft hij ge
zegd dat zo'n beslissing uitgesloten
zou zijn als het op dat moment
ontbreekt aan operationele vanuit
zee te lanceren kruisvluchtwapens
(„sea-launched cruise missiles" of
SLCMs). Neen, de beslissing wordt
reeds vergemakkelijkt als er enig
uitzicht bestaat dat SLCMs in de
toekomst operationeel worden.
Het werkelijk gezegde getuigt der
halve op dit punt van meer behoed
zaamheid dan men in sommige ver
slagen en commentaren achteraf
kan aantreffen.
En is de gedachte aan SLCMs op
zichzelf nu werkelijk zo absurd?
De Adviescommissie inzake
Vraagstukken van Ontwapening
en Internationale Veiligheid en
Vrede sprak zich in oktober jl. uit
ten gunste van een vooralsnog be
perkte produktie van nieuwe kern
wapens voor de middellange af
stand en van een bereidverklaring
van de betrokken NAVO-landen
deze wapensystemen tot hun
grondgebied toe te laten („Moder
nisering en wapenbeheersing".
Den Haag, oktober 1979, blz. 22).
Daarbij lieten toen echter al twee
leden aantekenen dat zij meer heil
zagen in de modernisering en aan
passing van maritieme middelen.
„Deze zijn minder kwetsbaar", zo
merkten zij op, „en meer verwij
derd van bevolkingscentra".
Omstreeks dezelfde tijd gaf een
meerderheid in de Adviesraad De
fensie-Aangelegenheden minister
Scholten in overweging „te bevor
deren dat de mogelijkheden van
modernisering en aanpassing door
maritieme middelen in plaats
van uitsluitend te land gestatio
neerde middelen, verder worden
onderzocht" („Interimrappoi't over
de kernwapens in de grijze zone".
Den Haag, oktober/november 1979,
blz. 49). Elders in dit rapport wordt
om. gezegd (blz. 25): „De grootste
overlevingskansen hebben door
onderzeeboten gelanceerde
SLCMs".
Waarom dan niet dadelijk vooi
deze variant is gekozen, wordt uit
gelegd op blz. 28. De factoren die
nu nog in een andere richting wij
zen zijn: .de hoge (volgens som
migen prohibitief hoge) kosten ver
bonden aan de bouw van nieuwe
schepen voor dit doel, het wegval
len van belangrijke conventionele
taken van de marine als men be
staande schepen mede voor dit
doel bruikbaar („dual capable")
zou willen maken, het feit dat men
om een gegeven aantal doelen te
dekken naar verhouding meer la
dingen nodig heeft en de omstan
digheid dat de kwetsbaarheid van
de schepen (en van hun havens)
toch nog vrij groot is, zolang ze in
onderhoud of in reparatie zijn".
De ADA voegt daar echter en dat
klopt ook met haar latere aanbeve
ling onmiddellijk aan toe: „Toch
kunnen op zee gestationeerde sys
temen zodanige voordelen onder
meer van politiek-psychologische
aard vertonen, dat voortgezette
studie over het verminderen dan
wel opheffen van de hiervoor ge
signaleerde bezwaren raadzaam
lijkt". Blijkbaar is de Raad er hele
maal van uitgegaan dat Nederland
uitsluitend het platform voor de
SLCMs zou leveren en dat Ameri
kaans personeel de wapensyste
men zou bewaken, onderhouden en
bedienen. Vandaar dat het be
zwaar als zou door deze oplossing
een grotere verantwoordelijkheid
op Nederland komen te rusten niet
eens is vermeld.
Aan een onderzoek van de maritie
me optie zitten heel wat kanten.
Een daarvan is de mobiliteit van
de kernwapensystemen. Het ant
woord op toenemende nauwkeurig
heid van de wapensystemen van de
overzijde is vergrote beweeglijk
heid van de systemen aan deze
kant. In beginsel hoeft een kruis-
vluchtwapen dat op het land is
gestationeerd niet veel minder ver
plaatsbaar te zijn dan een SLCM.
Je kunt de computer een „ran-
dom"-schema van verplaatsingen
laten opstellen. Maar in de praktijk
zou wel eens kunnen blijken dat de
financiële en politieke kosten die
aan de uitvoering van zo'n schema
vastzitten (en let wel: het gaat om
verplaatsingen te land, dus bij
voorbeeld van de ene vliegbasis
naar de andere) te hoog worden
bevonden. Dit zou betekenen dat
de op het land gestationeerde
kruisvluchtwapens eigenlijk al
leen in tijden van oplopende span
ning worden verplaatst; en dat is te
weinig. De maritieme optie geeft
dan minder kwetsbaarheid (grote
re „pre-launch survivability").
Daarentegen is het percentage
kernladingen dat gemiddeld be
drijfsklaar en inzetbaar is („ready
warheads") bij in zee gestationeer
de systemen lager (op oppervlakte
schepen 30%, op onderzeeboten
40%) dan bij die op het land (60%).
Maar voor wie het geplande aantal
van 572 nieuwe kernwapens voor
de middellange afstand toch al te
hoog is kan dit nauwelijks een be
zwaar heten.
En ten slotte: de noodzaak om de
stationering van SLCMs af te we
gen tegen de vervulling van ande
re, conventionele marinetaken,
zoals het openhouden van de zee
wegen over ;!e Atlantische Oceaan,
is nateuMIj!. een heel klemmende.
Maar zo'n afweging kan niet ge
schieden los van het oorlogsbeeld
en de vermoedelijke oorlogsduur
die de afweger voor ogen staat.
Misschien heeft de intuïtie van de
heer Van Agt hem te Bonn inge
fluisterd dat er in dit beeld thans
verschuivingen optreden, doch dat
een half uur veel te kort is om dat
allemaal uit te leggen.
door P. van Tellingen
Het ethisch reveil: twistap
pel in de Nederlandse poli
tiek in 1976 en 1977. Ver
guisd door tegenstanders,
gewaardeerd door CDA-aan-
hangers. Uitvinder: de toen
malige lijsttrekker van het
CDA, toen nog minister van
justitie die van afstand het
politiek gebeuren kon be
schouwen. Nu een volwaar
dig politicus, die denk ik,
nog eens aan dit ethisch re
veil moet worden herinnerd.
Wat hield dat ethisch reveil in? Niet
wat de tegenstanders er van maak
ten: een enghartige, bekrompen be
nadering van zedelijkheidsvraag-
stukken. Het ethisch reveil van
Dries van Agt. aldus de toenmalige
tegenstanders van Van Agt. moest
ons terugvoeren in een nieuw Victo
riaans tijdperk vol kuisheid en
klein-burgerlijkheid. Het ethisch re
veil was voor Van Agt de uitdruk
king van zijn opvatting, dat wan
neer je de maatschappij echt goed
zou willen veranderen, de mentali
teit van de mensen „om" zou moe
ten. Want de overheid heeft maar
beperkte mogelijkheden vla wetge
ving veranderingen In de samenle
ving aan te brengen. Als je het echt
goed wilde doen. moesten de harten
van mensen veroverd worden. „Pro
testants" gezegd: een proces van
dagelijkse bekering moest op gang
gebracht worden. Ik geef maar een
vrije vertaling, om zo het specifieke
van het toenmalige ethische reveil
weer te geven.
Van Agt gaf in de verkiezingscam
pagne van 1977 zelf het goede voor
beeld. Hij pleitte voor gematigde
maatschappij-hervormende voor
stellen door de goede, voor het CDA
aanvaardbare, voorstellen van het
kabinet-Den Uyl te verdedigen. Hij
was een warm pleitbezorger van de
lijnen die het CDA-verkiezingspro-
gram „Niet bij brood alleen" trok.
Van Agt trok ten strijde tegen de
vermateriallsering van onze samen
leving, bepleitte meer soberheid,
waarschuwde tegen de macht van
de moderne bewapening, was een
voorstander van meer zeggenschap
voor werknemers en wenste onder
geen beding beperkingen op het ter
rein van de ontwikkelingssamen
werking te aanvaarden.
Het is de toon die de muziek maakt.
De tonen van Van Agt als lijsttrek
ker van het CDA In 1977 waren
gematigd progressief. Zij versterk
ten het eigen CDA-proflel. Al was de
verpakking door de specifieke stijl
van Van Agt niet altijd even mo
dern. de inhoud van de boodschap
paste in grote lijnen bij het CDA.
Steven gewend
Sinds Van Agt de steven gewend
heeft en door stommiteiten van
de PvdA met de WD moest gaan
regeren, zijn de tonen conservatie
ver geworden. Zij zijn voor het CDA
minder herkenbaar. Ik geef onmid
dellijk toe dat het minister-presi
dentschap zo zijn beperkingen
heeft. Hoe dichter bij de Kroon, hoe
minder partijman. Dat siert Van
Agt en daar kan den Uyl nog wel
wat van leren. Die irriteerde altijd
hele volksstammen buiten zijn ei
gen partij als hij kabinetsvoorstel
len presenteerde als socialistische
ideéen. die na een moeizaam ge
vecht met de toenmalige CDA-par-
tijen KVP en ARP veroverd waren.
Maar ik heb het gevoel dat Van Agt
soms doorslaat, waardoor de stel
ling verwordt tot: hoe dichter bij de
Kroon, hoe gemakkelijker ik mijn
eigen gang ga. Dat doet mij oprecht
verdriet. Want als eerste CDA-man
kan hij het overtuigende van CDA-
polltiek als geen ander vormgeven.
Ik wil deze gedachte staven aan een
aantal uitspraken van de politicus
Van Agt. Het is zakelijke kritiek op
iemand die ook mij sympathiek is.
Voorbeelden
Als de speech van het CDA-congres
van december 1979 in Dronten het
begin is van een reeks van toespra
ken tot zijn aanhangers, dan zie ik
daar weinig typische CDA-uitgangs
punten in terug. De sociale zeker
heid voorstellen als een instelling
waar mensen die er gebruik van
moeten maken dankbaar voor moe
ten zijn, doet mij aan de Jaren
denken dat werklozen, arbeids
ongeschikten e.d. op de liefdadig
heid aangewezen waren. Daar bijge
voegd de opmerkingen die hij op
een toespraak voor CDA-aanhan-
gers in Hoogeveen maakte, dat mis
bruik van de sociale zekerheid hard
zal worden aangepakt en we zijn
daar waar het CDA nooit moet bi
vakkeren: in de armen van de voor
malige lijsttrekker van de WD. die
ln het begin van de Jaren zeventig
met zulke verhalen kiezers wierf.
In Hoogeveen voegde Van Agl
eraan toe: acties tegen de komend*
loonmaatregel van de regering zljr
in strijd met de rechtsorde. Daar
mee deelde hij het FNV een rechts*
uit. Al twintig jaar ben Ik overtuigd
lid van het CNV en als zodanig
verfoei Ik de politieke acties die het
FNV voert. Een vakbeweging ge
bruikt zijn wapens tegen werkge
vers en niet tegen een regering.
Maar deze uitspraak getuigt van
weinig begrip voor de rol die de
vakbeweging in ons land vervult.
Een premier moet toch een klein
beetje gevoel hebben voor de moei
lijke positie waarin een vakbewe
ging verkeert ln een tijd waarin er
niets meer te verdelen valt. Zo uit
pakken tegen de vakbeweging en ln
een t.v.-interview met Ad Lange-
bent de Shell verdedigen die zijn
winsten fors zag stijgen, doet zelfs
CNV'ers en daar vereenzelvig Ik
mij nu maar even mee wanhopen.
Het mag demagogisch klinken,
maar zo wordt het door vele werk
nemers beleefd. En nogmaals: het
is de toon die de muziek maakt. Ik
vind het verkeerde tonen, die mij
als CDA'er vals in de oren klinken.
Atoom raketten
Dat een CDA-mlnister-president
van Nederland een CDU-congres ln
Bonn toespreekt, vind ik best te
verdedigen. Het Is een mogelijk de
conservatieve buren te overtuigen
van meer noodzaak tot vernieu
wingsgezindheid. Maar als die kans
niet aangegrepen wordt, maar ln
tegendeel, zo'n toespraak gebruikt
wordt om partijgenoten in Neder
land op de kast te Jagen, begin ik
sterk te aarzelen over het nut van
zulke uitstapjes.
Maar vooral verdrietig vond ik de
inhoud van de toespraak. Atoomra
ketten op schepen is ineens een
alternatief voor atoomraketten op
land. Terwijl menig CDA'er nog de
wonden likt veroorzaakt door de
kamerdebatten over de vernieu
wing van de kernwapens via ruim
500 nieuwe raketten met atoomla
ding; terwijl de regering bij hoog en
bij laag vasthoudt dat op dit punt
Nederland geen enkele binding aan
vaard, komt ln eens deze aap uit de
mouw. Alsof het wat uitmaakt: ra
ketten op land of ter zee. Het ging er
toch om deze wapen-escalatie die
een waanzinnige omvang heeft aan
genomen, moet blijven doorgaan.
De bewapeningsspiraal doorbreken
een poging wagen via de onderhan
delingstafel ln plaats van via weer
nieuwe wapens ontwapening te be
werkstelligen.
Zo'n doelstelling wordt verduisterd
door de suggesties die Van Agt
wekt. Niet alleen de opmerking over
de atoomraketten deed stof opwaai
en; ook zijn ongenuanceerde keuze
voor atoomenergie wekte verba
zing. Staat er niet ln het CDA-pro-
gram dat er uiterste terughoudend
heid bij het gebruik van kernener
gie moet worden betracht, komt er
niet een maatschappelijke discus
sie over de zin en onzin van kerne
nergie. en is er geen geweldige pro
blematiek rond het radioactieve al-
val van kerncentrales?
Bij het vreedzaam en niet vreed
zaam gebruik van kernenergie is
het probleem dat onze samenleving
daardoor kwetsbaarder wordt. Een
ongeluk heeft meer gevolgen. Bo
vendien belasten wij generaties na
ons met de wrange vruchten van
onze welvaart: het radio-actieve
afval.
Tonen
Het zijn de tonen die de muziek
maken. Die tonen, die ik net heb
aangegeven, lijken niet op de tonen
van het ethisch reveil. Geen plei
dooien meer voor veranderingsge
zindheid. maar pleidooien voor ge
makkelijke oplossingen. Geen ap
pelerende verhalen, maar verhalen
die oude denkkaders doet handha
ven. Het ethisch reveil was een po
ging eigen CDA-ultgangsstellingen
over het voetlicht te brengen, de
harten van mensen te veroveren
voor veranderingen in onze samen
leving.
Waar is dat ethisch reveil gebleven?
Waar de CDA-leider die dwars tegen
de oppositie van links en rechts ln
de eigen overtuiging staande
houdt?
Applaus versuft, zei Lubbers op het
CDA-congres van Dronten. Ik hoop
van harte dat de CDA-premier de
eerste onder zijn partijgenoten, zich
weer eens de lijnen van het ethisch
reveil zal herinneren. Dan komen er
verhalen die geen ovatie opleveren,
niet ln het binnen- en niet ln het
buitenland. Maar het zijn dan wel
verhalen die ons dichter brengen bij
een samenleving zoals CDA-ult-
gangspunten die verwoorden.