F iaar gaat het om e intuïtie van Van Agt w Waar^^A is het ethisch reveil gebleven? gezegd I MQIGIHS M») KOMEN WIJ IN AANMERKING VOOR ALBEPAS EXTRA BELONING VOOR VUIL EN ONAANGENAAM WERK 11 TlftU F= MAART 1980 TROUW/KWARTET P 13 - RH 17 - S 15 mr. G. C. van Dam kritische krant als „Trouw" al een commentaar verwacht bundel „Daar gaat het om", n voor christelijke politiek, werkgroep „Niet bij brood Deze bundel reikt bouwste- ii die gebruikt dienen te wor de fundering van een waar- iristen-democratische poli als in het Ten Geleide wordt goede bijdragen in dit boek- >r ook nogal wat oud nieuws met al is het geen verrassend ft, wat je van een werkgroep Ike hoge pretenties zou mo- rwacht in Geleide eindigt als volgt: zo n beleid zal zeker ook in jende jaren ten doel moeten om n^et psalm 72 te me te redden, die om hulp lendige, en wie geen helper ontfermen over den geringe arme. ielen der armen te verlossen, ven van druk en geweld te en." itie tussen de bijbel en de die hier zo rechtstreeks telegd, is de laatste tijd ver- ide malen ter sprake ge- Ik noem A. M. Donner en J. ter in AR-Staatkunde van envolgens januari en febru- en B. Rietveld in Centraal ad van resp. 8 december 19 januari 1980. Op het internationaal symposium van de Kuyperstichting ter gelegen heid van het honderd jarig bestaan van de AR-partij is een interessante discussie over de verhouding tussen bijbel en politiek gevoerd. Ze is te vinden in AR-Staatkunde van juli/ augustus 1979. Aan de ene kant stond de opvatting, dat het evange lie een dynamische kracht is, die zichzelf actualiseert te midden van onze politieke problemen. De nor mativiteit van het evangelie voor onze politieke situatie eist het ant woord van ons hart. Daartegenover stond de opvatting, dat het evange lie niet buiten de menselijke erva ring en de menselijke rede om werkt en die elke aanspraak op een on middellijke toegang tot de norm der rechtvaardigheid via gevoel of in tuïtie wantrouwt. De eerst vermelde opvatting maakt de laatste jaren opgang in AR-kring en vandaaruit in de kring van het CDA. Daarin vindt wat evangeli sche politiek heet haar grondslag. Wat moeten we ons voorstellen bij het evangelie dat als een dynami sche kracht zelf inwerkt op onze eigen politieke oordeelsvorming en op de wereld om ons heen, zoals Goudzwaard al een aantal jaren ge leden schreef in zijn boekje „Een grote taak voor kleine mensen"? Waar moet je in zo'n proces de men selijke verantwoordelijkheid plaat sen, die voor een christen toch een wezenlijk gegeven is? Het doet me wat denken aan de bevindelijkheid van de zware or thodoxen, die zich door stemmen en bijbelwoorden laten leiden. Voor het persoonlijke leven kan je dat misschien voor je verantwoordelijk heid nemen, maar voor de publieke zaak ook? Rietveld snijdt de betekenis van een bekend deel, uit het evangelie, nl. van de Bergrede aan voor het publieke leven. Hij herinnert aan de Duitse theoloog en verzetsman Bonhoeffer die er op heeft gewezen, dat de Bergrede niet wordt gegeven als algemene moraal, maar gespro ken is tot de engere kring van de discipelen, laten we nu maar zeg gen: tot de kring van de gelovigen, aldus Rietveld. Vandaar, zo ver volgt hij, dat men niet uit de Berg rede een bepaald onderdeel kan kie zen, b.v. geweldloosheid, zonder te rekenen met het alomvattende van de geloofsverbondenheid aan de Heer A. M. Donner snijdt de relatie van bijbel en politiek aan in een be schouwing over het program van uitgangspunten. Hij zegt daarin o.m.: het gevaar is altijd weer dat men ongeremd al wat bij bels geboden lijkt met politieke machtsmiddelen wil bevorderen en verwezenlijken. Het is te simpel om zich van dat gevaar af te maken met een: dat doet toch iedereen! Iedere politieke partij heeft toch ten doel haar maatschappelijke en rechts- idealen met middelen van staat en overheid te verwerkelijken en op te leggen. Het is nu juist de kwestie of dat maar kan en die kwestie ligt, dacht ik, de oorzaak waarom chris tenen behoefte hebben aan een ei gen politiek tehuis, waar de zaken anders gezien en gesteld worden. Ik lakt nu maar daar de vraag in hoe verre de bijbelse geboden, die zich in de eerste plaats tot het hart rich ten, zich per overheidsgebod laten opleggen of ondersteunen, een vraag die zich niet met een droog néén! maar zeker ook niet met een simpel Ja! laat beantwoorden". De Ruiter gaat in zijn bovenver meld artikel in op begrippen als „christelijke" of „evangelische" po litiek. „Deze verbinding aldus De Ruiter vormt een bijna ondrage lijke last en in de laatste jaren zien we juist onder hen die er ernst mee willen maken pogingen zich van die last te ontdoen en wel door een zodanige over accentuering van de eigen geloofsvisie, van het persoon lijk getuigenis, dat van „politiek" geen sprake meer is (al noemen we dat dan wel „getuigenispolitiek"). Deze waarschuwingen om het met de relatie bijbel en politiek niet te eenvoudig te nemen, staan niet al leen. Eén van de bezwaren van de doorbraak-christenen tegen christe lijke politiek was destijds gelegen in de vereenzelviging van deze poli tiek met de boodschap van het evangelie. Dat bezwaar is steeds teruggewezen met een beroep op het besef van eigen menselijke te kortkomingen en op de eigen ver antwoordelijkheid wat vertaling en realisering van de boodschap be treft. De wat Goudzwaard tegen woordig noemt „beginselpolitiek" geeft aan het bezwaar van de ver eenzelviging echter nieuw voedsel. Een gevaar voor de christelijke poli tiek is voorts gelegen in het wekken van overspannen verwachtingen, het dientengevolge oproepen van teleurstelling en aantasting van de betrouwbaarheid van christelijke politiek. Wie, zoals in het geschrift „Daar gaat het om", zegt dat het politieke beleid ten doel moet heb ben de woorden van psalm 72 in politieke daden om te zetten, wekt verwachtingen die hij met cfémocra- tische middelen niet kan wóér ma ken. Hij doet aan. zoals Donner zegt, „zelfbedrog, dat staat en over heid. hoe democratisch zij ook zijn mogen, in staat zouden wezen om aan een werkelijke „aanvaardbare" samenleving vorm te geven en die „goede" samenleving in te voeren". „Moet juist een beweging als het CDA niet tegen zulk zelfbedrog op komen?" voegt Donner daar aan toe. Christelijke politiek, ook het CDA. ijvert voor een samenleving, waarin het recht wordt gehandhaafd God heeft de overheid gegeven, om de wanorde die het gevolg is van men selijk, egoïstisch leven, zoveel mo gelijk in te perken en de samenle ving leefbaar te maken. Christelijke politici die zeggen dat de politiek het Koninkrijk van God in de we reld kan bevorderen spreken tegen beter weten inDe genezing van het leven begint bij de individuele bekering tot het geloof", zegt Riet veld. Met andere woorden: willen bijbelse normen een kans op reali sering hebben dan moet er geloof zijn. Dat leidt tot de vraag, of wij via de instrumenten van de staat die bij belse normen mogen opleggen aan mensen, die er niet via geloof mee zijn verbonden. Maar eerder nög is er plaats voor de vraag: wat bren gen wij, christenen, zelf van de nale ving van de bijbelse normen in ons eigen leven en in onze eigen kring terecht? Daar gaat het om. Christe lijke politiek zal in de praktijk weer klank en kans op dóórwerking krij gen naarmate het individuele en het groepsleven van christenen als een aantrekkelijk en hoopgevend voor beeld naar niet-christenen over^ komt. Christelijke politiek begint in het leven van christenen zelf. En dót mogen en moeten zij voortdu rend door de kerk ingeprent krijgen. Mr. G. C. van Dam is lid van de Tweede Kamer voor het CDA inga: De verkeersontwikke- de geïndustrialiseerde lan- men een geval van collec- aanzin noemen (KU-Nijme- ran Huis: Te veel tijd van werkzaam in de so- turele sector, gaat verloren invullen van formulieren ging van een te kleine ijke subsidie (RU- MjSmelt: Bij de begrijpelij- tatering dat godsdienst opi- oor het volk, wordt vaak uit verlonjn dat het marxisme Ier is dan methadon (RU- Seegers: Het door onkunde overdoseren van een ge- lel lijkt de methode bij uit- /orden om zijn bijwerkin- irte tijd te ontdekken (RU- Boer: Geneesmiddelen die afgeleverd als emulsie of e, dienen voor gebruik te jeschud. Het verdient in dit aanbeveling het etikel idden" als volgt aan te NaaanHoswo (RU-Utrecht) loete: Burgelike ongehoor- d is 'n bybels-gefundeerde van geweldlose verset wat aide situasies aangewend d. (T.H.-Kampen) loete: Beyers Naude gee en antisipeer die toekom- ikaner. (T.H.-Kampen) p: In een bibliotheek beho- iken en tijdschriften ge- te worden en geen elders er gewenste personeelsle- J.-Amsterdam) I. J. Neuman Van Agt heeft vorige week eerder als CDA-lid dan hoedanigheid van Neder- inister-president het [evoerd op een studiebij- it van de CDU. Het karak- jzijn toespraak heeft hij zelf lid als „hardop denken met op tafel". Dat het in ieder n strikt-ambtelijke tekst arvan hij zich heeft be- loge blijken uit de talloze die daarna, zij het met ertraging, zijn losgekomen, gezegd denk ik dat massa's als ze het hele relaas, dat et veel meer dan een half beslag nam konden lezen, hartgrondig zouden in- Maar in het tijdperk van iregeling" in Nederland (de van mr. J. L. Heldring) kritici nu eenmaal de bo- trontwaardiging geuit door die van oordeel zijn dat de „brede maatschappelijke discus sie" over de kernenergie alleen aan haar doel kan beantwoorden in dien leden van de regering zich daarbij muisstil houden (of althans geen argumenten formuleren ten gunste van kernenergie). Men plaatst vraagtekens bij de op vatting van de heer Van Agt dat heel West-Europa (en zeker niet al leen de Bondsrepubliek) wellicht wat meer voor zijn eigen verdedi ging zal moeten doen als de Vere nigde Staten, mede in ons belang, van hun militaire aanwezigheid doen blijken in het gebied van de Perzische Golf. En er is verbazing voorgewend over het feit dat hij, als de Neder landse regering eind 1981 zou moe ten besluiten tot plaatsing van kernwapens voor de middellange afstand, een zekere voorkeur heeft voor kruisvluchtwapens die in zee kunnen worden gestationeerd. Op die verbazing wil ik vandaag wat dieper ingaan. Het is altijd goed om te weten wat een spreker nu precies heeft ge zegd. De zin die de heer Van Agt in dit verband te Bonn gebruikte luidde zo: „Ik denk dat de beslis sing van de regering om the- ateroucteaire wapens op te stellen zou worden vergemakkelijkt als er enig uitzicht zou zijn dat de NAVO kan beschikken over vanuit zee te lanceren kruisvluchtwapens". Hij heeft dus niet gezegd dat zo'n be slissing uitgesloten is zolang een dergelijk uitzicht niet bestaat; ze wordt er alleen niet gemakkelijker op. Nog veel minder heeft hij ge zegd dat zo'n beslissing uitgesloten zou zijn als het op dat moment ontbreekt aan operationele vanuit zee te lanceren kruisvluchtwapens („sea-launched cruise missiles" of SLCMs). Neen, de beslissing wordt reeds vergemakkelijkt als er enig uitzicht bestaat dat SLCMs in de toekomst operationeel worden. Het werkelijk gezegde getuigt der halve op dit punt van meer behoed zaamheid dan men in sommige ver slagen en commentaren achteraf kan aantreffen. En is de gedachte aan SLCMs op zichzelf nu werkelijk zo absurd? De Adviescommissie inzake Vraagstukken van Ontwapening en Internationale Veiligheid en Vrede sprak zich in oktober jl. uit ten gunste van een vooralsnog be perkte produktie van nieuwe kern wapens voor de middellange af stand en van een bereidverklaring van de betrokken NAVO-landen deze wapensystemen tot hun grondgebied toe te laten („Moder nisering en wapenbeheersing". Den Haag, oktober 1979, blz. 22). Daarbij lieten toen echter al twee leden aantekenen dat zij meer heil zagen in de modernisering en aan passing van maritieme middelen. „Deze zijn minder kwetsbaar", zo merkten zij op, „en meer verwij derd van bevolkingscentra". Omstreeks dezelfde tijd gaf een meerderheid in de Adviesraad De fensie-Aangelegenheden minister Scholten in overweging „te bevor deren dat de mogelijkheden van modernisering en aanpassing door maritieme middelen in plaats van uitsluitend te land gestatio neerde middelen, verder worden onderzocht" („Interimrappoi't over de kernwapens in de grijze zone". Den Haag, oktober/november 1979, blz. 49). Elders in dit rapport wordt om. gezegd (blz. 25): „De grootste overlevingskansen hebben door onderzeeboten gelanceerde SLCMs". Waarom dan niet dadelijk vooi deze variant is gekozen, wordt uit gelegd op blz. 28. De factoren die nu nog in een andere richting wij zen zijn: .de hoge (volgens som migen prohibitief hoge) kosten ver bonden aan de bouw van nieuwe schepen voor dit doel, het wegval len van belangrijke conventionele taken van de marine als men be staande schepen mede voor dit doel bruikbaar („dual capable") zou willen maken, het feit dat men om een gegeven aantal doelen te dekken naar verhouding meer la dingen nodig heeft en de omstan digheid dat de kwetsbaarheid van de schepen (en van hun havens) toch nog vrij groot is, zolang ze in onderhoud of in reparatie zijn". De ADA voegt daar echter en dat klopt ook met haar latere aanbeve ling onmiddellijk aan toe: „Toch kunnen op zee gestationeerde sys temen zodanige voordelen onder meer van politiek-psychologische aard vertonen, dat voortgezette studie over het verminderen dan wel opheffen van de hiervoor ge signaleerde bezwaren raadzaam lijkt". Blijkbaar is de Raad er hele maal van uitgegaan dat Nederland uitsluitend het platform voor de SLCMs zou leveren en dat Ameri kaans personeel de wapensyste men zou bewaken, onderhouden en bedienen. Vandaar dat het be zwaar als zou door deze oplossing een grotere verantwoordelijkheid op Nederland komen te rusten niet eens is vermeld. Aan een onderzoek van de maritie me optie zitten heel wat kanten. Een daarvan is de mobiliteit van de kernwapensystemen. Het ant woord op toenemende nauwkeurig heid van de wapensystemen van de overzijde is vergrote beweeglijk heid van de systemen aan deze kant. In beginsel hoeft een kruis- vluchtwapen dat op het land is gestationeerd niet veel minder ver plaatsbaar te zijn dan een SLCM. Je kunt de computer een „ran- dom"-schema van verplaatsingen laten opstellen. Maar in de praktijk zou wel eens kunnen blijken dat de financiële en politieke kosten die aan de uitvoering van zo'n schema vastzitten (en let wel: het gaat om verplaatsingen te land, dus bij voorbeeld van de ene vliegbasis naar de andere) te hoog worden bevonden. Dit zou betekenen dat de op het land gestationeerde kruisvluchtwapens eigenlijk al leen in tijden van oplopende span ning worden verplaatst; en dat is te weinig. De maritieme optie geeft dan minder kwetsbaarheid (grote re „pre-launch survivability"). Daarentegen is het percentage kernladingen dat gemiddeld be drijfsklaar en inzetbaar is („ready warheads") bij in zee gestationeer de systemen lager (op oppervlakte schepen 30%, op onderzeeboten 40%) dan bij die op het land (60%). Maar voor wie het geplande aantal van 572 nieuwe kernwapens voor de middellange afstand toch al te hoog is kan dit nauwelijks een be zwaar heten. En ten slotte: de noodzaak om de stationering van SLCMs af te we gen tegen de vervulling van ande re, conventionele marinetaken, zoals het openhouden van de zee wegen over ;!e Atlantische Oceaan, is nateuMIj!. een heel klemmende. Maar zo'n afweging kan niet ge schieden los van het oorlogsbeeld en de vermoedelijke oorlogsduur die de afweger voor ogen staat. Misschien heeft de intuïtie van de heer Van Agt hem te Bonn inge fluisterd dat er in dit beeld thans verschuivingen optreden, doch dat een half uur veel te kort is om dat allemaal uit te leggen. door P. van Tellingen Het ethisch reveil: twistap pel in de Nederlandse poli tiek in 1976 en 1977. Ver guisd door tegenstanders, gewaardeerd door CDA-aan- hangers. Uitvinder: de toen malige lijsttrekker van het CDA, toen nog minister van justitie die van afstand het politiek gebeuren kon be schouwen. Nu een volwaar dig politicus, die denk ik, nog eens aan dit ethisch re veil moet worden herinnerd. Wat hield dat ethisch reveil in? Niet wat de tegenstanders er van maak ten: een enghartige, bekrompen be nadering van zedelijkheidsvraag- stukken. Het ethisch reveil van Dries van Agt. aldus de toenmalige tegenstanders van Van Agt. moest ons terugvoeren in een nieuw Victo riaans tijdperk vol kuisheid en klein-burgerlijkheid. Het ethisch re veil was voor Van Agt de uitdruk king van zijn opvatting, dat wan neer je de maatschappij echt goed zou willen veranderen, de mentali teit van de mensen „om" zou moe ten. Want de overheid heeft maar beperkte mogelijkheden vla wetge ving veranderingen In de samenle ving aan te brengen. Als je het echt goed wilde doen. moesten de harten van mensen veroverd worden. „Pro testants" gezegd: een proces van dagelijkse bekering moest op gang gebracht worden. Ik geef maar een vrije vertaling, om zo het specifieke van het toenmalige ethische reveil weer te geven. Van Agt gaf in de verkiezingscam pagne van 1977 zelf het goede voor beeld. Hij pleitte voor gematigde maatschappij-hervormende voor stellen door de goede, voor het CDA aanvaardbare, voorstellen van het kabinet-Den Uyl te verdedigen. Hij was een warm pleitbezorger van de lijnen die het CDA-verkiezingspro- gram „Niet bij brood alleen" trok. Van Agt trok ten strijde tegen de vermateriallsering van onze samen leving, bepleitte meer soberheid, waarschuwde tegen de macht van de moderne bewapening, was een voorstander van meer zeggenschap voor werknemers en wenste onder geen beding beperkingen op het ter rein van de ontwikkelingssamen werking te aanvaarden. Het is de toon die de muziek maakt. De tonen van Van Agt als lijsttrek ker van het CDA In 1977 waren gematigd progressief. Zij versterk ten het eigen CDA-proflel. Al was de verpakking door de specifieke stijl van Van Agt niet altijd even mo dern. de inhoud van de boodschap paste in grote lijnen bij het CDA. Steven gewend Sinds Van Agt de steven gewend heeft en door stommiteiten van de PvdA met de WD moest gaan regeren, zijn de tonen conservatie ver geworden. Zij zijn voor het CDA minder herkenbaar. Ik geef onmid dellijk toe dat het minister-presi dentschap zo zijn beperkingen heeft. Hoe dichter bij de Kroon, hoe minder partijman. Dat siert Van Agt en daar kan den Uyl nog wel wat van leren. Die irriteerde altijd hele volksstammen buiten zijn ei gen partij als hij kabinetsvoorstel len presenteerde als socialistische ideéen. die na een moeizaam ge vecht met de toenmalige CDA-par- tijen KVP en ARP veroverd waren. Maar ik heb het gevoel dat Van Agt soms doorslaat, waardoor de stel ling verwordt tot: hoe dichter bij de Kroon, hoe gemakkelijker ik mijn eigen gang ga. Dat doet mij oprecht verdriet. Want als eerste CDA-man kan hij het overtuigende van CDA- polltiek als geen ander vormgeven. Ik wil deze gedachte staven aan een aantal uitspraken van de politicus Van Agt. Het is zakelijke kritiek op iemand die ook mij sympathiek is. Voorbeelden Als de speech van het CDA-congres van december 1979 in Dronten het begin is van een reeks van toespra ken tot zijn aanhangers, dan zie ik daar weinig typische CDA-uitgangs punten in terug. De sociale zeker heid voorstellen als een instelling waar mensen die er gebruik van moeten maken dankbaar voor moe ten zijn, doet mij aan de Jaren denken dat werklozen, arbeids ongeschikten e.d. op de liefdadig heid aangewezen waren. Daar bijge voegd de opmerkingen die hij op een toespraak voor CDA-aanhan- gers in Hoogeveen maakte, dat mis bruik van de sociale zekerheid hard zal worden aangepakt en we zijn daar waar het CDA nooit moet bi vakkeren: in de armen van de voor malige lijsttrekker van de WD. die ln het begin van de Jaren zeventig met zulke verhalen kiezers wierf. In Hoogeveen voegde Van Agl eraan toe: acties tegen de komend* loonmaatregel van de regering zljr in strijd met de rechtsorde. Daar mee deelde hij het FNV een rechts* uit. Al twintig jaar ben Ik overtuigd lid van het CNV en als zodanig verfoei Ik de politieke acties die het FNV voert. Een vakbeweging ge bruikt zijn wapens tegen werkge vers en niet tegen een regering. Maar deze uitspraak getuigt van weinig begrip voor de rol die de vakbeweging in ons land vervult. Een premier moet toch een klein beetje gevoel hebben voor de moei lijke positie waarin een vakbewe ging verkeert ln een tijd waarin er niets meer te verdelen valt. Zo uit pakken tegen de vakbeweging en ln een t.v.-interview met Ad Lange- bent de Shell verdedigen die zijn winsten fors zag stijgen, doet zelfs CNV'ers en daar vereenzelvig Ik mij nu maar even mee wanhopen. Het mag demagogisch klinken, maar zo wordt het door vele werk nemers beleefd. En nogmaals: het is de toon die de muziek maakt. Ik vind het verkeerde tonen, die mij als CDA'er vals in de oren klinken. Atoom raketten Dat een CDA-mlnister-president van Nederland een CDU-congres ln Bonn toespreekt, vind ik best te verdedigen. Het Is een mogelijk de conservatieve buren te overtuigen van meer noodzaak tot vernieu wingsgezindheid. Maar als die kans niet aangegrepen wordt, maar ln tegendeel, zo'n toespraak gebruikt wordt om partijgenoten in Neder land op de kast te Jagen, begin ik sterk te aarzelen over het nut van zulke uitstapjes. Maar vooral verdrietig vond ik de inhoud van de toespraak. Atoomra ketten op schepen is ineens een alternatief voor atoomraketten op land. Terwijl menig CDA'er nog de wonden likt veroorzaakt door de kamerdebatten over de vernieu wing van de kernwapens via ruim 500 nieuwe raketten met atoomla ding; terwijl de regering bij hoog en bij laag vasthoudt dat op dit punt Nederland geen enkele binding aan vaard, komt ln eens deze aap uit de mouw. Alsof het wat uitmaakt: ra ketten op land of ter zee. Het ging er toch om deze wapen-escalatie die een waanzinnige omvang heeft aan genomen, moet blijven doorgaan. De bewapeningsspiraal doorbreken een poging wagen via de onderhan delingstafel ln plaats van via weer nieuwe wapens ontwapening te be werkstelligen. Zo'n doelstelling wordt verduisterd door de suggesties die Van Agt wekt. Niet alleen de opmerking over de atoomraketten deed stof opwaai en; ook zijn ongenuanceerde keuze voor atoomenergie wekte verba zing. Staat er niet ln het CDA-pro- gram dat er uiterste terughoudend heid bij het gebruik van kernener gie moet worden betracht, komt er niet een maatschappelijke discus sie over de zin en onzin van kerne nergie. en is er geen geweldige pro blematiek rond het radioactieve al- val van kerncentrales? Bij het vreedzaam en niet vreed zaam gebruik van kernenergie is het probleem dat onze samenleving daardoor kwetsbaarder wordt. Een ongeluk heeft meer gevolgen. Bo vendien belasten wij generaties na ons met de wrange vruchten van onze welvaart: het radio-actieve afval. Tonen Het zijn de tonen die de muziek maken. Die tonen, die ik net heb aangegeven, lijken niet op de tonen van het ethisch reveil. Geen plei dooien meer voor veranderingsge zindheid. maar pleidooien voor ge makkelijke oplossingen. Geen ap pelerende verhalen, maar verhalen die oude denkkaders doet handha ven. Het ethisch reveil was een po ging eigen CDA-ultgangsstellingen over het voetlicht te brengen, de harten van mensen te veroveren voor veranderingen in onze samen leving. Waar is dat ethisch reveil gebleven? Waar de CDA-leider die dwars tegen de oppositie van links en rechts ln de eigen overtuiging staande houdt? Applaus versuft, zei Lubbers op het CDA-congres van Dronten. Ik hoop van harte dat de CDA-premier de eerste onder zijn partijgenoten, zich weer eens de lijnen van het ethisch reveil zal herinneren. Dan komen er verhalen die geen ovatie opleveren, niet ln het binnen- en niet ln het buitenland. Maar het zijn dan wel verhalen die ons dichter brengen bij een samenleving zoals CDA-ult- gangspunten die verwoorden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 17