Tv-spel over afbraakbuurt Authenticiteit in picturale taal Sowjet avant-garde 'Bruisend Utrecht' gast in Paradiso Hoge kwaliteit bij dirigent Tennstedt Hulde aan Rudi van Dantzig in vier overtuigende balletten Actuele problematiek in „Niets aan de hand" Jaap Ploos van Amstel in Amersfoort VRIJDAG 22 FEBRUARI 1980 KUNST/RADIO/TELEVISIE TROUW/KWARTET door Riet Diemer HILVERSUM— Als Je er zeil nooit bij betrokken bent geweest kun je Je er eigenlijk geen echte voorstelling van maken wat het betekent als de buurt waar je Je hele leven hebt gewoond drastisch wordt gerenoveerd. Dat wil zeggen, dat dag in dag uit de slopers de huizen om je heen tegen de grond halen, totdat Jouw huis waarin je van alles hebt meegemaakt aan de beurt is. Behalve herrie en stol, zodat je geen was buiten kunt hangen, betekent het voor de gevoelens van de achtergeblevenen natuurlijk nog veel meer, maar daar wordt in deze zakelijke tijd maar weinig rekening mee gehouden. In het door Nick van den Boezem geregisseerde televisiedrama „Niets aan de hand dat de VARA morgen avond 20.52 uur op Nederland 2 uit zendt, wordt aan de hand van de lotgevallen van de bejaarde Mien Kramer onopgesmukt vertoond wat er dan gebeurt. Haar wortels liggen ln de Amsterdamse Dapperbuurt. Ze mag dan een grote stad-bewoonster zijn. haar leefwereld is zeker niet gro ter dan een dorp Haar dagprogram ma's met een bezoek aan de markt, de buurtfeesten, vrienden en kennis sen en het kaartavondje. spelen zich op dit plekje grond af Onderkoeld Toch heeft de schrijver van „Niets aan de hand", Guus van Waveren. er geen dramatisch of sentimenteel stuk van gemaakt. Heel onderkoeld, hoe wel ook realistisch, toont hij aan hoe moeilijk het is een oude boom te verplanten, maar dat het ten slotte lukt. De vrouw heeft ook geen alter- OntdekkinQ natlef. want ais Je huis wordt ge- sloopt schijnt er voor bejaarden maar één overstap te bestaan: naar de Bijl mer. waar een enorm bejaardenflat wacht. „Niets aan de hand" is niet alleen de titel, maar kan ook slaan op de ma nier waarop deze kleine geschiedenis Is gefilmd. Een eenvoudig, knap ge stileerd televisiestuk. Uitgesproken treurig ls het dan ook niet. Van echte ontroering is nooit sprake. De ontroe ring moet van de kijker komen en niet van de hoofdpersoon zelf. vindt regisseur Van den Boezem. Hij is zelf een Amsterdammer en vindt dat Am sterdammers zich kunnen bedwin gen, zich niet laten kennen. Er zijn zelfs kleurige beelden te zien. zoals op de Dappermarkt. tijdens de bejaardentocht en het geraffineerde door elkaar weven van toneelspel en werkelijkheid, dat resulteert in het zangconcours op Koninginnedag in Krasnapolski. Het wordt geleid door Kees Schil peroord in eigen persoon. Dit ene televisiespel „Niets aan de hand" telt liefst twee ontdekkingen: de hoofdrolspeelster Willy Brands (77) uit de Jordaan. die haar debuut maakte in een televisierol en de scriptschrijver Guus van Waveren (52), die eigenlijk .televisieregisseur is. maar die zijn eerste televisiespel schreef. Hoewel Willy Brands in haar leven bij praktisch alle omroepen heeft gesolli citeerd voor een rolletje kreeg ze al tijd nul op rekest, totdat ze werd ontdekt door Nick van den Boezem toen ze bij Beppie Nooy de vrouw van het veertig)are echtpaar speelde in „Als Je lacht dan ben je rijk." Dat ze zo natuurlijk overkomt heeft ermee te maken dat ze steeds heeft gedacht: dat ben ik. die rol ben ik. En dat scheelt als Je 77 jaar bent en zelf in een oude Amsterdamse buurt woont, niet zoveel. Als kind van nog geen dertien jaar is ze begonnen bij de voorlopers van wat nu het volkstoneel ls. Ze werkte acht jaar bij de Henry ter Hall-revue en is haar hele leven blijven zingen (operette), dansen en toneelspelen. Verleden Jaar nog sjouwde ze nog met het toneelgezelschap het hele land in bussen door om pas 's nachts thuis te komen. Daar heeft ze nu een streep onder gezet, maar omdat ze het spe len niet kan laten treedt ze nog met een vast clubje op voor bejaarden. Over haar rol „Niets aan de hand" verzucht ze wel: Het is een beetje laat gekomen. Ook Guus van Waveren. de schrijver, heeft veel affiniteit met de Inhoud van het stuk. Zijn eigen wortels lig gen in de Dapperbuurt, waar hij 33 jaar heeft gewoond. De overplanting van bejaarde mensen uit die buurt naar de Bijlmer heeft hij meege maakt met twee tantes. Bij de ene lukte het, terwijl de andere is terug gegaan. Toevallig Hij regisseur, onder andere van het filmprogramma Cinevisie van de NOS. Dat hij is gaan schrijven is heel toevallig. Hij kreeg als NOS-regisseur een stuk in handen over verplaatsing van een bejaarde naar een tehuis, maar omdat hij te veel wezenlijke dingen miste ging hij zelf aan de slag, wilde het resultaat aan de NOS slij ten. waar het twee jaar bleef liggen omdat er geen geld voor drama was. Daarna klopte hij bij de VARA aan. Hij is met een enorme opmerkingsga ve te werk gegaan, met oog voor kleine dingen die in een mensenleven erg belangrijk kunnen zijn. Zo stootte hij op het feit dat mensen die zelf zo'n bejaardentehuis niet kunnen betalen, eerst afstand moeten doen van hun spaarcentjes. Verder blijkt dat ovei de gevoelens van zulke mensen wordt Mevrouw Kramer moet voor ze het bejaardentehuis ingaat haar spaarcentjes inleveren. Op d t links: de ambtenaar van sociale zaken (Frits Hassoldt), in het midden de bejaardenulp (Marlys en rechts Mien Kramer (Willy Brands). heengewalst. Zo geeft hij een type rend beelf van de mentaliteit van de trendgevoelige jongere generatie, die het wel voor je weet, die wel voor Je denk en wel voor je regelt. Ze houden er totaal geen rekening mee dat ze te maken hebben met persoonlijk heden. Van Waveren zegt van zichzelf erg visueel ingesteld te zijn en ziet het verhaal dat hij wil vertellen als het ware door de camera. Van het resul taat kan de kijker zich morgei n zelf overtuigen: het is geen prt geworden, zoals helaas zo vaal Nederlandse televisie word|60( toond. „Niets aan de hand" voor zichzelf. ns< door Cees Straus AMERSFOORT Met de waardering voor het picturale in de schilderkunst is het in de algelopen twee decennia merkwaar dig gelopen. Wat sinds mensenheugenis als een min of meer vanzelfsprekende zaak werd beschouwd, kon klakkeloos ver dwijnen toen in de jaren '60 uit Amerika overgewaaide stijlen als hard edge en minimal art definitief wilden afrekenen met alles wat maar in de buurt van het schilderkunstige kwam. Het heeft lang geduurd voordat daar een kentering ln kwam. maar zeker nu er weer sprake ls van een nieuwe generatie expressionisten ls er alle kans op een herwaardering voor het picturale. Schilders als Freymuth en Lucassen zijn niet de minsten die zoeken naar nieuwe wegen met ln feite al vaak beproefde uitgangs punten. Er zijn natuurlijk altijd schilders ge weest wier picturale taal door het geweld van de Amerikaanse import weliswaar werd weggedrukt, maar die toch gewoon hun eigen gang bleven gaan Ze verloochenden hun eerder gestelde uitgangspunten niet door met modieuze stijlen mee te gaan. maar wisten tegelijkertijd toch ook naar vernieuwde elementen te stre ven. Ze zijn minder dan met het we zen van de schilderkunst bezig met een zoeken naar een antwoord op tal van maatschappelijke ontwikkelin gen die in hun taal een romantisch- emotionele geladenheid meekrijgt. In die zin ls hun werk dus illusionair: het weerspiegelt niet de slechte kanten van het bestaan, maar verheft de goede ervan. Door bepaalde zaken met het medium van de kunst uit te drukken, worden ze op een hoger ni veau gebracht: de sluisfunctie van de kunst. De schilder Jaap Ploos van Amstel. die deze maand in de Zonnehof in Amersfoort exposeert, behoort tot de generatie die wars van al te eigentijd se ontwikkelingen haar eigen, uitge stippelde pad ging. Ploos van Amstel igeb. 1926i heeft tien jaar na de eerste keer opnieuw een overzicht in de Zon nehof de opbrengst van wat een de cennium heeft gebracht. Wat op de eerste plaats duidelijk wordt, is dat hij ln de afgelopen tijd zijn uitgang spunten bij voortduring is trouw ge bleven. maar dat dit voor hem nog niet heeft Ingehouden dat daarmee de deur voor vernieuwing is dichtge smeten De veranderingen in zijn Speciaal vandaag Olympische spelen kunstrijden heren. tevens skiën heren. Ned. 1/ 16.30 Huisconcert heet dexe afle vering van Onze ouwe. Bij bankier Kerner thuis krijgen jonge talentvolle musici de ge legenheid klassieke werken ten gehore te brengen. Intus sen steelt de zoon een sleutel bos uit de zak van een van de gasten. Ned. 1/20.30 Hier en Nu is voor een groot deel gewijd aan de politieke situatie in Nederland. Verder het gesprek met de minister president. Ten slotte is er nog con reportage over de verhou ding Egypte-Israêl naar aan leiding van het normaiise- ringsverdrag tussen deze twee landen. Ned. 2.22.35 Een ouwe viezerik is een nieuwzeelandse film. Tussen een oude ex-zeeman, die als knecht op een boerderij werkt en het nichtje van de boer ont- wifkelt zich een vriendschap, die echter door de bekrompen vooroordelen wreed wordt verstoord. Ned. 121.55 werk mogen dan niet groot zijn. zowel thematisch als Inhoudelijk zijn ze wel essentieel. Authentiek De onderwerpen doen op het eerste gezicht academisch aan: stillevens, landschappen. Italiaanse interieurs en sinds kort ook „deuren". Ploos van Amstel gaat hiermee ln een bepaalde traditie voort, maar anderzijds bezit zijn werk zo veel actualiteit en ls het zo zeer authentiek, dat er sprake is van een eigen, niet aan een school of groep gebonden stijl. Het minst ver is Ploos van Amstel ln zijn landschappen gegaan, het verst in zijn Interieurs en stillevens. Wat bij elk onderwerp dat hij steeds diep gaand behandelt, weer «pvalt, ls het zoeken naar „frontaliteit". In de land schappen staat de horizon heel hoog. Je kijkt als het ware tegen het land (rotsblokken, vlaktes) op. Er dringt zich hier een sterke massaliteit op die plastisch en monumentaal gestalte krijgt. Diezelfde kenmerken komen ook in de Italiaanse interieurs voor. Dat zijn bij hem uitvergrote portalen die een ruimtelijke sensatie creëren. Ze zijn heel tonlg. hebben een warm- romantlsche sfeer en zijn. hoewel het toch om vlakken van dode materie gaat. heel dynamisch Direct ln het verlengde hiervan liggen de deuren. Ploos van Amstel kwam tot dit onderwerp toen hij op een reis door de Franse Pyreneën getroffen werd door huizen met een weinig Inte ressante architectuur, maar met do minerende karredeuren als entree. Van deze „portes charretière" heeft hij een serie opgezet, die in de Zonne hof tezamen gebracht, bijzonder in drukwekkend overkomt. Zijn schil dertechniek krijgt hier al bijna foto realistische trekjes, zijn stijl is meer helder geworden, maar ook minder bewogen De romantische sfeer van de portalen is verlaten, de deuren vormen afgesloten fronten. Ze geven geen enkele suggestie van wat er zich achter bevindt en als er een enkele deur op een kier staat, dan legt dat alleen maar de nadruk op het geslo ten-zijn van de andere deuren. Ze zijn veel afwerender dan de portalen, min der „sferisch" ook. Toch is Ploos van Amstel ook in deze doeken de echte picturale schilder gebleven die zoekt naar materiaalweergave en textuur. Een zekere mate van verharding van gevoelens ls ook in de stillevens aan te dulden Zijn ze oorspronkelijk nog al afstandelijk, introvert met een lichte hang naar Intimiteit, de latere doeken worden venijniger van kleur De kleuren vermengen zich minder met elkaar, worden soms uitgesplitst. Er ls ln dit onderwerp bij hem nogal wat dualisme te vinden enerzijds het kwetsbare in vorm en kleur, ander zijds ook het weerbare en agressieve. De tentoonstelling (die tussen haak jes een prachtige collectie beelden van Theresia van der Pant en van Frank Letterie combineert) geeft daarmee niet alleen een terugblik op de produktle van de afgelopen Jaren, ze geeft tevens een beeld van de twee sprong waarop de schilder zich be vindt. een situatie die nieuwsgierig maakt naar het verdere verloop Tot en met 9 maart, dagelijks van 10- 17 uur. op zondag van 13-17 uur. Een gedeelte van het werk van Ploos van Amstel gaat samen met de beelden van Letterie naar het Kunstenaars centrum in Bergen en wel in de peri nde van 26 maart-18 april. Jaap Ploos van Amstel: Porte charretière, rose, olieverf, 1979. door Jac. Kort AMSTERDAM De abonnements concerten van het Concertgebouwor kest stonden deze week onder leiding van de 53-jarige dirigent Klaus Tenn stedt. Hij ls afkomstig uit Oost-Duits- land, doch sedert 1971 in de Bondsre publiek gevestigd, waar hij het orkest van de Norddeutsche Rundfunk diri geert. Tennstedt die in oktober 1978 zijn debuut maakte bij het Rotter dams Philharmonisch Orkest en ook verscheidene orkesten in de Verenig de Staten heeft gedirigeerd, trad in Amsterdam niet eerder op. Reeds aan het begin van het concert, dat werd geopend met de Italienische Serenade van Hugo Volf werd het duidelijk, dat Klaus Tennstedt een dirigent van hoge kwaliteit is. Hij verleende dit ln het geheel van Wolf's composities niet uitermate belang rijke werkje zoveel souplesse en char me dat het aangenaam was. er naar te luisteren. Maar eerst in ..Also sprach Zarathu- stra" van Richard Strauss, dat het gedeelte na de pauze vulde en dat Tennstedt uit het hoofd dirigeerde, door Stan Rijven AMSTERDAM De Neude. Bilt- straat en Vredenburg zijn jarenlang drie namen geweest waarmee Utrecht bekendheid kreeg middels het mono- poliespel. De afgelopen jaren is geble ken dat dit spel realiteit is geworden de namen zijn veranderd in Tivoli. NV-huis en Muziekcentrum Vreden burg. terwijl het monopolie de ac commodatie voor culturele activitei ten betreft. Betongrootgrutter Bredero was Ja renlang aan zet ln het Groot Catharij- ne project, dat staat er nu met Mu ziekcentrum Vredenburg als cultu reel middelpunt. Hiermee was slechts een gedeelte van de "accommodatie- behoefte gedekt aangezien er in Utrecht nog steeds een schrijnende ruimtenood bestaat voor jongerenac- tlvitelten op het gebied van popmu ziek. film, etc De belanghebbende groeperingen bundelden hun krach ten in het comité Tivoli Tijdelijk en vroegen met kraakacties en zettingen van Tivoli. VN-huis, Muziekcentrum Vredenburg en Stadsschouwburg aandacht voor hun problemen. Dat Balletjubileum dwingt bewondering af ln door Eefje van Schalk 2' AMSTERDAM Een tot de laatste stoel uitverkochte Stadsschouwburg bracht woer avond een ovationele hulde aan Rudi van Dantzig en de dansers van het Nationale I ro Terecht, want wat zi) ter gelegenheid van het zilveren jubileum van deze „huischoreogra vier balletten, verdeeld over zijn choreografische loopbaan, ten tonele brachten, ka jnl schouwd worden als het neusje van de zalm. De vier gekozen choreografieën waren Na i land (1955), Monument voor een gestorven jongen (1965), Ramifications (1973) en Vier Lieder (1977). kwam ten volle aan het licht, hoeveel deze orkestleider in zijn mars heeft. Strauss heeft in dit uit 1896 dateren de symfonische gedicht nu werkelijk alles te pas gebracht wat er zowel solistisch als in ensemble met orkest- instrumenten gedaan kon worden in die tijd. Ook al zou men minder ge charmeerd kunnen zijn van de mu ziek van deze componist, dan nog is zij uit dit oogpunt alleszins het be luisteren waard, met name wanneer zij zo briljant gespeeld wordt als deze avond onder de inspirerende leiding van Tennstedt het geval was. Trouwens van Chopin's pianoconcer ten wordt dikwijls beweerd, dat de orkestbegeleidingen stiefmoederlijk zijn bedeeld door de componist. Maar wie het door Martha Argerich ge speelde tweede pianoconcert hoorde, heeft in het orkest heel veel details kunnen horen, die veelal onopge merkt blijven. De pianiste speelde haar solopartij technisch uitmuntend en op hoog ar tistiek niveau, waarbij het orkest zich voortreffelijk aansloot. Komende zaterdagmiddag wordt dit concert in de grote zaal herhaald in de VARA-matinees. Het Nationale Ballet heeft al eerder het initiatief genomen om program ma's van één choreograaf samen te stellen. Dat zoiets ook deze huide avond gebeurde is niet meer dan van zelfsprekend, maar het had ook het grote voordeel dat nu eindelijk eens de choreografische ontwikkeling en diepgang van Van Dantzig naar echte waarde geschat kan worden. Wat betreft die ontwikkeling: een choreograaf die vrijwel vanuit het niets als zijn eerste werk „Nachtei- land" (muziek Debussy) kan produce ren. roept diepe bewondering op. Het is een ballet voor vier dansers, name lijk een jongeman die letterlijk zijn (zwarte) geweten torst, in confronta tie met een pril danspaar, dat zijn verlangen en (witte) onschuld ver beeldt. Hoewel de bewegingen uit 1955 nog vrij stijf en hoekig zijn en soms tot poses vervallen, heeft Nachteiland zeker de tand des tijds doorstaan. Even grote bewondering roept de krdcht van de nieuwe cast jonge dan sers op, die deze, toch enigszins geda teerde bewegingsstijl heel direkt en goed aanvoelden. Dat geldt met name voor Coleen Davis als de zwar te, spinachtige sfinx tegenover Kata- lene Borsboom als het Jonge meisje, dat met haar loshangende haren wel pril ls. maar misschien niet altijd even onschuldig. In het tweede ballet van deze avond. Ramifications (muziek Ligeti/Pur- cell) blijkt hoeveel rijker en krachti ger Van Dantzigs danstaal is gewor den. Op de klaagzang van Dido tot Aeneas uit Purcells gelijknamige opera maakt Clint Farha zich los uit het vertakte net van de hem omrin gende dansers, om met een ogen schijnlijk moeiteloze en beheersde soepelheid zijn ontworteling en een zaamheid uit te dragen. Opvallend is dat in dit ballet nog geen specifieke vrouwelijke bewegingen voor de dan seressen voorkomen, iets wat Van Dantzig op overtuigende wijze wél doet in Vier letzte Lieder (muziek R. Strauss). Het is één van zijn laatste, mijns Inziens ook mooiste balletten. De razendsnelle en flitsende bewe gingsseries. die hij voor vier danspa ren creëerde, die allen hun onderge schiktheid aan één doodsengel-figuur moeten erkennen, zijn volkomen gaaf en zuiver van sfeer. Hoewel Van Dantzig zichzelf liet als een typisch technische choreograaf ziet. bewijst dit Vier letzte Lieder het tegendeel, zeker wat betreft de moeilijkheids graad voor de vier danseressen. Het vierde afsluitende ballet was Mo nument voor een gestorven jongen (muziek Jan Boerman); een onthut send eerlijk, autobiografisch ballet, overborrelend van angst, opstanding en paniek. Een directe confrontatie met de ontdekking van zichze es angstaanjagende wereld, vol en verwarrende emoties en een afrekening met zijn eiger" en huiselijke situatie. Hoewel ier ment nog altijd overrompelt nc eerlijkheid, zijn sommige typ en scenes nu, vijftien jaar 1 overtrokken of karikaturaj d' geldt vooral voor de ouders. D m die overeind blijft staan is figuur, ook al was Henny niet aldoor even overtuigen( tens aanwezig. Daarvoor is d 1 nering aan Toer van Schayk, i van paniek druipende lijf, te sf Zowel Ramifications als Vie Lieder geven aan dat Van Di laatste Jaren wat generalij met zijn puur persoonlijke men omgaat; met meer d weet hij de eerste bekenten! ten om te zetten ln abstract* ken, waarin persoonlijke ge van eenzaamheid en angst, i sef en plichtsbetrachting mee ei algemeen menselijke dan zui\ viduele worden getrokken. 1 tantie betekent echter niet eei nf ling of mindere mate van bet ve held. In tegendeel. Het heeft bewegingstaal eerder een diepgang gegeven en een sclllfr bewegingsvondsten die aanto o< hij inderdaad een unieke chor door R. N. Degens ROTTERDAM Het befaamde Doelen-effect (de aantrekkingskracht van de nieuwe co w zaai op het publiek) is blijkbaar alleen waarneembaar in de grote zaal van dat complex, terwijl die woensdagavond vol zat voor het Rotterdams Philharmonisch en Tsjaikowsky 20 de kleine zaal bijna leeg voor het ASKO Ensemble dat daar muziek van een reeks a»a: minder bekende Russen speelde. Om preciezer te zijn: muziek van de avant garde van vi en nu. leverde van gemeentezijde veel poli- tiegeweld en weinig ander concreets op. Woensdagavond verlegde dit comité zijn activiteiten tijdelijk naar Am sterdam waar ln Paradiso de hoofd stedelijke belangstellng werd opge ëist, maar waar bovendien werd aan getoond wat er met een eigen ruimte gedaan kan worden. Met behulp van pop- en videoband kreeg de „verwen de" Amsterdamse bezoeker (de hoofdstad heeft relatief meer accom modatie met Melkweg, Kosmos en Paradiso) een goed beeld van de pro blemen en activiteiten: de prachtige ruimtes van Tivoli (inmiddels afge brand) en NV-huis. het botte politie optreden waarmee Vonhoff de nood lijdende groepen van huis en hof ver dreef, en het peil van de diverse bands Poison Ivy en Nlne-o-nine beten de spits af. terwijl Braak en Jennerband later veel enthousiasme wisten los te maken. „Utrecht bruist aan alle kant. in het hartje van het land" liet een Utrechts carnavalslied horen. Daar van was zeker sprake, maar dan ho pelijk spoedig in Utrecht zelf. Vroeger wil in dit verband zeggen: de periode die onmiddellijk volgde op de Russische revolutie van 1917 toen de meest prominente scheppende en uit voerende kunstenaars het zeker voor het onzekere meenden te moeten ne men en naar „het westen" uitweken; een verschijnsel dat zich nu na de tweede wereldoorlog herhaalt, zij het over een groter aantal jaren verdeeld. Wie over die boeiende, verwarde, op timistische tijd gedocumenteerd ge ïnformeerd wil worden heeft veel aan F. K. Prieberg's boek over „Musik in der Sowjet Union", dat ook een be langrijke bron was voor de uitsteken de uitvoerige Inleiding die Koos Palmboom in het programmboekje voor dit ASKO-concert schreef. Voor die tijd waarin werd geëxperi menteerd met kwarttonenmuziek. or kesten zonder dirigent (vanwege de collectiviteit) en electronlsche mu- ziek-instrumenten, is sinds kort de belangstelling weer gaande gemaakt. In ons land bij voorbeeld door de pianomuziek die Geoffrey Madge in recitals (en op een LP van BV Haast) speelt en nu recentelijk door het ASKO (organisatie voor hedendaag se muziek) met zijn programma van Russische avant-garde van vroeger ïn nu Romantisch Vamen die daarbij steeds terugkeren '.ijn die van Nikolai Roslawets en Alexander Mossolof. Roswalets (1881- 1944) was een belangrijke figuur die ifeel invloed had via officiële functies, rijn geschriften, en zijn werk voor de Russische vereniging voor heden daagse muziek. Van hem speelde het ASKO Ensemble een puur romanti sche Nocturne (uit 1913) voor hobo. viool, altviool, cello en harp, en een Trio (1921) voor piano, viool en cello, dat ondanks een wat vrijere harmo niek niet minder romantisch van sfeer is. Van Mossolof (1899-1973) stond een Strijkkwartet uit 1926 uit het programma, waarin in het voor laatste deel het motorische ritme aan de machine als inspiratiebron van veel toenmalige Russische componis ten herinnert. Met deze drie composities alleen kan uiteraard geen goed beeld gegeven worden van wat er zich allemaal let terlijk en figuurlijk ln en om de jaren twintig in het Sowjet-Russische mu ziekleven afspeelde. De vijf stukken van de hedendaagse Sowjetavant- garde die na de pauze werden uitge voerd zullen evenmin representatief zijn voor wat er momenteel gecompo neerd wordt. Maar zij kunnen wel als klinkende correctie dienen van het vage beeld dat men ook ln ons land heeft van het hedendaagse compone ren in de Sowjet-unie. Het stuk „D.S.c.h." van Edison Deni- sof geschreven in 1969 is interessant vanwege de confrontatie van het tra ditionele D.S.c.h.-thema (op d len van Dimitri SJostakowitsJ reeks-achtige compositie! van de jaren zestig, en ook pikante instrumentatie mei klarinet, trombone en cello ^er be -in Origineel Trouwens de instrumentale ties in dit programma zijn zeer origineel, zoals bij voor lo. harp en pauken in de van Alfred Schniitke en klav viool, fluit en contrabas in naar" van Tigran Mansoer) Soeslin laat een boeiend gestapelde drieklanken ho „24 Drieklanken" voor kla (1973). En als sluitstuk van de avo het. door zijn langzaam o omlaag-splralende klanksli electronische muziek he „Concordanza" (1971) van baidoelina voor een tiental en blazers. Naar mijn meest Intrigerende werk va gramma dat voor een deel rigeerd door Adam Gateh werd al eerder in Amsterd Utrecht uitgevoerd en het op 27 februari in Tilbu schouwburg), 1 maart in (Queekhoven). 14 maart in [De Veste), waarschijnlijk Dordrecht, en zeker 30 m Haag (Theater aan de Ha verdient, ook door de ui manier waarop het wordt ul veel belangstelling.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 4