Tv-spel over afbraakbuurt
Authenticiteit in
picturale taal
Sowjet avant-garde
'Bruisend Utrecht'
gast in Paradiso
Hoge kwaliteit bij
dirigent Tennstedt
Hulde aan Rudi van Dantzig in
vier overtuigende balletten
Actuele problematiek in „Niets aan de hand"
Jaap Ploos van Amstel in Amersfoort
VRIJDAG 22 FEBRUARI 1980
KUNST/RADIO/TELEVISIE
TROUW/KWARTET
door Riet Diemer
HILVERSUM— Als Je er zeil nooit bij betrokken bent geweest kun je Je er eigenlijk geen echte
voorstelling van maken wat het betekent als de buurt waar je Je hele leven hebt gewoond
drastisch wordt gerenoveerd. Dat wil zeggen, dat dag in dag uit de slopers de huizen om je
heen tegen de grond halen, totdat Jouw huis waarin je van alles hebt meegemaakt aan de
beurt is. Behalve herrie en stol, zodat je geen was buiten kunt hangen, betekent het voor de
gevoelens van de achtergeblevenen natuurlijk nog veel meer, maar daar wordt in deze
zakelijke tijd maar weinig rekening mee gehouden.
In het door Nick van den Boezem
geregisseerde televisiedrama „Niets
aan de hand dat de VARA morgen
avond 20.52 uur op Nederland 2 uit
zendt, wordt aan de hand van de
lotgevallen van de bejaarde Mien
Kramer onopgesmukt vertoond wat
er dan gebeurt. Haar wortels liggen ln
de Amsterdamse Dapperbuurt. Ze
mag dan een grote stad-bewoonster
zijn. haar leefwereld is zeker niet gro
ter dan een dorp Haar dagprogram
ma's met een bezoek aan de markt,
de buurtfeesten, vrienden en kennis
sen en het kaartavondje. spelen zich
op dit plekje grond af
Onderkoeld
Toch heeft de schrijver van „Niets
aan de hand", Guus van Waveren. er
geen dramatisch of sentimenteel stuk
van gemaakt. Heel onderkoeld, hoe
wel ook realistisch, toont hij aan hoe
moeilijk het is een oude boom te
verplanten, maar dat het ten slotte
lukt. De vrouw heeft ook geen alter- OntdekkinQ
natlef. want ais Je huis wordt ge-
sloopt schijnt er voor bejaarden maar
één overstap te bestaan: naar de Bijl
mer. waar een enorm bejaardenflat
wacht.
„Niets aan de hand" is niet alleen de
titel, maar kan ook slaan op de ma
nier waarop deze kleine geschiedenis
Is gefilmd. Een eenvoudig, knap ge
stileerd televisiestuk. Uitgesproken
treurig ls het dan ook niet. Van echte
ontroering is nooit sprake. De ontroe
ring moet van de kijker komen en
niet van de hoofdpersoon zelf. vindt
regisseur Van den Boezem. Hij is zelf
een Amsterdammer en vindt dat Am
sterdammers zich kunnen bedwin
gen, zich niet laten kennen.
Er zijn zelfs kleurige beelden te zien.
zoals op de Dappermarkt. tijdens de
bejaardentocht en het geraffineerde
door elkaar weven van toneelspel en
werkelijkheid, dat resulteert in het
zangconcours op Koninginnedag in
Krasnapolski. Het wordt geleid door
Kees Schil peroord in eigen persoon.
Dit ene televisiespel „Niets aan de
hand" telt liefst twee ontdekkingen:
de hoofdrolspeelster Willy Brands
(77) uit de Jordaan. die haar debuut
maakte in een televisierol en de
scriptschrijver Guus van Waveren
(52), die eigenlijk .televisieregisseur is.
maar die zijn eerste televisiespel
schreef.
Hoewel Willy Brands in haar leven bij
praktisch alle omroepen heeft gesolli
citeerd voor een rolletje kreeg ze al
tijd nul op rekest, totdat ze werd
ontdekt door Nick van den Boezem
toen ze bij Beppie Nooy de vrouw van
het veertig)are echtpaar speelde in
„Als Je lacht dan ben je rijk." Dat ze
zo natuurlijk overkomt heeft ermee
te maken dat ze steeds heeft gedacht:
dat ben ik. die rol ben ik. En dat
scheelt als Je 77 jaar bent en zelf in
een oude Amsterdamse buurt woont,
niet zoveel.
Als kind van nog geen dertien jaar is
ze begonnen bij de voorlopers van
wat nu het volkstoneel ls. Ze werkte
acht jaar bij de Henry ter Hall-revue
en is haar hele leven blijven zingen
(operette), dansen en toneelspelen.
Verleden Jaar nog sjouwde ze nog met
het toneelgezelschap het hele land in
bussen door om pas 's nachts thuis te
komen. Daar heeft ze nu een streep
onder gezet, maar omdat ze het spe
len niet kan laten treedt ze nog met
een vast clubje op voor bejaarden.
Over haar rol „Niets aan de hand"
verzucht ze wel: Het is een beetje laat
gekomen.
Ook Guus van Waveren. de schrijver,
heeft veel affiniteit met de Inhoud
van het stuk. Zijn eigen wortels lig
gen in de Dapperbuurt, waar hij 33
jaar heeft gewoond. De overplanting
van bejaarde mensen uit die buurt
naar de Bijlmer heeft hij meege
maakt met twee tantes. Bij de ene
lukte het, terwijl de andere is terug
gegaan.
Toevallig
Hij regisseur, onder andere van het
filmprogramma Cinevisie van de
NOS. Dat hij is gaan schrijven is heel
toevallig. Hij kreeg als NOS-regisseur
een stuk in handen over verplaatsing
van een bejaarde naar een tehuis,
maar omdat hij te veel wezenlijke
dingen miste ging hij zelf aan de slag,
wilde het resultaat aan de NOS slij
ten. waar het twee jaar bleef liggen
omdat er geen geld voor drama was.
Daarna klopte hij bij de VARA aan.
Hij is met een enorme opmerkingsga
ve te werk gegaan, met oog voor
kleine dingen die in een mensenleven
erg belangrijk kunnen zijn. Zo stootte
hij op het feit dat mensen die zelf zo'n
bejaardentehuis niet kunnen betalen,
eerst afstand moeten doen van hun
spaarcentjes. Verder blijkt dat ovei
de gevoelens van zulke mensen wordt
Mevrouw Kramer moet voor ze het bejaardentehuis ingaat haar spaarcentjes inleveren. Op d t
links: de ambtenaar van sociale zaken (Frits Hassoldt), in het midden de bejaardenulp (Marlys
en rechts Mien Kramer (Willy Brands).
heengewalst. Zo geeft hij een type
rend beelf van de mentaliteit van de
trendgevoelige jongere generatie, die
het wel voor je weet, die wel voor Je
denk en wel voor je regelt. Ze houden
er totaal geen rekening mee dat ze te
maken hebben met persoonlijk
heden.
Van Waveren zegt van zichzelf erg
visueel ingesteld te zijn en ziet het
verhaal dat hij wil vertellen als het
ware door de camera. Van het resul
taat kan de kijker zich morgei n
zelf overtuigen: het is geen prt
geworden, zoals helaas zo vaal
Nederlandse televisie word|60(
toond. „Niets aan de hand"
voor zichzelf.
ns<
door Cees Straus
AMERSFOORT Met de waardering voor het picturale in de
schilderkunst is het in de algelopen twee decennia merkwaar
dig gelopen. Wat sinds mensenheugenis als een min of meer
vanzelfsprekende zaak werd beschouwd, kon klakkeloos ver
dwijnen toen in de jaren '60 uit Amerika overgewaaide stijlen
als hard edge en minimal art definitief wilden afrekenen met
alles wat maar in de buurt van het schilderkunstige kwam.
Het heeft lang geduurd voordat daar
een kentering ln kwam. maar zeker
nu er weer sprake ls van een nieuwe
generatie expressionisten ls er alle
kans op een herwaardering voor het
picturale. Schilders als Freymuth en
Lucassen zijn niet de minsten die
zoeken naar nieuwe wegen met ln
feite al vaak beproefde uitgangs
punten.
Er zijn natuurlijk altijd schilders ge
weest wier picturale taal door het
geweld van de Amerikaanse import
weliswaar werd weggedrukt, maar die
toch gewoon hun eigen gang bleven
gaan Ze verloochenden hun eerder
gestelde uitgangspunten niet door
met modieuze stijlen mee te gaan.
maar wisten tegelijkertijd toch ook
naar vernieuwde elementen te stre
ven. Ze zijn minder dan met het we
zen van de schilderkunst bezig met
een zoeken naar een antwoord op tal
van maatschappelijke ontwikkelin
gen die in hun taal een romantisch-
emotionele geladenheid meekrijgt. In
die zin ls hun werk dus illusionair: het
weerspiegelt niet de slechte kanten
van het bestaan, maar verheft de
goede ervan. Door bepaalde zaken
met het medium van de kunst uit te
drukken, worden ze op een hoger ni
veau gebracht: de sluisfunctie van de
kunst.
De schilder Jaap Ploos van Amstel.
die deze maand in de Zonnehof in
Amersfoort exposeert, behoort tot de
generatie die wars van al te eigentijd
se ontwikkelingen haar eigen, uitge
stippelde pad ging. Ploos van Amstel
igeb. 1926i heeft tien jaar na de eerste
keer opnieuw een overzicht in de Zon
nehof de opbrengst van wat een de
cennium heeft gebracht. Wat op de
eerste plaats duidelijk wordt, is dat
hij ln de afgelopen tijd zijn uitgang
spunten bij voortduring is trouw ge
bleven. maar dat dit voor hem nog
niet heeft Ingehouden dat daarmee
de deur voor vernieuwing is dichtge
smeten De veranderingen in zijn
Speciaal vandaag
Olympische spelen
kunstrijden heren. tevens
skiën heren.
Ned. 1/ 16.30
Huisconcert heet dexe afle
vering van Onze ouwe. Bij
bankier Kerner thuis krijgen
jonge talentvolle musici de ge
legenheid klassieke werken
ten gehore te brengen. Intus
sen steelt de zoon een sleutel
bos uit de zak van een van de
gasten.
Ned. 1/20.30
Hier en Nu is voor een groot
deel gewijd aan de politieke
situatie in Nederland. Verder
het gesprek met de minister
president. Ten slotte is er nog
con reportage over de verhou
ding Egypte-Israêl naar aan
leiding van het normaiise-
ringsverdrag tussen deze twee
landen.
Ned. 2.22.35
Een ouwe viezerik is een
nieuwzeelandse film. Tussen
een oude ex-zeeman, die als
knecht op een boerderij werkt
en het nichtje van de boer ont-
wifkelt zich een vriendschap,
die echter door de bekrompen
vooroordelen wreed wordt
verstoord.
Ned. 121.55
werk mogen dan niet groot zijn. zowel
thematisch als Inhoudelijk zijn ze wel
essentieel.
Authentiek
De onderwerpen doen op het eerste
gezicht academisch aan: stillevens,
landschappen. Italiaanse interieurs
en sinds kort ook „deuren". Ploos van
Amstel gaat hiermee ln een bepaalde
traditie voort, maar anderzijds bezit
zijn werk zo veel actualiteit en ls het
zo zeer authentiek, dat er sprake is
van een eigen, niet aan een school of
groep gebonden stijl.
Het minst ver is Ploos van Amstel ln
zijn landschappen gegaan, het verst
in zijn Interieurs en stillevens. Wat bij
elk onderwerp dat hij steeds diep
gaand behandelt, weer «pvalt, ls het
zoeken naar „frontaliteit". In de land
schappen staat de horizon heel hoog.
Je kijkt als het ware tegen het land
(rotsblokken, vlaktes) op. Er dringt
zich hier een sterke massaliteit op die
plastisch en monumentaal gestalte
krijgt. Diezelfde kenmerken komen
ook in de Italiaanse interieurs voor.
Dat zijn bij hem uitvergrote portalen
die een ruimtelijke sensatie creëren.
Ze zijn heel tonlg. hebben een warm-
romantlsche sfeer en zijn. hoewel het
toch om vlakken van dode materie
gaat. heel dynamisch
Direct ln het verlengde hiervan liggen
de deuren. Ploos van Amstel kwam
tot dit onderwerp toen hij op een reis
door de Franse Pyreneën getroffen
werd door huizen met een weinig Inte
ressante architectuur, maar met do
minerende karredeuren als entree.
Van deze „portes charretière" heeft
hij een serie opgezet, die in de Zonne
hof tezamen gebracht, bijzonder in
drukwekkend overkomt. Zijn schil
dertechniek krijgt hier al bijna foto
realistische trekjes, zijn stijl is meer
helder geworden, maar ook minder
bewogen De romantische sfeer van
de portalen is verlaten, de deuren
vormen afgesloten fronten. Ze geven
geen enkele suggestie van wat er zich
achter bevindt en als er een enkele
deur op een kier staat, dan legt dat
alleen maar de nadruk op het geslo
ten-zijn van de andere deuren. Ze zijn
veel afwerender dan de portalen, min
der „sferisch" ook. Toch is Ploos van
Amstel ook in deze doeken de echte
picturale schilder gebleven die zoekt
naar materiaalweergave en textuur.
Een zekere mate van verharding van
gevoelens ls ook in de stillevens aan
te dulden Zijn ze oorspronkelijk nog
al afstandelijk, introvert met een
lichte hang naar Intimiteit, de latere
doeken worden venijniger van kleur
De kleuren vermengen zich minder
met elkaar, worden soms uitgesplitst.
Er ls ln dit onderwerp bij hem nogal
wat dualisme te vinden enerzijds het
kwetsbare in vorm en kleur, ander
zijds ook het weerbare en agressieve.
De tentoonstelling (die tussen haak
jes een prachtige collectie beelden
van Theresia van der Pant en van
Frank Letterie combineert) geeft
daarmee niet alleen een terugblik op
de produktle van de afgelopen Jaren,
ze geeft tevens een beeld van de twee
sprong waarop de schilder zich be
vindt. een situatie die nieuwsgierig
maakt naar het verdere verloop
Tot en met 9 maart, dagelijks van 10-
17 uur. op zondag van 13-17 uur. Een
gedeelte van het werk van Ploos van
Amstel gaat samen met de beelden
van Letterie naar het Kunstenaars
centrum in Bergen en wel in de peri
nde van 26 maart-18 april.
Jaap Ploos van Amstel: Porte charretière, rose, olieverf, 1979.
door Jac. Kort
AMSTERDAM De abonnements
concerten van het Concertgebouwor
kest stonden deze week onder leiding
van de 53-jarige dirigent Klaus Tenn
stedt. Hij ls afkomstig uit Oost-Duits-
land, doch sedert 1971 in de Bondsre
publiek gevestigd, waar hij het orkest
van de Norddeutsche Rundfunk diri
geert. Tennstedt die in oktober 1978
zijn debuut maakte bij het Rotter
dams Philharmonisch Orkest en ook
verscheidene orkesten in de Verenig
de Staten heeft gedirigeerd, trad in
Amsterdam niet eerder op.
Reeds aan het begin van het concert,
dat werd geopend met de Italienische
Serenade van Hugo Volf werd het
duidelijk, dat Klaus Tennstedt een
dirigent van hoge kwaliteit is. Hij
verleende dit ln het geheel van Wolf's
composities niet uitermate belang
rijke werkje zoveel souplesse en char
me dat het aangenaam was. er naar te
luisteren.
Maar eerst in ..Also sprach Zarathu-
stra" van Richard Strauss, dat het
gedeelte na de pauze vulde en dat
Tennstedt uit het hoofd dirigeerde,
door Stan Rijven
AMSTERDAM De Neude. Bilt-
straat en Vredenburg zijn jarenlang
drie namen geweest waarmee Utrecht
bekendheid kreeg middels het mono-
poliespel. De afgelopen jaren is geble
ken dat dit spel realiteit is geworden
de namen zijn veranderd in Tivoli.
NV-huis en Muziekcentrum Vreden
burg. terwijl het monopolie de ac
commodatie voor culturele activitei
ten betreft.
Betongrootgrutter Bredero was Ja
renlang aan zet ln het Groot Catharij-
ne project, dat staat er nu met Mu
ziekcentrum Vredenburg als cultu
reel middelpunt. Hiermee was slechts
een gedeelte van de "accommodatie-
behoefte gedekt aangezien er in
Utrecht nog steeds een schrijnende
ruimtenood bestaat voor jongerenac-
tlvitelten op het gebied van popmu
ziek. film, etc De belanghebbende
groeperingen bundelden hun krach
ten in het comité Tivoli Tijdelijk en
vroegen met kraakacties en zettingen
van Tivoli. VN-huis, Muziekcentrum
Vredenburg en Stadsschouwburg
aandacht voor hun problemen. Dat
Balletjubileum dwingt bewondering af
ln
door Eefje van Schalk
2'
AMSTERDAM Een tot de laatste stoel uitverkochte Stadsschouwburg bracht woer
avond een ovationele hulde aan Rudi van Dantzig en de dansers van het Nationale I ro
Terecht, want wat zi) ter gelegenheid van het zilveren jubileum van deze „huischoreogra
vier balletten, verdeeld over zijn choreografische loopbaan, ten tonele brachten, ka jnl
schouwd worden als het neusje van de zalm. De vier gekozen choreografieën waren Na i
land (1955), Monument voor een gestorven jongen (1965), Ramifications (1973) en Vier
Lieder (1977).
kwam ten volle aan het licht, hoeveel
deze orkestleider in zijn mars heeft.
Strauss heeft in dit uit 1896 dateren
de symfonische gedicht nu werkelijk
alles te pas gebracht wat er zowel
solistisch als in ensemble met orkest-
instrumenten gedaan kon worden in
die tijd. Ook al zou men minder ge
charmeerd kunnen zijn van de mu
ziek van deze componist, dan nog is
zij uit dit oogpunt alleszins het be
luisteren waard, met name wanneer
zij zo briljant gespeeld wordt als deze
avond onder de inspirerende leiding
van Tennstedt het geval was.
Trouwens van Chopin's pianoconcer
ten wordt dikwijls beweerd, dat de
orkestbegeleidingen stiefmoederlijk
zijn bedeeld door de componist. Maar
wie het door Martha Argerich ge
speelde tweede pianoconcert hoorde,
heeft in het orkest heel veel details
kunnen horen, die veelal onopge
merkt blijven.
De pianiste speelde haar solopartij
technisch uitmuntend en op hoog ar
tistiek niveau, waarbij het orkest zich
voortreffelijk aansloot.
Komende zaterdagmiddag wordt dit
concert in de grote zaal herhaald in
de VARA-matinees.
Het Nationale Ballet heeft al eerder
het initiatief genomen om program
ma's van één choreograaf samen te
stellen. Dat zoiets ook deze huide
avond gebeurde is niet meer dan van
zelfsprekend, maar het had ook het
grote voordeel dat nu eindelijk eens
de choreografische ontwikkeling en
diepgang van Van Dantzig naar echte
waarde geschat kan worden.
Wat betreft die ontwikkeling: een
choreograaf die vrijwel vanuit het
niets als zijn eerste werk „Nachtei-
land" (muziek Debussy) kan produce
ren. roept diepe bewondering op. Het
is een ballet voor vier dansers, name
lijk een jongeman die letterlijk zijn
(zwarte) geweten torst, in confronta
tie met een pril danspaar, dat zijn
verlangen en (witte) onschuld ver
beeldt. Hoewel de bewegingen uit
1955 nog vrij stijf en hoekig zijn en
soms tot poses vervallen, heeft
Nachteiland zeker de tand des tijds
doorstaan.
Even grote bewondering roept de
krdcht van de nieuwe cast jonge dan
sers op, die deze, toch enigszins geda
teerde bewegingsstijl heel direkt en
goed aanvoelden. Dat geldt met
name voor Coleen Davis als de zwar
te, spinachtige sfinx tegenover Kata-
lene Borsboom als het Jonge meisje,
dat met haar loshangende haren wel
pril ls. maar misschien niet altijd
even onschuldig.
In het tweede ballet van deze avond.
Ramifications (muziek Ligeti/Pur-
cell) blijkt hoeveel rijker en krachti
ger Van Dantzigs danstaal is gewor
den. Op de klaagzang van Dido tot
Aeneas uit Purcells gelijknamige
opera maakt Clint Farha zich los uit
het vertakte net van de hem omrin
gende dansers, om met een ogen
schijnlijk moeiteloze en beheersde
soepelheid zijn ontworteling en een
zaamheid uit te dragen. Opvallend is
dat in dit ballet nog geen specifieke
vrouwelijke bewegingen voor de dan
seressen voorkomen, iets wat Van
Dantzig op overtuigende wijze wél
doet in Vier letzte Lieder (muziek R.
Strauss). Het is één van zijn laatste,
mijns Inziens ook mooiste balletten.
De razendsnelle en flitsende bewe
gingsseries. die hij voor vier danspa
ren creëerde, die allen hun onderge
schiktheid aan één doodsengel-figuur
moeten erkennen, zijn volkomen gaaf
en zuiver van sfeer. Hoewel Van
Dantzig zichzelf liet als een typisch
technische choreograaf ziet. bewijst
dit Vier letzte Lieder het tegendeel,
zeker wat betreft de moeilijkheids
graad voor de vier danseressen.
Het vierde afsluitende ballet was Mo
nument voor een gestorven jongen
(muziek Jan Boerman); een onthut
send eerlijk, autobiografisch ballet,
overborrelend van angst, opstanding
en paniek. Een directe confrontatie
met de ontdekking van zichze es
angstaanjagende wereld, vol
en verwarrende emoties en
een afrekening met zijn eiger"
en huiselijke situatie. Hoewel ier
ment nog altijd overrompelt nc
eerlijkheid, zijn sommige typ
en scenes nu, vijftien jaar 1
overtrokken of karikaturaj d'
geldt vooral voor de ouders. D m
die overeind blijft staan is
figuur, ook al was Henny
niet aldoor even overtuigen(
tens aanwezig. Daarvoor is d 1
nering aan Toer van Schayk, i
van paniek druipende lijf, te sf
Zowel Ramifications als Vie
Lieder geven aan dat Van Di
laatste Jaren wat generalij
met zijn puur persoonlijke
men omgaat; met meer d
weet hij de eerste bekenten!
ten om te zetten ln abstract*
ken, waarin persoonlijke ge
van eenzaamheid en angst, i
sef en plichtsbetrachting mee ei
algemeen menselijke dan zui\
viduele worden getrokken. 1
tantie betekent echter niet eei nf
ling of mindere mate van bet ve
held.
In tegendeel. Het heeft
bewegingstaal eerder een
diepgang gegeven en een sclllfr
bewegingsvondsten die aanto o<
hij inderdaad een unieke chor
door R. N. Degens
ROTTERDAM Het befaamde Doelen-effect (de aantrekkingskracht van de nieuwe co w
zaai op het publiek) is blijkbaar alleen waarneembaar in de grote zaal van dat complex,
terwijl die woensdagavond vol zat voor het Rotterdams Philharmonisch en Tsjaikowsky 20
de kleine zaal bijna leeg voor het ASKO Ensemble dat daar muziek van een reeks a»a:
minder bekende Russen speelde. Om preciezer te zijn: muziek van de avant garde van vi
en nu.
leverde van gemeentezijde veel poli-
tiegeweld en weinig ander concreets
op.
Woensdagavond verlegde dit comité
zijn activiteiten tijdelijk naar Am
sterdam waar ln Paradiso de hoofd
stedelijke belangstellng werd opge
ëist, maar waar bovendien werd aan
getoond wat er met een eigen ruimte
gedaan kan worden. Met behulp van
pop- en videoband kreeg de „verwen
de" Amsterdamse bezoeker (de
hoofdstad heeft relatief meer accom
modatie met Melkweg, Kosmos en
Paradiso) een goed beeld van de pro
blemen en activiteiten: de prachtige
ruimtes van Tivoli (inmiddels afge
brand) en NV-huis. het botte politie
optreden waarmee Vonhoff de nood
lijdende groepen van huis en hof ver
dreef, en het peil van de diverse
bands
Poison Ivy en Nlne-o-nine beten de
spits af. terwijl Braak en Jennerband
later veel enthousiasme wisten los te
maken. „Utrecht bruist aan alle kant.
in het hartje van het land" liet een
Utrechts carnavalslied horen. Daar
van was zeker sprake, maar dan ho
pelijk spoedig in Utrecht zelf.
Vroeger wil in dit verband zeggen: de
periode die onmiddellijk volgde op de
Russische revolutie van 1917 toen de
meest prominente scheppende en uit
voerende kunstenaars het zeker voor
het onzekere meenden te moeten ne
men en naar „het westen" uitweken;
een verschijnsel dat zich nu na de
tweede wereldoorlog herhaalt, zij het
over een groter aantal jaren verdeeld.
Wie over die boeiende, verwarde, op
timistische tijd gedocumenteerd ge
ïnformeerd wil worden heeft veel aan
F. K. Prieberg's boek over „Musik in
der Sowjet Union", dat ook een be
langrijke bron was voor de uitsteken
de uitvoerige Inleiding die Koos
Palmboom in het programmboekje
voor dit ASKO-concert schreef.
Voor die tijd waarin werd geëxperi
menteerd met kwarttonenmuziek. or
kesten zonder dirigent (vanwege de
collectiviteit) en electronlsche mu-
ziek-instrumenten, is sinds kort de
belangstelling weer gaande gemaakt.
In ons land bij voorbeeld door de
pianomuziek die Geoffrey Madge in
recitals (en op een LP van BV Haast)
speelt en nu recentelijk door het
ASKO (organisatie voor hedendaag
se muziek) met zijn programma van
Russische avant-garde van vroeger
ïn nu
Romantisch
Vamen die daarbij steeds terugkeren
'.ijn die van Nikolai Roslawets en
Alexander Mossolof. Roswalets (1881-
1944) was een belangrijke figuur die
ifeel invloed had via officiële functies,
rijn geschriften, en zijn werk voor de
Russische vereniging voor heden
daagse muziek. Van hem speelde het
ASKO Ensemble een puur romanti
sche Nocturne (uit 1913) voor hobo.
viool, altviool, cello en harp, en een
Trio (1921) voor piano, viool en cello,
dat ondanks een wat vrijere harmo
niek niet minder romantisch van
sfeer is.
Van Mossolof (1899-1973)
stond een Strijkkwartet uit 1926 uit
het programma, waarin in het voor
laatste deel het motorische ritme aan
de machine als inspiratiebron van
veel toenmalige Russische componis
ten herinnert.
Met deze drie composities alleen kan
uiteraard geen goed beeld gegeven
worden van wat er zich allemaal let
terlijk en figuurlijk ln en om de jaren
twintig in het Sowjet-Russische mu
ziekleven afspeelde. De vijf stukken
van de hedendaagse Sowjetavant-
garde die na de pauze werden uitge
voerd zullen evenmin representatief
zijn voor wat er momenteel gecompo
neerd wordt. Maar zij kunnen wel als
klinkende correctie dienen van het
vage beeld dat men ook ln ons land
heeft van het hedendaagse compone
ren in de Sowjet-unie.
Het stuk „D.S.c.h." van Edison Deni-
sof geschreven in 1969 is interessant
vanwege de confrontatie van het tra
ditionele D.S.c.h.-thema (op d
len van Dimitri SJostakowitsJ
reeks-achtige compositie!
van de jaren zestig, en ook
pikante instrumentatie mei
klarinet, trombone en cello
^er
be
-in
Origineel
Trouwens de instrumentale
ties in dit programma zijn
zeer origineel, zoals bij voor
lo. harp en pauken in de
van Alfred Schniitke en klav
viool, fluit en contrabas in
naar" van Tigran Mansoer)
Soeslin laat een boeiend
gestapelde drieklanken ho
„24 Drieklanken" voor kla
(1973).
En als sluitstuk van de avo
het. door zijn langzaam o
omlaag-splralende klanksli
electronische muziek he
„Concordanza" (1971) van
baidoelina voor een tiental
en blazers. Naar mijn
meest Intrigerende werk va
gramma dat voor een deel
rigeerd door Adam Gateh
werd al eerder in Amsterd
Utrecht uitgevoerd en het
op 27 februari in Tilbu
schouwburg), 1 maart in
(Queekhoven). 14 maart in
[De Veste), waarschijnlijk
Dordrecht, en zeker 30 m
Haag (Theater aan de Ha
verdient, ook door de ui
manier waarop het wordt ul
veel belangstelling.