Kroonprins Willem
was lastig portret
Het aardigste boekje
Vanuit de lucht
is Nederland erg mooi
Oorzaken van armoede
Oranjeboek, en een (aantrekkelijk) Oranjeboekje
Tekst bij foto's erg- slordig
Stadse voet o|
boerengrond
r
C
Humor van
Glen Baxter
MAANDAG 4 FEBRUARI 1980
BOEKEN
TROUW/KWARTET RF=
iaan
Het instituut Noorthey, waar de kroonprins werd bijgeschaafd.
door Fred Lemmers
AMSTERDAM De negen
tiende eeuw staat sterk in de
belangstelling, ook wat de
Oranjes betreft. Kort na el
kaar zijn er op dit gebied
twee boeken op de markt
gebracht, die beide in de vo
rige eeuw spelen. Van Jac
queline Doorn verscheen bij
de Europese bibliotheek ln
Zaltbommel „Nederland.
Oranje en de doofpot" met
als ondertitel „Raadsels
rond Oranje ln de 19e eeuw"
(prijs ƒ45,-).
BIJ Voorhoeve ln Den Haag kwam
Uit „De opvoeding van een prins
van Oranje ln het midden van de
19e eeuw" (prijs 14,90) van het duo
professor dr K de Clerck en drs L.
Troch, respectievelijk hoogleraar ln
de historische en vergelijkende pe
dagogiek en wetenschappelijk me
dewerkster aan de Rijksuniversiteit
ln Qent
Het laatste boek is ingenaaid en
omvat slechts 93 bladzijden meer
het moet me van het hart dat de
inhoud veel boeiender is dan de 328
bladzijden met 'doofpot-verhalen',
die mevrouw Doorn bijeen heeft ge
gaard In haar boek heb ik niets
kunnen ontdekken wat niet reeds
bekend was uit al bestaande
boeken.
Op de langzamerhand van haar be
kende manier heeft zij daaruit gre
tig geleend. Ook uit haar voorgaan
de boeken heeft Jacqueline Doorn
geplukt. De zaak van de mogelijk
onechte kinderen van koning Wil
lem de Tweede: Willem en Marianne
der Nederlanden, die in Frede-
riksoord werden opgeborgen, heeft
zij weer uitvoerig beschreven, maar
als puntje bij paaltje komt. wordt er
geen letter nieuws toegevoegd aan
hetgeen zij met name in haar boek
over Anna Paulowna over deze
kwestie heeft verteld.
Mysteries
Waarom de zaak Naundorff. de
Delftse horlogemaker die volhield
de zoon van de Franse koning Lode-
wljk de Zestiende te zijn, in het
boek staaf Het verhaal lijkt er met
de haren te zijn bijgesleept omdat
het met mysteries omgeven is en
daardoor lekker leest.
De langzamerhand overbekende ro
mance van prinses Marianne en
haar koetsier ontbreekt evenmin.
Een van de weinige aardige 'onthul
lingen' is het verhaal van de contac
ten die koning Willem de Derde en
zijn oom Frederik onderhielden met
de Veluwse schaapherder Klaas van
Essen Welke adviezen deze zonder
ling de Oranjes in zijn plaggenhutje
heeft gegeven blijft een vraag
De verhouding die onze laatste ko
ning had met de Franse operazan
geres Eleonore d'Ambre wordt uit
voerig gememoreerd. Het Parijse
blad 'Le Voleur' schreef ln oktober
1877 uitgebreid over de „schitteren
de buitensporigheden, die de oude
dwaas (en daarmee wordt de koning
bedoeld) voor zijn Jeugdige schone
zoal doet en gedaan heeft".
Maar dan komt Emma ten tonele,
die naar koning Willem hofprediker
Van Koetsveld toevertrouwt „een
engel" is. Voor het boekje over de
opvoeding van de oudste zoon van
Willem de Derde hebben de auteurs
nieuwe bronnen aangeboord en dat
is op zich ai prijzenswaardig omdat
bij een dergelijke werkwijze iets
wordt toegevoegd aan al voorhan
den zijnde historische gegevens.
Professor Karei de Clerck en drs.
Lutgarde Troch hebben vooral het'
archief van het in 1907 opgedoekte
instituut Noorthey bij Voorschoten,
waar de kroonprins van 1851 tot de
zomer van 1854 op kostschool was.
uitgeplozen. Zij kregen eveneens
toegang tot het officieel nog steeds
gesloten archief van de vroegere
gouverneur van de prins. Jonkheer
E. A. O de Casembrood
Straffen
Door dit alles wordt uiteindelijk in
het Ingenaaide boekje van uitgeve
rij Voorhoeve meer uit de doofpot
gehaald dan het boekwerk van me
vrouw Doorn op ruim driehonderd
bladzijden. We lezen ln het boek
over kroonprins Willem over de
praalzucht van zijn vader en diens
driftbuien, ook in de huiselijke
kring.
Wie mocht denken dat kroonprins
Willem op Noorthrey met gewone
Jongelui kreeg te maken, slaat de
plank mis. Zijn klasgenoten waren
baronnen, Jonkheren en een graaf.
Willem was geen braaf knaapje De
archieven maken melding van straf
fen hem opgelegd wegens scheld
partijen en het afranselen met een
stok van een medescholier.
Dr Petrus de Radt. oprichter en
directeur van Noorthey. stelt zich
als doel de prins bij te brengen
..verdiensten van anderen op te
merken, te erkennen en te waarde-
Willem als kostschooljongen
geen braaf knaapje
ren". Iemand die welopgevoed is
dient èen mooi handschrift te heb
ben. vindt dr De Raadt. Voor Wil
lem gaat dat niet op. De pogingen
daarin verbetering te brengen sla
gen maar ten dele.
Luiheid van geest
De Casembrood heeft het over „ern
stiger tekortkomingen" als „luiheid
van geest en verstrooying van ge
dachten". HIJ krijgt van de koning
toestemming in de zomer van 1851
een reis naar de noordelijke provin
cies te maken om Willem daar aan
schouwelijk onderwijs te geven. Het
wordt een grote mislukking. Hij
rapporteert bij thuiskomst dat zijn
pupil het „zelfs ln de schoonste
landstreek en bij het heerlijkste we
der" vertikte rond te kijken. Liever
kroop hij onder in het rijtuig „om te
knikkeren".
Zelfs koningin Sophie moet erken
nen dat haar Willem „onverschillig
en verregaand zelfzuchtig" is. Wil
lem ligt met zichzelf overhoop. Als
de Casembrood hem op 25 mei 1852
op de man af vraagt waarom hij zo
onhandelbaar blijft, is het ant
woord van de prins: „Het is omdat
ik mij dan plotseling en zonder re
den ontevreden en kwaad gevoel en
lust krijg om onaangenaam te zijn
voor allen die om mij heen zijn".
In 1854 worden voorbereidingen ge
troffen voor een verhuizing naar
Leiden, waar de prins ln 1856 gaat
studeren De burgemeester van Lel
den krijgt opdracht van de komst
van Willem geen drukte te maken.
De koning wil zijn zoon buiten het
palels laten opvoeden, omdat ln den
hove te veel omstandigheden zijn
„die een Jong mensch te vroeg over
het paard llgten". Op 1 maart 1854
zit de helft van de tien Jaar die De
Casembrood aan de opvoeding van
Willem zal besteden er op. Hij no
teert ln zijn dagboek: „Het is mij
somwijlen als een benaauwde
droom, waaruit ik elk oogenblik
verwacht te zullen ontwaken, met
den uitroep: „God zij gedankt, het
was slechts een droom".
Flauwe kinderpraatjes
In de zomer van 1855 maakt Willem
aan boord van de „Doggersbank"
een reis naar Spanje en Portugal
Het worden voor de Casembrood
weer weken vol beproevingen.
Op 10 Juli 1955 schrijft hij ln zijn
dagboek over de opnieuw te voor
schijn getreden ..zucht" van de
kroonprins „om zich als het ware te
distingueren door grof materiële. Ja
dierlijke handelingen, flauwe, flet-
sche kinderpraatjes en opzettelijk
den schijn aannemen van grove on
verschilligheid omtrent alles wat de
belangstelling opwekt van een regt-
geaard jongmensch".
Als De Casembrood zijn taak in
september 1858 neerlegt (Willem is
dan achttien geworden) krijgt hij
voor alles wat hij heeft gedaan voor
de goede zaak het commandeurs
kruis van de Nederlandse Leeuw en
een jaar vakantie met behoud van
salaris. De Casembrood is daar dan
wel aan toe.
door Wim Hora Adema
Helene Hanff's „84 Charing Cross
Road" is het aardigste boekje, dat
ik ln het afgelopen Jaar heb gelezen.
Aardige boeken zijn er niet zo veel.
Dat komt, denk ik. omdat de
schrijvers ervan niet serieus worden
genomen en er aan hun werk
nauwelijks aandacht wordt
besteed, en dat is natuurlijk niet
aanmoedigend.
Voor zover ik weet is „84 Charing
Cross Road", dat in 1976 verscheen
en in 1979 al aan de tiende druk toe
was. door geen enkele recensent en
in geen enkel blad genoemd. Ik had
tenminste nog nooit van Helene
Hanff gehoord, toen ik haar boekje
cadeau kreeg van een vriendin, die
het uit Londen meebracht met de
mededeling, dat dit het aardigste
boekje was. dat ze in tijden had
gelezen.
Sindsdien heb ik het onder
hetzelfde motto aan tal van
vrienden geschonken, die het op
hun beurt freer als „het aardigste
boekje enz." aan anderen cadeau
hebben gedaan.
Vriendschap
Het verhaal bestaat uit twee delen.
Dat was in het begin niet zo, toen
was alleen het eerste deel er: de
briefwisseling tussen Helene Hanff
uit New York en de op 84 Charing
Cross Road. London, gevestigde
antiquarische boekhandel Marks ii
Co.
Helene is een liefhebster van mooie,
oude boeken, die in New York heel
kostbaar of niet te krijgen zijn en
daarom beproeft ze haar geluk in
Londen. Uit die briefwisseling, die
twintig Jaar duurt (1949-1969) en die
voor Marks Co gevoerd wordt
door Frank Doel, ontstaat een
vriendschap tussen mensen, die
elkaar nog nooit hebben gezien.
Helene schrijft en reageert zoals
alleen een vrouw dat kan: spontaan,
vol persoonlijke belangstelling.
(Het lijkt me uitgesloten, dat een
man zulke brieven zou schrijven
aan een onbekende
boekhandelaarster.
Ze stuurt met kerstmis en pasen
aan de firma pakjes met allerlei
zaken, die toen (in de Jaren vijftig!)
in Engeland op de bon of helemaal
niet te koop waren. Ze weet op den
duur de korte, zakelijke manier van
antwoorden van Frank te
doorbreken. Ze voeren een geestige
en boeiende correspondentie
Helene schrijft herhaaldelijk, dat
het haar grootste wens is om
Londen, waar ze zoveel over heeft
gelezen, te zien, maar elke keer als
het ervan schijnt te komen, heeft ze
het geld er niet voor. Ze zal Frank
Doel nooit ontmoeten: hij sterft
plotseling, eind 1969.
Wonder
En dan gebeurt het wonder: Helene
publiceert, met toestemming van
Frank's weduwe, de briefwisseling
onder de titel „84, Charing Cross
Road". Een Londense uitgever
koopt de rechten voor Engeland en
nodigt Helene uit over te komen om
het boek te helpen „lanceren". Haar
grootste wens gaat eindelijk in
vervulling: in juni 1971 stapt ze op
het vliegtuig naar Londen.
Het tweede deel. dat in 1974 als
„The Duchess of Bloomsbury
Street" verscheen, is het dagboek
dat Helene in Londen heeft
bijgehouden en waarin ze de
vorstelijke ontvangst en haar
talloze ontmoetingen met de meest
uiteenlopende mensen beschrijft.
Ze noteert veel merkwaardige
verhalen, zoals dat van Nora Doel,
Franks weduwe, over hun beste
vrienden, de boekhandelaar Peter
Kroger en zijn vrouw Helen.
Op een oudejaarsavond bij de Doels
verscheen Helen Kroger in een
lange zwarte avondjurk en Nora zei:
„Helen, je ziet eruit als een
Russische spionne." Een paar
maanden later sloeg Nora het
ochtendblad open en zag, dat Helen
en Peter Kroger Russische
spionnen wéren.
Nora en Frank woonden de
rechtszaak bij en ontdekten, di
alles wat de Krogers hen over h
verleden hadden verteld, verzoi
was. „Het waren de beste vriem
die we ooit hadden. Het waren j
fijne, lieve mensen. Het was
allemaal politiek en ik neem aa
dat ze hun redenen hadden".
Meeslepend verslag
Helene Hanffs reacties op de
Londense bezienswaardighedei
vormen een opgetogen en
meeslepend verslag, omdat zed
geschiedenis kent er er tegen di
achtergrond naar kijkt. Als ze o
een avond het sluiten van de To
door de wacht meemaakt, en ha
begeleider zegt: „Ze hebben in
zevenhonderd jaar geen nacht
gemist", dan duizelt het haar.
Zelfs als ze in gedachten maar
driehonderd Jaar terug gaat en
denkt aan Londen tijdens de gri
brand, de pest. Cromwell,
Napoleon, de eerste wereldoorU
de tweede wereldoorlogSlo
ze de Tower met deze hele
ceremonie elke nacht?" vraagt]
„O ja", antwoordt hij.
Je kunt je nauwelijks voorstelle
dat deze twee deeltjes eens
zelfstandig, los van elkaar zijn
verschenen, dat het ene letterlij
kosten van het andere werd
geschreven. Ze horen bij elkaar
samen vormen ze dat aardige
boekje.
Hoe mooi sommige vesting
stadjes nog bewaard zijn geble
ven, blijkt uit deze luchtfoto
van het Noordbrabantse Heus-
den (foto uit „Nederland van
uit de lucht").
door Haro Hielkema
Tot e«r- van de nieuwste
spelletjes, die ik me probeer
eigen te maken, behoort het
doorbladeren van lijvige fo
toboeken om een fout in de
tekst op te sporen. Het moet
gezegd worden, het leert vrij
gemakkelijk. En als ik zo vrij
mag zijn, vooral Elsevier
zorgt ervoor dat mijn privé-
spelletje tot een hartstochte
lijke hobby begint uit te
groeien.
Een paar Jaar terug was het deze
Amsterdamse uitgeversmaatschap
pij. die ons opzadelde met kijkboe
ken over de elf Nederlandse provin
cies. „Kijk op kostte per deel
zo'n dertig gulden en voor dat be
drag was het prijsschieten: de fou
ten in de tekst en de fotobijschrif
ten waren met een paplepel op te
scheppen. Bij een eerste opslag (en
natuurlijk kijk je dan naar Je ge
boorte- of woonplaats) diste Je zo
een stel blunders op. die Je door
gaans alleen in buitenlandse toeris
tenfolders tegenkomt.
Elsevier is nog steeds sterk in feite
lijke onjuistheden, getuige het om
vangrijke werk „Nederland vanuit
de lucht". Voorop gesteld, ik heb
Schrijvers van twee juist
verschenen boeken over ont
wikkelingssamenwerking
houden zich bezig met de
oorzaken van de armoede ln
de derde wereld.
Een van hen is de befaamde John
Kenneth Galbraith. die stelt dat
veel mensen ln ontwikkelingslan
den zich neerleggen bij de armoede,
omdat zij denken dat er toch geen
uitweg is Die berusting, aldus Gal
braith. kan worden doorbroken
door steun juist te richten op lan
den en groepen waar bereidheid be
staat de bestaande situatie te ver
anderen Het concentreren van
steun op mensen die zich niet willen
neerleggen bij hun lot geeft, aldus
Oalbraith. nieuwe Impulsen
Een andere opvatting dan die van
de Nederlandse regering, die de ont
wikkelingshulp met name richt op
de armste landen en armste groe
pen ln de derde wereld, die niet
altijd de initiatiefrijkste zijn. An
derzijds voert Galbraith weinig be
wijzen aan voor de stelling die ln
zijn boek ligt opgesloten namelijk
dat de grote massa door steun aan
een kleine, ondernemende groep
wel zal worden meegetrokken en
uiteindelijk de vruchten plukt van
vermindering van de armoede.
Galbraith schuift ln zijn zeer lees
bare. duidelijke boek een aantal
veel genoemde oorzaken voor de
armoede in de derde wereld onder
tafel. Als het, aldus Galbraith. door
de lage grondstoffenprtjzen komt,
zouden de VS zich nooit zo hebben*
kunnen ontwikkelen; als gebrek
aan natuurlijke hulpbronnen de
oorzaak is. zou Japan nu een ont
wikkelingsland moeten zijn, enzo
voort.
Waar Galbraith berusting noemt
als belangrijke verklaring voor het
achterblijven van de derde wereld
houdt, meent de Engelsman Paul
Harrison dat met name het klimaat
de schuldige is. „De wrede zon"
de titel van de eerste paragraaf in
zijn boek. is de grote schuldige. In
..Inside the third world" behandelt
hij vrijwel alle aspecten van het
ontwikkelingsprobleem, op een wat
wijdlopige manier.
Simpel en overzichtelijk tenslotte is
het boekje van dr Anna Sandor.
dat zich niet zozeer bezig houdt met
de problemen van de derde wereld
als wel „een panorama (wil zijn) van
de wereldeconomie", zoals ook de
titel luidt. De geschiedenis van die
wereldeconomie, de belangrijke rol
van geld en van grondstoffen, voed
sel en arbeid, het komt allemaal aan
de orde.
NK
Armoede, door J. K. Galbraith. Uit
geverij Elsevier, prijs 22,50.
Panorama van de Wereldeconomie,
door Anna Sandor. Uitgeverij Van
Gorcum. prijs 15,90.
Inside the third world, een Pelican
Boek, door Paul Harrison, ge
ïmporteerd door Nilsson en Lamm.
Prijs ƒ17,50.
zitten genieten van vele foto's in het
boek dat de uitgever ln samenwer
king met Readers Digest heeft uit
gebracht. Er zijn zoveel verrukkelij
ke beelden van Nederlaijd vanuit de
lucht gemaakt, dat Je in een eerste
opwelling de raad van het kabinet-
Van Agt denkt op te volgen en de
volgende vakantie in eigen land wil
doorbrengen.
Maar als Je die vakantiedromen
even laat varen, moet Je conclude
ren dat het met de begeleidende
tekst in „Nederland vanuit de
lucht" droevig is gesteld. Niet alleen
is de taal op sommige plaatsen
krom, maar ook de teksten zijn
knullig, en de redactie heeft hier en
daar wat moeite met de geslachts
bepaling van sommige woorden.
Maar Je argwaan wordt ook ver
sterkt door de foute informatie. Het
is maar goed dat achterin het boek
vermeld wordt dat „het niet geheel
uitgesloten is dat de geboden voor
lichting minder Juist is door tijds
verloop en/of andere oorzaken." En
dan te bedenken dat het hele werk
een voorbereiding van vijf Jaar
heeft gehad en dat beide uitgevers
er zo'n half miljoen gulden voor
hebben uitgetrokken.
.Nederland vanuit de lucht" is ech
ter in de eerste plaats een fotoboek
en aan de foto's is dan ook de mees
te zorg besteed. Als een vogel scheer
je over Nederland om te zien hoe
afwisselend de landstreken zijn. Je
voelt de neiging neer te strijken op
prachtige plekjes als de hei bij
Dwingeloo. het Pikmeer of de Wijde
Ee bij Grouw of op het Zeeuwse
akkerland. Dankzij het werk van
vooral Aerophoto uit Eelde en
Schiphol en KLM Aerocarto zien de
stadjes en landschappen er uitnodi
gend uit. Het kost even moeite om
Je te realiseren dat de meeste van de
420 kleurenfoto's onder goede om
standigheden gemaakt zijn. Zono
vergoten plaatjes, tegenlichtopna-
men en heldere luchten zorgen voor
een prachtig Nederland.
Hier en daar zijn ook foto's afge
drukt. die niet overlopen van kwali
teit. Wijhe. Dalfsen en Dreischor
bijvoorbeeld komen er bekaaid af
En als we het nu over fotogenieke
plaatsen hebben, dan moeten de
luchtfotografen de vrijwel onge
schonden vesting Willemstad nog
maar eens overdoen.
In een ander recent boekwerk met
luchtfoto's van Nederland is het oog
veel meer op de tekst (en veel min
der op de plaatjes) gericht, de
„Luchtatlas van Nederland", een
uitgave onder auspiciën van het
Koninklijk Nederlands Aardrijks
kundig Genootschap. Deze aar
drijkskundigen zijn minder geïnte
resseerd in een mooi plaatje. Hun
belangstelling gaat uit naar het ont
staan van de verschillende land
schappen en de woongebieden. Het
boek laat zien hoe wij ln de loop der
tijd ons land ruimtelijk „geordend"
hebben, hoe we ons milieu beheren
en hoe we dat in de toekomst den
ken te gaan doen. Verleden, heden
en toekomst zijn kortweg samen
het verhaal over dit Nederland van
uit de lucht.
In deze uitgave wordt hoofdzake
lijk aan de hand van zwart-wit-fo-
to's een beeld geschetst van de
wording van Nederland door de wis
selende invloed van mens en na
tuur. Het is vooral een verhaal over
land en water.
De tekst van de 72 hoofdstukken
(steeds over een Interessant stukje
Nederland) is door een groot aantal
auteurs samengesteld. Hoewel het
hier om heel wat deskundiger
schrijvers gaat dan in de Elsevier-
uitgave. zijn niet alle verhalen even
leesbaar. Bovendien is er van een
zekere ordening in de hoofdstukken
nauwelijks sprake. En tenslotte
ontbreken er gegevens van de au
teurs. En wie zou niet willen weten
dat de schrijver van „Het bloemen-
centrum Aalsmeer" de Zuidhol
landse gedeputeerde drs. J. Borg
man is. om maar eens een voorbeeld
te noemen?
Bij de Elsevier-uitgave gaat het om
de mooie plaatjes, in de Luchtatlas
om de geografische kennis van Ne
derland te verrijken. Jammer dat ik
ln het tweede boek mijn spelletje
„fouten zoeken" zo moeilijk kon be
drijven.
„Nederland vanuit de lucht". Uit
gave Elsevier Focus in samenwer
king met Readers' Digest. 320 pag.
420 kleurenfoto's, 340 kaarten en
tekeningen. Prijs 83,85.
„Luchtatlas van Nederland". Uit
gave Unieboek Bussum, onder aus
piciën van het Kon. Ned. Aard-
rijksundig Genootschap, 231 pag.
18 kleurenfoto's, ongeveer 100
zwart-wit foto's. Prijs 29,50.
Behoudens in Paul van Vliets
rence „Daar hebben we het vo
de op gevonden" wordt er me
weinig gelachen om de verschij
van een stadsmens op het bo
land. Het zijn hoofdzakelijk i
pen over „boertjes van buutei
de grote stad. die de ronde doe
er niets vermakelijks is aan|
„Stadse voet op boerengront
nauwelijks uit moppenboeken
maken.
Nu kan niet gezegd worden
belevenissen onder de aangel
titel van Alfred van Dijk
boerenland zo vermakelijk
Maar wel geven zijn taferelei
selectie uit zijn rubriek „Bi
staanders" in het landbou'
blad Boerderij) een aparte ki
de verschijning van een
staander op het platte land.
Dijk noemt zich „van ganser
een stadsmens", maar is te|
steeds weer geboeid door alli
zich in de land- en tuinbou'
speelt.
Uit zijn talrijke bezoeken aa
boerengrond is Van Dijk duid
geworden dat het cultuurlandsi
moeilijker begaanbaar is dan
verstraat of Lange Voorhout. Ir
van zijn stukjes schrijft hij da
steeds uitgerust met laarzen,
broeken en dito Jassen naar
platteland reisde: „Ik merkte
als ik een boer ontmoette, iets
spot in de manier waarop hij
verschijning opnam." Goed
heeft een „boertje van buuten"
eens plezier
„Stadse voet op boerengrond"
Alfred van Dijk. Pentekenii
van Marleen Felius. Uitg.mij
Misset BV. 78 blz. De uitgave
bestellen door 14,50 te storte
prk. 1696100 t.n.v. verzendboek
del Misset, Doetinchem.
AM
de
ma
NS,
der
gep
boj
kor
Ala
wa
die
boj
de
bot
scb
scb
lat*
er
in
ona
wa
Na
»pr
Olj
gel
str
gei
kri
eer
de
aar
ger
de
En
kaï
OO!
ZOT
vai
De
boi
nie
gei
zo
eer
vol
Op de achterkant van het bo(
„Atlas" wordt Glen Baxter aai
kondigd als een genie waarin
het beste van onder meer Ku
tekenaar Hergé en de Marx
thers verenigt. Het boekje ma
duidelijk dat dit een beledigini
het niveau van Groucho Marx
z'n best is. Baxter is geen geni(
zijn humor nodigt uit tot een lii
meligheid bij gebrek aan ferme
schieters.
oor
In „Atlas" staat een verzame
van nog geen honderd geteki
grappen van Baxter. Zijn recei
simpel. Hij tekent een plaat uit
oud jongens- of meisjesboek m
zet daar een onderschrift bij
voor de (humoristische) kortsluit
moet "zorgen.
Een voorbeeld. Twee kostsch< *ee:
meisjes kijken toe hoe een derde |pel
woedende verbazing een brii oal
leest. Onderschrift: Phyllis real
almost instinctively that it was
a piece of paper (Phyllis be grip s
bijna instinctief dat het gewoon
stukje papier was). Dat lijkt
dacht veel op steeds weer opduikt]
de series als. verzin een grap
onderschrift bij dit plaatje; duif :anl
stopbord.
K(
!.l
m.
'P
IOV(
:enl
i aac
'liet
en
atei
«Jee
Daarvoor hoef je geen genie te z
En Je kunt er natuurlijk nooit 4
eretitel als „het beste dat de laat en
twintig Jaar uit Engeland kwaï r€é
mee veroveren. Zeker Marga nei\
Thatcher vergeten, als het toch o£
meligheid gaat
ted
rla
Het aardige is misschien nog wel Qaa
vage herkenning van de teker
gen. Een paar keer wist ik zeker ond
ik het bijbehorende boek moet h een
ben gelezen, maar waar dat niet
over ging? Renfrew maakt sch< iat 1
schip, of zo. Voor de Engelse lez lger
zal de herkenning, zo die daar gT
is. ongetwijfeld bijdragen aan
kostelijkheid van de grap. In Ne<
land zal dat aanzienlijk minder z
Misschien ook wel omdat hier l
gé en de Marx Brothers iets and
worden gewaardeerd.
Glen Baxter: Atlas. Uitgeverij:
Harmonie. Amsterdam. Prl !eve
9,90. ;in
R e
EI
eer
entr
leer
*Jp
HL D