De onbegrepen angst in 1950 H ZATERDAG 2 FEBRUARI 1980 TROUW/KWARTET 19 De coup waarmee de Nederlandse kapitein Westerling dertig jaar geleden de fonkelnieuwe republiek Indonesië eventjes op haar grondvesten deed schudden wekte gemengde gevoelens op. In Nederland bestond nog genoeg verse rancune over het verlies van Indië om met enig genoegen de actie van de vermetele Westerling te begroeten. In Indonesië was er nog genoeg wantrouwen tegen de Nederlanders om voedsel te geven aan het idee van een groot komplot achter de coup. In werkelijkheid was de regering knap verlegen met Westerling omdat zijn optreden haar koopmansbeleid doorkruiste. Maar wat was dan de drijvende kracht achter de coup van Westerling? door Ben van Kaam binnenland! Ergernis overvalt KVP-fractielei- der Romme wanneer hij op don derdag 26 januari 1950 de spot prent ziet, die Trouw gewijd heeft aan de overval de maandag tevo ren (23 januari) op het Indonesi sche garnizoen van Bandoeng, uitgevoerd door muitende leden van het Korps Speciale Troepen. Op geen enkele manier is deze schietpartij, die 93 TNI-militairen het leven kostte, goed te praten (ook Trouw keurt de actie af), maar waarneembaar is een nau welijks verhulde voldoening over het gebeurde bij velen, die het niet konden verkroppen dat Ne derland enkele weken eerder de souvereiniteit had moeten over dragen. Romme meent heimelij ke Westerling-sympathie in de spotprent te bespeuren. Hij acht „een prent, waarin tegenover de aftandse Regering Westerling wordt afgebeeld als de incarnatie van vastberadenheid en frisse jeugd, uit verstandelijke overwe gingen ontoelaatbaar". .Jn vele bladen kon men al spoedig een verheerlijking lezen van de Westerling- Putsch. welke de verhouding tussen Ne derland en Indonesië ontzettend veel kwaad heeft gedaan." zal later op 19 Juli minister Van Maarseveen geërgerd in de Tweede Kamer uitroepen. Ongelofelijk veel is inderdaad gezocht achter de bloe dige nasleep, die in 1950 de soevereini teitsoverdracht heeft gegeven. De Indone sische nationalisten zijn sterk geneigd om de gebeurtenissen uit te leggen als een heimelijke poging van Nederland om als nog de verloren gegane macht terug te winnen. Als in september 1950 een Neder landse staatssecretaris door Soekarno wordt ontvangen, wordt hem voor de voe ten gegooid dat Indonesië, zowel in de Ambon-zaak (de RMS-proclamatie) als in Nieuw-Guinea de hand voelt van Neder land. dat de soevereiniteit wil behouden. De Indonesische chef-staf Simatoepang uit soortgelijk wantrouwen jegens hem. Wat zijn Nederlands bedoelingen met Nieuw-Guinea militair en politiek tegen de Republiek? En wie vandaag in Djokjakarta het Legermuseum bezoekt, ingericht in de vroegere woning van gene raal Soedirman, vindt boven het lijstje Dl Jabar, APRA, Andi Azis en RMS ver meldt: „Bom-bom waktu Belanda", ofte wel Nederlandse tijdbommen. Ook De Beus meldt in z'n boek „Morgen, bij het aanbreken van de dag" (1977) dat de Wes terling coup een „tijdbom van Lovlnk" is genoemd (Lovink was Nederlands laatste Hoge Vertegenwoordiger van de Kroon in Batavia) of nog kwaadsappiger dat Nederland zelf de staatsgreep zou hebben voorbereid. „Dit verwijt dat ons jarenlang voor de voeten is geworpen, en soms nóg wordt zodra er zich in de Nederlands- Indonesische betrekkingen moeilijkheden voordoen, is zonder meer in strijd met de feiten." schrijft hij. Schrikreacties Inderdaad kan wie de zaak nog eens op een rijtje legt, alleen schrikreacties bij de Nederlandse regering waarnemen bij elk schot dat na de souvereinlteitsoverdracht nog valt. Het past niet meer in het Hol landse koopmans beleid (uit te voeren door Hoge Commissaris Hlrschfeld) om zich dan nog militair in Indonesië te laten gelden. De „Kompenie" wil nu zo snel mogelijk van haar soldaten af. Van belang is nu dat het Nederlandse bedrijfsleven niet verdrongen wordt door (o.a.) de Ame rikanen. Onderschat wordt in Den Haag evenwel de angst, die de liquldaUe van het Neder landse machtsapparaat oplevert bij Indo nesiërs die in de voorgaande Jaren hand en spandiensten hebben verleend aan de koloniale onderdrukker. Zo ziet men het in 1950 in Nederland nog niet In de ogen van de meeste Nederlanders was ons land geen mogenheid, die een vreemd land had bezet gehouden maar meer een soort do nor van staatkundige ontwikkelingshulp. Geruchten dat daarbij soms zou zijn opge treden op een wijze die herinnerde aan Japanse of Duitse bezettingsmethoden werden niet geloofd. Dat was laster. Nog op 17 Januari 1950 antwoordt minister Van Maarseveen op vragen van Weiter „dat een systematische campagne tot aantas ting van de eer en de goede naam van de Het embleem van de APRA - macht van Westerling. de strijd- strijdkrachten onder Nederlands bevel zo veel doenlijk dient te worden tegenge-* gaan". Deze neiging tot ontkenning van wat zich heeft afgespeeld dreigt nu con- tra-produktief te worden voor degenen die gebruikt zijn voor het „vuile werk" en die thans vrezen onbeschermd in Indonesië te worden achtergelaten. Pas in 1969 zal in Nederland de Excessen- nota worden gepubliceerd waarin het ka- btnet-De Jong schoorvoetend toegeeft dat in de jaren 1945-1949 inderdaad het een en' ander is gebeurd, dat niet door de beugel kon. Was deze nota twintig jaar eerder gepubliceerd, dan zou dat een onvoorstel bare schok in Nederland hebben gegeven. Maar het paniek-gedrag na de souvereinl teitsoverdracht van menigeen in Indone sië zou beter zijn begrepen. Angsten Angst leeft dertig Jaar geleden vooral in Indonesië bij het personeel van de politie, de Nefls (Mil. Inlichtingendienst) en bij het Korps Speciale Troepen, waarvan tot eind 1948 Westerling een der commandan ten is geweest. En vanuit dit perspectief moet veel worden verklaard van wat in 1950 in Indonesië is gebeurd. Als op 20 november Antara meldt dat in Djokja door Oostrindonesiërs een comité is opge richt ter herdenking van de slachtoffers van Zuid-Celebes, weten de KSTers dat voor Indonesische vrijheidsstrijders de kous niet af is. Ook uit Makassar komen trouwens geruchten dat daar om wraak wordt geroepen. Maar hoevelen in Neder land begrijpen waarom het draait. Pas het verschijnen in 1978 van deel zes van de Bronnenpubllkatie Van der Wal maakt begrijpelijk waarom verscheidene KST'ers zich nergens in Indonesië veilig zullen voelen. „Het is te hopen dat derge lijke methoden niet voor het wereldforum bekend worden." schrijft Max van Poll, het KVP-lid van de commissie-generaal, op 1 februari 1947 in een vertrouwelijke brief aan premier Beel als hij hoort wat zich heeft afgespeeld. Ook politiemensen in Indonesië worden bang als de RTC-resultaten bekend wor den. Begin november 1949 krijgt premier Drees een paniek-telegram van de Bond van Hoger Politiepersoneel en de Vereni ging van Inspecteurs van Politie. Men wil evacuatie buiten Indonesië omdat men vreest voor eigen leven en gezinsleden. Lovlnk bevestigt de onrust in het bijzon der bij hen die „in de bestrijding van de subversieve activiteiten een belangrijk aandeel hebben gehad", maar voor slechts enkele Indonesiërs „die een meer geëxpo neerde positie hebben Ingenomen", acht hij direct gevaar aanwezig. Enkelen zou hij willen overplaatsen naar Suriname of Nederland (o.a. om communistische beïn vloeding van Indonesische studenten in de gaten te houden!), maar de meesten zouden geholpen zijn met overplaatsing naar gebieden buiten Java of naar Nieuw- Oulnea, taxeert hij. Het hardnekkige idee dat in de buitenge westen de gevoelens heel anders liggen dan op Java. speelt nog steeds een grote rol in het Nederlandse denken. Naar de buitengewesten wil generaal Buurman van Vreeden (opvolger van wijlen Spoor) aanvankelijk ook het Korps Speciale Troepen overbrengen eb daar wordt half Januari 1950 een begin mee gemaakt. Zo arriveren op 17 Januari de eerste zestig „baretten" op Ambon, die prompt slaags raken met Merdeka-gezlnde havenarbei ders van de Partai Indonesia Merdeka. Met messteken doden ze daags na aan komst drie burgers, vijf worden zwaar verwond en dertien licht gewond. Het KNIL-rapport geeft de schuld aan „provo cerend optreden van Indonesische jonge ren". Later zullen nog meer „baretten" op Ambon arriveren. BIJ de RMS-proclama tie spelen ze een belangrijke rol. „Het is altijd eigenlijk een vraag aan onze kant geweest of het toch niet een deel is ge weest van een complot", zegt na 30 Jaar de toenmalige chef-staf Simatoepang. „Wat zouden ze daar doen met hun wapens?" Hirschfeld en Buurman van Vreeden ma ken op dat moment echter niet de Indruk aan het complotteren te zijn. Wel raken ze zenuwachtig dat iemand iets met de ang stig geworden baretten zal uithalen. Al dagenlang staan de kranten vol over een ultimatum dat de voormalige KNIL-kapi- teln Westerling op 5 Januari stelde aan de Indonesische regering en de regering van de deelstaat Pasoendan. Hij eist officiële erkenning van een door hem opgerichte strijdgroep APRA als leger van de deel staat. in het „ultimatum" stelt hij ook dat vele Ambonezen en commando's (baret ten), die niet over wilden gaan naar het Indonesische leger, zich onder zijn beve len hebben gesteld. Geen ontsnapping Buurman van Vreeden reageert met een radio-toespraak waarin strenge straffen worden aangekondigd aan elke KNIL'er, die zal meedoen aan de door Westerling aangekondigde actie. En enkele dagen later, op 19 januari stelt hij gedeeltelijke overbrenging van het KST naar Neder land voor waaronder ook Indonesische KST'ers (meest Ambonezen), die dat zou den willen. Het laatste punt is belangrijk. Voor een niet gering deel moet het paniek- gedrag van een aantal Indonesische KNI- L'ers worden toegeschreven aan het feit dat Nederland een aanvankelijk ruim standpunt (elke KNIL'er die dat zou wen sen, kan overgaan naar de KL) heeft toe geknepen. Het geldt alleen Europese KNI- L'ers, zo is'het nadere standpunt. In feite betekent dit dat voor elke Indonesische KNIL'er, die zich bedreigd voelt, een ont snappingsroute naar Nederland is afge grendeld. Hij kan nu slechts twee dingen: overgaan naar de TNI of in Indonesië demobiliseren. De Ambonese KNIL-officier Tahya (adju dant van Spoor geweest, thans Caitex- directeur in Djakarta) zal later hun gedrag vergelijken met dat van een losgelaten stier, die zich plotseling voor een hek geplaatst ziet. „En dat hek was de Ronde Tafel Overeenkomst, welke hun de keuze liet over te gaan naar de TNI of terug te keren naar de burgermaatschappij." Hij heeft het dan over de „baretten", die een rol speelden bij de RMS-proclamatie, maar niet anders lagen de gevoelens bij de K8T'ers van Bandoeng. Het Nederlandse kabinet wijst op 23 janu ari het voorstel af om ook Indonesische KST'ers. die dat wensen naar Nederland over te brengen. Minister Götzen vreest dat als men daarmee begint het KNIL zal volharden in een afwachtende houding over de te maken keus: TNI of demobilisa tie. Want nog steeds probeert het KNIL overgang naar de KL te bereiken om in Nederland af te vloeien, zo meldt hij. Het kabinet blijkt met dit besluit niet aan te voelen waar de schoen wringt. Het is dan overigens al te laat om de spanning van de ketel te nemen bij een aantal KST ers op West-Java. Al tijdens de kabinets vergadering wordt bekend dat de APRA van Westerling een overval op Bandoeng pleegt. Wie erbij betrokken zijn, wordt ook snel duidelijk. Trouw weet dezelfde dag al te melden, dat de kern van de overvallers bestaat uit rode en groene mutsen (parachutisten en commando's). De leider van de overval is een voormalige politie-lnspecteur in Bandoeng. Het is dui delijk waar de kem van de onrust ligt. Om de groep desperate K8T-ert heen be vindt zich evenwel een aanzienlijk grotere groep KNIL'ers, die soms meer dan alleen sympathiek tegenover de actie-Westerling staan. Tot Den Haag begint de angstige waarheid door te dringen dat het kolonia le leger-in-liquidatle geen betrouwbaar ge- zagsapparaat meer is. Men is Indonesië wel snel te hulp geschoten door TNI-troe- pen over te vliegen naar Bandoeng, maar de Nederlandse piloten die dat deden, werden door hun collega's daar allesbe halve hartelijk ontvangen. Hirschfeld sig naleert eind Januari 1950 in een rapport aan Den Haag een uitgesproken sympa thie voor de beweging-Westerling bij de Nederlandse troepen op West-Java. Er Het is hier toch u)el warm, excellentie Op donderdar 26 Januari 1950 publiceerde Trouw een politieke prent, die de machtige KVP-leider Romme in het verkeerde keelgat schoot. wordt zelfs sabotage gepleegd aan Neder landse Jachtvliegtuigen. En minister Van Maarseveen, die op dat moment op Java vertoeft, is bang dat de legerleiding zou dreigen met ontslag wanneer een krachtig optreden tegen de APRA wordt verlangd. KNIL buitenspel De actie-Westerling is een mislukte po ging geweest om diverse groeperingen, die iets tegen de Republiek Indonesia hadden te verenigerr (Daroei Islam, voorstanders van een Islamitische deelstaat Pasoen dan, zelfs enkele communistisch georiën teerde strijdgroepen en voorstanders van behoud van de federale structuur van Indonesië), maar terecht wordt in een ka binetsvergadering in Den Haag als een van de achtergronden ook genoemd het niet benoemen van Indonesische KNIL- officleren in de legerleiding van de Jonge staat. Al direct breekt daarover kabaai uit, begin Januari. „Kringen van het KNIL tonen zich gebelgd en zouden er thans weinig meer voor voelen om in het leger van de RIS te treden," meldt de NRC op 6 Januari „En als de officieren van het KNIL zich afzijdig houden, kan men zich onmiddellijk afvragen: wat doen de man schappen i>an het KNIL indien zij nief overgaan naar het leger van de RIS: zullen zij dan eenvoudigweg straks de wapens inleveren?" Ook Trouws militaire medewerker krijgt gelegenheid na de rebellie begrip voor Westerllngs actie te vragen op die gron den. HIJ meent ten onrechte dat bij de RTC zou zijn overeengekomen, dat de TNI in de voormalige „Renville-gebieden" de orde en rust zou handhaven en het KNIL In de voormalige BFO-gebleden, de door Nederland opgerichte deelstaten. Het verhaal wordt wijd en zijd in het KNIL verteld, maar de waarheid is. zo blijkt uit de Nederlandse archieven, dat Sultan Hamld, (generaal-majoor KNIL), die zich sterk had willen maken voor dat standpunt, al in het inter-Indonesische vooroverleg geen been aan de grond heeft gekregen, maar daarvoor tegenover zijn achterban niet rond had durven uit te komen. Oroot is echter de woede bij veel KNIL- off icieren, wanneer in de eerste dagen van Januari tot hen begint door te dringen dat er in het onafhankelijk geworden land geen sprake meer van kan zijn dat zij de eerste militaire viool spelen. De Indonesi sche revolutionairen vinden het al heel mooi dat de KNIL'ers desgewenst in dienst kunnen treden in het Indonesische leger, maar uiteraard maken zij daarin de dienst uit De rechts te top van de TNI, die o.a. met het argument dat het aantal wapendragenden te groot is, al vanaf 1948 bezig is linkse vrijheidsstrijders uit het leger weg te reorganiseren, heeft al moeite genoeg om te verkopen dat tienduizenden KNIL'ers, die aan de verkeerde kant voch ten nu opeens met pensioenrechten en al worden overgenomen. Weliswaar kan men ze prima gebruiken om de militaire machtsbalans in Indonesië naar rechts te doen overslaan, maar met KNIL'ers in de top kan moeilijk worden volgehouden dat Indonesië nu vrij is. De ontevredenheid bij de KNIL-ers is niet temin groot. Begin Januari opent een KNIL-bataljon in Bandoeng onderhande lingen met de Daroel Islam en op 17 Januari is er een vergadering van KNIL- mensen, politie en ontevreden TNI-mili tairen, waarin hardop gezegd zou zijn dat aansluiting bij Westerling voordeliger zou zijn voor het KNIL dan overgaan naar de TNL Dat is de sfeer in het KNIL op West-Java, voorafgaande aan de Westerllngcoup en daarmee wordt ook duidelijker waarom Westerling zijn coup allerminst in het ge heim voorbereidt, maar in tal van persin terviews openhartig z'n bedoeling duide lijk maakt: het zijn gratis advertenties voor het werven van ontevreden KNI L'ers. De dag voorafgaande aan de overval op Bandoeng houdt hij zelfs op een geheime plaats een persconferentie, waarin hij aankondigt de regering te zul len arresteren. 8 ui tan Hamld II zal later bekennen Westerling daartoe te hebben aangezet. Hijzelf had dan de portefeuille van Defensie in de nieuw te vormen rege ring van federalen willen hebben. De be doeling is duidelijk: het KNIL moet de baas blijven in het onafhankelijke Indo nesië. Opgejaagd- De coup wordt een flop. Niet alleen Wes terllngs 'openhartigheid maakt het nemen van tegenmaatregelen eenvoudig; ook valt een koerier, die ultgewerktere plan nen bij zich heeft, In handen van de TNI. Twee dagen na Bandoeng zijn er nog wat gevechten met in DJakarte binnengedron gen baretten, en dan is het gebeurd. Wes terling geeft nog een interview af aan UP- correspondent Brackmann („ik weet dat Uc zal winnen") waarin hij terugkrabbe lend de hand uitsteekt aan de „goede" republikeinen, die de TNI ook zouden willen zuiveren van de „Japanse geest" en dan begint voor hem een zwervend onder- duikbestaan. waarbij het arrestatlenet steeds dichter om hem wordt samenge trokken Nadat op 7 februari zijn „chef staf" is gearresteerd, stuurt hij op 8 febru ari zijn vrouw naar een Nederlandse gene raal met het verzoek hem te helpen uit het land te ontvluchten. Beeldend verhaalt De Beus hoe dat toeging: „Ja, ik ben het, de vrouw van Westerling. Ik kom u smeken om mijn man te redden U, als KNILr-offlcier móet hem helpen Als u het niet doet, gaat hij eraan!" En dan volgde zenuwachtig, met horten en stoten het verhaal hoe haar man, opge jaagd als een stuk wild, in doodsnood verkeerde en geen raad meer wist Twee weken lang had hij zich schuil gehouden bij vrienden heimelijk slapend in parken en tuinen en tenslotte zelfs op het achtererf van de Hoge Commissaris! Maar al zijn contactpersonen hadden óf hem in de steek gelaten óf waren gevangen genomen Al dan niet als gevolg van een „misver stand", zijn het inderdaad Nederlandse militairen geweest, die met een Catallna- vllegboot Westerling, voorzien van een vals paspoort op de naam Ruitenbeek, in een rubberbootje hebben afgezet onder de kust van Singapore KNIL-officieren zou den ook sultan Haraid aangeboden heb ben te ontsnappen, maar die zou hebben geweigerd. Hij wordt later veroordeeld tot zes Jaar gevangenisstraf. Indonesië is woedend over de ontsnap ping van Westerling als uitkomt hoe het is gegaan. De Nederlandse regering is diep verlegen met de zaak en biedt aan dat een staatssecretaris en een generaal, die er mee te maken hebben gehad, als boete doening zullen aftreden, maar ach. dat is niet nodig zeggen de Indonesiërs groot moedig. Het is overigens geen loutere menslievenheid, die de KNIL-officieren bewoog om Westerling het land uit te werken. Men moet er eenvoudig niet aan denken dat hij onder druk door de Indone siërs zou worden uitgehoord. Een Intern onderzoek naar de Bandoeng-affaire had zoveel kwalijke dingen voor verschillende KNIL-officieren aan het licht gebracht, dat men niet het risico wilde lopen dat hij in Indonesische handen zou vallen. Nooit vervolgd— In Nederland is Westerling nooit om de Bandoeng-af faire vervolgd. De ex-KNIL- kapitein zelf heeft nooit ontkend dat hij verantwoordelijk was voor de actie (in zijn in 1951 uitgekomen Memoires schrijft hij: „I set the date of January 23 1950 for the coup d' Etat"). Oeen bijdrage aan de goe de verstandhouding tussen Nederland en Indonesië" was begin 1955 het Nederland se besluit Westerling niet te vervolgen „wegens onvoldoende aanwijzingen van schuld." Wel veroordeeld zijn de 123 K8Ters die deelnamen aan de actie. Juli 1950 kregen ze vrijheidsstraffen van 10 tot 12 maanden te ondergaan in een kamp op Nleuw-Oui- nea. Vandaar uit zijn ze later naar Neder land gebracht. Een andere ploeg KSTers wordt half maart 1950 al naar Nederland getranspor teerd (per Sibajak en Oeorgic) Een meer- reizende legerpredlkant verklaart een Trouw-verslaggever „In Indonesië durf den zij niet te blijven, want zij dragen de rode of groene baret en dat zegt voldoen de" ZIJ moesten de kastanjes uit het vuur halen". Een deel van de K8T'ers had vrijwillig voor demobilisatie op Ambon of Menado geopteerd „maar anderen, die on der normale omstandigheden nooit naar Nederland zouden zijn gegaan, prefereer den „uit veiligheidsoverwegingen" In dienst van de K L. te treden". (Trouw. 16 maart 1950). Een reporter van het christelijk weekblad De Spiegel weet 20 mei 1950 te melden dat nu zo'n 400 KSTers onder wie ook Indone siërs in een kamp te Chaam zijn onderge bracht. „Het corps had de naam van on verschrokkenheid in het gevecht en van strikte rechtvaardigheid tegen bandieten en plunderaars der bevolking. Daar zijn vele gruwelverhalen over verteld. ZIJ wa ren ontsproten aan het fantasierijk brein van lieden die de benen genomen hadden, zodra zij ergens een rode of groene baret zagen schemeren. Want zij stonden hun man. Het is nooit prettig iemand te ont moeten van wie men weet. dat men hem nooit de baas kon worden. Vandaar dat de para's en speciale troepen in Indonesië ongewenst waren Dat men hen "in alle stilte op een boot gezet, en. zonder hen op de passagierslijst te vermelden, naar Ne derland gevoerd heeft"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 19