Van Vlijmen's Quaterni eerste deel van drieluik Nieuwe Komedie speelt politieke klucht Zorgvuldig gecomponeerde taferelen Mistig ballet bij Werkcentrum DantS Proloog over actie, geweld en vrouwen Strawinski op VARA-Matinee Première bij Concertgebouworkest Première Cloud Cover: Hartelijk lachen bij vormingstoneel En dan nog Ger Thijs regisseert Büchners Woyzeek MAANDAG 21 JANUARI 1980 KUNST/RADIO/TELEVISIE door R. N. Oegens AMSTERDAM Jan van Vlijmen, componist en directeur van het Koninklijk Conservato rium in Den Haag is bezig aan een avondvullende driedelige compositie voor orkest. Hij hoopt er eind 1981 mee klaar te zijn. TROUW/KWARTET DAG Het eerste deel ging zondagmiddag In première bij het Concertgebouwor kest ondér leiding van Lucas Vis. Het heet Quaterni per orchestra en dat ls een verwijzing naar de opbouw van dit stuk dat op een viertal twaalf toonreeksen is gebaseerd en dat uit vier onderdelen bestaat De speel- duur is ongeveer dertig minuten, waarin tijdens deze eerste uitvoering de mdruk werd gevestigd dat de com ponist zich mogelijk vrijwillig in een wat te strak schema heeft gemanoeu vreerd De reeksen met dne maal vier en vier maal drie tonen hebben nl. een goed ln het gehoor liggende thematische opbouw Van Vlijmen spreekt ln zijn toelichting van de permanente aan wezigheid van een melodische lijn. Door de manier van verwerken van de gekozen thematiek (waarin het kwartlnterval opvallend gebruikt wordt) dringt zich een herhallngs- prlncipe op de voorgrond dat ener zijds ..houvast" geeft, maar dat an derzijds tot een. waarschijnlijk opzet telijke. eenvormigheid leidt. Het slg- naajachtige karakter van deze steeds opduikende thema's blijft behouden, ongeacht of ze pregnant door de ko perblazers worden gespeeld of in de meer lyrische gedeelten aan de strij kers zijn toevertrouwd. Door de opmerkelijke Instrumentatie met een uitgebreide symfonische be zetting zonder slagwerk, maar wel met. marimba, cymbalon. mandoline en twee harpen, boeit het stuk vooral met zijn typisch eigen klankkleur. Die overigens vaak sterk verwant is aan wat Peter Schat ln zijn eerst symfonie laat horen. Het zal moeten worden afgewacht of en ln hoeverre dit eerste deel van het drieluik met zijn langzaam golvende beweging van spanning en ontspanning een voorbereidende, en wellicht verwij zende. functie ln het geheel zal heb ben. Het heeft ln elk geval op het eerste gehoor wel het karakter van een voorspel, een preludium met een lange rustige adem. Er was bij het talrijke publiek merkbaar veel waar dering voor dit ln elk geval opmerke lijk wel-luidende stuk. dat door het orkest onder de bezielende leiding van Vis voortreffelijk werd uitge voerd. Vrome tuin Van iets minder lange adem zijn de ..Three questions with two answers" van de Italiaanse dodecafonisch Lui- gi Dallapie-cola HIJ componeerde het in 1962 en verwerkte er fragmen ten ln uit zljn opera „Ulisse" waar hij mee bezig was. Het vraag-en-ant- woordspel wordt niet bepaald duide lijk ln harmonische of melodische ter men gespeeld. Het is een voortdurend Introverte, sombere, tastende muziek die hier en daar zinspeelt op een dramatische ontwikkeling die waar schijnlijk de visuele steun van de opera-scène behoeft om Inhoudelijk ten voile tot haar recht te komen. Dat heeft de „Glardlno reügioso" van Bruno Maderna, waarmee het con cert werd geopend, niet nodig, is daar ook niet op geschreven. Onder de indruk van de schoonheid van de tuin van de maecenas Fromm componeer de Maderna ln 1972 deze „vrome tuin" die ln tien minuten een rijk geschakeerd collage van kleurrijke sonoritelten laat horen. Veel wordt daarbij aan de Improvisatiekunst van de uitvoerenden (klein orkest) over gelaten. Het is dan ook geen keurig aange harkt tuintje met perkjes en paadjes, maar meer een aantrekkelijke wilder nis op de manier van Le Roy. Maar Madema houdt de zaak wel op zijn typische eigen manier in de hand. Hij laat een verfijnde, melancholieke mu ziek maken, waarbij alleen het vol gens mij overbodige meedoen van de dirigent (die af en toe een dreun op de snaren van de vleugels moet geven en wat slagwerk mee-bespeelt) maniëris tisch aandoet. Overigens weer magni fiek gespeeld door het orkest onder Vis die zich de laatste tijd als een bijzondere Maderna-vertolker doet kennen. door Eefje van Schalk JlAB DEN HAAG In het kader van het festival „Winterd FP. maand", dat momenteel in het Haagse HOT-theater wi et v gehouden, presenteerde afgelopen zaterdagavond het Rot luari dams Werkcentrum Dans haar derde première van dit seiz alle namelijk Cloud Cover (Wolkendek) van Ian Spink. nd i ng Deze Australische choreograaf dan- den, onafgemaakte bewegüj volj Een scène uit Proloog .Word wild en doe mooie dingen" van toneelgroep ste zes Jaar bij het Australian Ballet, werkte Jaren samen met de Neder landse danser/choreograaf Jaap Flier en won in 1974 een prijs voor zijn composities. Sinds 1977 is hij zich na deelname aan het Gulbenkian Chore ographic Summer Course (het mekka voor de experimentele dansers) gaan verdiepen in de moderne dans. Hoe veelbelovend dat ook klinkt, voor het Werkcentrum Dans viel het laatste werk van deze gastchoreograaf nogal tegen. Op de compositie Ambient van Brian Eno, die voornamelijk uit gezoem, lang aangehoudens ge-aah's en enke le pianoakkoorden bestaat, laat Splnk drie danseressen en drie dan sers ln steeds variërende groepsfor maties de schaduwen van wolken op aarde, hun ijlheid, helderheid en drukkende luchtsferen uitbeelden. Nu kan het zijn dat de Australische luchten heel anders zijn dan onze laaghangende wolkenvelden of over drijvende schapewolkjes. Wat Spink ln dit ballet doet ls voornamelijk mis tig. Het komt vooral neer op lngehou- nietszeggende series van passei poses, uitgestreken gezichten; aaneenschakeling van balansoef niet gen zonder climax, opbouw of ig v dynamiek. pe n Het kostte de zes dansers (Rayn in Hf Colling, Johan Meyer, Patricia Roessel, Piet Rogie, Erika Trat Nicki Wentholt), duidelijk moeit een idee van zweven, opeen sta#he of overdrijven weer te geven e werden daarbij zeker niet geh« ren oi door hun witte pakken met stn S*®®1 die hun contouren extra versterl an h€ Dat zij ln dit saaie, drieëntwintlie z nuten durende ballet één moi van luchtsferen zouden verbeeldtu zijr bij mij niet overgekomen. Het takistJ inspirerende van dit „luchtba n zes vond ik het decor van Craig Oli doll: Op stokken zijn wolken als mo e hu bevestigd, die boven het witte |pel a urn met zachtgrijs achterdoek bujverst len. De diverse gekleurde wolkje >m d' wegen zich nauwelijks, worden ''om niet in de belichting gebruikt. Df k jammer want het had in deze Au lische mist nog enige fleurigheid loek nen brengen. door Dirkje Houtman UTRECHT „Word wild en doe mooie dingen," de nieuwste produktie van Proloog, die zaterdag in het Utrechtse Rasa werd gespeeld, geeft een blauwdruk van de op- en neergang van anarchistisch getinte actiegroepen uit het begin van de jaren zeventig. Op basis van gesprekken met leden van de inmiddels opgeheven Rode Jeugd uit Eindhoven en bekentenis sen van een van hen ln het boekje „Hoe het allemaal begon," aangevuld met eigen ervaringen heeft schrijver Bert Kok een tijdsbeeld geschetst dat als metafoor gebruikt wordt om geweld als pressiemiddel aan de orde te stellen. Centraal staat een groep mensen, twee vrouwen en vier mannen die ln het verband van een commune kraakacties voorbereidt en uitvoert. wat aan de positie van de vrouw gesleuteld moet worden. Om te voorkomen dat het publiek zich identificeert met het lot van de enkeling en de opgeworpen vragen over geweld en de rol van de vrouw binnen de politieke beweging uit het oog verliest, wordt de handeling niet door één persoon maar door de situa tie bepaald. Het gevolg ls wel dat de voorstelling met name in het begin nogal verhalend ls. De spelers krijgen te weinig steunpunten om de hande ling dramatische kracht te verlenen, maar weten door hun Inzet toch te boeien. Motieven voor hun samenzijn lijken voornamelijk voort te komen uit het generatieconflict met hun ouders. De politieke analyse ls naar het tweede plan verhuisd en vervangen door overmoedige en uitgelaten kreten van een nieuwkomer die zichzelf ln „een anti-kapitalistische verzetsbe- door Jac. Kort weging" opgenomen voelt. Voor die weggeschreven politieke drijfveren zijn echter geen andere ln de plaats gekomen waardoor de noodzaak van het actievoeren nogal vaag blijft. Scène uit Cloud Cover Een scène uit de politieke klucht „Betalen? Nee!' door Andró Rutten DEN HAAG Politieke kluchten zijn we bij mijn weten bij het Nederlandse vormingstoneel nog niet tegengekomen. De Nieuwe Komedie speelt er nu een, maar die is afkomstig van het Italiaanse volkstheater-fenomeen Dario Fo, door vertaler Frans Roth en de spelers Heieen van Meurs, Edgar Danz, Kika Groszkopf, Roel Visser, Bart Schepens onder regie van Hartmut Alberts in Nederlandse situaties en verhoudingen gezet. Dario Fo heeft ln Nederland een grote naam gekregen door zijn „Mistero Buffo; dank zij de voorstellingen die zijn landgenoot Arturo Croso er met de InternaUonale Nieuwe Scene uit Antwerpen van gemaakt heeft. Daar in werd gewerkt met de middelen van het Middeleeuse mysteriespel In dit nieuwe stuk. dat Betalen? Nee!" heet, ls hij bezig ln de traditie van de nog Speciaal vandaag Hier sla Ik, la een gedrama tiseerde documentaire van de NCRV over kernenergie. Me dewerkenden zijn: Jan Retèl, Peter Romer, ca. Regisseur Is Henk Mochel. Ned. F21.S5 De partij 1902 is de tweede aflevering In de Engelse serie. Een ruiter rijdt voorbij (A hor seman riding by) naar de ge lijknamige roman van Ronald Frederick Delderfleld. Ned. 2/21.30 Kanker zonder shock beet deze aflevering van het Duitse gezondheidsmagazine Praxis, waarin de bekende journaliste Mariene Linke, mede uit eigen ervaring, de gevreesde ziekte aan de orde stelt. De film be licht, geheel door de ogen van de patiènt, het gebeuren in de kliniek, dc diagnose, de even tuele operatie, en het wachten op het resultaat van de behan- deling. DU1 In Plein Publiek gaat het over partners van ben die tij delijk psychiatrische hulp no dig hebben. De titel van deze aflevering is „Je bent niet meer dezelfde" Hilv. 2/9.15 oudere volksklucht van Latljnsen huize. Maar de mentaliteit er achter en het feilloze gevoel voor het gebrui ken van oeroude theatertradities, zo dat ze nu aanslaan, zijn hetzelfde. Kluchtfiguren zijn nu twee arbeiders en hun vrouwen, twee politiemannen, een doodgraver en een oude opa. ZIJ zien er heel gewoon uit, zoals die mensen er vandaag de dag uit zien. maar zij gedragen zich wel zoals je van clowns gewend bent. De twee vrouwen komen ln het begin van het stuk het huls van de ene binnen, beladen onder volle tassen. De ene heeft meegedaan aan een zogenaam de kopersstaking ln een supermarkt. De prijzen bleken er weer eens om hoog gegaan, alhoewel ze. als gebrui kelijk, als prijsverlagingen werden voorgesteld: van 2.75 voor 2.55, al hoewel het eerder maar 1.75 was Een paar vrouwen zijn daarover gaan schelden, kregen bijval van alle ande re vrouwen ln de volle winkel. Ze hebben hun tassen volgepropt, de oude prijzen of helemaal niet betaald. Die twee thuis moeten die Inkopen nu verbergen, want ze kwamen toch al niet uit met het loon dat hun mannen thuis brachten, en dan zoveel Inko pen tegelijk, en wat zij gedaan heb ben la toch stelen, en daar zul Je die mannen eens over horen. ZIJ verstop pen de tassen onder de bank. onder hun kleren.w aardoor zij er opeens zwanger uitzien. Ze ontdekken ook dat ze per ongeluk hapklare brokjes voor honden hebben meegebracht, zangzaad. konJJnenkoppen uit diep vries. ZIJ horen ook de gealarmeerde politie met loeiende sirenes aan komen. Kortom, er zijn mogelijkheden te over voor hele reeksen komische ver wikkelingen. maar ook voor het voortdurend Inhaken op allerlei actu ele dingen als de paus en de pil. Van Agt en de loonpauze. de havenstakin gen en de vakbeweging, de rol van politie en marechaussee De arbeiders en hun vrouwen redden zich uit bijna alle moeilijke situaties met vindingrijke grapjes en handig heidjes. Het ls eigenlijk een stuk van: wat zou er nu gebeuren als we echt eens nee zelden. Wat zou dat opluch ten! Maar aan het eind ls er wel de politieagent, die de twee mannen de boeien aandoet. Je moet het dus an ders aanpakken. Maar hoe? Om over na te denken. Het wordt met groot plezier gespeeld, er ls ontzettend veel bij te lachen, zeker als Je. zoals zaterdagavond ln het Theater aan de Haven, een paar vrouwen onder het publiek hebt, die er bijna ln lijken te blijven. Dan werkt zo'n voorstelling, denk Ik, opti maal. Niettemin kweekt hun enthousiasme en gedrevenheid (waar die ook van daan komt) een grote saamhorigheid die bepalend is voor de „ludieke" manier waarop de acties gevoerd wor den. Niet kwaadaardig, wel hardnek kig en effectief. Als de groep lang zaamaan uit elkaar groeit heeft dat onmiddellijk gevolgen voor hun daden. Komisch Elke speelsheid, die binnen de voor stelling menig komisch moment ople verde, is verdwenen en geweld lijkt onafwendbaar. Uiteindelijk keert het zich niet alleen tegen de vijand, maar ook tegen de groepsleden zelf, als een communelld een vrouwelijke kame raad verkracht. Een opmerkelijke wending waarmee de vrouwenstrijd op het toneel zich heel organisch binnen het vormings toneel manifesteert. Een element dat ook gestalte krijgt ln de nevenhande ling waarin de ouders van een van de communeleden figureren en de voor oordelen tegenover de actiegroep re presenteren. In een drietal korte wat cliché-matige scenes met als vast punt een schreeuwerige televisie ver andert de vrouw van katalysator tus sen man en zoon, via een bewustwor ding door de zoon tot iemand die manlief achterlaat om samen met haar vriendin op vakantie te gaan. Met de parallel tussen een burgerlijk milieu en de alternatieve actie-com mune laat de voorstelling zien dat er ln beide samenlevingsvormen nogal AMSTERDAM Indien er door de Strawinskiserie die dit jaar een onderdeel is van de VARA-matinees, één ding duide lijk onder de aandacht van het publiek is gebracht, dan is het dit, dat we eigenlijk maar weinig weten van wat deze grote Rus gedurende zijn lange leven bijeen heeft gecomponeerd. Op enkele balletten, opera's en or kestwerken na, weten we nauwelijks iets af van de veelheid en veelzijdig heid van zijn compositorische arbeid. Tijdens het concert ln de boordevolle Kleine Zaal kreeg men zaterdagmid dag werk te horen dat ontstaan ls ln deze halve eeuw van 1914 tot 1964. Uit dit eerste Jaar een „snoezige Valse des Fleurs" voor pianoduet, uit het laatste Jaar een prachtige elegy for J.F Kennedy voor mezzo-sopraan en drie klarinetten. Daar tussenin onder meer, de sonate voor twee plano's (1944) en het Con cert voor dezelfde bezetting (1935), de eerste gespeeld door Maarten en Mar- ja Bon, de laatste door Theo Bruins en Fred Oldenburg. En daar omheen Hoe gebruiken mensen muziek als middel om een politieke boodschap over te brengen? Dat is het uitgangs punt van het Internationale Festival' van het Politieke Lied, dat van 15 t/m 17 februari ln de Groninger Ooster poort wordt gehouden. Deelnemers komen uit Zuid-Afrlka (Sound of So- weto), Zuid-Amerika (de Chileense Isabal en Angel Parra) en uit Europa (o.a. Wolf Bierman). Er ls tijdens het festival ook een open podium waar een leder zich muzikaal kan presen teren. „Quatre Berceuses du Chat" (1916), gezongen door Lucia Meeuwsen, Vier liederen uit 1954 met Roberta Alexander, sopraan en Elegie (1942) voor vioolsolo, gespeeld door Vera Beths. Er ls heel wat geschreven over de overgangen van het ene stijl naar de andere, die Strawinski's componeer- trant ln de loop der jaren hebben gekenmerkt, wanneer men ech werk van zo'n vijftig Jaar met el vergelijkt dan wordt het duidelijl de meester ondanks uiterlijke vi deringen, op enige wezenlijke zichzelf ls gebleven. Zijn muziek steeds meer motorisch dan ei neel, meer ritmisch dan mel< sterker verwant met de volksmi dan met de zoetelijkheid der roi tlek. Vitalistisch niet nostali Het zou te ver voeren alle til vermelden die op het progri voorkwamen. Soms had een slechts een speelduur van een minuut. Evenmin kunnen alle [van medewerkers worden genoemd, waf m wel wil Ik vaststellen, dat er fi de allen op voortreffelijke wijze aan aan concert werd deelgenomen en dafne Vi publiek zeer opgetogen reageerdfaties ime L ftters heb afs SRA1 ret vij ls ie h 5 m Ghot le o] de i lleei [aldhc ilj d< le jui lnstc iénre Bea Meulman als Marie, Guy Lavreijsen ais Woyzeek in de voorS ling van Theater tlim lar i (leef «tio vali door André Rutten ARNHEM Ger Thijs heelt bij de toneelgroep Theater een voorstelling gemaakt van „Woyzeck" van de Duitse schrijver Georg Bflchner, die aan het begin van de vorige eeuw leefde, nog geen 24 jaar is geworden (1813-1837), en drie toneelstukken naliet, die juist in deze tijd toneelma kers bijzonder lijken te intri geren. In het bijzonder Woy zeck, waarop ook Alban Berg opera „Wozzeck" gebaseerd is. De nieuwe voorstelling van Theater ging vrijdagavond in Arnhem in première. Uit het programmaboekje, waarin ook de vier versies van Büchner zelf in de vertaling van Ger Thijs en Jo- chen Neuhaus zijn afgedrukt, blijkt hoe grondig regie en dramaturgie zich in het stuk verdiept hebben. Aan het begin staat een uitspraak van Nietsche: „God is dood! God blijft dood! En wij hebben hem gedood! Is er nog een boven en een onder? Verdwalen wij niet door een oneindig niets?Na een levensloop van de schrijver volgen beschouwingen over idealisme en fatalisme, over de leegte in de wereld, over nihilisme en mo raal, over de waanzin. Waarom? Franz Woyzeck ls soldaat, oppasser van een kapitein, ook proefkonijn van een dokter, die hem drie maan den alleen maar erwten laat eten om te achterhalen wat voor gevolgen dat voor een mens heeft. Een onderzoek waarmee hij onsterfelijk hoopt te worden. Woyzeck heeft ook een kind. bij Marie. Hij ls oppasser en proefko nijn om voldoende geld te verdienen voor die twee. Maar daardoor ls hij veel van huls, verwaarloost haar, zo dat zij soelaas zoekt bij een tamboer majoor, die haar een prachtvrouw vindt. Dat brengt Woyzeck er toe Marie te vermoorden. Niet zomaar uit jaloezie. Misschien is hij gek, door dat erwtendieet, door het gevoel dat hij in een bedreigde wereld, in een naar de ondergang gaande wereld voort- ploetert zonder uitzicht. Godsdienst en moraal komen hem voor als een weelde, die alleen rijke mensen zich kunnen veroorloven. Armen hebben alleen maar hun natuur. Over die aspecten gaan de genoemde beschou wingen ln het programma. Kom je er iets van tegen ln de voor stelling? BIJ het kijken er naar moest Ik onwil lekeurig denken aan schilderijen van de boeren-Brueghel. Niet omdat het toneelbeeld van Tom Schenk daar nu erg op leek, maar omdat alle scènes in de twintig visueel goed gecom poneerde ruimtelijke beelden van volkse tafereeltjes zijn. waar de kapi tein en de dokter en de studenten afwijkende elementen in aanbrengen. Elke scène is een precies uitgewerkte uitsnede uit een werkelijkheid van twee eeuwen geleden. Als een scène uit ls wordt het donker, de spelers lopen weg, de figuren voor de volgen de scène stellen zich op, het licht gaat weer aan. Gaandeweg werkt dat storend. Het isoleert de scènes van elkaar, zonder dat iedere scène op zich die zeggings kracht krijgt, die je ervan verwacht: even onderstreept wat in die scène extra aandacht verdient. Daarvoor worden de figuren te zeer naar hun eigen gedrag en naar hun eigen aard, te weinig naar hun functie in het geheel gespeeld, denk ik. In geval heb ik zitten kijken naar reeks gespeelde gebeurtenissen, ik geen echte toegang toe kreeg, zeer ik dat ook probeerde. Alhoewel of misschien Juist or de grotere rollen sterk bezet en binnen de gekozen opzet krachtig gespeeld werden: Guy[*' vreysen als Woyzeck, Bea Mei als Marie, Pauline van Rhenc_ Margreet, Jan Oorissen als Anf1' Jéröme Reehuis als kapitein, van der Donk als dokter. Ook 1 toneelbeeld van Tom Schenk oplopende samengestelde toneel nt met aan een zijkant een pers! :ie?l visch vertekende wand van krof®»' tige huisjes leek zeer sterk. Mogelijk bleef er te weinig n^1' voor een suggestie van het niet i baar-drelgende, het hallucinan! wat er ln Woyzecks hoofd omga in nd. t in I igbla ging i presi De irgoc <ke lie in legev- hui ten. El 1 i ider: shet leven dat reger sten ttngsb

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 4