Speelgoedoorlog nu
terrein van beleggers
Schip
vol
dwaze
lieden
Kritiekloos wegwerpboek
over beroepsvoetbal
Van kantjes en kleedjes
i jB ja
Laboratorium str i j d
van de wereldoorlog
Adressengids
Soldaatjes zijn soms goud waard
Raamweven
MAANDAG 14 JANUARI 1980
BOEKEN
door Huib Goudriaan
Engeland loopt voorop bij
het beschrijven van oud
speelgoed en dat is niet ver
wonderlijk: verzamelen is
van oudsher een bij uitstek
Britse hobby. In 1976 bracht
de Londense uitgeverij New
Cavendish Books een werke
lijk vorstelijk uitgevoerd
boek met schitterende kleu
renfoto's op de markt over
de geschiedenis van het blik
ken speelgoed van 1825 tot
heden. Het succes van dit
boek heeft de uitgeverij nu
kennelijk aangemoedigd tot
pubtlkatle van de geschiede
nis en beschrijving van de
produktle van de Duitse
speelgoedfabriek O. M
Hausser
Het boek over het blikken speel
goed was getiteld „The art ol the Un
toy" en werd samengesteld door de
Engelse verzamelaar (veearts van
beroep) Davld Pressland. Het la ln
korte tijd het standaardwerk voor
de liefhebber van het anUeke blik
ken speelgoed geworden. De pro-
dukUe van de firma Hausser is be
schreven door een Engelse verzame
laar van Haussers speelgoedsolda
ten. Reggie Polaine.
Niets nieuws
Op zich ts het verzamelen van speel
goedsoldaatjes. blikken auto's of
spoortreinen niets nieuws. De Duit
se dichter Goethe en de Engelse
schrijver H G. Wells werden gefasci
neerd door tinnen soldaten en iede
reen kent wel het caricaturale beeld
van de aan spoortreintjes verslin
gerde vader, die zijn zoontje niet tot
zijn domein, de zolder met spoor
treinen. wil toelaten. Het nieuwe
van de verzamelwoede van de speel
goed-enthousiasten van onze tijd is.
dat zij is gericht op de modellen van
het verleden.
Hierdoor is het speelgoed, dat oude
ren nog achteloos bij de grote
schoonmaak op de vuilnishoop
wierpen, verheven tot de status van
kostbaar antiek. Sommige verza
melaars hebben hiervan nu uitge
breide collecties, die weerspiegelen
hoe vanaf het midden van de ne
gentiende-eeuw de grote-mensen-
maatschappij en daarmee de poli
tiek de kinderkamer van de burger
binnendrong. Dit antiek wordt nu
beschreven en gecatalogiseerd in
gidsen en platenboeken voor leek
en ingewijde Oidsen. die ook nodig
zijn, omdat inmiddels de commer
cie zich van de markt heeft meester
gemaakt.
weliswaar van overtuigd, dat de
speelgoedsoldaten en blikken voer
tuigen van de firma Hausser de oor
logspropaganda van het Derde Rijk
dienden, maar ziet ln deze verza
melwoede geen verband met het
neo-nazlsme. De vraag of oorlogs
speelgoed toen en nu kinderen ent
housiast zou kunnen maken voor
het krijgsbedrijf, wordt door psy
chologen verschillend beantwoord.
Sommigen zijn er zeker van dat
kinderen er geen enkele schadelijke
Invloed van ondervinden.
De gebroeders Otto en Max Haus
ser begonnen in 1904 met het produ
ceren van boerderijfiguren, cow
boys. indianen, soldaten en spoor-
wegliguren in de afmetingen van
vijf tot veertien centimeter. Figu
ren, die ln tegenstelling tot de plat
te, tinnen soldaten „rond" waren en
het menselijk lichaam op schaal
nauwkeurig weergaven.
Zegetocht
Tijdperk
De 45-Jartge Reggie Polaine, de En
gelsman. die het nieuwe boek ..War
Toys' („Oorlogsspeelgoed") heeft
geschreven, zegt „Ik ontdekte bij
een bezoek aan Duitsland dat zich
in het speelgoed van Hausser een
tijdperk weerspiegelt. Ik verzamel
het nu al acht Jaar, ook omdat ik
word gefascineerd door de politie
ke, sociale en economische geschie
denis van Duitsland in de periode
van 1918 tot 1945". Polaine is er
Einde jaren twintig en in de jaren
dertig maakten Haussers figuren,
die het merk „Elastolin" droegen,
een ware zegetocht door speelgoed-
land. Dit goldt ook voor gelijksoor
tige figuren van „Lineol", een ande
re Duitse firma. Na het aan de
macht komen van Adolf Hitler
trachtten deze twee speelgoedfa
brieken elkaar de loef af te steken ln
het tot ln de perfectie uitvoeren van
miniatuur-soldaten van de Duitse
Wehrmacht en SA- en Hitlerjugend-
figuren. De vaak fascinerende foto's
in Polaine's boek tonen hoe levens
echt de figuren zijn, die werden ge
produceerd. Vooral de leidende per
soonlijkheden en vorsten uit die
tijd zijn knap gemodelleerd en be
schilderd. Zowel de van compositie-
stof vervaardigde figuren als de me
talen voertuigen hebben de thans
zo gezochte ambachtelijke aanpak,
die het vaak steriele plastic-speel
goed van onze tijd mist.
Op de vraag hoe de snel om zich
heen grijpende belangstelling voor
Elastolin- en Lineolfiguren in West-
Duitsland moet worden verklaard,
antwoordt Polaine: „Veel Duitsers
proberen zo het verleden te begrij
pen en te verwerken, terwijl ande
ren vooral jonge managers met
veel geld de figuren kopen, deels
uit nostalgische overwegingen,
deels om te kunnen investeren. De
laatst genoemde groep jaagt de
prijzen op".
Aanwinst
De Engelsman Polaine. die geen
woord Duits spreekt, heeft niet kun
nen voorkomen dat er fouten in de
tekst van het boek zijn geslopen.
Sommige foto-onderschriften zijn
niet correct en hier en daar worden
nieuwe, na-oorlogse figuren als
vooroorlogs gepresenteerd. Als ge
heel is dit nieuwe boek in de serie
van New Cavendish Books echter
een aanwinst voor de verzamelaar
en de meer oppervlakkig geïnteres
seerde. (Het boek is ook in het Duits
verschenen.)
„The War Toys/Kriegsspielzeuge",
Reggie Polaine, 156 bladzijden,
vier blz. kleurenfoto's, Uitg. New
Cavendish Books, Londen. 7,95
34,-)
Wvw n V. 2» "vS'TS r JL
11 *M-i 4 'f*
u
Oorlog ls ln hoge mate een
strijd van wetenschappelij
ke research. De BBC heeft
dat destijds begrepen, en na
een langdurig onderzoek een
televisie-serie opgezet onder
de titel „The Secret war" (De
geheime oorlog).
Deze serie handelde over de weten
schappelijke ontwikkelingen en
vindingen ln de Tweede Wereldoor
log. die onder de extreme druk van
het oorlogsgeweld tot stand kwa
men. Gebaseerd op deze serie
schreef Brian Johnson een boek on
der de gelijknamige titel. Dit lezens
waardige boek (het ls op elke pagi
na spannend) ls In het Nederlands
vertaald onder de titel „De geheime
oorlog" Het boek is geïllustreerd
met 350 foto's en tekeningen Het ls
onderverdeeld ln zes hoofdstukken,
die achtereenvolgens handelen over
de slag om de (radlo)stralen. de ra
dar. de terreurwapens (radio-ge
stuurde bom. vliegende bom van
type V-l. de raket V-2. etc het
beslissende gebruik van vliegtuig-
radar tegen onderzeeboten, over
magnetische en akoestische mijnen
en de tegenmaatregelen daartegen,
het gebruik van gigantische zweef
vliegtuigen en de ontwikkeling van
raketjagers, straaljagers en heli
kopters Het laatste hoofdstuk ts
waarschijnlijk het meest opzienba
rende Dat handelt over het stelsel
matig breken van de (niet te breken
geachte) Duitse codes De Duitsers
hadden codeermachines ontwik
keld uit reeds lang bestaande ont
werpen. waarmee ze volautoma
tisch (dus razendsnel en tactisch
bruikbaar) konden coderen en deco
deren. Ze hadden (letterlijk) de be
schikking over talloze miljarden
verschillende sleutels. Geen wonder
dat men meende dat een dergelijke
codering niet te breken was. Voor
de klassieke cryptologen was er in
derdaad geen beginnen aan. Maar
de Britten hebben van meet af (zij
het met heel essentiële Poolse hulp)
deze codes in tempo gebroken. Bij
dat decoderingswerk. dat voor de
oorlogvoering van beslissend be
lang ls geweest, ls ln feite de electro-
nische computer ontwikkeld.
Thans. 35 Jaar na afloop van de
oorlog, ls een deel van dit Britse
geheim nog steeds niet vrijgegeven.
De verdienste van het boek is dat
het zich laat lezen met rode oortjes,
zonder dat het goedkoop populair
is. Het staat vol essentiële informa
tie Maar men mist bij voorbeeld de
aardbevingsbom van Barnes Wallis
en zijn kraken van de Moehne-dam.
terwijl minder belangrijke details
wel ter sprake komen Storender
vind ik dat het boek opvallend
westeuropees ls. Het Amerikaanse
Manhattan-project, dat leidde tot
de ontwikkeling van nucleaire wa
pens. komt niet aan bod Is dat te
frustrerend voor ons? Jammer ver
der dat de vertaler zijn Nederlands
zo mishandelt. HIJ schrijft b.v. ..en
kele geleerden, waarvan deel uit
maakte" i.p.v. „van wie deel uit
maakte" Deze constructie komt in
het boek heel vaak voor. tot ln het
absurde toe. en steeds radicaal fout.
Brian Johnson: „De geheime oor
log" Uit. L. J. Veen. Ede. Omvang
352 pag. Geïllustreerd. Prijs 34,90
C. G. v. Zw.
door W. F. Stafleu
De berijmde statuten van
een zogenaamd gilde van de
Blauwe Schuit, midden vijf
tiende eeuw, zijn voor Her
man Pleij aanleiding ge
weest de functie van deze
tekst te onderzoeken in de
tijd waarin zij ontstond en
werd gebruikt. Zijn boek
geeft een belangwekkende
kijk op het veranderingspro
ces zoals zich dat aan het
einde van de middeleeuwen
afspeelde: van een standeni
deologie naar een burgerlij
ke handelsmoraal.
De tekst van de Blauwe Schuit
werd gebruikt ln het kader van de
vastenavondviering, die zegt
Pleij niet alleen diende om stoom
af te blazen, maar ook om nieuwe
regels te testen. Dat gebeurde op de
wijze van de ironie: het omgekeerde
doen, zeggen of tonen van wat be
doeld wordt. In het gilde van de
Blauwe Schuit blijken welkom te
zijn leden van de verarmde adel,
verlopen geestelijken, potverteren-
de rijkeluiszoontjes, geile vrouwen
en allen die weten te zuipen, te
gokken en te zwieren. Uitgesloten
van het lidmaatschap zijn moorde
naars, dieven en andere misdadi
gers, en zwervers met besmettelijke
ziekten. Dat zijn blijkbaar de onher-
stelbaren. Hieruit concludeert Pleij
dat de door hem becommentarieer
de tekst een laatmiddeleeuwse ze-
dencodex veronderstelt van wijs
heid,,soberheid. matigheid en ar-
beidslust. Een handelsmoraal ln op
bouw, die wijsheid adverteert als
het vermogen Je materieel te kun
nen handhaven. Wie geld, goederen
en arbeidspotentieel verkeerd be
heert, moet door de gemeenschap
gecorrigeerd worden.
Narrenschuit, 1654
De vastelavond later vasten
avond genoemd wordt de aange
wezen periode voor zulke zuiverin
gen. De vergelijking met het be
roemde Narrenschiff van Brant,
vanaf 1494 in alle talen over Europa
verspreid, ligt voor de hand als wel
de bekendste exponent van deze
ontwikkeling: bij de overgang van
standenideologie naar burgermo
raal verschuift het accent van de
traditionele zondenleer naar een
burgerlijke zedencodex, die han
dels- en kapitaalsbelangen moet be
schermen en bevorderen.
Pleij werkt dit uit door de midde
leeuwse feesten te typeren als af
komstig uit Germaans-Keltische,
klassieke en christelijke tradities.
De kerkelijke zottenfeesten spot
missen, rondtrekkende scholieren-
bisschoppen en de jongelingen-
charivari (ketelmuziek) voor pasge
trouwde echtparen, typisch afkom
stig van vruchtbaarheidsriten, ver
smelten in een stedelijke pret, die
op vastelavond een hoogtepunt
vindt. Daarbij spelen collectieve
angsten een rol; ze worden geredu
ceerd tot hanteerbare grootheden
door ze belachelijk te maken. Angst
voor de dood (de pestepidemieën
vanaf midden veertiende eeuw!) en
de kou vindt haar uitdrukking in
het overdadig gebruik van scabreu
ze en scatologische termen, door
Pleij kernachtig seks- en strontfol-
klore genoemd.
Zo vindt deze bezwering van collec
tieve angst een uitweg in spottek
sten, waarbij de Blauwe Schuit een
typisch voorbeeld is van de zo be
kende scheepsallegorie. Het schip
op wielen wordt de vertrouwde
voorstelling van de vastelavondvie-
ring om de omgekeerde wereld te
verbeelden en gedrag uit te beelden
dat naar de ondergang leidt.
Vrouwenhaat
Ook de middeleeuwse vrouwenhaat
speelt een rol van belang. De alleen-
aand
»waa
m n
staande vrouw op leeftijd al(|at g
Pleij boezemt de gezeten burg^ ^el
angst in. Ze bedreigt niet alleen
huwelijksmoraal, ze vertegenwo ïrs
digt daarnaast nog allerlei mi inst,
sche functies op grond waanporal
deze oudere vrouw eertijds op 1 ,n
platteland in hoog aanzien sto
Ze behoort oorspronkelijk als wi "°01
vrouw tot een agrarische geme [OH
schap, waarin ze een aantal centr isteli
maar niet geïnstitutionaliseerd (-j;
functies vervult. Ze symbolise
Moeder Aarde, ze heeft als ger1"
ander ervaring met geboorten
ziektes, ze regelt de huwelijken u ba<
ze is een lopend informatiecentra blJ
Voor deze wijze oude vrouw is in 'Ee v:
stad geen plaats, haar functies 2 men 1
daar overgenomen door de orgaaTijc
satievormen ten dienste van de Ai
nieuwe handelsmoraal (de sta
dokter, „openbaar" onderwi °8^n
Deze angst voor de vrouw verbii H ik
Pleij met de eerste systematisi 1° ka
golf van heksenvervolging op 8ens
eind van de vijftiende eeuw. d zii'
Armoede
Het hoeft natuurlijk niet onjuist te
zijn wat er voor lovende teksten op
de flap op zoals ln dit geval de
achterkant van een boek afgedrukt
staan. Wim Meuleman, de voorzit
ter van de Koninklijke Nederlandse
Voetbal Bond, Jo Witteveen, be
stuurslid van de sectie betaald voet
bal. en Karei Jansen, de voorzitter
van de WCS, de vereniging van
contractspelers zullen best een
avond van het boek hebben geno
ten. het in één ruk hebben uitgele
zen of vinden dat jong en oud er
veel plezier aan kunnen beleven.
Maar of zoiets werkelijk maatge
vend is voor het geschrift zelf?
In het geval van Knok er voor! zeker
niet. Het boek, geschreven door de
veteranen Ton van Beers (72) en Ad
van Emmenes (82), is zeker ln één
avond uit te lezen, maar bij de
voortgang door de welgeteld 245
pagina's maakt het aangekondigde
genot al snel plaats voor een groei
ende weerstand. De schrijvers, die
zo'n twintigtal jaren geleden al
„Nou wij, boys" deden verschijnen
gaan in hun duidelijk op de werke
lijkheid van heden gebaseerde „fan
tasie" zo ver, dat zij in een stijl die
anno 1950 wellicht nog enigszins
aansprak een zogenaamd objectief
positief beeld van de jungle van de
profvoetbalsport schetsen, die kant
noch wal meer raakt. Twee broers
die in Noord-Holland een topvoet
balclub leiden en toevallig ook za
kelijk goed terecht zijn gekomen na
jaren geleden met de bakfiets de
klanten af te zijn gegaan, krijgen
een aureool van reddende engelen
omgehangen, de overkoepelende
voetbalbond is een organisatie die
ten voorbeeld van wellicht de gehe
le maatschappij gesteld zou kunnen
worden en hoewel er ook wat slech-
j woo
g V
De studie maakt ook duidelijk i°o1
de middeleeuwers materiële arm idagc
de niet zagen of erkenden als so In
aal gebeuren waarvoor de gemei roiSe:
schap verantwoordelijkheid m< ymari
dragen. Lichaamsgebreken en zi( d'e b'
ten zijn een teken van Gods st ,old<
over slechte, of van Gods beprffechri
ving van goede armen. Zoveel npe Ik
gelijk wordt aan het eind van es W£
middeleeuwen bewezen dat de arjin m<
zichzelf in zijn positie heeft d®r de
bracht ten gevolge van de zonde» PaI
Pleij besluit zijn boek met een ij1 mo'
gaaf en commentaar van enkfrti8
teksten, onder welke die van Puw u
Blauwe Schuit. Iedere belangstp een
lende leek kan het makkelijk lez#1 zusj
Het boek (oorspronkelijk als prajteel,
schrift verschenen) is ruim geïÜn ou<
streerd. hting
Ier, m
Het gilde van de Blauwe Scho) °P h
door Herman Pleij. Uitgave Mi8aan
lenhoff, Amsterdam, 309 blx., e
iment
qje ui
imij i
inke
ire i
De p
op e>
len v
nooi
lai
ins a
eer'
FPei
i hei
i verl
jein
lien c
leiden
II verz
lenen
p Je h
te mannen van een voetbalmal
laarsbureau bestaan onder leid
van een rad van de tongriem gesi
den, keiharde self-made zaken
is het profvoetbal ln Nederland t
eigenlijk een best fraai gebeu;
met sociaal uitstekende trainers-
spelersorganisaties. Kortom het|e
duidelijk waarom de heren achty
op met hun lofuitingen geen
weten. Een beetje positief gesch
is voor de voortdurend in opspral"Aobl
zijnde bedrijfstak immers nojge
weg- Sand
Êebi(
.Of de voetballiefhebbers van 15- f^gi
een
J heeft
het
out
bo'
..Kt
80+ voor wie dit werk geschreveiï
er ook gelukkig mee moeten zijn
natuurlijk een geheel andere zaï
iestuivenf,
I - moei? 1
Een verfr
Het lijkt er soms wel eens op. dat de
ene helft van Nederland bezig is de
andere helft informatie te geven
om het nog voorzichtig uit te druk
ken. Daardoor wordt het echter
Juist steeds moeilijker om die infor
matie te krijgen, die men nodig
heeft Nogal paradoxaal, maar wel
een feit. Het gaat erom de Juiste
kanalen te weten, de Juiste mensen,
de juiste adressen, wil men zich een
ochtend achter de telefoon be
sparen.
„Nederland in aktie" kan een goede
hulp zijn om aan die adressen te
komen, die men op een dag plotse
ling nodig blijkt te hebben. Het is
nl. een adressenglds van „non-pro
fit-. aktie- en vrijwilligersorganisa
ties" zoals op de kaft staat, die
uiteindelijk in elf delen zal uitko-
men. De eerste twee delen zijn nu
verschenen, deel 1 over organisaties
op het gebied van ontwikkelingssa
menwerking en landengroeperin-
gen, deel 2 over organisaties voor
mensenrechten, minderheden,
vluchtelingen, oorlogs- en vredes
vraagstukken. Dus wanneer men
iets wil weten over de toestand in
Tanzania, kan men deel 1 nemen:
daar vindt men onder het hoofd
Landengroeperingen. 1.2 Zuidelijk
Afrika, het Tanzania Comité Neder
land met adres Dat niet alleen, ook
een korte omschrijving van geschie
denis. doelstelling en activiteiten
van dit comité. Wil men iets weten
over christelijke organisaties op het
gebied van de vrede, dan treft men
in deel 2 acht adressen aaan.
Een groot voordeel van deze uitga
ve, verzorgd door het Nederlands
Bibliotheek en Lektuur Centrum
(NBLC) in samenwerking met de
Stichting Landelijk Vrijwilligers
Aktiviteiten Sentrum (ELVAS), is
dat het geheel losbladig is uitge
voerd. Daardoor bestaat er de mo
gelijkheid nieuwe organisaties via
een aanvulling op te nemen en niet
meer bestaande groeperingen af te
voeren. Ik zou organisaties, die be
merken, dat zij niet in deze adres
sengids zijn opgenomen, dringend
willen aanraden contact op te ne
men met F. L. Meyer van het NBLC-
bureau (070-264351). Dan kan deze
organisatie in de aanvullingsbladen
worden opgenomen.
Dr. A. D. Smelik
Nederland in aktie, adressengids
van non-profit-, aktie- en vrijwilli
gersorganisaties. Deel 1: ontwikke
lingssamenwerking en landengroe
peringen; deel 2: mensenrechten,
minderheden, vluchtelingen, oor-
logs- en vredesvraagstukken. Prijs
per abonnement (4 afleveringen
per jaar) 85.- (inclus. porto; excl.
BTW); prijs per deel ƒ25.- (inclus.
porto, excl. BTW). Bestellingen aan
NBLC, Postbus 93054, 2509 AB /S-
Gravenhage.
Je kunt met het aloude vrou
welijke handwerk haken
veel kanten op. Er zijn ontel
bare mogelijkheden: van de
al in overgrootmoeders tijd
geliefde kantjes en kleedjes
tot wat pop-art-achtige ge
haakte cactussen.
Hoe je die cactussen maakt staat in
„Haken voor Iedereen" van Ellen
Türkis en Sanna Dammann. „Ieder
een" wordt eerst vertrouwd ge
maakt met het haken van lossen,
vasten en stokjes, waarna de ge
toonde steken en patroontjes geen
geheimen meer behoren te hebben.
Na de genoemde basissteken ko
men eenvoudige haakpatronen aan
bod en volgen nog enkele moUeven
en randen plus technische details.
De tweede helft van het boekje laat
zien wat met de haaknaald en alle
mogelijke soorten kleurig materiaal
gemaakt kan worden, zoals kle
dingstukken. kleedjes, gordijnen,
bloemen, sprei enz.
Jammer dat een verklaring van ge
bruikte tekens en afkortingen er
gens in het midden van het boekje
staat, zodat je niet direct achter de
geheimtaal der symbolen kan ko
men. Dat ls trouwens toch een pro
bleem. Iedere samensteller van ie
der haakboekje verzint met de
beste bedoelingen overigens op
eigen houtje een serie tekentjes, en
die verschillen dan weer van boek
tot boek.
Vreemd ls dat van guimpe-werk en
de Tunische haaksteek niet wordt
gerept, maar dat wel een halve blad
zijde (123) aan de (niet met name
genoemde) tamboereer-techniek
wordt gewijd. Toch wel een boekje
om enthousiast over te zijn, al was
het maar om die bovengenoemde
cactussen. Met de gegeven aanwij
zingen heb Je zonder veel moeite in
korte tijd een vensterbank vol net-
echte cactussen
Speciaal voor de liefhebsters van
kleedjes is er het ook heel goed
verzorgde boekje van Dlny Zijp. dat
alleen ouderwetse gehaakte kleed
jes en kantjes laat zien. U weet het
misschien nog wel: DMC-garen nr.
50 of 60 en een venijnige fijne haak
naald.
Na de gebruikelijke uiteenzetting
van de techniek staan de volgende
tachtig bladzijden vol met patro
nen. Het hier niet duidelijk uitge
legde verschil tussen kant en ent»e-
deux daargelaten zal het voor wie
wat ouderwets haakwerk ln huis wil
halen nog moeilijk zijn om een
keus te maken uit de bijna zestig
verschillende werkstukjes, waarvan
veel in z.g. filet-haakwerk met lieve
motiefjes, zoals o.m. in de voor
oorlogse Beyer-boekjes te vinden
waren. Je moet er natuurlijk wel
van houden.
R. D. S.
Ellen Türkis en Sanna Dammann:
HAKEN VOOR IEDEREEN,
Oorspr. titel „Brigitte Hakeln".
Vert, en bew. G. van Baalen-Wal-
ther. Met 125 tekeningen en 53 kleu
renfoto's. Uitg. Zomer en Keuning
Boeken BV., Ede. 144 bis., prijs
19.50.
Diny Zijp: Gehaakte kantjes en
kleedjes uit grootmoeders tijd.
Uitg. Cantecleer BV., de Bilt. 95
blz., prijs 24.50.
Het is los van het driestuivei
haaltje met happy-end
denkbaar. Integendeel,
king van de helaas nog altijd mai
gevulde sportbibliotheek waar l^era5
kwalitatief aanvaardbare werlf.
betreft, is het zeker niet. Gewdls m'
kritiekloos wegwerpgeschrijf u
het soort dat wekelijks de botCyj
vardbladen haalt.
p. c
Knok er voor! door Ton van Bed
en Ad van Emmenes. Uitgave Oir M
ga boek. 245 pagina's. Prijs 14,
Jicht e
Bij raamweven worden (meest klu be
nere) werkstukken niet op een wé
getouw, maar op eenvoudiger hdwoor
middelen zoals een spijkerra4w}J m
stroken formica of karton en, £cboei
voor een rond weefsel, op ringerfer
cirkels gemaakt. Een getoFrvari
Vraagt veel ruimte en is vaak 4e.n tr<
obstakel in de werkruimte; <die a
weefraam zet je als je niet béf wei?
bent aan de kant. Nog een vod &et
deel: een weefraam is best zelf'
maken, zie de duidelijke voorb
den die Hetty Mooi in haar „E
voudig raamweven" heeft opgei
men. Verder geven ook de meef
technieken geen problemen: linnj
en ribsbinding, gobelin, kelim, a
mak, volop mogelijkheden.
Het hoe en waarom van dit alles'
van nog veel meer legt de schrijfd
op een prettig manier haarfijn i
Goede tekeningen met veel gefö
grafeerde voorbeelden en dan n
om precies na te maken, maar
om zelf vrij te experimenteren, n j
ken „Eenvoudig Raamweven" I
een aan te bevelen thuiscursus.
R D
Hetty Mooi: „Eenvoudig raam*
ven". Uitg. Cantecleer b.v. De B|
Serie „Werken en Spelen". Omvf
75 pag. Prijs 15,90.