De honden blaffen, Giscard gaat door Oost tegen West en islam tegen beide 3 12 ZATERDAG 5 JANUARI 1980 13 BUITENLAND I Strijdig met de grondwet, oordeelde Frankrijke Constitutionale Raad over de wijze waarop premier Barre de begroting had laten aannemen. Een ernstig verwijt, maar of het de premier z'n baan gaat kosten is nog zeer de vraag. „Er zijn maanden geweest dat men mij iedere week uitdroeg," zegt hij zelf spottend. En nog onwaarschijnlijker is het, dat de affaire gevolgen heeft voor president Giscard. Geen kritiek zo fel, geen verwijt zo scherp, geen schandaal zo groot of Giscard blijkt sterker. door Bert van Panhuis De positie van de „poli tieke klasse" van Frankrijk kan nauwe lijks beter worden geïl lustreerd dan met de bijeenkomst van de Na tionale Vergadering van een maand geleden. Premier Raymond Barre had aanvankelijk een wetsvoor stel over pensioenpremies voor een „normale" behande ling aan het parlement voor gelegd. Snel bleek hoe de kaarten lagen. Het beeld was al gemeengoed. De partners van de glscardisten in de rege ringscoalitie, de gaullisten, steunden het voorstel niet en wilden met de oppositie van socialisten en communisten meestemmen. Maar Barre wist wat hem te doen stond. Hij greep naar grondwetsarti kel 49: als niet een meerder heid van het parlement tégen stemt, wordt een wetsvoorstel als aangenomen beschouwd. Op het moment dat die „mo tie van vertrouwen" en twee moties van wantrouwen van de oppositie aan de orde wa ren, kon men in de banken veertig van de 491 afgevaar digden zien zitten; één giscar- dist, vier gaullisten en 35 soci alisten of communisten. Barre leek voor het behoud van zijn kabinet te vechten maar de uitslag stond al vast. De gis- c ar dis ten zouden met Barre meestemmen, de gaullisten zouden zich onthouden en de iderheid van socialisten en lommunisten zou tevergeefs iroberen Barre voor de zo- 'eelste maal naar huis te stu ren. Dat is de situatie: het kabinet heeft de handen bij kans vrij maar staat aan één stuk op wankelende voeten, de oppositie is vrijwel mach teloos en de gaullisten spelen hun spel van „we doen niet wat we doen". Operette i Deze operette-achtige politiek wordt al maanden in Frank rijk bedreven en zij bereikte een climax toen de Constitu tionele Raad, die op de res pectering van de grondwet* van de Vijfde Republiek moet toezien, op kerstavond de be groting voor 1980 ongeldig verklaarde. Wat was er gebeurd? De Na tionale Vergadering had in ok tober over de begroting ge stemd. Op het punt van de uitgaven waren de gaullisten het niet eens met minister van begrotingszaken Maurice Pa- pon. Samen met de oppositie verzetten zij zich tegen het begrotingstekort 15 miljard op een geschat totaal aan uit gaven van 260 miljard en in hun eentje eisten zij extra be zuinigingen tot een bedrag van een miljard. Geef dan maar aan waar er moet worden bezuinigd, zei de regering, maar dat weigerden de gaullisten. Een toezegging van Barre en Papon om hon derd miljoen te bezuinigen kon geen genade in de ogen van Jacques Chiracs gaullis ten vinden en dus werd dit deel van de begroting afge keurd. Dan maar eerst praten over de inkomsten, redeneer de het kabinet en tenslotte joeg het kabinet de zaak met artikel 49 door de volksverte genwoordiging. De voorzitter van de assem blee Jacques Chaban-Delmas zag geen bezwaren. Maar de socialisten deden hun beklag bij de Constitutionele Raad en dit college van wijzen gaf hun gelijk. De regering had niet aan de uitgavenkant van de begroting mogen beginnen voordat was vastgesteld wat de inkomsten, de hoogte van de belastingen, zouden zijn. En dus was de procedure onjuist. Het Franse parlement moest van kerstreces worden terug geroepen voor een spoedzit ting want het leek er op dat het kabinet per nieuwjaars dag zonder inkomsten zouden komen te zitten. De assem blee gaf Barre en Papon toe stemming belastingen te hef fen en zal zich nu volgende week opnieuw met de begro ting bezig houden. Barre zal niet opnieuw in de fout van oktober vervallen en hij zal nu gebruik makend van artikel 49, want de gaullisten volhar den in hun verzet de begro ting er in twee delen door jagen. Hooghartig bbbbi Het is nog niet duidelijk hoe veel deze botsing met de Con stitutionele Raad Barre heeft geschaad. President Valéry Giscard d'Estaing had de af gelopen maanden in hem een uitstekend schild tegen de aanvallen van de oppositie en de gaullisten. Barre heeft een huid als een olifant en treedt hen die het niet met zijn om streden politiek eens zijn, bij zonder hooghartig tegemoet. De man, die het overigens al langer heeft uitgehouden dan menig andere premier schimpte onlangs naar zijn voorganger Chirac: „Het is goed gebruik je voorganger niet te attaqueren. Ik wou dat hetzelfde gedaan werd met de opvolger." De gaullistische baron Olivier Guichard, die enkele jaren geleden nog on der Barre diende als minister van justitie, meent dat de pre mier met zijn agressiviteit het aantal vijanden in de gaullis tische partij op zijn minst heeft verviervoudigd. Giscard vond dit prima, maar aan de andere kant ook wel bezorgd over de manier waar op Barre zijn toevlucht nam tot artikel 49-procedures. Hij wist zo wel tien moties van wantrouwen onschadelijk te maken, maar de president had Barre toch gewaar schuwd niets te ondernemen dat in strijd is met de grondwet. De terechtwijzing van de Con stitutionele Raad komt dus ook in het Elyséepalels hard aan en politieke waarnemers vragen zich af of het Barre de kop zal kosten. Het hoeft niet Zoals Barre zelf enige tijd ge leden spottend zei: „Er zijn maanden geweest dat men mij iedere week uitdroeg." Zelfs als ledereen dacht dat hij de laan uit zou gaan, hand haafde de president hem. Chaban Mocht de positie van de pre mier onhoudbaar worden dan geldt Chaban-Delmas mo menteel als de belangrijkste kandidaat voor de opvolging. Chaban is onder Georges Pompidou in het begin van de jaren zeventig al eens premier geweest, maar moest aftreden toen het weekblad Le Canard Enchané onthulde, dat hij en kele Jaren geen cent inkom stenbelasting had betaald. Net als de man die tot zijn zelfdoding eind oktober de meest genoemde kandidaat voor het Matignon was, Ro bert Boulin, geldt Chaban als een gematigde gaullist die niet teveel op heeft met Chi rac. En dat niet alleen omdat zes Jaar geleden Chirac hem tijdens de presidentsverkie zingen als een baksteen liet vallen voor de man die hij nu verfoeit, Giscard d'Estaing. Chaban vreest net als zoveel gematigde gaullisten dat Chi rac met zijn optreden de gaul listische partij veel kwaad doet en zij wijzen dan meestal op de schamele resultaten bij de Europese verkiezingen van vorig Jaar juni. De partij van Chirac eindigde toen als on derste van de vier mededin gers. Sinds die tijd heeft Chirac trouwens ingebonden. Hij houdt zich wat op de achter grond en concentreert zich meer op zijn werk als burge meester van Parijs. De alle daagse politiek in het parle ment wordt bedreven door Bernard Pons, een goede vriend van Chirac, die ook het -venijn niet schuwt. Pons ont ziet net als Chirac de gaullisti sche ministers in het kabinet niet en hield hun onlangs voor dat ze misschien spoedig moe ten kiezen tussen loyaliteit je gens de partij of jegens het kabinet, zeg maar de presi dent zelf. Peyrefitte, Papon en al die anderen lieten geen en kele reactie horen. Chirac is ook wat kalmer ge worden sinds hij op last van zijn vrouw Bernadette de „bende van vier" aan de dijk zette. Adviseurs als Marie- Francolse Garaud en Pierre Juillet stookten de leider van de gaullisten op tot de ene galspuwing na de andere. Dat betekent niet dat Chirac nu zijn ambitie heeft opgegeven. Hij is vastbesloten Giscard een tweede ambtstermijn in het Elysée te betwisten en dat is de achtergrond van de gaul listische tlek. verlammingspoll- Geen val van het kabinet, maar duidelijk afstand nemen en zo voor de kiezers het beeld scheppen van „Wij zijn niet verantwoordelijk voor ai die rampspoed". Een parlements verkiezing op korte termijn iets waarmee de regering al enkele malen heeft gedreigd past niet in dat draaiboek. De gaullisten zouden waar schijnlijk hun positie als grootste fractie in de Nationa le Vergadering en in de coali tie verliezen en dat zou Chi racs aspiraties een forse knauw geven. Het is hoogst twijfelachtig dat hij Giscard de voet dwars kan zetten. Alle schandalen van diamanten en grondaankopen en van dubieuze vriendschap pen met bloedige dictators ten spijt is de president popu lairder dan ooit tevoren. Ook de zeer verdeelde oppositie maakt geen kans hem te ver slaan. zelfs de oude rot Fran cois Mitterrand niet. De enige die hem benadert is Mltter- rands rivaal in de socialisti sche partij Michel Rocard, maar die maakt weer nauwe lijks kans op de zegen van zijn partij. Het is met Giscard al net als met zijn adjudant Barre. Iedereen roept in koor dat hij op moet krassen, maar onder vier ogen fluistert men hem toe: „Niet doen hoor. En ge woon doorgaan met Je poli tiek." Zolang de Franse kiezer nog zo staat tegenover de pre sident heeft hij van de verkie zingen van volgend Jaar niets te vrezen. De landen langs de Indische Oceaan genieten de twijfelachtige eer dat mogendheden wint ook de islamitische onderstroom aan kracht. En zij de rol hebben overgenomen die eens door Centraal-Europa werd deze stroom keert zich tegen alle invloeden van buitenaf, of dat nu het gespeeld: een terrein van confrontatie tussen Moskou en Washington, westerse imperialisme is of het communisme van de Sowjet-Unie. Maar met het toenemen van de spanningen tussen de twee grote Washington en Moskou zitten wat dat betreft in hetzelfde schuitje. door Herman Amelink De recente machtswisseling in Aighanistan tekent opnieuw de fundamentele instabiliteit van de regio om de Indische Oceaan. Het gebied is niet alleen het toneel van toenemende spanning tussen Oost en West, maar wordt boven dien geteisterd door groeiende in terne tegenstellingen door de her leving van de islam. Daar komen de traditionele nationale geschil len tussen de verschillende staten nog eens bovenop. Het Westen heeft grote belangen in het gebied van Perzische Golf en Indische Oceaan. Meer dan de helft van de olie die het Westen verbruikt stroomt door de Straat van Hormoez. Wanneer deze le vensader wordt afgeknepen dan zijn de gevolgen daarvan niet te overzien. Tot voor een jaar zorgde Iran voor de veilig heid in dit gebied. Met de komst van ayatollah Khomeini is niet alleen Irans olieproduktie belangrijk afgenomen, maar is de situatie in de Perzisdhe Golf veel onzekerder geworden. welkj mod Daar komt bij dat de Sowjet-Unie de afgelopen Jaren haar invloed in dit gebied chalj sterk heeft uitgebreid. Moskou beschikt over uitgebreide marinefaciliteiten in Zuid-Jemen en op het eiland Socotra, van waaruit de aanvoerlijnen van het Westen 3or djgoed ,n de Baten gehouden kunnen wor den. Vanuit deze steunpunten kan de Rus sische vloot ook gemakkelijk Bab el Man- deb, de mond van de Rode Zee, controle ren. Voegt men daaraan toe de sterke positie van de Sowjet-Unie in Ethiopië, dat steun heeft gekregen voor zijn strijd in Rijki de Ogaden en in Eritrea, en de steeds sterker wordende positie van de Russen in Afghanistan, dan ontstaat een beeld dat voor het Westen nogal bedreigend lijkt. Ongerust: De Verenigde Staten maken zich over deze ontwikkeling dan ook ernstig onge rust. De behoefte aan krachtdadige maat regelen om de Russische expansie in te dammen groeit. De Amerikanen zijn hun frustratie over Vietnam wel te boven. De angst voor een militaire interventie wordt steeds kleiner. Verklaarde in 1971 elf pro cent van de Amerikanen zich voor een verhoging van de defensieinspanningen, nu is dit percentage al opgelopen tot zes tig. De Amerikaanse president ontmoet weinig weerstand voor zijn plannen om de defensie-uitgaven nog verder te laten groeien. Ook zijn plannen voor de vor ming van een snel inzetbare interventie macht waarbij in de eerste plaats ge dacht wordt aan een mogelijke actie in het gebied van de Perziscne Golf krij gen een warm onthaal. Amerika moet zich niet langer op de kop laten zitten, vinden veel Amerikanen. De gijzeling in de am bassade in Teheran versterkt deze gevoe lens alleen maar. De Verenigde Staten doen hun best hun positie in de Indische Oceaan en de Perzi sche Oolf te versterken. Een militaire mis sie bezocht onlangs Saoedi-Arablë, Oman, Somalië en Kenia om te zien wat de moge lijkheden zijn vooi een vergroting van de militaire aanwezigheid in dit gebied. Elk van de genoemde landen ziet de groeiende invloed van de Sowjet-Unie met lede ogen aan en de missie lijkt dan ook niet met lege handen te zijn teruggekeerd. Oman zou bereid zijn de voormalige basis van de Britten in dat land de Amerikanen ter beschikking te stellen. Geruchten dat So malië de tot voor enkele Jaren door Rus sen bevolkte havenstad Berbera heeft aangeboden aan de VS, zijn door dat land tegengesproken, maar ze tekenen waar schijnlijk wel de richting waarin de rege ring van dat land denkt. De gijzeling in Teheran heeft geleid tot een versterking van de Amerikaanse vloot in de Indische Oceaan, maar de schepen van deze vloot moeten voor hun bevoorrading helemaal naar Diego Garcia opstomen en dat ligt wel even buiten de route. Demilitarisering In het verleden had het Westen het in dit gebied alleen voor het zeggen. Britten. Amerikanen en in mindere mate de Fran sen maakten er de dienst uit. Oroot-Brit- tannië trok zich ln het begin van het vorige decennium geheel terug uit het gebied oostelijk van Suez en de Fransen hebben er weinig meer te betekenen. Plan- ne om de hele Indische Oceaan te demili tariseren, zoals die ooit door India gelan ceerd werden, zijn op niets uitgelopen. Nu is het gebied geworden tot wat Centraal- Europa eens was: een terrein van confron tatie tussen Moskou en Washington. De fundamentele onevenwichtigheid van het gebied wordt nog. versterkt door de herleving van het islamitisch bewustzijn. Als reactie op de overweldigende invloed van het westers cultuurpatroon vindt er een opleving plaats van de oude islamiti sche waarden. Deze reactie heeft de scherpste trekken gekregen in het Iran van ayatollah Khomeini, maar doet zich ook in andere landen voor. De bezetting van de grote moskee in Mekka vormt daar een duidelijk bewijs van. Maar ook het verzet tegen het door de Sowjet-Unie ge steunde bewind in Afghanistan is sterk islamitisch geïnspireerd. De islamitische onderstroom in de regio rondom de Indi sche Oceaan wint nog dagelijks aan kracht en keert zich gelijkelijk tegen het westerse imperialisme en tegen het even eens uit het westerse denken voortgespro ten communisme. Het herwinnen van de eigen identiteit gaat daarom zowel ten koste van de invloed van de Verenigde Staten als van die van de Sowjet-Unie. Terughoudend De constatering in hetzelfde schuitje te zitten is mede bepalend voor de terughou dendheid waarmee de Russen reageren op het Amerikaanse optreden tegenover Iran en waarmee de Amerikanen reageren op de Russische betrokkenheid bij Afghanis tan. Het geweld dat de twee landen in belde verwikkelingen tot dusver tegen over elkaar gebruikt hebben is overwe gend verbaal. De Sowjet-Unie beschuldigt de Verenigde Staten van kannonneerbootdiplomatie in de Perzische Golf, maar beseft tegelijker tijd dat de ontwikkelingen in Iran niet zonder gevaar zijn voor de houding van de grote islamitische gemeenschappen ln ei gen land. Bovendien betrekken haar Oost- europese bondgenoten ook olie uit het Midden-Oosten. Zou die olleleverantie on verhoopt stil komen te liggen, dan komt de energievoorziening daar ook ln gevaar al was het maar omdat de westelijke landen gemakkelijker op de vrije markt aangeboden olie kunnen wegkopen. De Oosteuropese landen beschikken gewoon over onvoldoende harde valuta om dan tegen het Westen te kunnen opbieden. De Amerikanen onthouden zich ander zijds ook van echt drastische, militaire reacties. Wel spreken Witte Huls en het State Department regelmatig hun be zorgdheid uit over wat er in Kaboel en omstreken gebeurt, maar ook in Washing ton wacht men vooralsnog af. in de veron derstelling dat de wal uiteindelijk het schip zal keren. Het communistische be wind staat zo haaks op de normen en waarden van de nog feodaal ingestelde bevolking van Afghanistan, dat de Rus sen daar weldra verwikkeld zullen raken ln een situatie vergelijkbaar met die van de Amerikanen in Vietnam een vergelij king die vaker gemaakt is, maar die hier meer lijkt op te gaan dan elders ter wereld. Regionaal: De tegenstelling tussen Oost en West en de herleving van de islam spelen in meer of mindere mate mee op de achtergrond van de nationale en regionale geschillen. Het pro-westerse Oman staat op gespan nen voet met het door de Sowjet-Unie gesteunde Zuid-Jemen. Saoedl-Arabië en .de kleinere Golfstaten vrezen de Invloed van de ontwikkelingen in Iran. Irak zit klem tussen 8yrië, waarmee de relaties sterk bekoeld zijn, en Iran, waar de Arabi sche minderheid in Khoezestan vanuit Bagdad gesteund wordt bij haar streven naar meer autonomie. Het verzet tegen de Invloed van de Vere nigde Staten wordt ook aangetroffen in de Arabische strijd tegen het Egyptisch-Is- raëlische vredesverdrag. Dit onder druk van de Amerikanen tot stand gebrachte akkoord is voor radicale Arabische staten als Libië, Algerije, Syrië en Zuid-Jemen zoveel als een pact met de duivel. Deze landen bepleiten regelmatig het gebruik van het oliewapen om de westelijke in vloed terug te dringen, dan wel om de Amerikanen te bewegen hun druk op Is raël op te voeren, zodat dit land voor de PalesUJnen door de knieën gaat. De onderlinge tegenstellingen in de Arabi sche wereld zijn echter zo hoog opgelopen sedert Egypte het Arabische kamp verliet, dat zo'n olieboycot vooralsnog weinig kans maakt. Pro-westerse landen die te gen de akkoorden van Camp David zijn, zoals Jordanië, Saoedi-Arablë en Koeweit, schrikken voor de vergaande consequen ties van een dergelijke actie terug. Voegt men aan deze rij van problemen de oplopende spanning ln Turkije, het wan kele evenwicht ln Libanon, de controverse tussen Ethiopië en Somalië en de kwestie van de Koerden toe, dan verstaat men wat Carters adviseur voor nationale veiligheid Zbigniew Brzezlnskl bedoelde toen hij sprak van de „crislsboog" rondom de Indi sche Oceaan. Geen ontspanning: Dat er op korte termijn enige ontspanning zal komen in dit gebied valt niet te ver wachten. De strijd in Afghanistan duurt voort en het bewind van ayatollah Kho meini lijkt zich zo langzamerhand te ver strikken in de zelf opgeroepen problemen. Wil het Westen zijn belangen ln dit gebied op de lange termijn veilig stellen, dan zal het moeten Inspelen op de steeds sterker wordende behoefte aan een eigen identi teit. Die behoefte is zo sterk dat niet hoeft te worden gevreesd dat de 8owjetrUnle zich permanent vaste voet zal verwerven in dit gebied. Daarvoor is de afkeer van het communisme in de islamitische we reld te groot en te fundamenteel.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 13