Tanzaniaanse baby vrij gezond
Tekening van een lezer
Trouw Commentaar
Afghanistan
Pensioenfonds
wil beleggen in
het buitenland
'Overvoeding hier groter probleem dan ondervoeding daar'
hoe 'men' afwasautomaten verkoopt
tien geboden
traptree
staanplaats
legoland
DONDERDAG 3 JANUARI 1980
BINNENLAND
TROUW/KWARTET
5
De Russische inval in Afghanistan
geeft een hernieuwde actualiteit
aan de al enkele jaren aan de gang
zijnde discussie over de ontspan
ning tussen Oost en West. Op
nieuw rijst de vraag die ook werd
gesteld bij de Russische bemoeie
nissen in Afrika, bij de tot stand-
koming van het SALT-akkoord en
bij de NAVO-beslissing over de
opstelling van nieuwe kernwapens
voor de middellange afstand, naar
de bedoelingen van de Sowjet-
Unie en naar de manier waarop
het Westen daarop moet reageren.
Voorstanders van een harde reac
tie op het Russische ingrijpen in
Afghanistan wijzen erop dat Mos
kou nu voor het eerst met militaire
middelen een actie uitvoert in een
land dat tot voor kort niet in de
directe invloedssfeer van de Sow-
jet-Unie lag. Zij zien hierin een
bewijs van de agressieve bedoelin
gen van het Kremlin dat probeert
het communisme met harde hand
te verbreiden.
Het is buiten twijfel dat het Russi
sche optreden in Afghanistan ern
stige vraagtekens oproept. De ma
nier waarop het regime van presi
dent Hafizoellah Amin ten val is
gebracht, is weinig subtiel te noe
men: het is echter de vraag in
hoeverre hier sprake is van een
welbewuste beleidslijn of wel van
een zich laten meeslepen door de
ontwikkelingen in Afghanistan.
Sedert de val van president Daoed
in april 1978 was het land duidelijk
in de Russische invloedssfeer te
recht gekomen. En Moskou heeft
het kennelijk niet kunnen verkrop
pen dat het land onder aanvoering
van Amin geleidelijk bezig was
zich uit die Russische greep los te
maken. De Russische leiders reali
seerden zich bovendien dat een
nederlaag van Amin tegen de isla
mitische opstandelingen het land
in ieder geval aan hun invloeds
sfeer zou onttrekken.
De nu uitgevoerde Russische inval
is kennelijk bedoeld geweest om
deze ontwikkelingen tegen te
gaan. Een vraag die hierbij op de
achtergrond meespeelt betreft de
invloed van de machtsstrijd in het
Kremlin op het gebeuren. Brezn-
jew en Kosigin hebben de langste
tijd gehad en machtswisselingen in
het Kremlin zijn steeds gepaard
gegaan met een groter accent op
de militaire factor.
De inval van Afghanistan lijkt in
ieder geval funeste gevolgen te
hebben voor de ratificering van het
tweede SALT-akkoord door de
Amerikaanse Senaat. De tegen
standers van het verdrag ter beper
king van de strategische bewape
ning kunnen er met het grootste
gemak argumenten aan ontlenen
voor hun stelling dat je jezelf geen
beperkingen moet opleggen bij het
opbouwen van een machtsappa
raat tegenover de tegenstander.
President Carter houdt vol dat hij
nog dit jaar SALT II door de
Senaat wil halen, maar de kans dat
hij dat voor elkaar krijgt is uiterst
minimaal geworden.
Toch is het voorbarig om nu al te
stellen dat met Afghanistan een
definitief einde gekomen is aan de
ontspanning tussen Oost en West.
Wel is definitief afgerekend met
een voorstelling van ontspanning
die deed voorkomen alsof detente
meteen ook het einde betekende
van alle tegenstellingen tussen de
Verenigde Staten en de Sowjet-
Unie. Afghanistan maakt een eind
aan al te hoog gespannen verwach
tingen, zoals die na het einde van
de koude oorlog zijn komen boven
drijven. Het eerste SALT-ak
koord, het begin van de besprekin
gen over troepenvermindering in
Centraal-Europa en de Conferen
tie voor Europese Veiligheid en
Samenwerking in Helsinki veroor
zaakten een euforie in het ontspan-
ningsdenken. Die euforie is nu
voorgoed doorgeprikt, zonder dat
dit meteen inhoudt dat de derde
wereldoorlog voor de deur staat.
Ontspanning kan niet inhouden
een ontkenning van de tegenstel
lingen, ook de tegenstellingen in
belangen, tussen Oost en West.
Ontspanning betekent wel de we
derzijde erkenning dat ongelimi
teerde pogingen de eigen macht en
invloedssfeer te vergroten leidt tot
een dermate gevaarlijke situatie
dat het bestaan van beide mogend
heden rechtstreeks op het spel
komt en daarom niet wenselijk is.
Binnen die erkenning zit een poli
tieke speelruimte, waarvan de
grenzen regelmatig afgetast wor
den. Afghanistan is daarvan een
voorbeeld.
Het doet dan ook wat overtrokken
aan nu opeens oproepen te horen
voor een krachtdadige terechtwij
zing van de Sowjet-Unie. Vooreen
boycot van de Olympische Spelen
in Moskou zijn wel betere argu
menten te bedenken. Deze reactie
op het gebeuren in Afghanistan
houdt geen rekening met de gehele
achtergrond van de Oost-West ver
houding, waarbinnen de twee gro
te mogendheden al vele jaren lang
over het hoofd van kleine staten
heen hun tegenstellingen uitvech
ten. Ze is te emotioneel en niet op
zijn plaats, hoe triest de ontwikke
lingen in Afghanistan op zichzelf
genomen ook zijn.
DEN HAAG (ANP) Het wordt de
hoogste tijd dat de oude beleggings-
wet 1928 wordt vervangen door een
nieuwe wetgeving, die bijvoorbeeld
ook de belegging buiten onze lands
grenzen mogelijk maakt. De hoofddi
recteur van het Algemeen Burgerlijk
Pensioenfonds, mr. dr. N H Wiarda,
heeft dit gisteren gezegd in zijn
nieuwjaarsrede tot het personeel.
Het fonds wil zich door beleggingen
door Henny de Lange
ROTTERDAM „Toen ik in
1974 naar Tanzania vertrok
om daar vier jaar te gaan wer
ken als kinderarts in Dar Es
Salaam, had ik het idee dat ik
erachter moest komen hoe
het komt dat de baby's daar
minder wegen dan in de wes
terse landen. Ik wilde trach
ten op te sporen wat de baby 's
in Tanzania te kort komen:
tekorten die er althans naar
westerse maatstaven zouden
moeten zijn."
De Rotterdamse kinderarts E. R.
Boersma is tijdens zijn vierjarig ver
blijf in Tanzania tot de-conclusie ge
komen dat we en daarmee bedoelt
hij de westerse landen wel eens ten
onrechte kunnen denken dat hier in
medische zin alles goed is en in de
ontwikkelingslanden slecht. „Het is
kortzichtig om rigoreus onze westerse
verworvenheden daar te gaan intro
duceren, zonder ons af te vragen hoe
zoiets uitpakt en zonder er bij stil te
staan of deze landen daarmee wel
gebaat zijn."
Boersma heeft tijdens zijn verblijf in
Tanzania, waar hij werkte in een aca
demisch ziekenhuis waar per dag zo'n
zeventig tot tachtig baby's werden
geboren, een onderzoek verricht naar
de lichamelijke gesteldheid van de
Tanzaniaanse vrouw gedurende de
laatste drie maanden van de zwan
gerschap en van het pasgeboren kind
tijdens de eerste zes levensmaanden.
Op dit onderzoek is Boersma onlangs
gepromoveerd tot doctor in de ge
neeskunde.
Boersma werkt nu als kinderarts in
Rotterdam, maar verblijft ook regel
matig in het buitenland.
Bekangrijkste conclusie van Boers-
ma's onderzoek is dat er geen aanwij
zingen zijn dat het voedingspatroon
in Tanzania, ook al ligt dat beneden
het minimum van de WHO (Wereld
gezondheidsorganisatie van de Vere
nigde Naties), een nadelige invloed
heeft op de zwangere vrouw of baby
gedurende de laatste fase van de
zwangerschap alsmede in de eerste
levensmaanden, mits het kind borst
voeding krijgt.
Weliswaar wegen de baby's in Tanza
nia bij de geboorte gemiddeld zo'n
vijfhonderd gram minder dan de wes
terse baby's, maar hieraan mogen
Tanzaniaanse vrouwen wachten met hun baby's in een centrum voor zuigelingenzorg op de dokter.
geen negatieve conclusies verbonden
worden, meent Boersma. „De bloed-
samenstelling van de baby's is daar
bij voorbeeld zeker niet slechter of
misschien wel beter dan het geval is
bij de baby's in Nederland en ook zijn
de kinderen daar aanmerkelijk actie
ver en eerder geneigd contact te zoe
ken met hun omgeving. De baby's
lopen daar zo'n twee maanden eerder
dan hier en dat alles overwegende, is
mijn mening dat we in Nederland de
voordelen van een groter geboortege
wicht te sterk benadrukken. Hoe dik
ker de baby, hoe rustiger hij vaak is.
De ontwikkeling van een dik kind
verloopt vaak iets trager."
Boersma vraagt zich daarom af of we
nu wel zo gelukkig moeten zijn met al
die advertenties waarin „wolken van
baby's" altijd vet en mollig zijn. Van
essentieel belang is zijns inziens hoe
het kind functioneert en niet altijd
hoe zwaar het is.
Gewicht
In dit verband meent Boersma dat
één van de eerste dingen die de WHO
zou moeten doen is het omlaag bren
gen van de „couveusegrens" van 2500
gram naar tweeduizend gram voor
die volken waar het gemiddelde ge
boortegewicht rond de drieduizend
gram ligt. In Tanzania bedraagt het
aantal baby's met een laag geboorte
gewicht (minder dan 2500 gram) vijf
tien procent van alle pasgeborenen.
In westerse landen is dat percentage
zes tot zeven. Door die arbitraire
grens te verlagen, kun je meer aan
dacht geven aan die baby's die het
echt nodig hebben, meent Boersma.
Boersma kan in dit opzicht uit de
praktijk spreken. „In Dar Es Salaam
stuurden we baby's naar huis met een
gewicht van 1500 gram, uiteraard al
leen als we zeker wisten dat het kind
voldoende moedermelk tot zich nam.
De moedermelk geeft kinderen alles,
niet alleen voedingsstoffen, maar ook
de natuurlijke afweerstoffen, terwijl
het huiselijk milieu vaak minder risi
co's biedt dan het ziekenhuis. Welis
waar komt de baby in Tanzania ge
middeld zo'n vijfhonderd gram lich-
Tekeningen, bij voorkeur in liggend for
maat, sturen aan Tfouw, jury politieke
prent, postbus 859, 1000 AW Amster
dam. Naam en adres aan de achterzijde
vermelden. Voor geplaatste prenten is er
een boekenbon.
in het buitenland niet onttrekken aan
het investeren en beleggen in het
eigen land. Er is echter voor wat
woningen betreft een grens. Deze
grens is door onze zusterinstellingen
reeds bereikt, aldus Wiarda. Bij een
ongewijzigd regeringsbeleid zal deze
grens ook door het pensioenfonds
worden bereikt, nu krachtens de gel
dende rijksregelingen zodanig hoge
huren worden vereist, dat de wonin
gen onverhuurbaar zijn geworden en
er voor de kleine woningen een zoda
nige huurprijsvorming wordt voorge
schreven, dat bij voorbaat al vast
staat, dat het beoogde rendement
van de staatsleningen niet zal worden
gehaald.
In 1979 is die grens bereikt, waarover
een institutionele belegger eenvou
digweg niet heen mag, omdat hij ge
bonden is aan de door hem gewaar
borgde belangen van zijn deelnemers,
aldus dr. Wiarda.
ter ter wereld, maar die achterstand
ten opzichte van de westerse baby is
in één maand tijd ingelopen." Dezelf
de tendens werd door Boersma
waargenomen voor de lengte en de
schedelomtrek. Daarna gaat de groei
gelijk op, maar na zes maanden
„wint" de westerse baby het duide
lijk.
Tot zes maanden heeft de Tanzani
aanse baby genoeg aan uitsluitend
moedermelk. Daarna schiet de borst
voeding in quantitatieve zin tekort en
zou het kind goede bijvoeding moe
ten krijgen, maar dat is vaak niet het
geval. Uitwendinge factoren diar
ree. infecties beletten bovendien
vaak een goede voedselopname en dit
alles doet het sterftecijfer in die le
vensfase hoog oplopen. Een groot
aantal kinderen sterft dan ook tussen
de zes maanden en hun vierde of
vijfde levensjaar. Boersma: „De wes
terse hulporganisaties zouden de ont
wikkelingslanden behulpzaam kun
nen zijn bij het zoeken naar een ge
schikte bijvoeding uit de aldaar be
schikbare voedingsmiddelen."
Averechts
De kinderen in Tanzania krijgen tot
zo'n jaar of twee de borst. De wester
se „hulp" heeft in sommige gevallen
helaas geleid tot het afschaffen van
de borstvoeding, zegt Boersma. Hij
noemt dat een duidelijk voorbeeld
van het overnemen van een westers
principe, zonder dat de bijkomende
consequenties (bij voorbeeld goede
hygiëne) goed opgevangen kunnen
worden.
„De ontwikkelingslanden worden ge
confronteerd met westerse verwor
venheden, maar kunnen die door het
ontbreken van kennis, mankracht of
apparatuur vaak maar ten dele over
nemen. Het gevolg: een averechts ef
fect" Als voorbeeld haalt Boersma
het volgende aan: „In de westerse
landen krijgt de moeder de eerste 24
uur na de bevalling volledige rust en
wordt er voor de baby gezorgd. Als
een dergelijk principe overgebracht
wordt naar een ontwikkelingsland zal
de baby er op die eerste, zo belangrij
ke levensdag bekaaid vanaf komen.
Door gebrek aan verplegend perso
neel zal de baby onvoldoende warm
te, voeding en zorg krijgen met als
gevolg een hoge sterfte." Een derge
lijke gang van zaken trof Boersma
aan tijdens een bezoek dat hij on
langs bracht aan Jamaica.
Boersma wil er dan ook voor pleiten
dat ontwikkelingswerkers in de eer
ste plaats hun westerse bril afzetten
en daarna kijken hoe in de ontwikke
lingslanden wordt geleefd met be
hulp van de aanwezige middelen. Ver
volgens zullen ze een hulpplan moe
ten opzetten en daarbij gebruik ma
ken van hetgeen daar al aanwezig is
en dat eventueel verbeteren of aan
passen. Boersma: „Idealisme is mooi,
maar de ontwikkelingslanden heb
ben geen behoefte aan idealistische
monteurs maar aan goeie
Uitstekend
Ons medelijden met de „zielige" ba
by's in ontwikkelingslanden is voor
een deel ten onrechte, meent Boers
ma. De baby's komen, ook al wijkt
het voedingspatroon van de zwange
re Tanzaniaanse vrouw af van de
zwangere vrouw in de westerse lan
den. over het algemeen in een uitste
kende conditie ter wereld, ook al we
gen ze minder. Frappant is ook de
snelle groei van het Tanzaniaanse
kind direct na de geboorte. Is de
westerse baby circa tien dagen na z'n
geboorte weer op z'n geboortege
wicht, de Tanzaniaanse baby is dat al
rond z'n vierde levensdag.
Een factor die hierbij waarschijnlijk
een rol speelt is dat de westerse pas
geborene meer water bij zich heeft.
Dit overtollige vocht wordt in de eer
ste levensdagen uitgeplast waardoor
hij meer in gewicht afneemt dan het
Tanzaniaanse kind. Het is ook moge
lijk dat de Tanzaniaanse baby vooral
in de eerste levensdagen meer voe
ding krijgt dan de westerse baby,
doordat hij wel zo'n tien tot vijftien
keer per dag aan de borst gelegd
wordt.
In het onderzoek van Boersma komt
ook naar voren dat er verschillen be-
.staan tussen de samenstelling van
het vet in de moedermelk in Tanzania
en die in de melk van westerse moe
ders. Dit verschil kan verklaard wor
den uit de verschillen in het voedings
patroon. Aangenomen wordt dat pas
geborenen gemakkelijker de vetsa-
menstelling van de moedermelk In
Tanzania opnemen dan het vet in de
melk van moeders met het westerse
voedingspatroon.
Vraagtekens
Wat betreft de zwangere vrouw: In
Nederland komt de vrouw tijdens de
zwangerschap zo'n elf tot twaalf kilo
gram aan. de vrouw in Tanzania
slechts zes kilogram. Het zoutgebruik
hier tien tot twintig gram per dag.
daar vier vijf gram speelt daarbij
vermoedelijk een rol. alsmede het ho
gere eiwitgebruik in ons land. Het
extra-gewicht dat de zwangere vrouw
meetorst bestaat voor een groot deel
uit vocht.
Boersma: „Ik durf niet te zeggen dat
dit allemaal zo veel gunstiger is. Als
Je denkt dat begin deze eeuw zwang
ere vrouwen nog maar acht tot negen
kilogram aankwam, dan zet ik toch
wel vraagtekens bij ons voedingspa
troon. Ik juich dan ook van harte toe
dat op een voedingscongres in Uppsa
la een pleidooi is gevoerd voor een
dieet met meer koolhydraten (bij
voorbeeld meer brood en meer aard
appels). Dat komt overeen met het
voedingspatroon in de meeste ont
wikkelingslanden, waar het eiwit- en
vetgebruik veel lager ligt dan hier en
het gebruik van koolhydraten veel
hoger."
Overdreven
Volgens Boersma krijgt de zwangere
vrouw in Nederland vaak het advies:
„Ga zitten en eet voor twee." Er is
zijns inziens in vele gevallen een over
dreven zorg voor zwangere vrouwen
(„Ga rustig zitten"). Ook wordt de
zwangerschap in zijn ogen veel te veel
in de emotionele hoek gedrukt, „ter
wijl het qua weefsel toename in feite
niet zoveel anders ligt dan in de pu
berteit." „In Tanzania werkt de
vrouw tot het laatste toe en gaat ze
onmiddellijk na de bevalling weer
aan de slag. Hier is dat wel anders."
Boersma vindt dat we minder snel
moeten zijn met onze conclusie dat
alles wat minder is dan hier, ook
slechter is. Daarom heeft hij met
exacte cijfers in dit onderzoek aange
geven dat ondanks een ander in
onze ogen slechter voedingspa
troon de baby's in Tanzania toch In
goede conditie ter wereld komen en
dat het voornamelijk uitwendige fac
toren zijn, die het toch zo vaak doen
mislopen. „We zouden er dan ook
goed aan doen om onze aandacht
eens te verleggen van de zogenaamde
ondervoeding in die landen naar de
„overvoeding" in ons eigen land. Ech
te ondervoeding komt minder vaak'
voor dan we wel denken."
In Holland staat een huis, en in
dat huis daar staat een wasma
chine. Tenminste, dat blijkt uit
een NIPO-onderzoek naar de be
hoefte aan huishoudelijke appa
raten. Vijfentachtig procent van
de Nederlandse huishoudens be
schikt over een wasmachine. Een
Europees record, meldt Adforma-
tie, een reclamevakblad, opge
wekt. Met de afwasuatomaten is
het minder rooskleurig gesteld.
Daar maakt nog geen negen pro
cent van de Nederlandse huis
houdens gebruik van. Dat is veel
minder dan in Duitsland of
Frankrijk; die scoren wel twintig
procent, vermeldt Adformatie
bedroefd.
De producenten van afwasma
chines gaan er wat aan doen. Er
is hier sprake van een gat in de
markt! En waarom? Volgens een
woordvoerder van een bekend
was- en afwasmachine-merk is de
afwasautomaat politiek beladen
„Vrouwen zien het apparaat als
een energieverslinder en een vij
and van het milieu Maar dat is
onzin!" De komende maanden
zullen de afwasautomatenfabri-
kanten dan ook een grote cam
pagne voeren om deze vooroorde
len te bestrijden
.Het is eigenlijk een hele vreem
de zaak." betoogt dezelfde
woordvoerder, „dat de organisa
ties die voor de gelijkwaardig
heid van mannen en vrouwen ij
veren, zich zo afzetten tegen het
gebruik van afwasmachines. Ze
beseffen niet dat zo'n apparaat
juist een hulpmiddel is voor de
vrouw, want ze krijgt meer tijd
voor ander werk."
Aangezien dertig procent van de
vrouwen, naast hun huishoude
lijk werk, ook buitenshuls werkt,
en maar negen procent van de
huishoudens over een afwasauto
maat beschikt, zou je toch kun
nen zeggen dat vrouwen het ook
zonder afwasmachine wel redden
om ander werk te verrichten. Mis
schien doordat de gelijkwaardig
heid van man en vrouw toch iets
anders inhoudt dan een taakver
lichting van de vrouw binnen het
huishouden? Misschien ook door
dat het een taakverzwaring van
de man binnen het huishouden
betekent? Misschien ook wel
doordat is gebleken dat mannen
kunnen afwassen. Daar hoef je
tegenwoordig geen apparaat
meer voor te kopen, mannen kun
nen het zelf!
Waarom zou je dan een afwasau
tomaat kopen, die geld en ener
gie kost. die veel te veel water
vies maakt en die bovendien om
de haverklap stuk gaat0 Oh Ja
omdat de afwasmachines ook
niet voor niets gemaakt worden.
Sinds de eerste afwasmachine in
1914, is het tobben geweest.
Tien geboden om prettig met an
deren om te gaan en zodoende
zelf ook prettiger te werken,
staan in de MenS-krant, het per
soneelsblad van Holec. We halen
er een paar uit. Het vierde gebod:
wees vriendelijk en behulpzaam;
wil je vrienden maken, wees dan
zelf vriendelijk. Het zevende ge
bod: wees royaal met lof, voor
zichtig met kritiek. Het achtste
gebod: ontzie andermans gevoe
lens; het zal worden gewaar
deerd. Een hele goeie is het ne
gende gebod: sta open voor an
dermans mening; iedere kwestie
heeft drie gezichtspunten, dat
van jou, dat van de ander en het
juiste Tot zover is alle§ klaar als
een klontje, maar het vijfde ge
bod geeft te denken: wees harte
lijk; spreek en handel alsof je
alles met het grootste genoegen
doet. Dat is niet echt hartelijk,
als je het niet meent, eerder hui
chelachtig. En het tweede gebod
is moeilijk te controleren geef
eens een lachje weg; voor een
zuur gezicht zijn 72 spieren no
dig, voor een glimlach maar 14.
Wie heeft ze onder het zuur kij
ken of glimlachen wel eens nage
teld?
Of de fiets ooit in produktie zal
worden genomen valt sterk te
betwijfelen, alleen al omdat de
bestuurder geen best zicht op de
weg heeft. Maar het idee van de
Duitse ontwerper Georg Ruffer
uit Braunschweig is er niet min
der origineel om Hij bouwde een
fiets met staanplaats tussen za
del en voorwiel, waarop een lifter
of andere passagier kan meerij
den. De fiets ziet er uit als een
kruising tussen een rijwiel en een
autoped. Het slechte zicht zit 'm
hierin, dat de bestuurder altijd
om zijn passagier heen zal moe
ten kijken, behalve dan als het
een kleintje is.
Het traplopen is voor ouderen
met mankementen aan de benen
meestal het eerste probleem van
het zelfstandig wonen. Een een
voudige en praktische oplossing
is het halveren van de hoogte van
de tree. Dat kan gebeuren door
houten klossen, die op de be
staande treden worden beves
tigd. Het is duidelijk dat je op
deze manier per stap maar een
halve tree omhoog hoeft. De lin
kervoet op de eerste klos. dan de
rechtervoet op de eerste tree. ver
volgens de linkervoet van de eer
ste naar de tweede tree verplaat
sen. De trap lijkt door deze
kunstgreep wel tweemaal zo
lang.
Dagny Holm, ontwerpster van de
vele manifestaties in het Deense
speelgoedstadje „Legoland" in
Billund mag haar ontwerpen
voortaan signeren De Deense or
ganisatie van kunstenaars heeft
haar als lid geaccepteerd Dagny
Holm is een nicht van Lego s di
recteur Christensen. een nako
meling van timmerman Olaf
Christensen. die In 1931 het
toen nog houten legospeelgoed
uitvond Madurodam in Den
Haag stond ruim een kwart eeuw
geleden model voor het Deense
Legoland.
reflecterende paraplu
In West-Duitsland is een reflecterende paraplu gepresenteerd, die
in het licht van koplampen van auto's op 150 meter zichtbaar is. De
hoes van de paraplu is ook reflecterend, dus bij droog weer is men
ook eerder zichtbaar.