Nieuwe popgeneratie geeft reden tot veel optimisme petekende architectuur verrassend kijkspel LJLia^iJjicL_dr L5 jj Lh ;ROAG 29 DECEMBER 1979 KUNST TROUWKWARTET 23 jpmuziek en elektronica zijn in het afgelopen decennium ilosmakelijk aan elkaar verbonden geraakt. Ze beïnvloeden kaar wederzijds, maar met name de electronica heeft ook een stevige artistieke invloed op het muziekprodukt gekre gen. Dat kan negatief uitpakken in de komende jaren, maar er staat tegenover dat er zich momenteel genoeg groepen aandienen die zich aan dit alles trachten te ontworstelen. De popmuziek staat er aan de vooravond van 1980 niet slecht voor. The Sex Pistols, een punkrockgroep van het eerste uur. was in het tweede gedeelte van de jaren zeventig in staat om nog velen te schokken. door Stan Rijven The Police, een der meestbelovende groe pen bij het aanbreken van de jaren tachtig. ij het afscheid nemen van een fccennium is het gebruikelijk te lg te blikken en vooruit te zien, loral ook omdat uit het verleden lijnen naar de toekomst ge- okken kunnen worden, at de popmuziek betreft is er met het nbreken van 1980 zelfs sprake van een veren jubileum wanneer men althans de lft van de jaren vijftig als startpunt sst. Het is zinloos daarvoor een vaste turn te prikken, maar zeker is dat toen rock roll, waaraan de popmuziek is tsproten. zijn duidelijke stijlvormen Hg vertonen en ook als zodanig werd noemd. iu men in de komende jaren een ten- instelling aan de popmuziek wijden, en t is beslist geen onwaarschijnlijkheid, n zal daar veel te zien zijn wat indirect »t muziek te maken heeft en direct met erlei culturele uitingen. Popmuziek is mers hét bindmiddel geweest van een dan „onontdekte" generatie, die sinds Tweede Wereldoorlog door de toene- ende vrije tijd een kans kreeg te emanci- iren en een eigen jeugdcultuur te ont kleden. Ideologie, die in tekst en muziek gere- cteerd wordt, zou als een rode draad ►or de expositie kunnen lopen ter illu- •atie van die ontwikkeling. Net als een erzicht van platenhoezen, waarin duide- k de muzikale en culturele veranderin-. weerspiegeld worden. Uiteraard zul- petticoats. spijkerbroeken, lang haar. kken, „flower power look", disco- iding en „punk-look" niet mogen ont- ast kleding, dansrages (van twist tot pogo) etc. zijn er uiteraard nog talloze voorbeelden te noemen. Van be lang is in ieder geval, dat er sprake is van een levensstijl en een muziekvorm die als zodanig geaccepteerd worden en op het moment volledig zijn geïnstitutionali seerd. De eerste tekenen van acceptatie kwamen tot uiting in uitspraken waann Lennon McCartney als belangrijke componisten werden gewaardeerd. Zoiets doet nu bijna belachelijk aan net als de afschuw die ouders uitten over „dat vieze lange haar" van Beatles en Stones. Het bekijken van een hoesfoto uit die tijd maakt op dit moment begrip hiervoor nauwelijks mogelijk. Een andere aanwijzing van popkritieken in de pers en het bestaansrecht van mu ziekbladen als Rolling Stone Melody Ma ker en Oor: de popjournalist is geboren. Voorts komen er sinds het begin van de jaren zeventig steeds meer publikaties, al of niet wetenschappelijk van aard, die popmuziek en een analyse daarvan tot onderwerp hebben. Maar de belangrijkste factor in het hele gebeuren, die ook bepalend zal zijn voor de komende jaren is het bestaan van een wereldomvattende muziekindustrie. In de Jaren vijftig negeren de grote platenmaat schappijen de nieuwe muziek en zijn het de kleine maatschappijtjes die floreren. Wanneer duidelijk wordt, dat het gaat om een belangrijke en zich voortdurend uit breidend afzetgebied, verandert de opstel ling van de „groten". De jaren zestig zul len gekenmerkt worden door een diversi teit aan stijlen waarop het nog moeilijk inhaken is; bovendien is er dikwijls sprake van een anti-commerciële houding van uit de popmusici. De jaren zeventig laten zien. dat met die ervaringen wijs gewor den. en met het verdwijnende revolutio naire elan de grote maatschappijen zich weten aan te passen en kunnen reageren op nieuwe ontwikkelingen dan wel deze direct weten in te kapselen. De vroegtijdige dood van de in wezen niet commerciële punkbeweging en de parallel furore makende zeer commerciële disco- muziek zijn mede hieruit te verklaren. Het afgelopen decennium heeft ook een ver doorgevoerde verstrengeling laten zien tussen platenmaatschappijen, radio- en tv-wereld. In Nederland hebben de „Top pers voor tieners" en „Tijd voor teena gers" plaats gemaakt voor een permanen te piratenzendersmentaliteit waarin de functie van de welig tierende zogenaamd verschillende hitparades centraal staat. Een 50-tal singles wordt iedere week ge middeld 400 maal gedraaid hetgeen op zo'n twee a drie dagen zendtijd neerkomt. De verkapte Ster-spotjes, die namen als Top pop en Countdown dragen, maken de cirkel rond. Voor de toekomst kunnen daar gerust commerciële satelietstations en kabel-tv programma's aan toegevoegd worden. Schij n variaties De grote variatie aan labels waarop al deze muziek verschijnt ls echter een schljhvariatie, want het zijn enkele mu- ziekmultinationals waarop al deze namen zijn terug te voeren zoals CBS. WEA, Polygram en EMI. Daarmee komt ook een ander belangrijk aspect naar voren, name lijk popmuziek als de vertegenwoordiger bij uitstek van het elektronisch tijdperk. Niet alleen de wijze waarop popmuziek wordt voortgebracht, elektrisch versterkt en een steeds verdergaande ontwikkeling van de apparatuur, ook de wijze van „ont vangst" is daarmee onlosmakelijk ver bonden. Aanvankelijk was het de radio, later steeds luxer wordende afspeelapparatuur waarop de muziek beluisterd kon worden. Pas tien jaar geleden werd de cassettere corder op grote schaal geïntroduceerd en voor de jaren tachtig staat de beeldplaat te wachten, die misschien een wezenlijke concurrent zal worden voor de grammo foonplaat waar nu alles om draait. Kernthema Die grammofoonplaat, aanvankelijk als single en later vooral als elpee, is de dra ger geweest van muziek, die in staat was zich op te splitsen in allerlei stijlen, die invloeden van bulten af wist te incorpore ren, maar die toch steeds op haar uitgangspunten terugkwam. Begonnen uit een kruisbestuiving van country western en rhythm Si blues liep de rock roll vast, totdat de beatexplosle een cor rectie toepaste en weer teruggreep naar de wortels. In het vroege tijdperk van bij voorbeeld de Rolling Stones (zelfs hun naam hebben ze hieraan ontleend) wordt veel aan de bluestraditie ontleend en de Beatles spelen veel rock 8c roll materiaal. De opwinding en vitaliteit die hiermee terugkeerde, zou als kernthema gehand haafd blijven maar ook worden uitgebreid met harmonische en melodische elemen ten. Het is ondoenlijk om de vele invloed rijke groepen en personen te noemen die een wezenlijke bijdrage aan de popmuziek hebben geleverd, maar met Bob Dylan, Frank Zappa en de Velvet Underground wordt het iets duidelijker. De jaren zeventig zullen opgescheept wor den met de „kater van Woodstock", dat wil zeggen het niet kunnen inlossen van de toen tot een hoogtepunt gestegen ver wachtingen en hoop op betere tijden. „Vietnam en Watergate" zijn daarop mede van invloed geweest. Er worden oplossingen gezocht in apparatuurinves- teringen (Pink Floyd, Rick Wakeman) of in Jetsetachtige sterrendom (Rod Stewart. Elton John) waarmee de popmusici zich van hun publiek vervreemden. David Bo wie ontpopt zich tot een voortdurend stijl- vernieuwer en samen met Roxy Music voegt hij een artistieke component aan de popmuziek toe. Eno experimenteert met synthesizer muziek waarvan de invloed zich nu pas laat gelden. Bob Marley popu lariseert de reggae, die pas zal doorbreken wanneer de punk is losgebroken Daarna zal de Invloed van de reggae steeds meer van wezenlijke betekenis blijven voor de popmuziek, net als eens de blues dat was. Met de punk wordt de rock weer terugge bracht; energie en kernachtige songs zijn weer in overvloed aanwezig. Wanneer de punk „dood" verklaard wordt, blijkt haar revitaliserende werking een golf van nieu we creativiteit losgemaakt te hebben: de new wave. Net als In de Jaren zestig was het Engeland waar de nieuwe impulsen ontstonden, die nu in 1979 ook haar echo's In Amerika hebben gekregen. In New York was eveneens een nieuwe „terug- naar-de-wortels-reactle te constateren, zoals Pattl Smith, Blondl en de Ramones lieten horen, maar Europa vormde toch de werkelijke bron. Joe Jackson, Ian Dury. Elvis Costello.en de Police zijn daarvan op het moment de belangrijkste vertegen woordigers en tonen aan dat de jaren 80 met veel optimisme tegemoet gezien kun nen worden. Talent als The Records. The Tourists. Fischer-Z, Moon Martin en Johnny Hiatt geven hoop voor de toekomst. Meer op synthesizer geënte muziek van groepen als Tubeway Army en Wire, die Eno als inspiratiebron zouden kunnen hebben, creëren een futuristische sfeer die mis schien in 1984 de trend zal worden. De ontwikkeling van de ..zwarte" muziek, zoals soul, funk en disco is bulten be schouwing gebleven, hoewel die ontegen zeggelijk veel invloed heeft gehad op de popmuziek. Er is een nieuwe generatie muzikanten opgestaan die met popmu ziek is grootgebracht en die zonder de pretenties van toen ook in de Jaren tachtig de zaak in beweging zullen houden. Dr Erik Terlouw JKE IS* :h tO >ers< >artfl i We afc -''VV.: ':4_ ri VliU'. '-V' [trk aan het Steinhof, aquarel en gouacheverf. Otto Wagner. 9 "4^ Bij de presentatie van het nieuwe stadhuis-operaplan voor de Stad Amsterdam kon geen mens zich een voorstelling maken van hoe het er eigenlijk uit zou komen te zien. Er waren eenvoudig geen tekeningen beschikbaar die de architectonische situatie aan het Waterlooplein uit de doeken konden doen. Vage ondefinieerbare krabbels deden het ergste vermoeden. Vaak worden er voor het visueel uitwerken van architectonische plannen technische illustratoren ingehuurd, die de voor de leek onvertaalbare schetsen om kunnen zetten in ruimtelijke tekeningen. Deze illustraties zien er over het algemeen nogal clean uit, maar geven wel een duidelijke indruk hoe een gebouw er in werkelijkheid uit zal gaan zien. Een ander hulpmiddel bij het weergaven van ruimtelijke plannen wordt aangereikt door de grafische industrie. Iedereen kan tegenwoordig voorgetekende auto's, bomen, steen, hout en glasstructuren regelrecht van een plakvel op papier overbrengen. Het zijn dit soort hulpmiddelen die de uitdrukkingsvaardigheid van vele architecten gedeformeerd heeft tot een fantasieloze vormentaal. De traditie van het tekenen lijkt te zijn verdwenen. Het is daarom zo fascinerend om in het boek „Wiener Architectur 1860-1930 In Zeichnungen" te zien hoe fabelachtig architecten nog geen eeuw geleden met het tekenmateriaal omsprongen. Het boek laat hoogtepunten zien uit de Wagner Schule (Wenen 1894). Aan deze school werden leerlingen als kunstenaar en niet alleen tot vakspecialisten opgeleid Door deze accent verlegging ontwikkelde zich een architecten-generatie met een uitstekend tekentalent. Lustig wierpen de door deze school opgeleide kunstenaars-architecten zich op het ontwerpen van bouwsels vol ornamenten ontleend aan natuurvormen. De beweging die hieruit ontstond groepeerde zich om het kunstblad „Jugend" waaraan de Jugenstllzijn naam ontleende. Ook ln de rest van Europa kwam ln diezelfde tijd een vernieuwingsbeweging op gang. In de pogingen tot vernieuwing waren steeds twee opvattingen zichtbaar. Bij de ene lag het accent vooral op de decoratieve kunstnijverheid, waarvan de „Wagner Schule" een voorbeeld was; bij de andere stroming zoch de architect vooral aansluiting bij de wezenlijke veranderingen ln de sociale en technische ontwikkelingen, en was uit op een totaal nieuwe stijl. Een felle tegenstander van de kunstnljverheidsgedachte uit de tijd van Wagner was de Oostenrijkse architect Adolf Loos. Enkele schetsen van interieurs door hem ontworpen staan in dit boek afgebeeld. Opmerkelijk is dat deze architect geen geboren tekenaar genoemd kan worden. Er is van hem bekend dat toen hij uit Oostenrijk vertrok, om ln Parijs te gaan werken, hij al zijn schetsen en tekeningen vernietigde, om zijn slechte aanleg voor tekenen te camoufleren. Adolf Loos was meer een redenaar dan een tekenaar. Het felle afzetten tegen elke vorm van decoratie kan deels te maken hebben met het onvermogen tot tekenen Deze gedachte is aardig voor diegenen die netzoals lk. er van overtuigd zijn dat er voor het aanbrengen van ornamenten verbeeldingskracht nodig ls. In het ornamentloze tijdperk, dat volgde op de Jugenstil-periode, konden de architecten met alleen maar constructieve aanleg toch nog kans krijgen groot te lijken. Dat het ornament een wezenlijke verlevendiging kan zijn, laten de tekeningen uit het boek „Wiener Architectur in Zelgnungen" zien. Het boek geeft een perfect beeld van hoe men in dje tijd kon tekenen. Het ls een kijkboek geworden vol prachtige reproducties (goed verzorgd) waarvan het doorbladeren elke keer opnieuw verrasssingen oplevert. De virtuositeit waarmee architecten als Fried rich Ohm ann, Otto Wagner. Joseph Maria Olbrlch. Josef Plecnik hun ideeën op papier zetten is ronduit verbluffend. Het confronteert de kijker met een werkwijze die waarschijnlijk nooit meer zo gehanteerd zal worden. In onze tijd is het beslist onmogelijk geworden om nog zo te bouwen; het zou overigens ook geen enkele zin hebben dit te willen. We hebben te maken met een volledig andere techniek die vraagt om een aparte ontwerpwljze Het is alleen jammer dat dit de oorzaak is geworden van het verdwijnen van het tekenvakmanschap. Wiener Architectur 1868-1930 In Zeignun- gen kost 60 gulden en is in Nederland en tH-gE Warenhui» in de Wlednerh»upt.tr»»t, Wenen n..r een Ma"rs£n Scbw,rU- 162' IM0 ontwerp van Josef Hannlch. Potlood en inkt. Infekleurd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 23