P laus: ontwikkelingshulp is eigenbelang en naastenliefde O ,J§ gt o| i aan isatfc ERDAG 29 DECEMBER 1979 TROUWKWARTET 17 ■BINNENLAND! Inze normen zijn niet noodzakelijkerwijs die van andere ilturen en samenlevingen. Dat geldt ook voor ensenrechten en democratie". „De ontwikkelingslanden loeten de plaats krijgen die hun toekomt; dat komt iedereen n goede". „Het in ellende laten van de grote massa's in de srde wereld kan krachten losmaken die uiteindelijk fataal innen worden". De opvang van de buitenlandse werknemers is een toets >or de verdraagzaamheid in onze maatschappij". „De afstand tussen een klein kasteeltje Drakensteyn en een Nederlandse gezinswoning aan de ene kant, en de armoede in de derde wereld aan de andere kant is onvergelijkbaar". Uitspraken van prins Claus in zijn eerste vraaggesprek als adviseur van de minister voor ontwikkelingssamenwerking. In het interview hamert hij verder op het belang van de cultuur en het verleden van ontwikkelingslanden. „Daar bestonden hoogwaardige culturen toen wij hier nog in berevellen rondliepen en rauw vlees aten". eg.ob jot Nico Kussendrager chrisl i de b ikbaa rins Claus komt met uitgesto- >n hand aanlopen „Gaat u zit- jn." Hij ontvangt me in zijn ïrkkamer op het ministerie van litenlandse zaken in Den Haag, ■bar hij zetelt als adviseur van de inister voor ontwikkelingssa- lenwerking. ins Claus is in hart en nieren overtuigd n het belang en van de noodzaak van twikkelingssamenwerking, zo blijkt tij- ns het bijna twee uur durende, ontspan- n, gesprek. Uiteindelijk zijn zowel arme rijke landen erbij gebaat, ich treedt prins Claus weinig naar bui- m met zijn mening. Dit interview is het rste in zijn hoedanigheid als adviseur n minister De Koning. „Je moet niet te el in de openbaarheid komen. De dose- ïg is belangrijk. Op zijn tijd is het nut- en dat is een van de redenen voor dit sprek. Als ik van tijd tot tijd iets kan jdragen aan de bewustwording wat be- ;ft ontwikkelingssamenwerking is dat or mij voldoende. Mensen moeten niet denken: daar heb je hem weer". Met n terughoudendheid bereikt Claus ook lt hij zich niet op politiek glad ijs be eft Het ontwikkelingsterrein heeft veel iken en ogen. evoeliger"^ t zou niet zo vreemd zijn als in deze tijd n economische teruggang steun aan de rde wereld wat gevoeliger kwam te lig- De neiging is misschien groter het md nader te vinden dan de rok. „Nu gint het te knijpen, hè", zegt prins lus wat onderkoeld. „Het begint duide- c te worden wat we bedoelen met inter- tionale arbeidsverdeling. De huiden ko len niet uit de ontwikkelingslanden hier Jar toe. om tot leer en schoenen verwerkt worden, die wij dan weer uitvoeren naar I derde wereld. Nee, de produktie vindt !iar plaats. Sinds de industriële revolutie Jbben wij het alleen voor het zeggen Dat monopolie is er niet meer. Op fel gebieden kunnen ontwikkelingslan- n even goed zo niet beter produce- i als wij. Die produkten moet je niet ïenhouden door hoge heffingen aan de fins Claus gaat verzitten en onderstreept ft handbewegingen de rest van zijn be- pg: „Ik ben ervan overtuigd dat dat voor derde wereld, maar óók voor de eigen flvaart een enorm gevaar is. Vrijmaking de wereldhandel en het afbreken van nuren is de grote uitdaging voor de :en tachtig en negentig. De ontwikke- tjanden moeten de plaats krijgen die n toekomt en gelijkwaardige handels- rtners worden. In eerste aanleg kan dat volgen hebben voor onze economie, -*1 or onze werkgelegenheid, maar uitein- lijk komt dat iedereen ten goede. Van n open wereldeconomie zal iedereen ofiteren, zij het mogelijk op een wat dere manier dan in het verleden". igen belang* itwikkelingssamenwerking is dus. in de fnswijze van de prins, ook eigenbelang misschien meer nog: zelfbehoud? „Er n cynische mensen die zeggen dat als je issa s in de derde wereld maar in ellen- laat, ze ook geen vuist kunnen maken, geloof daar niets van. Het in ellende en leven van grote massa's in de wereld n krachten losmaken, die uiteindelijk laai kunnen worden. Stabiliteit is een orwaarde voor ontwikkeling". 'erigens zit er. aldus de adviseur van nister De Koning, in pntwikkelingssa- mwerking ook nog steeds een element „naastenliefde in ontwikkelingssa- mwerking En dat vind ik goed". 'n paar keer tijdens het gesprek maant ins Claus tot voorzichtigheid wat be- *t het begrip „ontwikkeling". >e Egyptische econoom Samir Amln eft eens gesproken over 'ontwikkeling nder vooruitgang'. Dat zie je vaak. hè, t van 'ontwikkeling' in de derde wereld et de hele gemeenschap de vruchten ukt. door een (te) snelle economische - aei. geschoeid op westerse leest. Het n zelfs een kloof doen ontstaan tussen rschillende groepen binnen de bevol- wat uiteindelijk leidt tot een bot- Je ziet dat in Iran. Het is een trend heel gevaarlijk is. maar je hebt 't in >r el ontwikkelingslanden een snelle ont- sl, kkeling van één bepaalde sector, waar- 1) slechts een klein deel van de bevolking t f hoort. En dan niet alleen de superrijken, maar ook de arbeiders. Mensen die in een ontwikkelingsland werk hebben, zijn enorm bevoordeeld boven de landlozen en de werklozen. De arbeider in de derde wereld hoort tot de groep die het goed heeft, ook al krijgt hij naar verhouding een laag inkomen". „Ontwikkeling kan gevaarlijk zijn", vult' Claus aan. „als zij niet geënt is op 'een eigen cultuur, maar als westerse technie ken en kennis, onze hele manier van orga niseren en regelen, zonder meer worden overgeplant naar ontwikkelingslanden. Er moet meer rekening worden gehouden met de cultuur en het verleden van die landen". Daar zijn we op het punt waarop prins Claus voortdurend hamert. Aan het slot van het gesprek vraagt hij het belang van de culturele ontplooiing vooral in het ver haal te zetten. De culturele eigenheid van landen en volken houdt hem kennelijk erg bezig? De prins gaat ervoor zitten, op een aparte manier, wat onderuitgezakt, met de han den tussen de knieën en het hoofd een beetje voorovergebogen. „Zoals wij hier in Nederland leven, met onze manier van produceren en consumeren, van educatie en communicatie, dat is allemaal goed in onze westerse cultuur, met zijn eigen ge schiedenis. Maar dat hoeft nog niet goed te zijn in ontwikkelingslanden! Vaak pro beren wij alleen de buitenkant van wat wij hier hebben bereikt over te hevelen naar de derde wereld, zonder dat het de mensen daar eigen wordt. Ik zou graag willen dat vanuit de derde wereld verzoeken komen in de ontwikkelingssamenwerking meer aandacht te geven aan de cultuur, het ei gen karakter, het verleden van die ontwik kelingslanden, juist om culturele schok ken te voorkomen." Prins Claus zegt het nog anders: „Als je met de hand op een vlak water slaat, spat het water alle kanten uit. Je moet er met de hand doorheen glijden. We mogen niet als een stoomwals, misschien met de beste bedoelingen, over de doelgroepen in de derde wereld, de mensen die we willen helpen, heen gaan. Wij hebben nog te vaak het idee dat 'alles' daar fout is. Dan komen wij met onze panklare projecten en die moeten dan worden uitgevoerd. Mensen die vanuit westerse landen als Nederland in de derde wereld gaan wer ken, moeten zich daar inpassen in de omgeving en hun kennis gedoseerd over brengen". Platte Wat Claus bedoelt met culturele schokken laat zich raden. Bijvoorbeeld de snelle verstedelijking in veel ontwikkelingslan den, waardoor gezinnen uiteen vallen, en criminaliteit en prostitutie toenemen. „Ik ben nog steeds van mening dat ontwikke ling moet beginnen op het platteland. In de landbouw bestaat in de ontwikkelings landen een grote kennis, waarop moderne technieken geënt kunnen worden. Maar het moet nogmaals gebeuren in har monie met de eigen achtergrond en de eigen waarden van de mensen in ontwik kelingslanden. Laten we niet vergeten dat in sommige landen die wij nu ontwikke lingslanden noemen, hoogwaardige cultu ren bestonden toen wij hier nog in berevel len rondliepen en rauw vlees aten". De adviseur voor ontwikkelingssamen werking is onlangs in Sri Lanka (het vroe gere Ceylon) geweest, waar hem „het ster ke culturele bewustzijn en historisch be sef" erg is opgevallen. De prins kent ech ter ook landen „noemt u maar geen namen" die naar zijn idee de westerse landen proberen te imiteren, of daarvan alle heil verwachten. „Ze worden uitgeleverd aan de 'weldoe ners' hier. Alle ontwikkelingshulp en ont wikkelingswerkers zijn welkom, en het eind van het liedje is dat een land zijn eigen toekomst niet meer in handen heeft. Alles wat uit het westen komt heet dan beter te zijn: plastic buizen voor bevloei ing zijn geschikter dan bamboepijpen. golfplaatdaken aantrekkelijker dan riet. Dat is natuurlijk niet zo; integendeel". „Als je iemand anders wilt imiteren, ben je niet zo zelfverzekerd. Als je je bewust bent van je eigenwaarde, hoef je niemand na te apen". De adviseur op het ontwikkelingsterrein noemt als voorbeeld 'de sport'. Er is nooit aan gedacht dat sport iets te maken kan hebben met ontwikkeling, terwijl juist sportprestaties een weerslag kunnen heb ben op het zelfvertrouwen van een land". Ik vertel prins Claus dat ik tijdens een bezoek aan Mali binnen tien minuten hoorde dat het nationale elftal hoog was geëindigd bij de Afrikaanse kampioen schappen, en dat ik dat tijdens het verblijf daar een paar keer per dag te horen kreeg. De prins begint te lachen: „Dat bedoel ik. Mijn vrouw en ik zijn net in Peru geweest. Daar is één Nederlander bekend, en dat is Cruijff. We zijn in sloppenwijken geweest, zonder water, zonder elektriciteit, zonder riolering, maar wel met een paar voetbal clubs voor de jeugd. Dat is een énorm succes geworden. Iedereen praat erover. Het zijn kleine dingen, het lost niets op. maar het geeft warmte en zelfvertrouwen, en dat is belangrijk. Het begrip ontwikke ling zou verruimd moeten worden, tot toneel, muziek, sport, om de mens meer tot zijn recht te laten komen." Democratie Past bij die culturele eigenheid van ont wikkelingslanden ook een andere opvat ting over democratie dan bij ons bestaat? Aarzelend antwoordt prins Claus: „Daar moet, binnen grenzen, ruimte voor zijn. Ons systeem werkt hier doordat wij een goed bestuur hebben, een goede ambtena rij. een goede pers. Er bestaat een even wicht dat je in veel ontwikkelingslanden niet hebt. Onze normen zijn niet noodza kelijkerwijs die van andere culturen en samenlevingen. Dat geldt ook voor men senrechten en democratie. In sommige Afrikaanse landen bestaat een vorm van democratie, waarvan je toch het idee hebt dat het goed is, dat het werk. Neem als voorbeeld Kenia of Tanzania. Eénpartij- staten, ja, maar toch wordt daar enorm hard geknokt om een parlementszetel door kandidaten met een uiteenlopende opvatting; met een felheid die zeker niet minder is dan bij ons". Prins Claus draagt Tanzania een warm hart toe. Hij heeft er het heette toen nog Tanganjika in zijn jeugd gewoond. La ter bracht de Duitse diplomatieke dienst Claus von Amsberg naar de Dominicaan se republiek en Ivoorkust. „Toen kreeg ik voor het eerst echt met ontwikkeling en ontwikkelingssamenwer king te maken. Door die kijk van binnen uit is mijn belangstelling ontstaan. Je vraagt je af hoe het verder zal gaan met die landen". Tanzania staat een socialistisch ontwik kelingsmodel voor, met nadruk op het platteland en grote invloed van de dorps- Prins Claus gemeenschappen. Zo'n aanpak gaat wel eens ten koste van wat wij hier vrijheid noemen. Zou Claus het Tanzanlaanse ont wikkelingsmodel andere landen aan raden? „Dat is een heikele vraag", verzucht de prins en slaat de arm over de rugleuning van de bank. „Ik vind het op papier een goed model. Of het in de praktijk even goed uitpakt is een andere zaak. Dat is nog niet bewezen. President Nyerere heeft op de plattelandsconferentie in Rome dat ook gezegd. Het heeft daar de conferen tie was de eerste die de prins in zijn nieuwe functie bijwoonde op mij veel Indruk gemaakt dat hij de hand in eigen boezem stak. Zo van „je moet niet denken dat wat ik hier verkondig, bij mij ook allemaal gebeurt." Nyerere haalde een En gelsman aan die over hem gezegd heeft: Nyerere kan dat allemaal wel zeggen en willen, het uitgevoerd krijgen is iets an ders. Dat is natuurlijk zo. Mensen zijn in de praktijk minder ideaal dan plannen makers vaak denken. Dat heeft Nyerere ook ontdekt." V rij willigere Vanuit Nederland is het gebeuren in Tan zania altijd met grote belangstelling ge volgd. Het land krijgt naar verhouding veel ontwikkelingssteun, en er werken veel vrijwilligers. Prins Claus is naast zijn adviseursfunctie voorzitter van de Stich ting Nederlandse Vrijwilligers <8NV) Hij zegt dat vanuit de ontwikkelingslan den de vraag naar goede vaklieden steeds groter wordt. „Mensen die alleen maar wat willen doen, maar niet goed weten wat. heeft de SNV eigenlijk ook nooit gehad. Een zeker idealisme hoort erbij, maar het gaat in de eerste plaats om Prins Claus in gesprek met ontwikkelingswerkers in Tanzania vakmanschap, op het terrein van gezond heidszorg. landbouw, watervoorziening Wij streven ernaar dat de aanwezigheid van de vrijwil^ger zo spoedig mogelijk overbodig is, omdat de landen het werk zelf aankunnen". „De vrijwilliger heeft om in derde wereld te kunnen werken een groot incasserings vermogen nodig, om zich te blijven rich ten op het hoofddoel: de verbetering van de levensomstandigheden van de doel groep, en niet het achterlaten van een zichtbaar monument waarop Je vol trots kunt terugkijken". Prins Claus gelooft niet dat er sprake is van een radicalisering onder de vrijwilli gers; dat meer en meer vrijwilligers de mening zijn toegedaan dat zij met bepaal de regimes in ontwikkelingslanden niet langer kunnen werken. „Daar moet Je voorzichtig mee zijn. Dat is bij uitstek een zaak van de mensen in die landen zelf en niet die van een vrijwilliger of welke bui tenlander dan ook. BIJ het helpen van de doelgroep kan er een bewustzijn ontstaan dat het mogelijk is beweging in de be staande toestand en de bestaande verhou dingen te brengen. Dat is een bewustzijns verruiming die je als politiek kunt om schrijven. maar Je bent dan niet direct politiek bezig. Wel groeit er iets onder de mensen waardoor zij gaan nadenken over hun levensomstandigheden. Dat is onze bijdrage, niet het rechtstreeks prediken van de revolutie". Vrijwilligers uit het westen werken in de derde wereld, mensen uit ontwikkelings landen hebben hier een baan. Gastarbeid heeft alles te maken met het arm-rijk vraagstuk. „De zuigkracht van het rijke deel van de wereld is groot", zegt prins Claus. „De behoefte aan arbeidskrachten voor onze economie is ook groot. Waar waren we geweest zonder de buitenlandse werkne mers? Nergens. Dan was het met onze economie heel anders gelopen en waren we er minder goed aan toe geweest dan nu het geval is" De adviseur voor ontwikkelingssamen werking noemt ook hier de problemen rondom de culturele identiteit en de inte gratie van de buitenlanders nadrukkelijk. „Met name voor de tweede generatie, de kinderen die met de ene voet in hun eigen samenleving staan, en met de andere In ons land. Die problemen vormen een uit daging We kunnen de naam in de wereld dat wij Nederlanders verdraagzaam zijn, waar maken, als we bereid zijn de mensen die het vuile werk hebben opgeknapt, op voet van gelijkheid te behandelen Dat is een goede toets voor onze hele maat schappij". Ontwikkelingssamenwerking was we komen terug bij ons uitgangspunt toen het vooral om hulp ging, niet zó moeilijk. Nu mensen uit de derde wereld een plaats zoeken in de Nederlandse samenleving en de derde wereld produkten maakt die met de onze wedijveren, wordt het lastiger. „Ja", zegt Claus. „Dan komt de proef. Ik hoop dat we die goed doorstaan" In zijn hoedanigheid van SNV-voorzitter en adviseur van minister De Koning heeft prins Claus de laatste Jaren veel gereisd in ontwikkelingslanden Is tot slot Juist voor hem de overgang van het luxueuze bestaan in Nederland naar de armoede van de derde wereld niet erg groot? „Niet groter dan voor iedere andere Ne derlander die de moeite neemt goed rond te kijken in de arme landen. De afstand tussen een klein kasteeltje Draken steyn en een Nederlandse gezinswoning aan de ene kant. en de armoede in de derde wereld aan de andere kant. is onver gelijkbaar".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 17