mannen op
aquile breien
wat sneller
iiUs
Spoorlijnen voor ontwikkeling
JDAG 21 DECEMBER 1979
TROUW/KWARTET P 15 R 17 HS 19
SC
arenlang had Taquile de buitenwereld niet nodig en de buitenwereld
6Q on Taquile missen. Maar Peru heeft dit eiland op 3800 meter hoogte
Jij i het Titicacameer ontdekt als bron van inkomsten: zijn de
andgemaakte kunstvoorwerpen niet zeer geschikt voor de export?
eHh" et £eld heeft al zijn intrede gedaan op het eiland; je blijkt er
iklampen en transisterradio's voor te kunnen kopen. De welvaart
;es!e: (xlct op.
terr?
kia x>r Wim Jansen
■buitenland!
trijd
id
Jat
gaan
Tristan Jones, de man die Zuid-
lerika verkende per schip, be
klijft Taquile als een eiland dat
keel voor zichzelf zorgt. De be-
Joners van dit eiland in het twee-
m" inderd kilometer lange Titica-
meer maken hun eigen kleding
gebruiksvoorwerpen en ver
ouwen alleen voedsel voor eigen
tbruik. Hoewel ze met zeilboten
:t' meer bevaren, voeren ze geen
uidel met de steden die aan de
nd ervan liggen. Ze kiezen zelf
lor het isolement, ze hebben de
litenwereld niet nodig en de
litenwereld heeft hen niet
Ddig.
was het tien jaar geleden nog. En erg
el is er eigenlijk nog niet veranderd,
aar kleine invloeden van buiten zijn al
Taquile te zien en vormen de voorbode
grote vernieuwingen. De economen in
hoofdstad Lima, meer dan duizend
lometer verderop aan de andere kant
n het hoge gebergte, zijn tot de conclu-
gekomen dat ook de indianen in dit
tbied erbij horen. Want Peru telt bijna
?ee miljoen indianen die geen Spaans
ireken en nauwelijks of niet weten dat ze
imaan zijn. Dat is tien procent van de
itale bevolking, die vrijwel geheel buiten
economie van het land staat. Een
irm produktie-potentieel, heet dat in
xmomische termen.
Puno, de grootste stad aan het
ticacameer, vaart tegenwoordig met on-
an tyfuide/ijke regelmaat een motorsloep naar
Squile. Drie uur duur de tocht over 's we
ids hoogst gelegen bevaarbare meer,
iiim 3800 meter boven de zeespiegel. De
,1a esneeuwde kartelrand van het Andesge-
an lergte steekt aan alle kanten fel af tegen
donkerblauwe hemel, die er door de
af era irerdosis ultraviolette straling dreigend
tziet.
et Titicacameer was heilig voor de Inca's
het gebied beheersten voordat de
Jianjaarden arriveerden. De overlevering
wil datViracocha.de schepper van de Inca-
wereld, uit dit water is opgerezen om de
wereld vorm te geven. Er is ook een prakti
sche reden voor deze verering: de enorme
afmetingen van het meer maken het mo
gelijk dat het leven op deze hoogte nog te
verdragen is en dat er nog allerlei gewas
sen voorkomen, die normaal gesproken
niet op deze hoogte groeien. Want de
watermassa fungeert als een gigantische
warmtewisselaar, die overdag de energie
van de zon opslaat en er 's nachts voor
zorgt dat de temperatuur tot ver in de
omtrek niet al te ver onder het vriespunt
daalt.
De boot pruttelt door enorme velden toto-
ra-riet, waarop de Uru-indianen hun be
staan baseren. Zij vlechten miljoenen riet
stengels bij elkaar en bouwen op deze
drijvende eilenden hun rieten huizen.
Zelfs hun boten zijn van riet, dat het
hooguit een jaar volhoudt voordat het
rottend uit elkaar valt. De Uru-stam, die
net als de bewoners van Taquile eeuwen
lang geen contact met de buitenwereld
heeft gezocht, telt nu nog geen honderd
leden meer. Reumatiek en toeristen be
dreigen hun voortbestaan.
Pedro
Taquile rijst hoog op uit het meer. Als ons
bootje tussen wat rotsblokken aanlegt,
vraagt een jongentje in gebarentaal of we
onderdak zoeken. Hij loopt traag voor ons
de in de rotsen uitgehouwen treden op, al.
zijn bewegingen zijn aangepast aan de
beperkingen die de dunne lucht op deze
hoogte oplegt. Hij voert ons naar het
lemen huis van Pedro, een van de weinige
bewoners van Taquile die zich in het
Spaans min of meer verstaanbaar kunnen
maken. De bewoners spreken hun eigen
taal, het aymara. Zij zijn geen van allen
ooit naar school gegaan; daar was tot voor
kort geen enkele aanleiding toe.
Pedro wil ons graag onderdak verlenen.
Hij heeft bij zijn woning een schuurtje
gebouwd met een paar britsen, waar gas
ten kunnen slapen. Het onderkomen van
hem, zijn vrouw en de kinderen bestaati
uit een vertrek, dat dient als slaapkamer,
keuken en leefruimte tegenlijk. De muren
zijn zwart van de rook van het open hout
vuur, waarop het eten wordt gekookt.
Later blijkt dat de meeste van de vijftig'
gezinnen een schuurtje bij hun woning
hebben gebouwd, in de hoop daar ooit
gasten tegen betaling onder te kunnen
brengen.
Want het geld heeft zijn intrede gedaan op
Taquile. Voor overnachting en drie maal
tijden vraagt Pedro drie gulden. Het be
taalmiddel heeft voor de bewoners slechts
een beperkte waarde: je kunt er op het
eiland weinig mee doen. Er is slechts één
winkeltje, met een uiterst beperkt aan
bod. Suiker, zout, zeep en Alka-Seltzer,
een zuiveringszout voor de ingewanden.
En natuurlijk Coca Cola.
Ze zijn nog steeds niet aan het geld ge
wend. Een bankbiljet moet eerst bekeken
worden door iemand die weet wat de
waarde ervan is, voordat de ontvanger het
als betaalmiddel accepteert
Eerlijk'
„Taquile is de enige plaats in Zuid-Ameri-
ka waar je geen honden tegen komt. De
eilandbewoners zijn zo eerlijk, dat ze geen
waakdier nodig hebben", schreef Tristan
Jones. Inderdaad is een slot op een deur
een onbekend verschijnsel op het eiland,
terwijl de hutten overdag onbeheerd ach
ter blijven. De vrouwen gaan dan het land
bewerken en de schapen hoeden. De man
nen zitten in de open lucht achter een
weefgetouw, of lopen te breien. Voortdu
rend kom je mannen tegen, die met hou
ten pennen al breiend over het eiland
lopen of met elkaar staan te praten. Maan
den lang werken ze aan hun mutsen of
lange sjerpen, waarin elk minuscuul pa
troon een hedendaagse betekenis heeft of
terugslaat op mythen uit de Inca-oudheid.
Ze kunnen er zo lang de tijd voor nemen,
omdat het slechts voor eigen gebruik is en
het geen zin heeft een voorraad aan te
leggen.
Zonnewende'
Ondanks het contact met de buitenwereld
leven de bewoners van Taquile nog uiterst
sober. Hoewel er schapen en kippen op het
eiland zijn, eten ze geen vlees. Vroeger
vingen ze vis in het meer, maar door
onduidelijke oorzaak is de forel verdwe
nen en komen er nog slechts vissen voor,
die niet groter worden dan een paar centi
meter. Kleine gele en rode aardappeltjes
zijn de basis van alle maaltijden. Door het
milde klimaat is het ook mogelijk op deze
hoogte mais te verbouwen.
Zodra de duisternis valt, houdt het leven
op Taquile op. Er is geen elektriciteit en
de temperatuur daalt tot onder het vries
punt. zodat het bed de meest comfortabe
le plaats is. We treffen het: Pedro vertelt
dat de mannen van het eiland die nacht
zich zullen voorbereiden op het feest van
de zonnewende. Wat dat betekent merken
we als het al volstrekt donker is. In de
verte verstoort een schor gehijg de absolu
te stilte. Als het dichter bij komt zwelt het
aan tot een schurend gekrijs, waarin vaag
verschillende tonen te ontdekken zijn.
Een lange rij mannnen schuift in langza
me danspas naar het pleintje voor het
kerkje, dat fungeert als sociaal centrum
van het eiland. Iedere man heeft één lange
bamboestengel tegen de onderlip gedrukt,
sommige stengels zijn meer dan een meter
lang. De mannen vormen samen één grote
panfluit: door om beurten een stoot lucht
in de bamboebuis te blazen ontstaat er
een aaneenschakeling van lage krassende
tonen, die een eentonige melodie vormen.
Meer dan een uur lang beschrijven ze in
ganzepas allerlei figuren op het aange
stampte stuk grond voor de kerk, steeds
maar dezelfde droeve melodie herhalend.
De dreunen van een doffe trom geven
daarbij het ritme aan.
Plotseling verbrandt er vlak boven het
eiland een komeet in de dampkring. Door
het felle licht zijn de grote gebreide mut
sen met oorkleppen en zware poncho's
van de mannen duidelijk te zien. Na een
paar seconden keert de schaduwloze sche
mer van de maanloze hemel terug. Als de
muzikanten stoppen, spreken ze even op
fluistertoon met elkaar en verdwijnen dan
weer in de richting van hun huizen.
Ontdekt
De bewoners van Taquile moeten nu Pe
ruanen worden. Hun ragfijne weefkunst is
ontdekt door de buitenwereld. De Inter-
Amerikaanse Ontwikkelingsbank heeft in
het gebied van het Titicacameer al coöpe-
ratles opgezet voor „artesanias", met de
hand gemaakt kunstvoorwerpen, be
stemd voor de export. Volgens de bank
kan dit een belangrijk deel van het natio
naal inkomen van Bolivia en Peru gaan
leveren.
De mannen op Taquile breien al wat snel
ler, met grovere steken, om aan de vraag
te kunnen voldoen. De patronen doen er
niet meer zo toe, want buitenlanders be
grijpen de betekenis toch niet. Met het
geld dat ze in Puno voor hun produkten
krijgen, kopen ze tot voor kort onbekende
dingen als zaklampen en transistorra
dio's. Ze krijgen te horen dat ze arm zijn
en als ze hun eigen welvaart vergelijken
met die op het vasteland, moeten ze dat
beamen.
Hoe kwetsbaar het altijd goed geïsoleerde
systeem op Taquile is, bleek kort na het
totstandkomen van contact met de bui
tenwereld. Twee katten, meegenomen van
het vasteland, hebben zich in korte tijd
uitgebreid tot een grote kattenfamilie die
op het eiland leeft als in een paradijs. De
vele parkiet-achtige vogeltjes hebben
nooit natuurlijke vijanden gekend en la
ten zich gemakkelijk pakken. Hun aantal
is zo snel teruggelopen, dat ze de insecten
niet meer onder controle kunnen houden.
Het gevolg daarvan is dat kolonne's rup
sen en ander ongedierte de gewassen op
vreten.
Het kan niet lang meer duren voordat de
eilandbewoners de rest van Peru nodig
hebben. Of voor chemische verdelgings
middelen, óf voor de import van voedsel.
De beheerder van het spoorwegmuseum in Nairobi heeft één Grote
Droom: voor zijn dood wil hij nog van Afrika's oostkust naar Afrika's
westkust kunnen reizen. Per trein. De plannen ervoor zijn er. En ook
voor een lijn van noord naar zuid, voor een verbinding van de
Middellandse Zee dwars door de Sahara naar de westkust, voor een
„anti-Zuid-Afrika-spoorweg" in de frontlijnstaten, enzovoorts. De tien
jaar van 1978 tot 1988 zijn voor Afrika dan ook het decennium van het
vervoer.
Maar vaak is het onkruid sterker dan de rails, en bielzen
leveren veel stookhout.
door Nico Kussendrager
doorzichtig wordt er ge
fopt. Een bediende in
tmetteloos wit opent de
fleur en schuift een blad
laar binnen: uw och-
idthee. Sir. Geen ta-
ereel in een sjiek hotel
Engeland, maar in
usuLen trein van de °ost"
u Jfrikaanse spoorwegen,
«n paar jaar geleden.
tok 's middags is er thee, met
ake, waarop de meest ver-
tonde Brit niets zou weten
te merken. Een paar uur
'ter volgt de avondmaaltijd,
P wit gedekte tafels, met
•aar bestek. Onderwijl rijdt
trein voort. In de savanne
tnnen gazellen en giraffen
'rechrikt weg. Af en toe
ordt er gestopt bij een
'aatsje, wat voor de mensen
aar een buitenkansje is. Met
a'pennen, beha's, bananen
"at niet al venten ze langs
trein.
Afrikaanse spoorlijnen da-
Wen veelal uit de koloniale
'ld. waaraan de sfeer in de
®W5te klasse rijtuigen nog
•rinnert Sindsdien zijn er
»einig verbindingen bijgeko
men; eerder zijn grote stuk
ten spoorbanen verwaarloosd
onbruikbaar geworden. De
'tols zijn overwoekerd en biel
zen ontbreken, omdat ze zijn
opgestookt als brandhout.
Afrika heeft naar verhouding
het kortste spoorwegnet van
alle werelddelen, maar er zijn
plannen daarin verandering
te brengen. De tien jaar van
1978 tot 1988 zijn uitgeroepen
tot het „decennium van het
vervoer". Maar evenmin als
een „jaar van het kind" het lot
van de kinderen verbetert, zal
een transport decade als van
zelf het spoorvervoer verande
ren. De afgelopen jaren was er
eerder sprake van terugslag
dan van vooruitgang.
Chinezen
Natuurlijk, in Oost-Afrika
kwam de befaamde Tanzam-
lijn tot stand, die Zambia ver
bindt met de Tanzaniaanse
kust. Het is het grootste ont
wikkelingsproject dat de Chi
nezen ooit hebben opgezet,
maar te zeggen dat het een
succes is, is overdreven.
Tijdens de aanleg waren de
Tanzanianen nogal trots op
de prestaties van de Chinese
broeders die in hoog tempo en
onder barre omstandigheden
de spoorlijn aanlegden. „Als
we het de Amerikanen had
den gevraagd waren ze nu nog
bezig met de bouw van hun
eigen kampementen", zei een
student me eens.
De Chinezen hébben het vlug
gedaan, misschien wel te vlug.
De spoorlijn verzakt op enke
le plaatsen, omdat ze niet be
rekend is op de hevige regen
val. Ook zijn de Zambianen en
Tanzanianen die het vervoer
moeten verzorgen onvoldoen
de voor hun taak opgeleid,
waardoor bij voorbeeld wa
gons aan de Zambiaanse kant
van de lijn nodig zijn, terwijl
ze in Tanzania staan en omge
keerd. De haven van Dar es
Salaam is te klein om alle
doorvoer te verwerken, waar
door voedsel bestemd voor
Zambia op de kade staat te
rotten, en koper (goed voor 90
procent van Zambia's uitvoe-
rinkomsten) in de gloeiende
zon ligt te wachten bij de
mijnen.
De nekslag voor het vervoer
was het onklaar maken van
een deel van de spoorlijn door
troepen uit Zimbabwe-Rhode
sië in een poging Zambia eco
nomisch op de knieën te krij
gen om het zo te dwingen de
steun aan de guerrillastrijders
van het Patriottisch Front te
beëindigen, en haast te zetten
achter de conferentie over
Zimbabwe-Rhodeslë In
Londen.
Als er één land is in Afrika
waar het vervoer van levens
belang is voor ontwikkeling,
dan is het wel Zambia, dat
niet aan zee grenst. Andere
levenslijnen voor deze binnen-
staat lopen via Angola (de
Benguela-spoorlijn) en via
Zimbabwe-Rhodesië naar
Zuid-Afrika. De Benguela-lijn
is door de oorlog in Angola
buiten gebruik, en Zimbabwe-
Rhodesië heeft de doorvoer
gedurende enkele weken te
gengehouden, ook al om Zam
bia te isoleren. Dat land heeft
nu alles op alles gezet om het
transport weer enigszins op
gang te krijgen. Nederland
heeft daarvoor 5 miljoen gul
den ter beschikking gesteld.
Spoorbreedte
Het hardst wordt gewerkt aan
het herstel van de Tanzam-
lijn. Juist dez$ week voltooi
den de Chinezen een nood
brug op de plaats waar Rho-
desiche troepen in oktober de
270 meter lange brug over de
Zambezi opbliezen. Wie die
spoorweg in Dar es Salaam
ziet, valt in de eerste plaats
het pompeuze station op. en
daarnaast de spoorbreedte
van de lijn: De Chinezen heb
ben voor de spoorweg hun ei
gen breedte aangehouden.
Die kon er kennelijk nog wel
bij. Afrika heeft al tien ver
schillende spoorbreedten, om
dat alle koloniale mogendhe
den hun eigen manier van
werken hadden. Zo kent men
de Victoriaanse. Duitse en
Franse spoorbreedte. Treinen
konden op die manier niet van
het ene land naar het andere
rijden, en goederen moesten
steeds worden overgeladen.
Nu is dat probleem minder
groot dan het lijkt. Het groot
ste deel van de koloniale
spoorlijnen liep rechtstreeks
naar de kust. Daar vandaan
werden de grondstoffen naar
Europa verscheept. Het Zam
biaanse koper, maar ook ca
cao dat in Ghana over de lijn
Kumasi-Accra werd vervoerd,
en katoen dat in Nigeria met
de trein van Kano naar Lagos
werd gebracht. Dat die landen
zelf koperdraad, chocolade of
textiel zouden willen maken
kwam niet bij de koloniale
heersers op.
Bij de voorbereiding van het
vervoersdecennium in Afrika,
zei een deelnemer aan een
congres in Ivoorkust, dat de
„oude legendarische spoorlij
nen alleen uitbuitende koloni
ale belangen hebben gediend.
Dat is de oorzaak van onze
problemen".
Voor de oplossing van die pro
blemen bestaat een veelheid
van plannen, allereerst ge
richt op uitbreiding van het
Afrikaanse spoorwegnet. Op
het ogenblik is dat 78.000 kilo
meter. waar volgens schema
15.000 kilometer bij moet ko
men, vooral voor de verbin
dingen tussen de landen on
derling.
Dat is nodig om de onderlinge
handel en samenwerking te
vergroten en de afhankelijk
heid van het westen te ver
minderen. In hoeverre een
dergelijke samenwerking
kans van slagen heeft is een
andere vraag.
Het enige voorbeeld van ge
meenschapsvorming (de
Oostafrikaanse Gemeen
schap die Kenia, Tanzania en
Oeganda bundelde) is een
zachte dood gestorven, en met
haar de Oostafrikaanse spoor
wegen waarvan in het begin
van dit verhaal sprake was.
Meer samenwerking is in Afri-
ka tot nu toe niet goed van de
grond gekomen.
Een ander struikelblok bij de
aanleg van spoorwegen is. dat
het regeringen minder steun
oplevert van de bevolking dan
de bouw van gewone wegen.
Een dorpje kan nog eens te
vreden worden gesteld met de
aanleg van een verbinding om
de gewassen naar de markt te
brengen, maar een spoorlijn
voor de natlonaai-ecomische
ontplooiing staat vaak zover
van de mensen af, dat het
moeilijk te verkopen is. Het
wegennet in Afrika is er over
het algemeen wat beter aan
toe dan de spoorlijnen. Wie
kaarten van Afrika bekijkt
met daarop stippellijnen voor
de uitbreiding van het spoor
wegnet, krijgt een waas van
stippeltjes voor ogen. Naast
de kleine onderlinge verbin
dingen tussen de verschillen
de landen zijn ook talrijke
grote doorgaande spoorwegen
geplaveid met goede voorne
mens.
Plannen:
Bij voorbeeld van Soedan
naar Zuid-Afrika, van Noord
naar Zuid. dwars over het
Afrikaanse werelddeel. Soe
dan, in oppervlakte het groot
ste land in Afrika, is zeer
schaars bedeeld met spoorlij
nen en een schoolvoorbeeld
van een land waar auto's het
vrachtvervoer hebben overge
nomen. Een spoorlijn tussen
Khartoem en Kaapstad is
echter alleen al om politieke
redenen op het ogenblik on
haalbaar. om van economi
sche en financiële bezwaren
nog maar niet te spreken.
Een ander plan is dat voor een
verbinding tussen de Middel
landse Zeekust en de West-
afrikaanse kust van de Atlan
tische Oceaan, wat een spoor
lijn betekent dwars door de
Sahara, die later ook nog eens
zou moeten worden doorge
trokken naar zuidelijk Afrika.
De frontlijnstaten daar heb
ben plannen opgesteld om een
eigen transportsysteem te
stichten, een tegenzet tegen
Zuid-Afrika dat rondloopt
met ideeën voor een bond van
staten in zuidelijk Afrika on
der zijn invloed.
Tenslotte bestaat er een plan
voor een spoorweg van kust
naar kust, Oost-West. dwars
over het zwarte werelddeel.
De beheerder van het spoor
wegmuseum in Nairobi een
vroegere treinmachinist die
inmiddels over de zeventig is
spreekt daarover als zijn
grote droom. Eerst van Dar es
Salaam per trein, door Tanza
nia. Zaire, Zambia en Angola
naar Benguela reizen en dan
sterven.
Mooie plannen allemaal van
de Unie van Afrikaanse spoor
wegen, die het vervoersdecen
nium inhoud moet geven.
Maar waar een wil is, is nog
lang geen spoorweg.