hip verovert lok de school Tf T5f 5 Ha 5 i [Hi devolutie zonder barricaden «E ,05 Wetenschap en techniek PDAG 15 DECEMBER 1979 'liggen al in de winkel: de kleine elektronische apparaatjes die uw aderen leren lezen en rekenen. Voor een paar tientjes koopt u zo'n little ofessor', die verder gratis huisonderwijs verzorgt. p nieuwe revolutie in het onderwijs? Een nieuwe stortvloed van educatief ilgoed? Worden leraren overbodig? jtwijfeld zullen de chips doordringen in het onderwijs. De kleine ikenmachientjes zijn al toegelaten op het eindexamen. De elektronische irdenboekjes liggen al in de etalages. Maar of het onderwijs hierdoor tenlijk zal veranderen, is nog de vraag. betekent niet dat de komst van de chips ongemerkt aan de school voorbij gaan. Op z'n minst zal het onderwijs kinderen moeten voorbereiden op maatschappijwaarin de micro-elektronica een steeds belangrijker rol ■binnenland >r Piet Hagen de ro i Rus nen embe stellij lev< het ider.koi Joe' "vloe b Schi RBimige passages in het vorige' ek verschenen rapport van de ng imissie-Rathenau herinneren het begin van het computer- rk. Ook toen werd ons voor- tuden dat de komst van het Jctronisch brein het onderwijs, als de rest van de maatschap- drastisch zou veranderen. Ie de glanzende foto's nog voor me iee IBM propaganda maakte voor ïputer-gestuurd-onderwijs". Via toet- irden en beeldschermpjes konden lenden kinderen verbonden worden hun geautomatiseerde leermeester, iet eindeloos geduld de moeilijkste kon uitleggen. Zelfs arme negerkinde- iadden dankzij de computer de mooi- esultaten bereikt. ien jaar later weten we beter. Zelfs de ermachtige IBM heeft de ontwikke- van programma's voor het onderwijs ten laag pitje gezet. Niet alleen omdat ering op grote schaal erg kostbaar k. maar ook omdat het zo moeilijk programma's te maken die beter wa- eve dan de lessen van de gemiddelde le- Het schoolbord met krijtje was min- nakkelijk te vervangen dan men had icht. lommissie-Rathenau heeft natuurlijk Jhet een en ander van vroegere ervarin- geleerd. Ergens in het rapport dat aan «gering werd uitgebracht staat: „Het oespje zekere is: onzekerheid". Maar als de imissle over onderwijs gaat praten V. g is slechts een klein onderdeel van het emi tan 11 1 he,Fd 'laat el>ort), laat zij zich toch wel eens door 'h enthousiasme meeslepen. Bijvoor- f 1 wanneer zij voorspelt dat „zelfon- :ht in de eigen omgeving" het onder in scholen en klassen ten dele overbo- tan maken. kap inisch is dat inderdaad best mogelijk. Via viewdata en wie weet wat voor geraffi neerde communicatiemiddelen kan straks iedereen thuis over elk gewenst leerpro gramma beschikken. Maar hebben de er varingen met schriftelijke cursussen en educatieve omrpep ons niet geleerd, dat afstands-onderwijs lang niet altijd even ideaal is? De commissie-Rathenau waar schuwt trouwens zelf ook, dat we de socia le functie van het onderwijs niet over het hoofd mogen zien. Meer haast lijkt geboden met de verbete ring van het onderwijs over computers en automatisering. De commissie denkt daarbij in de eerste plaats aan de universi teiten. Maar zij besteedt ook aandacht aan postacademische vorming, hoger be roepsonderwijs, particuliere computerop leidingen, (bij)scholing van docenten en zelfs een volwassenen-onderwijs. De chip zal immers ieders huis binnendringen en dat betekent dat elke burger met dit klei ne wonder moet leren leven. Angst moet plaats maken voor begrip. Ook het lager en voortgezet onderwijs moeten inspelen op deze nieuwe ontwik keling. Leerlingen moeten vertrouwd wor den gemaakt met de beginselen van de micro-elektronica. Ze moeten leren hoe je informatie kunt verkrijgen en gebruiken. Dat leren omgaan met informatie is nog belangrijker dan parate feitenkennis. En waar het volgens de commissie-Rathenau vooral op aan komt is logisch denken en redeneren. Vooral bij vakken als wiskun de en Nederlands moet daaraan veel aan dacht worden besteed. Niet afweren. Wat moet het onderwijs met deze wijze raadgevingen beginnen? De gevaarlijkste reactie is afweer: doen alsof er niets aan de hand is en proberen alle vernieuwingen tegen te houden. Net zoals scholen ook geprobeerd hebben de ballpoint te weren. Totdat er geen houden meer aan is, en de school overspoeld wordt met nieuwig heden. TROUW/KWARTET 15 Dat laatste is een beetje gebeurd met het zakrekenmachinetje. Tien jaar geleden zag niemand dat aankomen. Nu gebruikt elke leerling zo'n ding en zelfs op het eindexamen mag je ermee werken. In veel gevallen is alles verder bij het oude geble ven, zegt ir. H. Rodelier. adjunct-directeur van de school voor volwassenen in Den Haag, maar vooral bekend door zijn in spanningen op het gebied van computer- onderwijs. Je kunt met zorn zakrekenma- chientje veel meer doen dat we gewend waren. Maar dan moet Je het hele leerplan daarop afstemmen. Bodelier is zoals gezegd een voortrekker op het gebied van computer-onderwijs. Zelf heeft hij op het Huygenslyceum in Den Haag Jarenlang les gegeven in com- puterkunde, meestal in de derde klas en dan één uur per week. Dat is net genoeg om iedereen er even aan te laten ruiken. Het accent lag daarbij op de maatschap pelijke kant van de automatisering. Wat kun je doen met computers, wat niet? Hoe kun je deze technische hulpmiddelen ver standig gebruiken en wat zijn de gevaren Bodelier is er een voorstander van dat elke school een eigen computer heeft of althans direct aangesloten is op een com puter. Daarop kan dan ook de administra tie van de school worden verwerkt. De leerlingen zien dan een echte computer in bedrijf en hebben ook iets meer mogelijk heden om zelf met de computer te spelen. Overdreven drukte Hoewel Bodelier dus allerminst tot het afhouderige type behoort, vindt hij de drukte die er over de gevolgen van chips wordt gemaakt wel wat overdreven. „Ik wordt er zo nerveus van", zegt hij, „al die mensen die me vragen wat ze op school straks met chips aan moeten. Net of alles dan op slag zal veranderen. Kijk naar het zakrekenmachlentje of naar die elektroni sche woordenboekjes. Wat betekent dat nu helemaal? Nu moet je bladzijden om slaan om een woord in een woordenboek op te zoeken, straks toets Je het in en krijg Je (voorlopig veel minder uitvoerig) het equivalent in de vreemde taal." De technische mogelijkheden zijn natuur lijk veel en veel groter dan hier wordt afgeschilderd, dat weet Bodelier ook wel. Hij is er best voor om nieuwe mogelijkhe den goed te benutten. Maar we moeten ons geen overdreven voorstellingen ma ken, zegt hij. De computer heeft altijd veel meer mogelijkheden dan wij kunnen ge bruiken. Dat geldt ook voor chips. Je kunt van alles door chips laten doen, maar in veel gevallen zal blijken dat de leraar met zijn krijtje toch niet zo gek was. Het leerproces zal niet fundamenteel verande ren, zegt Bodelier, het enige revolutionai re is dat de computer steeds kleiner en goedkoper wordt. Bodeliér herinnert aan de invoering van allerlei audiovisuele apparatuur. Bandre corders, overheadprojectoren, talenprac tica, video, je kon er de hele school mee vol zetten. Maar hoeveel van die spullen staan de halve week ongebruikt? Het ta lenpracticum kan een goed middel zijn om bijvoorbeeld de uitspraak van een vreemde taal te trainen. Maar taalonder wijs houdt wel wat meer in dan iemand een koptelefoon op zijn hoofd zetten. 'Niet onderschatten'^^. De nuchtere kijk van Bodelier zal behou dend ingestelde docenten geruststellen. Daarom is het goed ook een ander geluid te laten horen. De heer O. A. Vonk van het Instituut voor Ontwikkeling van het Wis kunde Onderwijs (IOWO) heeft duidelijk hogere verwachtingen van chips in het onderwijs. We moeten de zaak niet onder schatten. zegt hij. Nu gebeuren er al din gen die we vijf jaar geleden nog lang niet haalbaar achtten. Het IOWO heeft een grote reputatie op het gebied van de vernieuwing van het wiskunde-onderwijs, zowel In het lager als in het voortgezet onderwijs. Ook de bij scholing van docenten is vanuit het IOWO gestimuleerd. De heer Vonk is vooral be zig geweest met de ontwikkeling van het vak computerkunde. Hij schat dat nu ongeveer driehonderd scholen in Neder land dit vak geven. Soms werken ze met eigen computers, een groot aantal scholen laat dé programma's echter afdraaien door het IOWO De heer Vonk zou het toejuichen als alle scholen voor voortgezet onderwijs het vak Illustratie Mare Terstroet computerkunde gedurende één Jaar op de lesrooster zouden zetten voor één uur per week. Dan krijgen alle leerlingen enig idee van de betekenis van automatisering. Dat is belangrijk voor hun latere beroepsuit oefening. maar ook voor het leven van alle dag. Meer dan een globale inleiding is volgens Vonk niet nodig. HIJ ls er niet voor computerkunde als eindexamenvak in te voeren. Dan kom Je al gauw op een te hoog wetenschappelijk niveau. Of Je moet de kant van de toepassingen uit, en dan stuit je op het probleem dat scholieren te wei nig afweten van de gebieden waarop auto matisering kon worden toegepast Tafels' blijven De heer Vonk en zijn collega H. Meijer, adjunct-directeur van het IOWO, zijn blij dat de commissie-Rathenau hun instituut wil betrekken bij de verdere discussie over de gevolgen van chips in het onderwijs. Vooral als het gaat over vernieuwing van het leerplan wiskunde kan het IOWO bo gen op een grote ervaring. Het accent ligt daarbij op logisch redeneren. Maar daar bij wordt het routinewerk niet verwaar loosd: de tafels van optelling (drie plus negen is twaalf) en van vermenigvuldiging (zeven maal acht is zesenvijftig) moeten toch worden aangeleerd, ook al kan een rekenmachientje dat nog zo vlug. Ook eenvoudige breuken moeten er goed In zitten. Maar de vermenigvuldiging van 12,159 en 0,758 zal in de toekomst wel door de chips worden overgenomen. Ook op de lagere school. 1 door Rob Foppema ichnologie maakt deel uit van de samenleving. Het gaat om een verschijnsel dat nen de samenleving ontstaat en wordt toegepast, een uiting van de menselijke gnïtuur, zoals wetenschap, kunst en sociale organisatie dat zijn. Technologie ontwikkelt zich als regel in nauwe samenhang met andere menselijke uitingen, waardoor een zekere mate van evenwicht kan worden bewaard." rapport van de com- ie-Rathenau over de itschappelijke gevol- van de micro-elektro- omvat gelukkig veel dan de sommetjes werkgelegenheid die vorige week een beetje n het licht hielden. De missie heeft bijvoor- d ook nadrukkelijk ge teerd de ontwikkeling .eJaar culturele en sociale tergrond te plaatsen. >.V. begtni afge 'W Poging kunnen we rnufbaar zijn. omdat com- r en chip bij hun op- it vooral zijn en wor- ie G ervaren als zaken die tijse van spreken door «mannetjes per vlie- le schotel zijn aange- 1 Ze zijn niet echt van ze waren al in ver- mding verpakt Hoe dat gevoel niet uit de gegrepen is, maakt •mmlssie in de boven artikel aangehaalde duidelijk dat dat niet natuurlijke staat der bed!" is. ehnische hulpmiddelen ■len vrijwel altijd be- Sro bt in aansluiting op reeds bestaat. Werk pp reeds verricht wordt, VoR het nieuwe middel ;iénter worden ver- doelen die reeds wor- den nagestreefd, komen met het nieuwe middel bin nen bereik. Bestaat het nieuwe technische hulp middel eenmaal, dan geeft het zicht op ander werk, andere doelen. Technische hulpmiddelen ontstaan uit het doen, denken en stre ven van de mens, en veran deren dat doen en denken en streven. Een voortdu rende wisselwerking die tot Ingrijpende wijzigingen in het culturele en maat schappelijke patroon van de samenleving aanleiding kan geven." De voorbeelden vindt de commissie voor het opra pen: .boekdrukkunst, stoommachine, elektromo tor. telefoon, auto, televi sie. „Langdurige en Ingrij pende veranderingsproces sen vinden klaarblijkelijk hun aanleiding in techni sche hulpmiddelen, zelf ontstaan vanuit de behoef te van de samenleving, en raken uiteindelijk alle fa cetten van die samenle ving: economie, cultuur en sociale organisatie." Dat die wisselwerking in derdaad tweerichtingver- keer is, blijkt volgens het rapport uit het succes van computers. „Dit succes is niet alleen te verklaren uit de aard der apparaten. Als het formeel-logische en ab stracte denken niet sterk tot ontwikkeling was geko men, en als niet dat den ken de inrichting van orga nisaties en systemen sterk had beïnvloed, dan zouden computers niet dat succes hebben gehad. Computers komen voort uit dat den ken, en versterken op hun beurt de invloed ervan." Daar past de kanttekening bij, dat het succes van de computer zich tot dusver wel in zeer beperkte kring heeft afgespeeld. Hoewel (of misschien juist omdat) het hard gegaan is, is het nog niet echt in de samen leving geïntegreerd. Even min overigens als destijds de eerste duizend stoom machines of de eerste tien duizend auto's. Dit verklaart voor een deel waarom de uitgangspositie van de chips een andere is en waarom we ons door hun opkomst overvallen kunnen voelen. De micro- elektronica, aldus de com missie-Rathenau, heeft zich nauwelijks ontwik keld in wisselwerking met de samenleving. Zij werd al tamelijk volwassen in ach terkamertjes die óf geheim waren, óf anderszins ontoe gankelijk. De micro-elek tronica ontwikkelde zich lange tijd in het betrekke lijke isolement van de de fensie-industrie, de ruimte vaart en de computerwe reld. Dat „heeft ertoe kun nen leiden dat de micro- elektronica als het ware ls vooruitgelopen op de sa menleving". De verborgen start heeft dus de wisselwerking met de samenleving tijdelijk uitgeschakeld en daarmee de kans op een evenwichti ge ontwikkeling verstoord. Ik weet niet of je dat wel zo vanzelfsprekend kunt om schrijven als „vooruitlopen op" de samenleving. Mis schien kun Je beter spre ken van „naastlopen". Maar belangrijker dan dit woordenspel is: hoe we nu met de gebakken peren aan moeten. Daarover heeft de commis sie heel behartenswaardige gedachten. Zij beschrijft de situatie als penibel. Het heeft alle kansen in zich om nog erger te worden. Kenmerk van een oneven wichtige technologische ontwikkeling is namelijk, „dat zij ten koste gaat van andere culturele aspec ten." Die dreigen te ver schralen onder invloed van de technologiee en de bij behorende denkwijze, die, elkaar sturend en verster kend, een heel eigen ont wikkeling inzetten. „Er dreigt dan het gevaar van een autonome technologie die vele aspecten van de samenleving gaat domine ren, vooral indien voor pro blemen die zij oproept, op lossingen gekozen worden die zij biedt." Zo moet het dus niet. waar schuwt de commissie na drukkelijk „Voorkomen moet worden dat er een automatisme ontstaat in het zoeken naar zuiver technologische oplossin gen voor zich voordoende problemen." Want dan worden die technologische oplossingen al gekozen zonder dat zij eerst op hun maatschappelijke en cul turele verdiensten zijn on derzocht. „met opnieuw •het gevaar dat louter tech nologische principes de maatschappelijke orde gaan bepalen." Hoe moet het dan wel? De commissie-Rathenau geeft dat aan in twee zinnen, die misschien wel de belang rijkste zijn uit het hele rap port. „Problemen die het gevolg zijn van een zich onevenwichtig ontwikke lende technologie kunnen in vele gevallen beter wor den opgelost door andere facetten van de samenle ving als tegenwicht te ver sterken. Alleen als deze weg opengehouden wordt, kan technologie als be heersbaar worden be schouwd." Dat is niet mis. We moeten, zegt de commissie in feite, onze samenleving actief gaan veranderen. Niet om die samenleving aan te passen aan de revolutie van de chips, maar om de revolutie van de chips mo res te leren. Het is een op roep tot een creatieve con tra-revolutie om het even wicht te herstellen, waar van het einde nog niet ln zicht is. Zelfs de contouren zijn nog niet zichtbaar; het staat er zo abstract dat het niet als recept te hanteren ls. Maar zover ging ook de opdracht aan de commis sie niet. Toch zijn elders in het rap port al concretere aanzet ten te vinden. Werknemers moeten ln staat worden ge steld. aldus de commissie, „de betekenis en het doel van hun werk te begrijpen en te beïnvloeden". De or ganisatiestructuren waar in zij werken lijken toe aan een „meer fundamentele verandering" dan het lap werk dat tot nu toe veelal geprobeerd ls. En bij het ontwerpen en veranderen van die organisatiesyste men .zullen de werkne mers moeten worden be trokken". wat betekent dat ze verantwoordelijkheid krijgen, en die dan ook aanvaarden. De commissie omschrijft dit als „ver strekkende oplossingen", die overigens uiteraard nog wel diepgaande studie behoeven. „Micro-elektronica kón ge bruikt worden voor het op voeren van de eigen ver antwoordelijkheid van mensen in hun werk." be toogt de commissie. Jé kunt de bevoegdheid om dingen te doen en te beslis sen doelgericht decentrali seren. De praktijk tot dus verre bewijst niet dat dat ook werkelijk gebeurt. „Li teratuur over dit onder werp beschrijft eerder het tegendeel." Dat moet dus wel anders worden. Een op roep tot een verstandige contra-revolutie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 15