1 De lessen uit de geschiedenis m m )e kerken, de kernwapens en het CDA ~Maar is de protestantse ethiek gebleven? De nieuwe kernwapens en wat er aan vooraf ging JJAG 14 DECEMBER 1979 2/Rf"- P 13/R 17/HS 15 A. A. Spijkerboer lie maanden geleden vertelde L. Heldring in :-Handelsblad na een itiereis door Duitsland, dat de en zelfs de eenvoudige Jrgen, daar kraakhelder waren, Ie obers je er vriendelijk en jomend bedienden en dat de •n er goed verzorgd uitzagen, rn daar eens in Nederland om!" uchtte hij, want onze hotels zijn zelig, onze obers knorrig en smerige binnensteden staan lalf gesloopte huizen met dicht ijkerde ramen. In een, igens vrijblijvende, antiebespiegeling vroeg Iringzich af hoe de Duitsers aan eugden komen, die wij trianders in de regel aan onszelf •hrijven. waar is de itantse ethiek in Nederland even? jn goede redenen om eens even [eldrings vraag stil te staan. We •n het dan eerst eens moeten te worden over de vraag wat ►rotestantisme eigenlijk is. lakkelijk is dat niet. want het tstantisme is als een boom met lemelijk veel vertakkingen, en ertakkingen zijn soms zo ver [kaar gegroeid, dat je je in oede afvraagt wat ze nog met gemeen zouden kunnen >en. Toch waag ik een poging ien paar kenmerken van het estantisme te noemen. teerste plaats: de Bijbel ligt er ien in de kerk; in de zondagse ienst speelt de preek een drol en door de week zijn de estanten op allerlei enkomsten en in hun gezinnen nog met de Bijbel bezig. t tweede plaats: wat de estanten uit de Bijbel horen is jbaar van dien aard, dat ze ig en veel samen zingen; daar is p te merken, dat wie góed zingt self even vergeet en niet lang ad kan blijven, maar ook dat er it protestantisme wel eens erg jt gezongen wordt, en dat (te is dan een veeg teken. ederde plaats: protestanten nzich direct tegenover God ntwoordelijk en ze zien hun inees niet tussen God en elf in staan; strikt genomen jredikanten dan ook geen stelijken" maar „leken" met lijzondere opdracht. kunnen we het misschien nog >ver eens worden, merkelijk minder bijval racht ik voor de volgende ing: de wortel, die de hele «stantse boom draagt, is het f dat een mens volkomen nkelijk is van Gods genade en van die genade afhankelijk t. Ik zou namelijk niet graag die [estanten de kost geven, die van ling zijn, dat je door Gods iade toch wel een béétje een •rmens wordt (of althans moet te worden), of die met oening terugzien op een (ring, die ze dan ook weer aan genade te danken hebben, maal goed en wel, maar je komt toch „hoger op", terwijl het e protestantse besef in de •te blijft, en in die diepte met m 130 God blijft verwachten. Ik denk. dat ik zou kunnen aantonen, dat de protestantse boom overal begint te kwijnen, waar hij in deze wortel wordt aangetast. Voorlopig roep ik voor mijn stelling als kroongetuige Luther op, die dèt zal toch niemand willen betwisten? de grote protestantse voorman is. Na deze poging om in een kort bestek aan te geven wat protestantisme is. iets over de protestantse ethiek. Daarin komen m i. drie sleutelwoorden naar voren: verdraagzaamheid, zelftucht en besef van eigen verantwoordelijkheid. Verdraagzaamheid. Het is een koud kunstje om verdraagzaam te zijn wanneer je zelf niets gelooft, en dan wil verdraagzaamheid wel eens niet meer zijn dan een hogere vorm van onverschilligheid. Maar een echte protestant gelooft wel wat, en hij meent zelfs met de waarheid met een grote W in aanraking gekomen te zijn. Dan komt hij onmiddellijk in de verleiding de waarheid in zijn eigen handen te nemen, en haar te gaan „handhaven", „verdedigen" of zelfs aan anderen „op te leggen". De geschiedenis van het protestantisme is vol van droevige taferelen, waarin kerkeraden en synodes voor deze verleiding bezweken zijn. „Handhaven", „verdedigen" en „opleggen", het zijn allemaal werkwoorden die aangeven dat je zelf iets in handen hebt, en dan is het besef, dat Je zelf helemaal afhankelijk bent van de waarheid en er steeds opnieuw op aangewezen bent. verdwenen. Is dat besef er wel, dan weet Je dat je eigen kennis van de waarheid ook maar stukwerk is. en dan houd Je ook rekening met de mogelijkheid dat God Je nog wel eens iets te zeggen zou kunnen hebben door middel van mensen, met wie je het fundamenteel oneens bent. Uiteindelijk berust de protestantse verdraagzaamheid op het besef, dat Gods Waarheid zichzelf op haar eigen tijd een weg baant in mensenlevens. Er is dus wel een echt geloof voor nodig om verdraagzaam te zijn. Je eert de waarheid door zelf althans te progen om eruit te leven; Je onteert de waarheid door er Je buren mee te lijf te gaan. Zelftucht. Het protestantisme staat wantrouwig tegenover de menselijke natuur: je staat kritisch tegenover wat er uit Je eigen gemoed opborrelt en je geeft niet zo maar aan al Je nelgingen toe. Vandaar dat zelftucht in de protestantse ethiek een goede klank heeft. Maar die zelftucht kan al heel gauw verworden tot wat eigenlijk zelfverminking is. „Ach, als het leuk is, zal God er wel tegen zijn!" als je daar ernst mee maakt, heb Je geen leven meer. en de geschiedenis van het protestantisme is helaas ook vol van voorbeelden van zelfverminking. Toch is dat niet echt protestants: Gods genade betekent immers, dat Je er zijn mag. en dat nletzo maar een klein beetje, maar helemaal. Zelftucht is dan ook pas zinvol, wanneer je wat er uit je gemoed opborrelt toetst aan wat daarvan de gevolgen zijn voor anderen. Zelf-ontplooiing is een van de leuzen van onze tijd: wanneer je je zelf wilt onplooien heb je het recht om alles op zij te schuiven, ook je vrouw en je kinderen als het zo uitkomt. Is het niet vreemd, dat er zo on-kritisch over zelf-ontplooiing wordt gepraat? Alleen al het feit dat de nu opkomende griezel-groepjes, die vinden dat de Surlnamers, de gastarbeiders en de Joden maar eens een toontje lager moeten zingen, zich als racisten ook op zelf ontplooiing kunnen beroepen, en dat mensen voor wie zelfontplooiing het een en het al is, daar theoretisch niets tegen in kunnen brengen, zou ons tot bezinning moeten brengen. Zelfontplooiing kan wel protestants lijken, maar is het helemaal niet. Zelftucht, die rekening houdt met de anderen, is goed protestants. Voor een goede zelftucht is dan ook echte liefde nodig. Met de zelftucht hangt samen dat ingetogenheid, betrouwbaarheid (zulke eenvoudige dingen als het nakomen van gemaakte afspraken en het op de overeengekomen tijd ergens verschijnen), trouw in de vriendschap en trouw in het huwelijk in het protestantisme altijd als echte deugden zijn beschouwd. Besef van eigen verantwoordelijkheid. De protestanten beleven hun verantwoordelijkheid tegenover God direct, zonder tussenkomst van een dominee of wie dan ook. Dat dit kan ontaarden in een niet te stuiten eigenwijsheid, weet iedere protestant, zo niet uit eigen omgeving, dan toch in ieder geval uit eigen levenservaring. Maar eigenwijsheid is een ontaard besef van eigen verantwoordelijkheid, omdat ze geen benul meer heeft van de afhankelijkheid van God. Toch kan een protestant niet anders dan in eigen verantwoordelijkheid voor God leven. Stel nu eens, dat je in het huidige rumoer over de nieuwe NAVO-raketten tot conclusies komt. die sterk afwijken van de gebruikelijke pro's en contra's, wat moet Je dan? Je zult dan toch geen andere dan Je eigen weg mogen gaan, en je mag je je mening niet door een ander laten voorschrijven. Gemakkelijk is het allemaal niet, en er is dan ook een echt geloof voor nodig om in eigen verantwoordelijkheid te leven. Als het protestantisme leeft, zit het vol meningsverschillen van mensen, en als het goed is zijn die mensen bereid om naar elkaar te luisteren. Er zit dan ook veel ruimte in het echte protestantisme, en er wordt niet met muilkorven en dwangbuizen gewerkt. Het protestantisme heeft op het ogenblik in Nederland geen duidelijk aanwijsbare gestalte. De „basisgemeenten" kan ik niet als een protestantse beweging zien. Voorzover het protestantisme in Nederland leeft is het ondergedoken, en het is dan ook niet te verwonderen dat Heldring de protestantse ethiek mist. En als er nu eens rooms-katholieken zijn die zich goed kunnen vinden in wat ik hier over het protestantisme en zijn ethiek schrijf? Dat zou me verheugen, want het protestantisme is krachtens zijn oorsprong en zijn aard een katholieke, op de hele kerk gerichte beweging. door Melndert J. F. Stelling De discussie Inzake de nieuwe kernwapens bereikt zo lang zamerhand haar hoogtepunt. Velen hebben zich op grond van ethische bezwaren tegen de Pershing II en de Toma hawk raketten uitgesproken. Anderen stellen zich op het standpunt dat de dreiging van de Backfire bommenwerper en de SS-20 raket door het opstellen van de nieuwe wapens aan onze kant dient te worden geneutraliseerd. Terwllle van deze laatsten, wil ik de mijlpalen in de kernwapengeschiede nis in herinnering brengen. Die geschiedenis heeft mijns inziens namelijk een duidelijke boodschap. De eerste mijlpaal wordt gevormd door de inzet van de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki op 6 en 9 augustus 1945. Daarbij vielen 210.000 doden en nog steeds vallen er slachtoffers De officiële visie is nog steeds, dat Japan alleen door de inzet van de atoombommen tot overgave was te bewegen. Niets is echter minder waar. Al in mei 1945 zei de Amerikaanse mini- ter van buitenlandse zaken Byrnes, een man de erg veel Invloed had op president Truman, dat hij zag dat Japan de oorlog wilde beëndlgen,, maar dat hij „de atoombom in ieder geval wilde Inzetten om de Russen1 meer hanteerbaar te maken". In Juli 1945 was de situatie voor Japan volstrekt onhoudbaar gewor den. De Amerikanen hadden een absoluut luchtoverwicht en konden ongehinderd Tokio bombarderen» De Japanse oorlogsindustrie was vrijwel geheel vernietigd. En de strategische verbindingslijnen tus sen Japan en de Indonesische archi pel, waar Japan de grondstoffen vandaag haalde, waren afgesneden. Japan probeerde tot onderhande lingen te komen. EH-CHKIf. MAWB AM/CS, ,fj TO 'M SLOME FOKKFF A FTOFOi, MAÏFH HC HOU MSE* LAMe VOOF££Hmm/e fn-M? ven afwezig J. Neuman was deze week rhinderd zijn bijdrage te le ren. Volgende week is alles, ar het zich laat aanzien, weer het oude. lr Marten Belnema pen vorig artikeltje over het al niet nu moderniseren van (wapens, schreef ik o.m. het jende: „De suggestie dat een Btuele minderheid waar ik |elf dan ook wel bij zie die r (e gaan staan te kennen geeft T een bepaalde motie te stem- I, zich als geloofshelden verheft Vdden en boven hun afvallige ^iegenoten verwerp ik als rzinwekkend en onbillijk." (uw, 29 november 1979). n hartgrondig wil ik nu ook een kre valse tegenstelling afwij- I namelijk dat alleen die CDA- |t»eleden die donderdag 6 de- ^er jl. tegen de motie-Stemer- y stemden hun verstand hebben ruikt en dat de tien fractieleden met die motie zich tegen pro- ►ie thans van gemoderniseerde ■wapens uitspraken, hun ver- 1 niet gebruikten of niet kon- igebruiken, wegens het gemis I voor het vooralsnog afwijzen [die produktie is een redelijke mentatie mogelijk. Generaai- '<>r Von Meijenfeldt conclu de onlangs als volgt: „Een.be- H tot modernisering lost mijns lens de werkelijke problemen yvoor wij staan, ook op mili- jgebied, niet op. Het stimuleert Wapenwedloop en maakt ons in pemende mate afhankelijk van favernietigingswapens. Een lelijk besluit lijkt mij overho ren in strijd met onze veilig- Jsbelangen. Wij zetten een stap *n weg waarvan een terugkeer haast onmogelijk wordt. (Het met de daarbij behorende frmenten is te vinden in het blad rStaatkunde". november 1979.) hom, wie de discussie zindelijk I houden en niet bij voorbaat kwade wil of onnozelheid SfcTl1 Uit te *aan' moet aannemen 0/(*°wel meerderheid als minder- 'f P'a de CDA-fractie vorige week •derdag hun stem in redelijk heid en naar eer en geweten hebben uitgebracht. Zij die strakke parallellen trekken tussen de paraplu van Chamber lain en de vele gebroken geweer tjes die vóór 1939 het beeld beheer sten èn de situatie nu, verwaarlo zen het gegeven dat een bestaande of snel op handen zijnde westelijke achterstand in kernbewapening al lerminst een bewezen feit is. Als de geschiedenis ons één les leert, is het deze dat zij zich nooit precies herhaalt. En er zijn voorstanders van moder nisering nu, die in hun denken ver want zijn aan die strategen die eeuw in, eeuw uit een toekomstige oorlog in gedachten voerden met de wapens van de vorige strijd. Kernwapens zijn evenwel niet slechts een kwantitatieve „verbe tering" van knots, van ongebroken geweertjes, en van conventionele bommen. Met die wapens, hoe vre selijk in hun toepassing (Dresden!), is het menselijkerwijs gesproken niet mogelijk schepping en mens heid blijvend en volstrekt te ver nietigen; met gebruik van kernwa pens is het nauwelijks voorstel baar die vernietiging te ontgaan. Redelijk In die nieuwe, met elke moderni sering dreigender situatie is het de plicht van elk redelijk mens al die risico's te nemen die verant woord zijn. Daarbij behoren mijns inziens tenminste het ac cepteren van een gelijkwaardig heid in kernwapens tussen west en oost en ook wel, zo lang dat zinvol kan zijn, het aanvaarden van een tijdelijke en geringe ach terstand. De moeilijkheid is ech ter dat verschillende deskundi gen verschillende antwoorden geven op de vragen of die gelijk waardigheid thans nog bestaat en waar een eventuele achter stand eindigt verantwoord te zijn. Het standpunt van de tien-koppige minderheid in die CDA-fractie is, met alle onderlinge nuanceringen. niet dat van het IKV geweest. Wij pleiten er als minderheid niet voor dat Nederland zich eenzijdig en de monstratief van elke kernwapen ontdoet. Wij zijn wèl van mening dat de NAVO-landen er goed aan zouden doen niet onmiddellijk tot een antwoord op de SS-20 raket te besluiten, maar eerst, vanuit die terughoudendheid, onderhandelin gen met het Warschaupact moeten voeren. De vraag daarbij is niet zozeer of bij modernisering door de NAVO het Sowjet-blok niet ver der zal willen onderhandelen; dat zullen ze, uit welbegrepen eigenbe lang waarschijnlijk niet zonder meer weigeren. De vraag is aller- eerstof we, door nu de spiraalbewe ging stop te zetten, des te eerder en des te veiliger er toe kunnen komen wederzijds de bewapeningspiraal om te buigen in een ontwapenings spiraal. Een kabinetcrisis? Ik schrijf deze beschouwing op dinsdagavond 12 december in een betrekkelijke windstilte na een po litieke storm. Of tussen twee poli tieke stormen? Hopelijk kan een kabinetscrisis vermeden worden. Maar het valt niet te ontkennen dat aanvaarding van de motie-Stemer- dink die mogelijkheid dichterbij heeft gebracht. Naar mijn stellige overtuiging gaat het hier echter over vragen van zulk uitzonderlijk belang dat de gewone spelregels voor de wedstrijd tussen oppositie en regeringspartijen niet beslis send zijn. Een kwestie van gelijke orde lijkt mij de abortusproblematiek te zijn. Als de behandeling daarvan was voorafgegaan aan dit kernwapen- onderwerp, zou er zich waarschijn lijk ook een minderheidsgroep in de fractie gemanifesteerd hebben. Wellicht zelfs met deels dezelfde namen als nu. Zou een deel van de CDA-top en -achterban hen dan ook zo snel als „dissidenten" ge diskwalificeerd hebben? Meer dan redelijk Leveren besprekingen, als bedoeld in de hierboven weergegeven op vatting, geen positieve resultaten op, dan zal overwogen moeten wor den het eigen kernwapenbezit ver sneld te moderniseren. Overwogen, niet bij voorbaat besloten. Want de vraag kan gesteld worden of, als onverhoopt te zijner tijd ontwape ningsbesprekingen blijken te mis lukken, het dan op zichzelf redelij ke van modernisering wel het laat ste woord moet zijn. Met deze vraagstelling treed ik, wat mij betreft, buiten het kader van de actuele politieke proble men; maar niet buiten de grenzen van christelijke overwegingen over de politieke toekomst. Want wie als christen en dat is eerder in aanvulling op dan in tegenstel ling tot de meermaals vermelde redelijkheid niet van maar wel in deze wereld wil zijn, komt voor de vraag te staan of uiteindelijk niet meer dan gewone, meer dan 'redelijke' risico's genomen moeten worden. En die vraag wordt klem mender naarmate de dreigingen veelvuldiger worden. Immers, niet alleen de hoog te waarderen wes terse vrijheden kunnen gevaar lo pen; een wederzijds oplopende be wapeningsspiraal maakt het steeds onzekerder of er in west en oost een nageslacht zal zijn dat die vrijhe den kan erven en verwerven. Hoe denken we als gemeenschap over een hopelijk met bidden en werken te vermijden Russische be zetting? Zijn we inderdaad liever rood dan dood? En zo ja, is die voorkeur christelijk? Ik heb op die vragen nog geen definitief ant woord, maar herhaal wat ik een twee jaar geleden in 'Nederland- sche Gedachten' schreef, namelijk dat deze verre, mogelijke conse quenties bij ons volk, in onze ker ken. nog niet genoegzaam zijn ge noemd. laat staan doordacht. Zonder pretenties Een meerderheid van CDA-fractie- leden is, na en door diepgaande discussies, blijven of gaan menen dat een beperkte produktie van ge moderniseerde kernwapens het meest verantwoorde middel is om daarna tot terugdringing van deze wapens te komen. Waar halen de kerken, wier leden over deze verstrekkende proble men nog niet uitgedacht en nog minder eens geestes zijn, de preten tie vandaan te kunnen zeggen dat bij die fractieleden de C van het CDA niet meer past (Berkhof)? Of past in de kerken bij de grote groepen die (nog) niet tot dezelfde opvatting zijn gekomen als vele van hun .leidslieden' de aandui ding .christelijk' ook niet meer? En namens wie spreken de synodes die overigens door mij beaamde ver klaringen uitgeven over de kern wapens? Zij kunnen zich toch niet beroepen op de vlot gegeven ant woorden bij versimpelende IKV- steekproeven? Zo zijn bet naar mijn overtuiging enerzijds de kerken waar de al be gonnen discussies nog tot verdere breedte en diepte moet komen voor zij als kerken recht van spreken hebben. Vele kerkleden willen mij in brieven en stencils wijs maken dat de meeste van mijn fractiege noten de christelijke politiek van zijn geloofwaardigheid beroven. Ik vraag mij, hun brieven lezend, ie dere keer weer af wat zij zelf voor die geloofwaardigheid gedaan heb ben en zullen doen, bijvoorbeeld en bij (mijn) voorkeur in het CDA. Anderzijds mag een partij als het CDA die zijn politieke overtuigong wil doen ontstaan in een voortdu rende wisselwerking met de evan gelische boodschap zijn oren niet dichtstoppen voor wat, zo al niet namens dan toch vanuit de kerken door vele meelevende christenen wordt gezegd. Het Is te wensen dat de opkomende dialoog tussen de kerken en het Christen Democratisch Appèl, bei de roet eigen maar verwante ver antwoordelijkheid en opdracht, niet gesmoord wordt in een heillo ze polarisatie. Drs. M. Beinema is lid van de Tweede Kamer voor het CDA. Toen dan ook generaal Eisenhower, na de geslaagde atoomproef op 15 Juli 1945, door de Amerikaanse mi nister van oorlog Stlmson op de hoogte werd gebracht van het plan inzake de atoomaanval op Japan, uitte hij zijn bezorgdheid. Eisenho wer wees erop dat de atoombom men volmaakt overbodig waren. En naderhand verzuchtte hij, na een bezoek aan de Sowjet-Unie te heb ben gebracht: Vóór de bom viel zou ik hebben gezegd: we kunnen zeker de vrede bewaren met de Rus sen. Nu weet ik het niet meerDe mensen zijn allemaal verschrikt en geschokt." De politieke boodschap van de atoombommen, dat de Verenigde Staten na de Tweede Wereldoorlog de machtigste natie zouden zijn, was duidelijk overgekomen bij de Russen. Zij luidde tevens de Koude Oorlog in. Inmiddels moesten de Amerikanen wel verhullen dat de atoomaanval een oorlogsmisdaad was, omdat zonder militaire nood zaak twee steden waren verwoest. Daarom werd de mythe naar voren gebracht dat de atoombommen noodzakelijk waren en dat de bevol king van de Japanse steden voor de aanvallen was gewaarschuwd. Een paar maanden daarna werden in. Neurenberg wel Duitse oorlogsml- dadlgers berecht, onder meer om dat zij zonder militaire noodzaak steden en dorpen hadden verwoest. Achterstand? De tweede mijlpaal is de zgn „bom- ber-gap", in de vijftiger Jaren. De Amerikanen zouden een achter stand hebben op het gebied van de bommenwerpers. Een grootscheeps bouwprogramma werd opgezet. Hierbij werd onder meer de B-52 ontwikkeld. Maar spoedig bleek dat van een Amerikaanse achterstand geen sprake was geweest Integen deel, de Verenigde Staten hadden voor wat betreft bommenwerpers een voorsprong, die door het bouw programma nog groter werd gemaakt. Vervolgens was er begin zestiger jjaren de zgn „mlssile-gap". De Ame- •rikanen zouden nu een achterstand hebben opgelopen voor wat betreft de atoomraketten. In zijn verkie zingscampagne benadrukte Kenne dy deze achterstand. Hij stelde de regering-Eisenhower daarvoor ver antwoordelijk en versloeg mede daardoor zijn tegenstander Nixon, die vice-president was van Eisen hower. Ook nu weer bleek al gauw dat er nooit een achterstand had bestaan. De Verenigde Staten lagen op het "gebied van de strategische raketten ver voor op de Sowjet-Unie. Maar inmiddels was wel de aanzet gege ven tot de bouw van nog meer ra ketten. De vierde mijlpaal is de Cuba-crisis, van oktober 1962. Nadat de Ameri kanen Thor en Jupiter raketten en B-47 bommenwerpers hadden ge stationeerd aan de grenzen van de Sowjet-Unie, wilden de Russen ra ketten plaatsen op Cuba. De meer derheid van de Amerikaanse Natio nale Veiligheidsraad was van me ning dat de raketten op Cuba: de kans op een Russische aanval niet vergrootten; de kracht van een Amerikaanse aanval niet zouden verminderen; nauwelijks een bijdrage vorm den voor het afschrikwekkende ver mogen van de Sowjet-Unie om na een aanval van de Verenigde Staten te kunnen terugslaan. Mc Nam ara. de Amerikaanse minis ter van defensie, verklaarde kort en bondig: Een raket is een raket. Het maakt geen groot verschil of je wordt gedood door een raket die wordt afgevuurd vanuit de Sowjet- Unie of vanaf Cuba." Bovendien was de ontwikkeling van de raketten die vanuit onderzeebo ten kunnen worden gelanceerd in volle gang. De Verenigde Staten be schikten reeds over deze raketten. Verwacht kon worden dat de Sow jet-Unie spoedig zou volgen (het geen inderdaad in 1964 gebeurde), zodat ook daarom het niet zou uit maken of er al dan niet raketten op Cuba zouden staan. Desalniettemin bracht president Kennedy de kwestie met veel ophef in de publiciteit. HIJ sprak daarbij over offensieve militaire maatrege len van de Sowjet-Unie, die de Vere nigde 8taten bedreigden. Hij eiste dat de raketten zouden worden ver wijderd en de blokkade van Cuba werd een feit. De vraag is waarom Kennedy de raketten op Cuba zo als dreiging presenteerde. Het heeft er alle schijn van dat dit alleen gebeurde met het oog op de verkiezingen die in november 1962 zouden plaatsvin den Kennedy had namelijk een aantal gevoelige politieke nederla gen te incasseren gekregen. Te noe men vallen: zijn ontmoeting met Chroetsjow in Wenen, door wie hij werd over troefd; de mislukte invasie in de Var kensbaai; zijn onvermogen om de Berlijnse muur tegen te houden. HIJ wilde nu het prestige van zijn regering opvijzelen, door nu als sterke man op te treden. Het resul taat was in ieder geval dat de we reld balanceerde op de rand van de totale atoomoorlog. De laatste mijlpaal was het recente verzet tegen de invoering van het neutronenwapen. Schijnbaar heeft dat verzet succes gehad, want de Amerikaanse president verklaarde dat het nieuwe wapen niet zou wor den gemaakt. Maar inmiddels is duidelijk geworden dat alle essen tiële onderdelen van het neutronen wapen worden geproduceerd. Hier door kunnen op zeer korte termijn neutronenwapens worden geassem bleerd. Misleid Vorenstaande geschiedenis toont aan, dat steeds op belangrijke mo menten de publieke opinie werd misleid; dat de democratische vol keren werden bedrogen. De vraag is nu of in discussie inzake de Per shing II en de Tomahawk hetzelfde opnieuw gebeurt. Er zijn duidelijke aanwijzingen dat deze vraag bevestigend dient te worden beantwoord. Aan de hand van cijfers wordt getracht duidelijk te maken dat de Sowjet-Unie op Euro-strategisch niveau een over wicht zou hebben. In de eerste plaats merk ik hierbij op dat nu iopeens dit Euro-strategische niveau naar voren komt. Alsof het om de woorden van Mc Namara maar eens te parafraseren voor de Sowjet- Unie veel uitmaakt te worden ver nietigd door kernwapens die vanuit de Verenigde Staten tegen haar worden ingezet, of door kernwapens die vanuit het Europese gebied wor den afgevuurd. De vernietiging is dezelfde en komt van de NAVO. Maar afgezien hiervan er wordt op een vreemde manier gerekend bij het vaststellen van de Euro-stra tegische krachtsverhoudingen. In. een brief aan de Tweede Kamer van' 26 oktober Jl, wordt door de minis ters van buitenlandse zaken en van defensie gesteld, dat de Poseidon raketten niet zijn meegerekend, hoewel zij in de NAVO-strijdkrach- ten in Europa zijn geïntegreerd. En op 1 november zei de minister van defensie, dat deze integratie zal. worden gehandhaafd. Het gaat hier bij volgens de minister om 400 ra ketten (andere bronnen noemen een hoger aantal, nl 496). Zij kunnen vanuit onderzeeboten worden ge lanceerd en hebben elk tien afzon derlijk richtbare kernkoppen van (vijftig kiloton. Eén onderzeeboot heeft zestien van deze raketten aan boord en is hiermee een formidabel wapen. Dit vooral wanneer wordt bedacht dat er ongeveer 200 „lonen de doelen" in de Sowjet-Unie zijn. Vreemd Dat de Poseidon raketten niet wor den meegeteld is nog vreemder, wanneer wordt gelet op het feit dat de Amerikaanse F-lll bommenwer pers. die in Engeland zijn gestatio neerd, wèl worden meegerekend. Deze vliegtuigen hebben een groter bereik (2.925 mijl) dan de Poseidon raketten (2.880 mijl). De F-lll bom menwerpers die in de Verenigde 8taten zijn gestationeerd, zijn ove rigens buiten beschouwing gelaten. Alsof zij niet in zeer korte tijd kun-« nen worden Ingevlogen in het Euro-- pese gebied! Dit gebeurt waar schijnlijk ook met B-52 bommen werpers, zoals onlangs bleek uit een bericht in de „Vliegende Hollan der", het officiële maandlbad van de Koninklijke Luchtmacht. In een andere publikatie van het! ministerie van defensie. „Kernwa pens in discussie", van september 1979. wordt een en ander zeer sug gestief in beeld gebracht. Er wordt echter, evenals in de discussie, ge werkt met aantallen raketten en vliegtuigen. Het beeld wordt totaal anders wanneer de aantallen kern koppen worden geteld. Zo hebben blijkens „Kernwapens in discussie" de Verenigde Staten minder strate gische raketten en vliegtuigen dan de Sowjet-Unie (2.283 tegen resp. 2.504). maar beschikken zij wèl over' aanzienlijk meer strategische kern ladingen (9.200 tegen resp. 5.000) Totaalbeeld Op grond van het vorenstaande kan naar mijn mening dan ook niet op basis van de zgn Euro-strategische krachtsverhoudingen worden be slist over de Invoer van nieuwe ra ketten. Het gaat, wanneer men wil denken binnen het kader van de wederzijdse afschrikking, om het totaalbeeld van de krachtsverhou dingen. In dat totaalbeeld is in het geheel geen sprake van een achter stand van de NAVO. Voor het overige blijft natuurlijk de vraag hoe vaak men nog misleid 'wenst te worden, om vervolgens spoedig daarna tot de ontdekking, te komen dat weer een overbodige «tap in de bewapeningswedloop is gezet. M. J. F. Stelling is kapitein van de Koninklijke Luchtmacht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 15