1
De lessen uit
de geschiedenis
m
m
)e kerken, de kernwapens en het CDA
~Maar is de protestantse ethiek gebleven?
De nieuwe
kernwapens en wat
er aan vooraf ging
JJAG 14 DECEMBER 1979
2/Rf"-
P 13/R 17/HS 15
A. A. Spijkerboer
lie maanden geleden vertelde
L. Heldring in
:-Handelsblad na een
itiereis door Duitsland, dat de
en zelfs de eenvoudige
Jrgen, daar kraakhelder waren,
Ie obers je er vriendelijk en
jomend bedienden en dat de
•n er goed verzorgd uitzagen,
rn daar eens in Nederland om!"
uchtte hij, want onze hotels zijn
zelig, onze obers knorrig en
smerige binnensteden staan
lalf gesloopte huizen met dicht
ijkerde ramen. In een,
igens vrijblijvende,
antiebespiegeling vroeg
Iringzich af hoe de Duitsers aan
eugden komen, die wij
trianders in de regel aan onszelf
•hrijven. waar is de
itantse ethiek in Nederland
even?
jn goede redenen om eens even
[eldrings vraag stil te staan. We
•n het dan eerst eens moeten
te worden over de vraag wat
►rotestantisme eigenlijk is.
lakkelijk is dat niet. want het
tstantisme is als een boom met
lemelijk veel vertakkingen, en
ertakkingen zijn soms zo ver
[kaar gegroeid, dat je je in
oede afvraagt wat ze nog met
gemeen zouden kunnen
>en. Toch waag ik een poging
ien paar kenmerken van het
estantisme te noemen.
teerste plaats: de Bijbel ligt er
ien in de kerk; in de zondagse
ienst speelt de preek een
drol en door de week zijn de
estanten op allerlei
enkomsten en in hun gezinnen
nog met de Bijbel bezig.
t tweede plaats: wat de
estanten uit de Bijbel horen is
jbaar van dien aard, dat ze
ig en veel samen zingen; daar is
p te merken, dat wie góed zingt
self even vergeet en niet lang
ad kan blijven, maar ook dat er
it protestantisme wel eens erg
jt gezongen wordt, en dat
(te is dan een veeg teken.
ederde plaats: protestanten
nzich direct tegenover God
ntwoordelijk en ze zien hun
inees niet tussen God en
elf in staan; strikt genomen
jredikanten dan ook geen
stelijken" maar „leken" met
lijzondere opdracht.
kunnen we het misschien nog
>ver eens worden,
merkelijk minder bijval
racht ik voor de volgende
ing: de wortel, die de hele
«stantse boom draagt, is het
f dat een mens volkomen
nkelijk is van Gods genade en
van die genade afhankelijk
t. Ik zou namelijk niet graag die
[estanten de kost geven, die van
ling zijn, dat je door Gods
iade toch wel een béétje een
•rmens wordt (of althans moet
te worden), of die met
oening terugzien op een
(ring, die ze dan ook weer aan
genade te danken hebben,
maal goed en wel, maar je komt
toch „hoger op", terwijl het
e protestantse besef in de
•te blijft, en in die diepte met
m 130 God blijft verwachten. Ik
denk. dat ik zou kunnen aantonen,
dat de protestantse boom overal
begint te kwijnen, waar hij in deze
wortel wordt aangetast. Voorlopig
roep ik voor mijn stelling als
kroongetuige Luther op, die dèt
zal toch niemand willen betwisten?
de grote protestantse voorman is.
Na deze poging om in een kort
bestek aan te geven wat
protestantisme is. iets over de
protestantse ethiek. Daarin komen
m i. drie sleutelwoorden naar voren:
verdraagzaamheid, zelftucht en
besef van eigen
verantwoordelijkheid.
Verdraagzaamheid. Het is een koud
kunstje om verdraagzaam te zijn
wanneer je zelf niets gelooft, en dan
wil verdraagzaamheid wel eens niet
meer zijn dan een hogere vorm van
onverschilligheid. Maar een echte
protestant gelooft wel wat, en hij
meent zelfs met de waarheid met
een grote W in aanraking gekomen
te zijn. Dan komt hij onmiddellijk
in de verleiding de waarheid in zijn
eigen handen te nemen, en haar te
gaan „handhaven", „verdedigen" of
zelfs aan anderen „op te leggen".
De geschiedenis van het
protestantisme is vol van droevige
taferelen, waarin kerkeraden en
synodes voor deze verleiding
bezweken zijn. „Handhaven",
„verdedigen" en „opleggen", het
zijn allemaal werkwoorden die
aangeven dat je zelf iets in handen
hebt, en dan is het besef, dat Je zelf
helemaal afhankelijk bent van de
waarheid en er steeds opnieuw op
aangewezen bent. verdwenen. Is dat
besef er wel, dan weet Je dat je eigen
kennis van de waarheid ook maar
stukwerk is. en dan houd Je ook
rekening met de mogelijkheid dat
God Je nog wel eens iets te zeggen
zou kunnen hebben door middel
van mensen, met wie je het
fundamenteel oneens bent.
Uiteindelijk berust de protestantse
verdraagzaamheid op het besef, dat
Gods Waarheid zichzelf op haar
eigen tijd een weg baant in
mensenlevens. Er is dus wel een
echt geloof voor nodig om
verdraagzaam te zijn. Je eert de
waarheid door zelf althans te
progen om eruit te leven; Je onteert
de waarheid door er Je buren mee te
lijf te gaan.
Zelftucht. Het protestantisme staat
wantrouwig tegenover de
menselijke natuur: je staat kritisch
tegenover wat er uit Je eigen
gemoed opborrelt en je geeft niet zo
maar aan al Je nelgingen toe.
Vandaar dat zelftucht in de
protestantse ethiek een goede
klank heeft. Maar die zelftucht kan
al heel gauw verworden tot wat
eigenlijk zelfverminking is. „Ach,
als het leuk is, zal God er wel tegen
zijn!" als je daar ernst mee
maakt, heb Je geen leven meer. en
de geschiedenis van het
protestantisme is helaas ook vol
van voorbeelden van
zelfverminking. Toch is dat niet
echt protestants: Gods genade
betekent immers, dat Je er zijn mag.
en dat nletzo maar een klein beetje,
maar helemaal. Zelftucht is dan ook
pas zinvol, wanneer je wat er uit je
gemoed opborrelt toetst aan wat
daarvan de gevolgen zijn voor
anderen.
Zelf-ontplooiing is een van de
leuzen van onze tijd: wanneer je je
zelf wilt onplooien heb je het recht
om alles op zij te schuiven, ook je
vrouw en je kinderen als het zo
uitkomt. Is het niet vreemd, dat er
zo on-kritisch over zelf-ontplooiing
wordt gepraat? Alleen al het feit dat
de nu opkomende griezel-groepjes,
die vinden dat de Surlnamers, de
gastarbeiders en de Joden maar
eens een toontje lager moeten
zingen, zich als racisten ook op zelf
ontplooiing kunnen beroepen, en
dat mensen voor wie
zelfontplooiing het een en het al is,
daar theoretisch niets tegen in
kunnen brengen, zou ons tot
bezinning moeten brengen.
Zelfontplooiing kan wel protestants
lijken, maar is het helemaal niet.
Zelftucht, die rekening houdt met
de anderen, is goed protestants.
Voor een goede zelftucht is dan ook
echte liefde nodig. Met de zelftucht
hangt samen dat ingetogenheid,
betrouwbaarheid (zulke eenvoudige
dingen als het nakomen van
gemaakte afspraken en het op de
overeengekomen tijd ergens
verschijnen), trouw in de
vriendschap en trouw in het
huwelijk in het protestantisme
altijd als echte deugden zijn
beschouwd.
Besef van eigen
verantwoordelijkheid. De
protestanten beleven hun
verantwoordelijkheid tegenover
God direct, zonder tussenkomst
van een dominee of wie dan ook.
Dat dit kan ontaarden in een niet te
stuiten eigenwijsheid, weet iedere
protestant, zo niet uit eigen
omgeving, dan toch in ieder geval
uit eigen levenservaring. Maar
eigenwijsheid is een ontaard besef
van eigen verantwoordelijkheid,
omdat ze geen benul meer heeft van
de afhankelijkheid van God.
Toch kan een protestant niet
anders dan in eigen
verantwoordelijkheid voor God
leven. Stel nu eens, dat je in het
huidige rumoer over de nieuwe
NAVO-raketten tot conclusies
komt. die sterk afwijken van de
gebruikelijke pro's en contra's, wat
moet Je dan? Je zult dan toch geen
andere dan Je eigen weg mogen
gaan, en je mag je je mening niet
door een ander laten voorschrijven.
Gemakkelijk is het allemaal niet,
en er is dan ook een echt geloof voor
nodig om in eigen
verantwoordelijkheid te leven.
Als het protestantisme leeft, zit het
vol meningsverschillen van
mensen, en als het goed is zijn die
mensen bereid om naar elkaar te
luisteren. Er zit dan ook veel ruimte
in het echte protestantisme, en er
wordt niet met muilkorven en
dwangbuizen gewerkt.
Het protestantisme heeft op het
ogenblik in Nederland geen
duidelijk aanwijsbare gestalte. De
„basisgemeenten" kan ik niet als
een protestantse beweging zien.
Voorzover het protestantisme in
Nederland leeft is het
ondergedoken, en het is dan ook
niet te verwonderen dat Heldring de
protestantse ethiek mist.
En als er nu eens
rooms-katholieken zijn die zich
goed kunnen vinden in wat ik hier
over het protestantisme en zijn
ethiek schrijf? Dat zou me
verheugen, want het
protestantisme is krachtens zijn
oorsprong en zijn aard een
katholieke, op de hele kerk gerichte
beweging.
door Melndert J. F. Stelling
De discussie Inzake de nieuwe kernwapens bereikt zo lang
zamerhand haar hoogtepunt. Velen hebben zich op grond
van ethische bezwaren tegen de Pershing II en de Toma
hawk raketten uitgesproken. Anderen stellen zich op het
standpunt dat de dreiging van de Backfire bommenwerper
en de SS-20 raket door het opstellen van de nieuwe wapens
aan onze kant dient te worden geneutraliseerd. Terwllle van
deze laatsten, wil ik de mijlpalen in de kernwapengeschiede
nis in herinnering brengen. Die geschiedenis heeft mijns
inziens namelijk een duidelijke boodschap.
De eerste mijlpaal wordt gevormd
door de inzet van de atoombommen
op Hiroshima en Nagasaki op 6 en 9
augustus 1945. Daarbij vielen
210.000 doden en nog steeds vallen
er slachtoffers De officiële visie is
nog steeds, dat Japan alleen door
de inzet van de atoombommen tot
overgave was te bewegen.
Niets is echter minder waar. Al in
mei 1945 zei de Amerikaanse mini-
ter van buitenlandse zaken Byrnes,
een man de erg veel Invloed had op
president Truman, dat hij zag dat
Japan de oorlog wilde beëndlgen,,
maar dat hij „de atoombom in ieder
geval wilde Inzetten om de Russen1
meer hanteerbaar te maken".
In Juli 1945 was de situatie voor
Japan volstrekt onhoudbaar gewor
den. De Amerikanen hadden een
absoluut luchtoverwicht en konden
ongehinderd Tokio bombarderen»
De Japanse oorlogsindustrie was
vrijwel geheel vernietigd. En de
strategische verbindingslijnen tus
sen Japan en de Indonesische archi
pel, waar Japan de grondstoffen
vandaag haalde, waren afgesneden.
Japan probeerde tot onderhande
lingen te komen.
EH-CHKIf. MAWB AM/CS,
,fj TO 'M SLOME FOKKFF
A FTOFOi, MAÏFH HC HOU MSE*
LAMe VOOF££Hmm/e fn-M?
ven afwezig
J. Neuman was deze week
rhinderd zijn bijdrage te le
ren. Volgende week is alles,
ar het zich laat aanzien, weer
het oude.
lr Marten Belnema
pen vorig artikeltje over het al
niet nu moderniseren van
(wapens, schreef ik o.m. het
jende: „De suggestie dat een
Btuele minderheid waar ik
|elf dan ook wel bij zie die
r (e gaan staan te kennen geeft
T een bepaalde motie te stem-
I, zich als geloofshelden verheft
Vdden en boven hun afvallige
^iegenoten verwerp ik als
rzinwekkend en onbillijk."
(uw, 29 november 1979).
n hartgrondig wil ik nu ook een
kre valse tegenstelling afwij-
I namelijk dat alleen die CDA-
|t»eleden die donderdag 6 de-
^er jl. tegen de motie-Stemer-
y stemden hun verstand hebben
ruikt en dat de tien fractieleden
met die motie zich tegen pro-
►ie thans van gemoderniseerde
■wapens uitspraken, hun ver-
1 niet gebruikten of niet kon-
igebruiken, wegens het gemis
I voor het vooralsnog afwijzen
[die produktie is een redelijke
mentatie mogelijk. Generaai-
'<>r Von Meijenfeldt conclu
de onlangs als volgt: „Een.be-
H tot modernisering lost mijns
lens de werkelijke problemen
yvoor wij staan, ook op mili-
jgebied, niet op. Het stimuleert
Wapenwedloop en maakt ons in
pemende mate afhankelijk van
favernietigingswapens. Een
lelijk besluit lijkt mij overho
ren in strijd met onze veilig-
Jsbelangen. Wij zetten een stap
*n weg waarvan een terugkeer
haast onmogelijk wordt. (Het
met de daarbij behorende
frmenten is te vinden in het blad
rStaatkunde". november 1979.)
hom, wie de discussie zindelijk
I houden en niet bij voorbaat
kwade wil of onnozelheid
SfcTl1 Uit te *aan' moet aannemen
0/(*°wel meerderheid als minder-
'f P'a de CDA-fractie vorige week
•derdag hun stem in redelijk
heid en naar eer en geweten hebben
uitgebracht.
Zij die strakke parallellen trekken
tussen de paraplu van Chamber
lain en de vele gebroken geweer
tjes die vóór 1939 het beeld beheer
sten èn de situatie nu, verwaarlo
zen het gegeven dat een bestaande
of snel op handen zijnde westelijke
achterstand in kernbewapening al
lerminst een bewezen feit is. Als de
geschiedenis ons één les leert, is
het deze dat zij zich nooit precies
herhaalt.
En er zijn voorstanders van moder
nisering nu, die in hun denken ver
want zijn aan die strategen die
eeuw in, eeuw uit een toekomstige
oorlog in gedachten voerden met
de wapens van de vorige strijd.
Kernwapens zijn evenwel niet
slechts een kwantitatieve „verbe
tering" van knots, van ongebroken
geweertjes, en van conventionele
bommen. Met die wapens, hoe vre
selijk in hun toepassing (Dresden!),
is het menselijkerwijs gesproken
niet mogelijk schepping en mens
heid blijvend en volstrekt te ver
nietigen; met gebruik van kernwa
pens is het nauwelijks voorstel
baar die vernietiging te ontgaan.
Redelijk
In die nieuwe, met elke moderni
sering dreigender situatie is het
de plicht van elk redelijk mens al
die risico's te nemen die verant
woord zijn. Daarbij behoren
mijns inziens tenminste het ac
cepteren van een gelijkwaardig
heid in kernwapens tussen west
en oost en ook wel, zo lang dat
zinvol kan zijn, het aanvaarden
van een tijdelijke en geringe ach
terstand. De moeilijkheid is ech
ter dat verschillende deskundi
gen verschillende antwoorden
geven op de vragen of die gelijk
waardigheid thans nog bestaat
en waar een eventuele achter
stand eindigt verantwoord te
zijn.
Het standpunt van de tien-koppige
minderheid in die CDA-fractie is,
met alle onderlinge nuanceringen.
niet dat van het IKV geweest. Wij
pleiten er als minderheid niet voor
dat Nederland zich eenzijdig en de
monstratief van elke kernwapen
ontdoet. Wij zijn wèl van mening
dat de NAVO-landen er goed aan
zouden doen niet onmiddellijk tot
een antwoord op de SS-20 raket te
besluiten, maar eerst, vanuit die
terughoudendheid, onderhandelin
gen met het Warschaupact moeten
voeren. De vraag daarbij is niet
zozeer of bij modernisering door de
NAVO het Sowjet-blok niet ver
der zal willen onderhandelen; dat
zullen ze, uit welbegrepen eigenbe
lang waarschijnlijk niet zonder
meer weigeren. De vraag is aller-
eerstof we, door nu de spiraalbewe
ging stop te zetten, des te eerder en
des te veiliger er toe kunnen komen
wederzijds de bewapeningspiraal
om te buigen in een ontwapenings
spiraal.
Een kabinetcrisis?
Ik schrijf deze beschouwing op
dinsdagavond 12 december in een
betrekkelijke windstilte na een po
litieke storm. Of tussen twee poli
tieke stormen? Hopelijk kan een
kabinetscrisis vermeden worden.
Maar het valt niet te ontkennen dat
aanvaarding van de motie-Stemer-
dink die mogelijkheid dichterbij
heeft gebracht. Naar mijn stellige
overtuiging gaat het hier echter
over vragen van zulk uitzonderlijk
belang dat de gewone spelregels
voor de wedstrijd tussen oppositie
en regeringspartijen niet beslis
send zijn.
Een kwestie van gelijke orde lijkt
mij de abortusproblematiek te zijn.
Als de behandeling daarvan was
voorafgegaan aan dit kernwapen-
onderwerp, zou er zich waarschijn
lijk ook een minderheidsgroep in
de fractie gemanifesteerd hebben.
Wellicht zelfs met deels dezelfde
namen als nu. Zou een deel van de
CDA-top en -achterban hen dan
ook zo snel als „dissidenten" ge
diskwalificeerd hebben?
Meer dan redelijk
Leveren besprekingen, als bedoeld
in de hierboven weergegeven op
vatting, geen positieve resultaten
op, dan zal overwogen moeten wor
den het eigen kernwapenbezit ver
sneld te moderniseren. Overwogen,
niet bij voorbaat besloten. Want
de vraag kan gesteld worden of, als
onverhoopt te zijner tijd ontwape
ningsbesprekingen blijken te mis
lukken, het dan op zichzelf redelij
ke van modernisering wel het laat
ste woord moet zijn.
Met deze vraagstelling treed ik,
wat mij betreft, buiten het kader
van de actuele politieke proble
men; maar niet buiten de grenzen
van christelijke overwegingen
over de politieke toekomst. Want
wie als christen en dat is eerder
in aanvulling op dan in tegenstel
ling tot de meermaals vermelde
redelijkheid niet van maar wel
in deze wereld wil zijn, komt voor
de vraag te staan of uiteindelijk
niet meer dan gewone, meer dan
'redelijke' risico's genomen moeten
worden. En die vraag wordt klem
mender naarmate de dreigingen
veelvuldiger worden. Immers, niet
alleen de hoog te waarderen wes
terse vrijheden kunnen gevaar lo
pen; een wederzijds oplopende be
wapeningsspiraal maakt het steeds
onzekerder of er in west en oost een
nageslacht zal zijn dat die vrijhe
den kan erven en verwerven.
Hoe denken we als gemeenschap
over een hopelijk met bidden en
werken te vermijden Russische be
zetting? Zijn we inderdaad liever
rood dan dood? En zo ja, is die
voorkeur christelijk? Ik heb op die
vragen nog geen definitief ant
woord, maar herhaal wat ik een
twee jaar geleden in 'Nederland-
sche Gedachten' schreef, namelijk
dat deze verre, mogelijke conse
quenties bij ons volk, in onze ker
ken. nog niet genoegzaam zijn ge
noemd. laat staan doordacht.
Zonder pretenties
Een meerderheid van CDA-fractie-
leden is, na en door diepgaande
discussies, blijven of gaan menen
dat een beperkte produktie van ge
moderniseerde kernwapens het
meest verantwoorde middel is om
daarna tot terugdringing van deze
wapens te komen.
Waar halen de kerken, wier leden
over deze verstrekkende proble
men nog niet uitgedacht en nog
minder eens geestes zijn, de preten
tie vandaan te kunnen zeggen dat
bij die fractieleden de C van het
CDA niet meer past (Berkhof)?
Of past in de kerken bij de grote
groepen die (nog) niet tot dezelfde
opvatting zijn gekomen als vele
van hun .leidslieden' de aandui
ding .christelijk' ook niet meer? En
namens wie spreken de synodes die
overigens door mij beaamde ver
klaringen uitgeven over de kern
wapens? Zij kunnen zich toch niet
beroepen op de vlot gegeven ant
woorden bij versimpelende IKV-
steekproeven?
Zo zijn bet naar mijn overtuiging
enerzijds de kerken waar de al be
gonnen discussies nog tot verdere
breedte en diepte moet komen voor
zij als kerken recht van spreken
hebben. Vele kerkleden willen mij
in brieven en stencils wijs maken
dat de meeste van mijn fractiege
noten de christelijke politiek van
zijn geloofwaardigheid beroven. Ik
vraag mij, hun brieven lezend, ie
dere keer weer af wat zij zelf voor
die geloofwaardigheid gedaan heb
ben en zullen doen, bijvoorbeeld en
bij (mijn) voorkeur in het CDA.
Anderzijds mag een partij als het
CDA die zijn politieke overtuigong
wil doen ontstaan in een voortdu
rende wisselwerking met de evan
gelische boodschap zijn oren niet
dichtstoppen voor wat, zo al niet
namens dan toch vanuit de kerken
door vele meelevende christenen
wordt gezegd.
Het Is te wensen dat de opkomende
dialoog tussen de kerken en het
Christen Democratisch Appèl, bei
de roet eigen maar verwante ver
antwoordelijkheid en opdracht,
niet gesmoord wordt in een heillo
ze polarisatie.
Drs. M. Beinema is lid van de
Tweede Kamer voor het CDA.
Toen dan ook generaal Eisenhower,
na de geslaagde atoomproef op 15
Juli 1945, door de Amerikaanse mi
nister van oorlog Stlmson op de
hoogte werd gebracht van het plan
inzake de atoomaanval op Japan,
uitte hij zijn bezorgdheid. Eisenho
wer wees erop dat de atoombom
men volmaakt overbodig waren. En
naderhand verzuchtte hij, na een
bezoek aan de Sowjet-Unie te heb
ben gebracht: Vóór de bom viel
zou ik hebben gezegd: we kunnen
zeker de vrede bewaren met de Rus
sen. Nu weet ik het niet meerDe
mensen zijn allemaal verschrikt en
geschokt."
De politieke boodschap van de
atoombommen, dat de Verenigde
Staten na de Tweede Wereldoorlog
de machtigste natie zouden zijn,
was duidelijk overgekomen bij de
Russen. Zij luidde tevens de Koude
Oorlog in. Inmiddels moesten de
Amerikanen wel verhullen dat de
atoomaanval een oorlogsmisdaad
was, omdat zonder militaire nood
zaak twee steden waren verwoest.
Daarom werd de mythe naar voren
gebracht dat de atoombommen
noodzakelijk waren en dat de bevol
king van de Japanse steden voor de
aanvallen was gewaarschuwd. Een
paar maanden daarna werden in.
Neurenberg wel Duitse oorlogsml-
dadlgers berecht, onder meer om
dat zij zonder militaire noodzaak
steden en dorpen hadden verwoest.
Achterstand?
De tweede mijlpaal is de zgn „bom-
ber-gap", in de vijftiger Jaren. De
Amerikanen zouden een achter
stand hebben op het gebied van de
bommenwerpers. Een grootscheeps
bouwprogramma werd opgezet.
Hierbij werd onder meer de B-52
ontwikkeld. Maar spoedig bleek dat
van een Amerikaanse achterstand
geen sprake was geweest Integen
deel, de Verenigde Staten hadden
voor wat betreft bommenwerpers
een voorsprong, die door het bouw
programma nog groter werd
gemaakt.
Vervolgens was er begin zestiger
jjaren de zgn „mlssile-gap". De Ame-
•rikanen zouden nu een achterstand
hebben opgelopen voor wat betreft
de atoomraketten. In zijn verkie
zingscampagne benadrukte Kenne
dy deze achterstand. Hij stelde de
regering-Eisenhower daarvoor ver
antwoordelijk en versloeg mede
daardoor zijn tegenstander Nixon,
die vice-president was van Eisen
hower.
Ook nu weer bleek al gauw dat er
nooit een achterstand had bestaan.
De Verenigde Staten lagen op het
"gebied van de strategische raketten
ver voor op de Sowjet-Unie. Maar
inmiddels was wel de aanzet gege
ven tot de bouw van nog meer ra
ketten.
De vierde mijlpaal is de Cuba-crisis,
van oktober 1962. Nadat de Ameri
kanen Thor en Jupiter raketten en
B-47 bommenwerpers hadden ge
stationeerd aan de grenzen van de
Sowjet-Unie, wilden de Russen ra
ketten plaatsen op Cuba. De meer
derheid van de Amerikaanse Natio
nale Veiligheidsraad was van me
ning dat de raketten op Cuba:
de kans op een Russische aanval
niet vergrootten;
de kracht van een Amerikaanse
aanval niet zouden verminderen;
nauwelijks een bijdrage vorm
den voor het afschrikwekkende ver
mogen van de Sowjet-Unie om na
een aanval van de Verenigde Staten
te kunnen terugslaan.
Mc Nam ara. de Amerikaanse minis
ter van defensie, verklaarde kort en
bondig: Een raket is een raket. Het
maakt geen groot verschil of je
wordt gedood door een raket die
wordt afgevuurd vanuit de Sowjet-
Unie of vanaf Cuba."
Bovendien was de ontwikkeling van
de raketten die vanuit onderzeebo
ten kunnen worden gelanceerd in
volle gang. De Verenigde Staten be
schikten reeds over deze raketten.
Verwacht kon worden dat de Sow
jet-Unie spoedig zou volgen (het
geen inderdaad in 1964 gebeurde),
zodat ook daarom het niet zou uit
maken of er al dan niet raketten op
Cuba zouden staan.
Desalniettemin bracht president
Kennedy de kwestie met veel ophef
in de publiciteit. HIJ sprak daarbij
over offensieve militaire maatrege
len van de Sowjet-Unie, die de Vere
nigde 8taten bedreigden. Hij eiste
dat de raketten zouden worden ver
wijderd en de blokkade van Cuba
werd een feit.
De vraag is waarom Kennedy de
raketten op Cuba zo als dreiging
presenteerde. Het heeft er alle
schijn van dat dit alleen gebeurde
met het oog op de verkiezingen die
in november 1962 zouden plaatsvin
den Kennedy had namelijk een
aantal gevoelige politieke nederla
gen te incasseren gekregen. Te noe
men vallen:
zijn ontmoeting met Chroetsjow
in Wenen, door wie hij werd over
troefd;
de mislukte invasie in de Var
kensbaai;
zijn onvermogen om de Berlijnse
muur tegen te houden.
HIJ wilde nu het prestige van zijn
regering opvijzelen, door nu als
sterke man op te treden. Het resul
taat was in ieder geval dat de we
reld balanceerde op de rand van de
totale atoomoorlog.
De laatste mijlpaal was het recente
verzet tegen de invoering van het
neutronenwapen. Schijnbaar heeft
dat verzet succes gehad, want de
Amerikaanse president verklaarde
dat het nieuwe wapen niet zou wor
den gemaakt. Maar inmiddels is
duidelijk geworden dat alle essen
tiële onderdelen van het neutronen
wapen worden geproduceerd. Hier
door kunnen op zeer korte termijn
neutronenwapens worden geassem
bleerd.
Misleid
Vorenstaande geschiedenis toont
aan, dat steeds op belangrijke mo
menten de publieke opinie werd
misleid; dat de democratische vol
keren werden bedrogen. De vraag is
nu of in discussie inzake de Per
shing II en de Tomahawk hetzelfde
opnieuw gebeurt.
Er zijn duidelijke aanwijzingen dat
deze vraag bevestigend dient te
worden beantwoord. Aan de hand
van cijfers wordt getracht duidelijk
te maken dat de Sowjet-Unie op
Euro-strategisch niveau een over
wicht zou hebben. In de eerste
plaats merk ik hierbij op dat nu
iopeens dit Euro-strategische niveau
naar voren komt. Alsof het om de
woorden van Mc Namara maar eens
te parafraseren voor de Sowjet-
Unie veel uitmaakt te worden ver
nietigd door kernwapens die vanuit
de Verenigde Staten tegen haar
worden ingezet, of door kernwapens
die vanuit het Europese gebied wor
den afgevuurd. De vernietiging is
dezelfde en komt van de NAVO.
Maar afgezien hiervan er wordt
op een vreemde manier gerekend
bij het vaststellen van de Euro-stra
tegische krachtsverhoudingen. In.
een brief aan de Tweede Kamer van'
26 oktober Jl, wordt door de minis
ters van buitenlandse zaken en van
defensie gesteld, dat de Poseidon
raketten niet zijn meegerekend,
hoewel zij in de NAVO-strijdkrach-
ten in Europa zijn geïntegreerd. En
op 1 november zei de minister van
defensie, dat deze integratie zal.
worden gehandhaafd. Het gaat hier
bij volgens de minister om 400 ra
ketten (andere bronnen noemen een
hoger aantal, nl 496). Zij kunnen
vanuit onderzeeboten worden ge
lanceerd en hebben elk tien afzon
derlijk richtbare kernkoppen van
(vijftig kiloton. Eén onderzeeboot
heeft zestien van deze raketten aan
boord en is hiermee een formidabel
wapen. Dit vooral wanneer wordt
bedacht dat er ongeveer 200 „lonen
de doelen" in de Sowjet-Unie zijn.
Vreemd
Dat de Poseidon raketten niet wor
den meegeteld is nog vreemder,
wanneer wordt gelet op het feit dat
de Amerikaanse F-lll bommenwer
pers. die in Engeland zijn gestatio
neerd, wèl worden meegerekend.
Deze vliegtuigen hebben een groter
bereik (2.925 mijl) dan de Poseidon
raketten (2.880 mijl). De F-lll bom
menwerpers die in de Verenigde
8taten zijn gestationeerd, zijn ove
rigens buiten beschouwing gelaten.
Alsof zij niet in zeer korte tijd kun-«
nen worden Ingevlogen in het Euro--
pese gebied! Dit gebeurt waar
schijnlijk ook met B-52 bommen
werpers, zoals onlangs bleek uit een
bericht in de „Vliegende Hollan
der", het officiële maandlbad van
de Koninklijke Luchtmacht.
In een andere publikatie van het!
ministerie van defensie. „Kernwa
pens in discussie", van september
1979. wordt een en ander zeer sug
gestief in beeld gebracht. Er wordt
echter, evenals in de discussie, ge
werkt met aantallen raketten en
vliegtuigen. Het beeld wordt totaal
anders wanneer de aantallen kern
koppen worden geteld. Zo hebben
blijkens „Kernwapens in discussie"
de Verenigde Staten minder strate
gische raketten en vliegtuigen dan
de Sowjet-Unie (2.283 tegen resp.
2.504). maar beschikken zij wèl over'
aanzienlijk meer strategische kern
ladingen (9.200 tegen resp. 5.000)
Totaalbeeld
Op grond van het vorenstaande kan
naar mijn mening dan ook niet op
basis van de zgn Euro-strategische
krachtsverhoudingen worden be
slist over de Invoer van nieuwe ra
ketten. Het gaat, wanneer men wil
denken binnen het kader van de
wederzijdse afschrikking, om het
totaalbeeld van de krachtsverhou
dingen. In dat totaalbeeld is in het
geheel geen sprake van een achter
stand van de NAVO.
Voor het overige blijft natuurlijk de
vraag hoe vaak men nog misleid
'wenst te worden, om vervolgens
spoedig daarna tot de ontdekking,
te komen dat weer een overbodige
«tap in de bewapeningswedloop is
gezet.
M. J. F. Stelling is kapitein van de
Koninklijke Luchtmacht.