Ms de maat vol is en nationaal tehuis Een M uitweg uit de^ nachtmerrie? De sociale verdediging - als alternatief .IDAG 7 DECEMBER 1979 herzien hun houding tegenover buitenlandse arbeiders, zodra zij hen ervaren als strijdmakkers. Ten derde: kerken kiezen partij voor stakers en steunen hen met geld en lokaliteiten. In de vierde plaats: het zal steeds vaker om immateriële eisen gaan. Dat is een minder gelukkige tetm, die toch ook een positieve waarde heeft: „immaterieel" wil in feite zeggen dat de stap van een staking om hoger loon naar een staking om de kwaliteit van de arbeid (zoals de vijfploegendienst) groter was dan de stap die er op volgen kan: die van de kwaliteit van de arbeid naar de doeleinden ervan. De thans ingeslagen weg naar humanisering van de arbeid moet uitlopen op de ontdekking, dat meetellen-als-mens ook verantwoordelijkheid voor de samenleving inhoudt. Na het recht op arbeid moet het recht op het weigeren van bepéólde arbeid bevochten worden. Dat betekent een fundamentele verschuiving. Ten vijfde: zolang het om meer loon (of via het loon om meetellen-als-mens) te doen is, is de eensgezindheid groter dan wanneer andere motieven in het spel komen. Een botsing tussen werkwilligen en stakers wordt dan steeds waarschijnlijker. In de zesde plaats: er valt te verwachten dat stakingen in de komende jaren een steeds fanatiekere tegenstand van werkgevers zullen uitlokken. Een produktenstaking is een gevaarlijker bedreiging voor de bestaande orde dan een staking om loon. Niet voor niets zijn regeringen zo beducht voor de boycot tegen een ander land: straks worden zulke wapens tegen de autoriteiten in het eigen land gebruikt. Volgens Domela Nieuwenhuiszijn alle revoluties begonnen met een militaire werkstaking, zoals op Montmartre in 1871, toen de soldaten zich verbroederden met het proletariaat. Duitse arbeiders hebben in 1918 het einde van de oorlog verhaast door een staking in de wapenfabrieken. Toen tijdens onze koloniale oorlog de eerste schepen met Nederlandse militairen naar Indonesië vertrokken, legden in Amsterdam duizenden arbeiders het werk neer. De tijd wordt weer rijp voor ziilke stakingen: protestacties tegen het officiële beleid, gesteund door vrouwen, gastarbeiders en kerken. Naarmate stakingen zich steeds meer zullen richten op de strijd voor een nieuwe economische orde, zullen de werkgevers des te krampachtiger aan de eigen machtsposities vasthouden. De strijd zal feller worden dan wij tot nu toe gewend waren. Het was nog maar een voorproefje, toen in dit jaar de Shell-directie gebruik maakte van een actie van werkwilligen om tijdens een staking de poorten van binnenuit met geweld te openen. Voortaan moet blijkbaar rekening gehouden worden met een gewelddadig ingrijpen van werkgeverszijde. Stakingen kunnen nu snel escaleren tot gevaarlijke gebeurtenissen, zoals die in ons land al tijdenlang ondenkbaar waren. In Amerika komt het zelfs voor dat bij stakingen doden vallen. Het is nog niet zo lang geleden dat de grote industriëlen in de V.S. het bedrijfsleven beschouwden als een voortdurende strijd die nog maar net geen openlijke oorlog werd. Zij vernietigden concilrrenten die niet wilden capituleren. Zij waren op hun hoede voor eenzelfde actie van de kant van hun mededingers. Zij bouwden palissaden om hun fabrieksterrein, met gewapende schildwachten bij de poort. Zij hielden een met vuurwapens uitgeruste bedrijfspolitie op de been, als een particulier legertje dat, zo nodig, meteen uit te breiden was met huurlingen. Zij plaatsten spionnen tussen de arbeiders. Zij probeerden stakingen te voorkomen door zich bij voorbaat langer de mensheid willen overladen met overbodige en gevaarlijke produkten, als burgers niet langer „beveiligd" willen worden door wapens voor massale kindermoord. als kerken niet langer een eigen plaats claimen tegenover hen die geen plaats hebben, als de samenleving niet langer verdraagt dat een dolgedraaide economie de mensheid kankerrijp maakt door radio-actief afval, dan zullen niet-te-onderschatten tegenkrachten in het geweer komen, die het oude beeld weer oproepen van de cavalerie die de hoek om jaagt. Er zullen steeds meer zaken zijn die ons zoals nu de kernbewapening voor een niet-te-ontlopen keuze plaatsen. Dat kan inderdaad een hardere opstelling van de kerken noodzakelijk maken. Maar opwekkend kan dit toekomstbeeld alleen maar zijn voor avonturiers en fanatici, die er niet bij stilstaan dat wij in elke strijd met ménsen te maken hebben, en dan nog vaak mensen van wier onwetendheid of trauma's misbruik wordt gemaakt (zoals bij hen die de nieuwe vergéldingsmiddelen nog steeds benaderen vanuit het gebrek aan verdédigingsmiddelen tegenover Hitler). Als „Hervormd Nederland" aan tegenstanders van kernwapens een massale staking of het lamleggen van belangrijke kruispunten suggereert en als Berkhof laat blijken dat straks de kerken tot burgerlijke ongehoorzaamheid zullen oproepen („als de C hier geen kracht heeft, heeft zij dat verder nergens meer"), dan mogen twee groepen mensen zich daar niet aan optrekken: zij bij wie de soep altijd heter opgediend dan gegeten wordt (voor hen is het uur der waarheid al zo vaak aangebroken dat het nooit aanbreekt) en zij die maar al te gróóg geharnast erop los gaan. te verzekeren van het machtsvertoon van de staatsmilitie, beschikbaar gesteld door welwillende gouverneurs. Ida Tarbell beschreef de methoden en technieken van de Standard Oil: een lange geschiedenis van geweld, onrecht, afpersing, omkoping, bedrog, huichelarij, bedreiging en moord. De conflicten tussen werkgevers en werknemers in het westelijk bergland noopten gouverneurs soms tot het uitroepen van de staat van beleg. De klassenstrijd werd met openlijk geweld uitgevochten, met hinderlagen, vuurgevechten en sluipmoordenaars. Een senaatscommissie ontdekte in de jaren dertig in een bedrijf in Chicago een directie-arsenaal, dat ipéér wapens bevatte dan dat van de gehele gemeentepolitie. Het Europese bedrijfsleven heeft deze particuliere militarisering nooit gekend, al werden wel ipeermalen de politie of het leger tegen stakende arbeiders ingeschakeld. Menigten die Domela Nieuwenhuis toejuichten, zijn daarvoor door de politie stevig gestraft. „Reeds zwenkt de meeuw naar de uitgestoken hand, en bij de schoen zijn mussen toegeschoten. Andere vogels hebben het niet zo Als die om kruimels van de hemel vragen, een bioscoop, een fiets, een radio, komt de cavalerie de hoek om jagen" (Nijhoff). Het lijkt of we nu heel ver van de Shell-shock zijn afgedwaald. Maar de stakingsbrekers waren niet voor ^iets met helmen uitgerust. De eerste vijf nieuwe elementen die we noemden, maken het zesde onontkoombaar. Als arbeiders niet langer accepteren dat maatschappelijke vernieuwingen door hogere lonen worden afgekocht, als zij niet et wil dit jaar niet lukken met de edelievende ingetogenheid van cember. De maand van stille «inning is nog vol rumoer. Wie ch de tijd voor een terugblik komen acht, moet het bijna lorbije jaar wel typeren als een priode, waarin de verhoudingen J te rustig het vaak ook lijkt fl immiger zijn geworden. Wat 9 oeger onvoorstelbaar leek, is nu K (in de orde van de dag: een p ilitiekordon rondom een reformeerde pastorie, een ingres over kerken als ijplaatsen, een kanselgebed voor Ulte: iristelijke onderduikers in een >or christenen geregeerd land; NU j gezonden stukken over rrty irnwapens die de kerk laten tJV Ateenvallen in landverraders NU 4ierzijds en afgodendienaars NU 3 iderzijds, een voorzitter van de aad van Kerken die bij een assale demonstratie verklaart dat t kerken zich harder zullen gaan istellen tegenover de overheid, n staking waaraan door de rectie met geweld een eind wordt smaakt. Dit zijn niet zomaar een aar losse sensationele berichten, aar symptomen van éénzelfde "litwikkeling: naarmate de liderdanen het niet langer némen, lillen de autoriteiten dit niet langer jémen. Aan beide kanten geldt lan: de maat is vol. tij kunnen dit duidelijk maken aan Ie hand van het laatstgenoemde joorbeeld, dat voor het Jerslechterend klimaat van 1979 Irperend is. In de strijd van lakende arbeiders zijn zes nieuwe Tementen aan te wijzen. Ten prste: de vrouwen van de stakers .llij ven niet langer op de oes*}chtergrond. maar nemen zelf nitiatieven die een bredere jitwerking hebben dan het directe KBBfoel (de ondersteuning van de ■Betaking). Ten tweede: de stakers door Anton Heering Sinds enige weken weten wij dat een meerderheid in de Tweede Kamer bereid is het NAVO-voorstel om honderden zware raketten voor het afschieten van kernbommen te bouwen, ter plaatsing in Europa, in beginsel te accepteren. Dat het CDA daaraan het vijgeblad van „voorlopig nog geen besluit tot stationering" heeft gehecht, doet aan de weerge geven constatering niet af tenzij dit voorbehoud ten aanzien van een aantal fractieleden dient om de mogelijk heid open te houden, dat zij de definitieve invoering van de nieuwe wapens uiteindelijk toch zullen verwerpen. Wie weet? Laten we het hopen. Want er is bijna niet te ontkomen aan de indruk, dat die kamermeerderheid, overvallen als het ware door een drammerige haastprocedure, niet alle aspec ten van het vraagstuk voldoende in haar overwegingen heeft betrokken. Met die overwegingen bedoel ik in dragen met andere landen, die zich de eerste plaats: de vergroting van op hetzelfde standpunt stellen, be- het risico van daadwerkelijk ge- horen tot de mogelijkheden. Bij el- bruik van kernwapens en het daar- kaar zullen deze voorbereidingen op mee doen ontbranden van een „all- een potentiële agresqor wel degelijk out war". Want alle geruststellende een preventieve werking kunnen theorieën over „afschrikking" ten hebben. Want wat heeft hij aan de spijt, valt niet te ontkennen dat bezetting van een land als de bevol- afschrikking met kernwapens, wil king toch hardnekkig weigert naar ze geloofwaardig zijn, de bereidheid zijn pijpen te dansen? Dat veroor- tot toepassing „als uitjerst^ middel" zaakt alleen maar last en mógelij- impliceert. Bovendien is door tallo- kerwijs een versterking van opposi- ze deskundigen gewezen op het tie in eigen land. groeiende gevaar van een ongewilde kernoorlog. Ph. P. Everts, directeur van het Instituut voor Internationale Stu diën te Leiden, zegt hiervan: „De theorie van het voorkómen van oorlog door afschrikking op grond waarvan ons steeds nieuwe wapens worden aangepraat is als was in de handen van wie ermee omgaan en getuigt, in haar onbe grensd vertrouwen op het mense lijk calculatievermogen, van intel lectuele hoogmoed: het hele bouw werk is een kaartenhuis, dat op drijfzand is gebouwd." Een andere soms geopperde tegen werping houdt in, dat sociale verde diging slechts mogelijk is, als de maatschappij tevoren in al haar la gen en op alle levensterreinen gede mocratiseerd is. Alleen dan immers, zo luidt de redenering, zijn de bur gers in staat zelf te bepalen wat zij tegen het gevaar van overheersing moeten doen. Inderdaad leggen verscheidene au teurs sterke nadruk op het verband tussen sociale verdediging, welke vereist dat burgers individueel en als groep (buurt, vereniging, kerk enz.) zeK verantwoordelijkheid kun nen en durven nemen, enerzijds, en ver doorgevoerde democratie an derzijds. Zij stellen dat verdere de mocratisering gunstig is voor de ontwikkeling van strategieën van sociale verdediging (evenals omge keerd). I. G. Leferink: Daar universiteiten jin hogescholen als proeftuinen voor Se maatschappij-hervorming zijn kangemerkt, kan gesteld worden Sat in deze tuinen te weinig is ge- Wed. (R.U.-Utrecht) ng. te stofoj Daarnaast doel ik nog op een ander verwaarloosd element, dat voor een standpuntbepaling essentieel is: de vraag of er geen alternatieven voor (kem)bewapening zijn om ons te beschermen. Ter beantwoording daarvan is liet nodig ons allereerst af te vragen wèt we willen bescher men. Toch zeker niet die kleine plek grond met zijn grillige vorm welke wij met „Nederland" aanduiden; tenminste, die vormt zekér niet het belangrijkste object. Ook de mili taire strategie houdt rekening met het opgeven van grote stukken ter ritorium. Er zijn belangrijker zaken te beschermen. Kort samengevat: onze democratische instellingen en onze geestelijke vrijheid. Nu kunnen we bezwaarlijk volhou den dat dit soort zaken door kern bewapening goed beschermd wordt. Voor de miljoenen doden, maar ook voor de overlevenden gesteld dat die-er zijn van een kernoorlog zijn ze volstrekt irrelevant. Bovendien echter dwingt effectieve voorberei ding van nucleaire defensie tot af breuk doen aan democratische ver houdingen. Voorbeelden daarvan zijn onder meer het bestaan van geheimhouding (zoals betreffende opslagplaatsen van kernwapens in ons land), misleiding (zoals destijds ten aanzien van de „missile gap") en beperking van vrijheden (zoals ge dwongen deelneming aan burgerbe scherming). De diepere oorzaak van het falen van de militaire verdedi ging, wat betreft het daadwerkelijk beschermen van onze hoogste goe deren, ligt voor de hand, maar wordt veelal over het hoofd gezien: het „middel" van het militaire ge weld pas niet bij het „doel," dat is de handhaving van democratie en vrijheid. Dousma: Ontwerpers van voor- Mweningen voor rolstoelberijders die- ^^en hun creativiteit in een dergelijk Joertuig te testen. (R.U.-Utrecht) j>. C. van Eek: Het ontbrekep van ALLfinkels in nieuwe wooncentra ge ve rsejuigt van ondernemersonzin. (R.U.- i, VEiItrecht) Het zou echter onzinnig zijn, hieruit de conclusie te trekken, dat we maar stil moeten zitten afwachten tot die optimale democratie een feit is, alvorens aan sociale verdediging te beginnen. Ook in een gedeeltelijk gedemocratiseerde maatschappij als de onze is de opbouw van sociale verdediging nodig en mogelijk. Overigens valt niet te ontkennen, dat op dit terrein nog veel denk werk verricht moet worden om tot een goed beleid te komen. ÉJ. F. den Boggende: De sterkste llingen staan doorgaans in ma- ;ijnen (R.U.-Utrecht). C. Meinders: Uit het luidruchtig edrag van het publiek van pop- olie( ïusici kan worden geconcludeerd, boi at het aantal luisteraars naar pop- 5, o ïuziek ten opzichte van de luiste- aars naar klassieke muziek niet venredig is met de door radio en elevisie bestede tijd aan de respec- vinds eveliJke muzieksoorten (R.U.-Gro- •enbi ingen). d H B. Wientjes: Ten onrechte menen elen dat zwijgzame mensen „niets- -p eggende figuren" zijn (VU-Amster- "ri( am) ïddei in avW. Musschenga: De Nederduits oord '^reformeerde Kerk in Zuid-Afrika Me n eeft blijk gegeven van een zuiver >urg ïzicht in haar polltiek-maatschap- elijke rol toen zij 'gelden uit de eheime propagandafondsen van e Zuidafrikaanse regering accep- eerde (VU-Amsterdam) Geen rol Het is op zijn minst genomen merk waardig. dat de gedachte van socia le verdediging in de politieke dis cussies tot nu toe vrijwel geen rol heeft gespeeld, terwijl ze voor de actuele problematiek toch zo bui tengewoon relevant is. In pacifisti sche kring wordt ze al sedert vele jaren besproken. Maar ook de we tenschap houdt er zich de laatste tien jaar zij het naar mijn mening niet intensief genoeg mee bezig, getuige o.a. publikaties van polo- mologen als Theodor Ebert, Johann Galtung, Adam Roberts, Gene Sharp, alsmede in eigen land Hylke Tromp en Hans Niezing. Is het niet de hoogste tijd dat ook de politici zichzelf en ons allen trachten te bevrijden van de nacht merrie van de atoomdood, door het vraagstuk van de verdediging in een nieuw perspectief te plaatsen: het perspectief van de sociale ver-, dediging? Want alleen déze belooft momenteel nog een echte bescher ming van hetgeen onze samenle ving het beschermen waard maakt, omdat haar methoden rechtstreeks voortkomen uit wat wij willen be houden en versterken, onze demo cratie en onze vrijheid, i.p.v. uit de daaraan strijdige ratio van het geweld. Moet dan niet, als eerste conse quentie. de gedachte aan nieuwe kernwapens, waarover eerstdaags beslist gaat worden, volstrekt ver worpen worden? Om vervolgens met voortvarendheid de concrete toepassing van sociale verdedi gingsmethoden voor te bereiden?? Dr. A. H. Heering is oud-hoofdamb tenaar bij het ministerie van socia le zaken. t. M. W. de Waal: Het beschikken ver veel motivatie en minder intel- gentie levert vaak meer op dan de ombinatie weinig motivatie, hoge ntelligentie (KU-Nijmegen) Overeenstemming Wat wij derhalve hard nodig heb ben is een theorie en een praktijk, gericht op bescherming van die hoogste goederen met middelen die naar hun aard daarmee in overeen stemming zijn. Zo'n theorie bestaat. Zij kan bogen op praktische voor beelden in de geschiedenis en ver keert in een zodanige staat van ont wikkeling, dat er consequenties voor het beleid uit kunnen worden getrokken. Ik heb het oog op de gedachte van „sociale verdediging", dat is verdediging van onze samen leving met behulp van methoden die gebaseerd zijn op de in die sa menleving geldende waarden en normen Met andere woorden: niet door middel van geraffineerd en ge perfectioneerd geweld, aangevuld met het kweken van wantrouwen en haat jegens een „vijand", maar door verdieping en uitbreiding van onze democratie (zodat infiltratie met daaraan vijandige denkbeelden on mogelijk wordt), dialoog met de te genstander en zo nodig door lijde lijk verzet, burgerlijke ongehoor zaamheid, opbouw van ondergrond se netwerken voor Informatie en communicatie (zoals onder de Duit se bezetting) en andere vormen van geweldloze tegenstand die in de ge geven situatie effectief lijken. Misverstand Men hoort nogal eens hiertegen de kritiek uiten, dat dit soort verweer pas aan de orde kan komen nadat ons land (resp. het Westen) onder de voet is gelopen, en dus als preventie van vreemde overheersing waarde loos is. Dit berust op een misver stand. Immers, sociale verdediging vereist een weliswaar geheel ande re, maar niet minder grondige voor bereiding dan de militaire. Ook ver veel lijkt mij zeker dat het in geen relatie staat tot „bevlieging" en dat de gebruikers er iets mee wil len aanduiden dat tussen „bewo genheid" en „emotioneel engage ment" in ligt. „Bevlogenheid" slaat in ieder geval niet op de kwaliteit van de gebezigde argumenten. Toen ik het verwijt de eerste keer tegenkwam, had ik kort tevoren zitten lezen in „Scheppend nihilis me", een aantal interviews met dr. Willem Frederik Hermans, die door Frans A. Jansen zijn gebun deld tot een boek (Amsterdam 1979). In een van die interviews dat oorspronkelijk gepubliceerd is in de Haagse Post van 31 maart 1962, vertelt de schrijver over zijn erva ringen vóór en tijdens de Tweede Wereldoorlog. Op een gegeven mo ment zegt hij (blz. 42 van het boek): „Iedereen zag met open ogen een catastrofe aankomen en hij kwam aan, alleen niet zo exact zoals men gedacht had. Ik heb mij later eens herinnerd-wat de NSB-ers in '38 opperden: alle joden moesten ge dwongen emigreren naar Surina me. Als dat gebeurd was, dan zou den de meesten nu nog leven." In gedachten stelde ik mij de ver ontwaardiging voor die het denk beeld van de NSB-ers bij de over grote meerderheid van het Neder landse volk zal hebben gewekt. Stel je voor: in grote delen van Europa woedde al de pest van de zetting van Nederland al lang een feit was, erkende Mussert dat zijn denkbeeld niet veel anders was ge weest dan een „plan tot deportatie naar Cayenne". Volgens de Parlementaire Enquê tecommissie hebben de regeringen van Suriname en Curacao de eerste aanvankelijk en de laatste bij voortduring in de oorlog een afwijzende houding aangenomen met betrekking tot het toelaten van Nederlandse uitgewekenen. In het tweede deel van „Ondergang" vermeldt dr. J. Presser dat de Ne derlandse ministerraad in februari 1943 heeft overwogen, of men Ne derlandse Joden in.Nederland te gen geïnterneerde Duitsers in Suri name kon uitwisselen. Maar uitein delijk is men er niet aan begonnen: „Een der bezwaren tegen het plan was dat hoewel het lot der Joden wellicht zwaarder te dragen is dan dat van andere bevolkingsgroepen, het toch de vraag blijft of zulks voldoende grond vormt voor een voorkeursbehandeling." Tot zover, nogal uitvoerig, de ach tergrond. Kun je nu zeggen dat het „bevlogen" verzet tegen de plan nen van Mussert verkeerd of mis plaatst was? Ik geloof het niet. De argumenten van de NSB-leider wa ren vele malen slechter dan die van de mensen die hem bestreden. En dat navolging van de lijn-Mussert tot gevolg zou hebben gehad dat mensenlevens waren gespaard, kan men achteraf wel vaststellen. Maar wie had dat op het moment van de discussie kunnen voorzien? officiële jodenvervolging. Met af schuw sloegen de Nederlanders gade wat het nationaal-socialisti- sche regime in Duitsland de joden aandeed. En nu kwam daar een miserabele groep landgenoten met een voorstel dat eigenlijk in die zelfde richting ging. Gedwongen emigreren van joden naar Surina me. Schande, schande. En dan dat kille zinnetje van Hermans: „Als dat gebeurd was, dan zouden de meesten nu nog leven." Was dit nu niet een voorbeeld dat aantoonde dat een „bevlogen" standpunt niet noodzakelijkerwijs tot de beste re sultaten leidt? Het was tegen die achtergrond dat de NSB-leider ir. A. A. Mussert een plan ontwikkelde voor een „orde lijke oplossing" van het „joodse vraagstuk". Het kwam erop neer dat Nederland, Engeland en Frank rijk hun Westindische bezittingen Suriname, Brits- en Frans Guyana zouden afstaan om er een „Joods Nationaal Tehuis" van te maken. Nederland zou een territoriale compensatie ontvangen in de vorm van dat deel van de Portugese kolo nie Mozambique dat aan Transvaal grensde (Portugal moest dan weer „een passend deel" van Belgisch Congo krijgen). De Verenigde Sta ten met „hun geweldige financiële macht" zouden het Nationale Te huis zodanig moeten inrichten „dat het joodse volk daarmede alleszins tevreden kan zijn". Met dit plan stuurde Mussert zijn medewerker Rost van Tonningen naar Berlijn. Hij wilde eerst de goedkeuring verkrijgen van de Duitse autoriteiten en vervolgens de publikatie overlaten aan de Ita liaanse fascistenleider Mussolini. Maar Berlijn zei „neen", en toen maakte Mussert zijn plan „met veel tam-tam" zelf maar wereldkundig. Vooral de NSB-krant „Volk en Va derland" werd daarvoor gebruikt. Hij deed het nu voorkomen alsof Nederland, Engeland, Frankrijk en de Verenigde Staten niet bereid waren iets te doen om de Duitse Joden op te vangen en dat ze daar om het recht misten tegen de anti semitische politiek van het Derde Rijk te protesteren. Ruim twee jaar later evenwel, toen de Duitse be- rt,ev.loor H. J. Neuman lel rr £raa^u de regering-Van Agt morgen ^ersiaar uiteindelijke standpunt zal jitsl,ePalen inzake de modernisering i in 'an kernwapens voor de middel- rt. ange afstand, wil ik het maar eens frver iets anders hebben. Of eigen- ijk het bloed kruipt waar het liet gaan kan over een van de specten van dit vraagstuk dat in 11e hele discussie-tot-dusver een pe- PfcJ ifere, maar toch niet helemaal on- __ii.ielangrijke rol heeft gespeeld. Het «treft namelijk het verwijt dat egenen die een pleidooi vóór mo- lernisering hebben geleverd, het i. nderwerp met zo weinig „bevlo- enheid" hebben benaderd. Of het "777 en onvervalst Nederlands zelf- 777- tandig naamwoord is, kan ik in de -:v auwigheid niet vaststellen, al oei ik wei een lichte twijfel. Zo Ik heb eerst, in het „Voorspel" van dr. L. de Jong, de achtergronden van Hermans' opmerking nog eens nagelezen. In het najaar van 1938 bestond er in Nederland nogal wat onvrede over wat men het „schrie le" toelatingsbeleid noemde van de toenmalige regering. Mensen die in Duitsland vervolgd werden, die aan het concentratiekamp ontko men waren en die een toevlucht in Nederland zochten, stieten aan de grens op wat de Nieuwe Rotter- damsche Courant omschreef als „een keten van gummi en ijzer". Maar er waren ook groeperingen, kerkelijke en andere, die elke in spanning ten behoeve van de Duit se vluchtelingen nog te veel von den. In De Bazuin schreef een gere formeerde theoloog dat „het groot kapitaal voor een niet gering deel in handen der Joden is" en dat daarom giften van niet-Joden aan de Nationale Collecte overbodig waren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 13