Ms de maat vol is
en nationaal tehuis
Een M
uitweg uit de^
nachtmerrie?
De sociale
verdediging -
als alternatief
.IDAG 7 DECEMBER 1979
herzien hun houding tegenover
buitenlandse arbeiders, zodra zij
hen ervaren als strijdmakkers. Ten
derde: kerken kiezen partij voor
stakers en steunen hen met geld en
lokaliteiten. In de vierde plaats: het
zal steeds vaker om immateriële
eisen gaan. Dat is een minder
gelukkige tetm, die toch ook een
positieve waarde heeft:
„immaterieel" wil in feite zeggen
dat de stap van een staking om
hoger loon naar een staking om de
kwaliteit van de arbeid (zoals de
vijfploegendienst) groter was dan
de stap die er op volgen kan: die van
de kwaliteit van de arbeid naar de
doeleinden ervan. De thans
ingeslagen weg naar humanisering
van de arbeid moet uitlopen op de
ontdekking, dat meetellen-als-mens
ook verantwoordelijkheid voor de
samenleving inhoudt. Na het recht
op arbeid moet het recht op het
weigeren van bepéólde arbeid
bevochten worden. Dat betekent
een fundamentele verschuiving.
Ten vijfde: zolang het om meer loon
(of via het loon om
meetellen-als-mens) te doen is, is de
eensgezindheid groter dan wanneer
andere motieven in het spel komen.
Een botsing tussen werkwilligen en
stakers wordt dan steeds
waarschijnlijker. In de zesde plaats:
er valt te verwachten dat stakingen
in de komende jaren een steeds
fanatiekere tegenstand van
werkgevers zullen uitlokken. Een
produktenstaking is een
gevaarlijker bedreiging voor de
bestaande orde dan een staking om
loon. Niet voor niets zijn regeringen
zo beducht voor de boycot tegen
een ander land: straks worden zulke
wapens tegen de autoriteiten in het
eigen land gebruikt. Volgens
Domela Nieuwenhuiszijn alle
revoluties begonnen met een
militaire werkstaking, zoals op
Montmartre in 1871, toen de
soldaten zich verbroederden met
het proletariaat. Duitse arbeiders
hebben in 1918 het einde van de
oorlog verhaast door een staking in
de wapenfabrieken. Toen tijdens
onze koloniale oorlog de eerste
schepen met Nederlandse
militairen naar Indonesië
vertrokken, legden in Amsterdam
duizenden arbeiders het werk neer.
De tijd wordt weer rijp voor ziilke
stakingen: protestacties tegen het
officiële beleid, gesteund door
vrouwen, gastarbeiders en kerken.
Naarmate stakingen zich steeds
meer zullen richten op de strijd voor
een nieuwe economische orde,
zullen de werkgevers des te
krampachtiger aan de eigen
machtsposities vasthouden. De
strijd zal feller worden dan wij tot
nu toe gewend waren.
Het was nog maar een voorproefje,
toen in dit jaar de Shell-directie
gebruik maakte van een actie van
werkwilligen om tijdens een staking
de poorten van binnenuit met
geweld te openen. Voortaan moet
blijkbaar rekening gehouden
worden met een gewelddadig
ingrijpen van werkgeverszijde.
Stakingen kunnen nu snel
escaleren tot gevaarlijke
gebeurtenissen, zoals die in ons
land al tijdenlang ondenkbaar
waren. In Amerika komt het zelfs
voor dat bij stakingen doden vallen.
Het is nog niet zo lang geleden dat
de grote industriëlen in de V.S. het
bedrijfsleven beschouwden als een
voortdurende strijd die nog maar
net geen openlijke oorlog werd. Zij
vernietigden concilrrenten die niet
wilden capituleren. Zij waren op
hun hoede voor eenzelfde actie van
de kant van hun mededingers. Zij
bouwden palissaden om hun
fabrieksterrein, met gewapende
schildwachten bij de poort. Zij
hielden een met vuurwapens
uitgeruste bedrijfspolitie op de
been, als een particulier legertje
dat, zo nodig, meteen uit te breiden
was met huurlingen. Zij plaatsten
spionnen tussen de arbeiders. Zij
probeerden stakingen te
voorkomen door zich bij voorbaat
langer de mensheid willen
overladen met overbodige en
gevaarlijke produkten, als
burgers niet langer „beveiligd"
willen worden door wapens voor
massale kindermoord. als kerken
niet langer een eigen plaats claimen
tegenover hen die geen plaats
hebben, als de samenleving niet
langer verdraagt dat een
dolgedraaide economie de
mensheid kankerrijp maakt door
radio-actief afval, dan zullen
niet-te-onderschatten
tegenkrachten in het geweer
komen, die het oude beeld weer
oproepen van de cavalerie die de
hoek om jaagt. Er zullen steeds
meer zaken zijn die ons zoals nu
de kernbewapening voor een
niet-te-ontlopen keuze plaatsen.
Dat kan inderdaad een hardere
opstelling van de kerken
noodzakelijk maken. Maar
opwekkend kan dit toekomstbeeld
alleen maar zijn voor avonturiers en
fanatici, die er niet bij stilstaan dat
wij in elke strijd met ménsen te
maken hebben, en dan nog vaak
mensen van wier onwetendheid of
trauma's misbruik wordt gemaakt
(zoals bij hen die de nieuwe
vergéldingsmiddelen nog steeds
benaderen vanuit het gebrek aan
verdédigingsmiddelen tegenover
Hitler). Als „Hervormd Nederland"
aan tegenstanders van kernwapens
een massale staking of het
lamleggen van belangrijke
kruispunten suggereert en als
Berkhof laat blijken dat straks de
kerken tot burgerlijke
ongehoorzaamheid zullen oproepen
(„als de C hier geen kracht heeft,
heeft zij dat verder nergens meer"),
dan mogen twee groepen mensen
zich daar niet aan optrekken: zij bij
wie de soep altijd heter opgediend
dan gegeten wordt (voor hen is het
uur der waarheid al zo vaak
aangebroken dat het nooit
aanbreekt) en zij die maar al te
gróóg geharnast erop los gaan.
te verzekeren van het
machtsvertoon van de
staatsmilitie, beschikbaar gesteld
door welwillende gouverneurs.
Ida Tarbell beschreef de methoden
en technieken van de Standard Oil:
een lange geschiedenis van geweld,
onrecht, afpersing, omkoping,
bedrog, huichelarij, bedreiging en
moord. De conflicten tussen
werkgevers en werknemers in het
westelijk bergland noopten
gouverneurs soms tot het uitroepen
van de staat van beleg. De
klassenstrijd werd met openlijk
geweld uitgevochten, met
hinderlagen, vuurgevechten en
sluipmoordenaars. Een
senaatscommissie ontdekte in de
jaren dertig in een bedrijf in
Chicago een directie-arsenaal, dat
ipéér wapens bevatte dan dat van
de gehele gemeentepolitie.
Het Europese bedrijfsleven heeft
deze particuliere militarisering
nooit gekend, al werden wel
ipeermalen de politie of het leger
tegen stakende arbeiders
ingeschakeld. Menigten die Domela
Nieuwenhuis toejuichten, zijn
daarvoor door de politie stevig
gestraft.
„Reeds zwenkt de meeuw naar de
uitgestoken hand,
en bij de schoen zijn mussen
toegeschoten.
Andere vogels hebben het niet
zo
Als die om kruimels van de hemel
vragen,
een bioscoop, een fiets, een radio,
komt de cavalerie de hoek om
jagen" (Nijhoff).
Het lijkt of we nu heel ver van de
Shell-shock zijn afgedwaald. Maar
de stakingsbrekers waren niet voor
^iets met helmen uitgerust. De
eerste vijf nieuwe elementen die we
noemden, maken het zesde
onontkoombaar.
Als arbeiders niet langer accepteren
dat maatschappelijke
vernieuwingen door hogere lonen
worden afgekocht, als zij niet
et wil dit jaar niet lukken met de
edelievende ingetogenheid van
cember. De maand van stille
«inning is nog vol rumoer. Wie
ch de tijd voor een terugblik
komen acht, moet het bijna
lorbije jaar wel typeren als een
priode, waarin de verhoudingen
J te rustig het vaak ook lijkt
fl immiger zijn geworden. Wat
9 oeger onvoorstelbaar leek, is nu
K (in de orde van de dag: een
p ilitiekordon rondom een
reformeerde pastorie, een
ingres over kerken als
ijplaatsen, een kanselgebed voor
Ulte: iristelijke onderduikers in een
>or christenen geregeerd land;
NU j gezonden stukken over
rrty irnwapens die de kerk laten
tJV Ateenvallen in landverraders
NU 4ierzijds en afgodendienaars
NU 3 iderzijds, een voorzitter van de
aad van Kerken die bij een
assale demonstratie verklaart dat
t kerken zich harder zullen gaan
istellen tegenover de overheid,
n staking waaraan door de
rectie met geweld een eind wordt
smaakt. Dit zijn niet zomaar een
aar losse sensationele berichten,
aar symptomen van éénzelfde
"litwikkeling: naarmate de
liderdanen het niet langer némen,
lillen de autoriteiten dit niet langer
jémen. Aan beide kanten geldt
lan: de maat is vol.
tij kunnen dit duidelijk maken aan
Ie hand van het laatstgenoemde
joorbeeld, dat voor het
Jerslechterend klimaat van 1979
Irperend is. In de strijd van
lakende arbeiders zijn zes nieuwe
Tementen aan te wijzen. Ten
prste: de vrouwen van de stakers
.llij ven niet langer op de
oes*}chtergrond. maar nemen zelf
nitiatieven die een bredere
jitwerking hebben dan het directe
KBBfoel (de ondersteuning van de
■Betaking). Ten tweede: de stakers
door Anton Heering
Sinds enige weken weten wij dat een meerderheid in de
Tweede Kamer bereid is het NAVO-voorstel om honderden
zware raketten voor het afschieten van kernbommen te
bouwen, ter plaatsing in Europa, in beginsel te accepteren.
Dat het CDA daaraan het vijgeblad van „voorlopig nog geen
besluit tot stationering" heeft gehecht, doet aan de weerge
geven constatering niet af tenzij dit voorbehoud ten
aanzien van een aantal fractieleden dient om de mogelijk
heid open te houden, dat zij de definitieve invoering van de
nieuwe wapens uiteindelijk toch zullen verwerpen. Wie
weet? Laten we het hopen. Want er is bijna niet te ontkomen
aan de indruk, dat die kamermeerderheid, overvallen als het
ware door een drammerige haastprocedure, niet alle aspec
ten van het vraagstuk voldoende in haar overwegingen
heeft betrokken.
Met die overwegingen bedoel ik in dragen met andere landen, die zich
de eerste plaats: de vergroting van op hetzelfde standpunt stellen, be-
het risico van daadwerkelijk ge- horen tot de mogelijkheden. Bij el-
bruik van kernwapens en het daar- kaar zullen deze voorbereidingen op
mee doen ontbranden van een „all- een potentiële agresqor wel degelijk
out war". Want alle geruststellende een preventieve werking kunnen
theorieën over „afschrikking" ten hebben. Want wat heeft hij aan de
spijt, valt niet te ontkennen dat bezetting van een land als de bevol-
afschrikking met kernwapens, wil king toch hardnekkig weigert naar
ze geloofwaardig zijn, de bereidheid zijn pijpen te dansen? Dat veroor-
tot toepassing „als uitjerst^ middel" zaakt alleen maar last en mógelij-
impliceert. Bovendien is door tallo- kerwijs een versterking van opposi-
ze deskundigen gewezen op het tie in eigen land.
groeiende gevaar van een ongewilde
kernoorlog.
Ph. P. Everts, directeur van het
Instituut voor Internationale Stu
diën te Leiden, zegt hiervan:
„De theorie van het voorkómen van
oorlog door afschrikking op
grond waarvan ons steeds nieuwe
wapens worden aangepraat is
als was in de handen van wie ermee
omgaan en getuigt, in haar onbe
grensd vertrouwen op het mense
lijk calculatievermogen, van intel
lectuele hoogmoed: het hele bouw
werk is een kaartenhuis, dat op
drijfzand is gebouwd."
Een andere soms geopperde tegen
werping houdt in, dat sociale verde
diging slechts mogelijk is, als de
maatschappij tevoren in al haar la
gen en op alle levensterreinen gede
mocratiseerd is. Alleen dan immers,
zo luidt de redenering, zijn de bur
gers in staat zelf te bepalen wat zij
tegen het gevaar van overheersing
moeten doen.
Inderdaad leggen verscheidene au
teurs sterke nadruk op het verband
tussen sociale verdediging, welke
vereist dat burgers individueel en
als groep (buurt, vereniging, kerk
enz.) zeK verantwoordelijkheid kun
nen en durven nemen, enerzijds, en
ver doorgevoerde democratie an
derzijds. Zij stellen dat verdere de
mocratisering gunstig is voor de
ontwikkeling van strategieën van
sociale verdediging (evenals omge
keerd).
I. G. Leferink: Daar universiteiten
jin hogescholen als proeftuinen voor
Se maatschappij-hervorming zijn
kangemerkt, kan gesteld worden
Sat in deze tuinen te weinig is ge-
Wed. (R.U.-Utrecht)
ng. te
stofoj
Daarnaast doel ik nog op een ander
verwaarloosd element, dat voor een
standpuntbepaling essentieel is: de
vraag of er geen alternatieven voor
(kem)bewapening zijn om ons te
beschermen. Ter beantwoording
daarvan is liet nodig ons allereerst
af te vragen wèt we willen bescher
men. Toch zeker niet die kleine plek
grond met zijn grillige vorm welke
wij met „Nederland" aanduiden;
tenminste, die vormt zekér niet het
belangrijkste object. Ook de mili
taire strategie houdt rekening met
het opgeven van grote stukken ter
ritorium. Er zijn belangrijker zaken
te beschermen. Kort samengevat:
onze democratische instellingen en
onze geestelijke vrijheid.
Nu kunnen we bezwaarlijk volhou
den dat dit soort zaken door kern
bewapening goed beschermd wordt.
Voor de miljoenen doden, maar ook
voor de overlevenden gesteld dat
die-er zijn van een kernoorlog zijn
ze volstrekt irrelevant. Bovendien
echter dwingt effectieve voorberei
ding van nucleaire defensie tot af
breuk doen aan democratische ver
houdingen. Voorbeelden daarvan
zijn onder meer het bestaan van
geheimhouding (zoals betreffende
opslagplaatsen van kernwapens in
ons land), misleiding (zoals destijds
ten aanzien van de „missile gap") en
beperking van vrijheden (zoals ge
dwongen deelneming aan burgerbe
scherming). De diepere oorzaak van
het falen van de militaire verdedi
ging, wat betreft het daadwerkelijk
beschermen van onze hoogste goe
deren, ligt voor de hand, maar
wordt veelal over het hoofd gezien:
het „middel" van het militaire ge
weld pas niet bij het „doel," dat is
de handhaving van democratie en
vrijheid.
Dousma: Ontwerpers van voor-
Mweningen voor rolstoelberijders die-
^^en hun creativiteit in een dergelijk
Joertuig te testen. (R.U.-Utrecht)
j>. C. van Eek: Het ontbrekep van
ALLfinkels in nieuwe wooncentra ge
ve rsejuigt van ondernemersonzin. (R.U.-
i, VEiItrecht)
Het zou echter onzinnig zijn, hieruit
de conclusie te trekken, dat we
maar stil moeten zitten afwachten
tot die optimale democratie een feit
is, alvorens aan sociale verdediging
te beginnen. Ook in een gedeeltelijk
gedemocratiseerde maatschappij
als de onze is de opbouw van sociale
verdediging nodig en mogelijk.
Overigens valt niet te ontkennen,
dat op dit terrein nog veel denk
werk verricht moet worden om tot
een goed beleid te komen.
ÉJ. F. den Boggende: De sterkste
llingen staan doorgaans in ma-
;ijnen (R.U.-Utrecht).
C. Meinders: Uit het luidruchtig
edrag van het publiek van pop-
olie( ïusici kan worden geconcludeerd,
boi at het aantal luisteraars naar pop-
5, o ïuziek ten opzichte van de luiste-
aars naar klassieke muziek niet
venredig is met de door radio en
elevisie bestede tijd aan de respec-
vinds eveliJke muzieksoorten (R.U.-Gro-
•enbi ingen).
d H
B. Wientjes: Ten onrechte menen
elen dat zwijgzame mensen „niets-
-p eggende figuren" zijn (VU-Amster-
"ri( am)
ïddei
in avW. Musschenga: De Nederduits
oord '^reformeerde Kerk in Zuid-Afrika
Me n eeft blijk gegeven van een zuiver
>urg ïzicht in haar polltiek-maatschap-
elijke rol toen zij 'gelden uit de
eheime propagandafondsen van
e Zuidafrikaanse regering accep-
eerde (VU-Amsterdam)
Geen rol
Het is op zijn minst genomen merk
waardig. dat de gedachte van socia
le verdediging in de politieke dis
cussies tot nu toe vrijwel geen rol
heeft gespeeld, terwijl ze voor de
actuele problematiek toch zo bui
tengewoon relevant is. In pacifisti
sche kring wordt ze al sedert vele
jaren besproken. Maar ook de we
tenschap houdt er zich de laatste
tien jaar zij het naar mijn mening
niet intensief genoeg mee bezig,
getuige o.a. publikaties van polo-
mologen als Theodor Ebert, Johann
Galtung, Adam Roberts, Gene
Sharp, alsmede in eigen land Hylke
Tromp en Hans Niezing.
Is het niet de hoogste tijd dat ook
de politici zichzelf en ons allen
trachten te bevrijden van de nacht
merrie van de atoomdood, door het
vraagstuk van de verdediging in
een nieuw perspectief te plaatsen:
het perspectief van de sociale ver-,
dediging? Want alleen déze belooft
momenteel nog een echte bescher
ming van hetgeen onze samenle
ving het beschermen waard maakt,
omdat haar methoden rechtstreeks
voortkomen uit wat wij willen be
houden en versterken, onze demo
cratie en onze vrijheid, i.p.v. uit de
daaraan strijdige ratio van het
geweld.
Moet dan niet, als eerste conse
quentie. de gedachte aan nieuwe
kernwapens, waarover eerstdaags
beslist gaat worden, volstrekt ver
worpen worden? Om vervolgens
met voortvarendheid de concrete
toepassing van sociale verdedi
gingsmethoden voor te bereiden??
Dr. A. H. Heering is oud-hoofdamb
tenaar bij het ministerie van socia
le zaken.
t. M. W. de Waal: Het beschikken
ver veel motivatie en minder intel-
gentie levert vaak meer op dan de
ombinatie weinig motivatie, hoge
ntelligentie (KU-Nijmegen)
Overeenstemming
Wat wij derhalve hard nodig heb
ben is een theorie en een praktijk,
gericht op bescherming van die
hoogste goederen met middelen die
naar hun aard daarmee in overeen
stemming zijn. Zo'n theorie bestaat.
Zij kan bogen op praktische voor
beelden in de geschiedenis en ver
keert in een zodanige staat van ont
wikkeling, dat er consequenties
voor het beleid uit kunnen worden
getrokken. Ik heb het oog op de
gedachte van „sociale verdediging",
dat is verdediging van onze samen
leving met behulp van methoden
die gebaseerd zijn op de in die sa
menleving geldende waarden en
normen Met andere woorden: niet
door middel van geraffineerd en ge
perfectioneerd geweld, aangevuld
met het kweken van wantrouwen en
haat jegens een „vijand", maar door
verdieping en uitbreiding van onze
democratie (zodat infiltratie met
daaraan vijandige denkbeelden on
mogelijk wordt), dialoog met de te
genstander en zo nodig door lijde
lijk verzet, burgerlijke ongehoor
zaamheid, opbouw van ondergrond
se netwerken voor Informatie en
communicatie (zoals onder de Duit
se bezetting) en andere vormen van
geweldloze tegenstand die in de ge
geven situatie effectief lijken.
Misverstand
Men hoort nogal eens hiertegen de
kritiek uiten, dat dit soort verweer
pas aan de orde kan komen nadat
ons land (resp. het Westen) onder de
voet is gelopen, en dus als preventie
van vreemde overheersing waarde
loos is. Dit berust op een misver
stand. Immers, sociale verdediging
vereist een weliswaar geheel ande
re, maar niet minder grondige voor
bereiding dan de militaire. Ook ver
veel lijkt mij zeker dat het in geen
relatie staat tot „bevlieging" en
dat de gebruikers er iets mee wil
len aanduiden dat tussen „bewo
genheid" en „emotioneel engage
ment" in ligt. „Bevlogenheid" slaat
in ieder geval niet op de kwaliteit
van de gebezigde argumenten.
Toen ik het verwijt de eerste keer
tegenkwam, had ik kort tevoren
zitten lezen in „Scheppend nihilis
me", een aantal interviews met dr.
Willem Frederik Hermans, die
door Frans A. Jansen zijn gebun
deld tot een boek (Amsterdam
1979). In een van die interviews dat
oorspronkelijk gepubliceerd is in
de Haagse Post van 31 maart 1962,
vertelt de schrijver over zijn erva
ringen vóór en tijdens de Tweede
Wereldoorlog. Op een gegeven mo
ment zegt hij (blz. 42 van het boek):
„Iedereen zag met open ogen een
catastrofe aankomen en hij kwam
aan, alleen niet zo exact zoals men
gedacht had. Ik heb mij later eens
herinnerd-wat de NSB-ers in '38
opperden: alle joden moesten ge
dwongen emigreren naar Surina
me. Als dat gebeurd was, dan zou
den de meesten nu nog leven."
In gedachten stelde ik mij de ver
ontwaardiging voor die het denk
beeld van de NSB-ers bij de over
grote meerderheid van het Neder
landse volk zal hebben gewekt.
Stel je voor: in grote delen van
Europa woedde al de pest van de
zetting van Nederland al lang een
feit was, erkende Mussert dat zijn
denkbeeld niet veel anders was ge
weest dan een „plan tot deportatie
naar Cayenne".
Volgens de Parlementaire Enquê
tecommissie hebben de regeringen
van Suriname en Curacao de
eerste aanvankelijk en de laatste
bij voortduring in de oorlog een
afwijzende houding aangenomen
met betrekking tot het toelaten
van Nederlandse uitgewekenen. In
het tweede deel van „Ondergang"
vermeldt dr. J. Presser dat de Ne
derlandse ministerraad in februari
1943 heeft overwogen, of men Ne
derlandse Joden in.Nederland te
gen geïnterneerde Duitsers in Suri
name kon uitwisselen. Maar uitein
delijk is men er niet aan begonnen:
„Een der bezwaren tegen het plan
was dat hoewel het lot der Joden
wellicht zwaarder te dragen is dan
dat van andere bevolkingsgroepen,
het toch de vraag blijft of zulks
voldoende grond vormt voor een
voorkeursbehandeling."
Tot zover, nogal uitvoerig, de ach
tergrond. Kun je nu zeggen dat het
„bevlogen" verzet tegen de plan
nen van Mussert verkeerd of mis
plaatst was? Ik geloof het niet. De
argumenten van de NSB-leider wa
ren vele malen slechter dan die van
de mensen die hem bestreden. En
dat navolging van de lijn-Mussert
tot gevolg zou hebben gehad dat
mensenlevens waren gespaard, kan
men achteraf wel vaststellen. Maar
wie had dat op het moment van de
discussie kunnen voorzien?
officiële jodenvervolging. Met af
schuw sloegen de Nederlanders
gade wat het nationaal-socialisti-
sche regime in Duitsland de joden
aandeed. En nu kwam daar een
miserabele groep landgenoten met
een voorstel dat eigenlijk in die
zelfde richting ging. Gedwongen
emigreren van joden naar Surina
me. Schande, schande. En dan dat
kille zinnetje van Hermans: „Als
dat gebeurd was, dan zouden de
meesten nu nog leven." Was dit nu
niet een voorbeeld dat aantoonde
dat een „bevlogen" standpunt niet
noodzakelijkerwijs tot de beste re
sultaten leidt?
Het was tegen die achtergrond dat
de NSB-leider ir. A. A. Mussert een
plan ontwikkelde voor een „orde
lijke oplossing" van het „joodse
vraagstuk". Het kwam erop neer
dat Nederland, Engeland en Frank
rijk hun Westindische bezittingen
Suriname, Brits- en Frans Guyana
zouden afstaan om er een „Joods
Nationaal Tehuis" van te maken.
Nederland zou een territoriale
compensatie ontvangen in de vorm
van dat deel van de Portugese kolo
nie Mozambique dat aan Transvaal
grensde (Portugal moest dan weer
„een passend deel" van Belgisch
Congo krijgen). De Verenigde Sta
ten met „hun geweldige financiële
macht" zouden het Nationale Te
huis zodanig moeten inrichten „dat
het joodse volk daarmede alleszins
tevreden kan zijn".
Met dit plan stuurde Mussert zijn
medewerker Rost van Tonningen
naar Berlijn. Hij wilde eerst de
goedkeuring verkrijgen van de
Duitse autoriteiten en vervolgens
de publikatie overlaten aan de Ita
liaanse fascistenleider Mussolini.
Maar Berlijn zei „neen", en toen
maakte Mussert zijn plan „met veel
tam-tam" zelf maar wereldkundig.
Vooral de NSB-krant „Volk en Va
derland" werd daarvoor gebruikt.
Hij deed het nu voorkomen alsof
Nederland, Engeland, Frankrijk en
de Verenigde Staten niet bereid
waren iets te doen om de Duitse
Joden op te vangen en dat ze daar
om het recht misten tegen de anti
semitische politiek van het Derde
Rijk te protesteren. Ruim twee jaar
later evenwel, toen de Duitse be-
rt,ev.loor H. J. Neuman
lel rr
£raa^u de regering-Van Agt morgen
^ersiaar uiteindelijke standpunt zal
jitsl,ePalen inzake de modernisering
i in 'an kernwapens voor de middel-
rt. ange afstand, wil ik het maar eens
frver iets anders hebben. Of eigen-
ijk het bloed kruipt waar het
liet gaan kan over een van de
specten van dit vraagstuk dat in
11e hele discussie-tot-dusver een pe-
PfcJ ifere, maar toch niet helemaal on-
__ii.ielangrijke rol heeft gespeeld. Het
«treft namelijk het verwijt dat
egenen die een pleidooi vóór mo-
lernisering hebben geleverd, het
i. nderwerp met zo weinig „bevlo-
enheid" hebben benaderd. Of het
"777 en onvervalst Nederlands zelf-
777- tandig naamwoord is, kan ik in de
-:v auwigheid niet vaststellen, al
oei ik wei een lichte twijfel. Zo
Ik heb eerst, in het „Voorspel" van
dr. L. de Jong, de achtergronden
van Hermans' opmerking nog eens
nagelezen. In het najaar van 1938
bestond er in Nederland nogal wat
onvrede over wat men het „schrie
le" toelatingsbeleid noemde van de
toenmalige regering. Mensen die in
Duitsland vervolgd werden, die
aan het concentratiekamp ontko
men waren en die een toevlucht in
Nederland zochten, stieten aan de
grens op wat de Nieuwe Rotter-
damsche Courant omschreef als
„een keten van gummi en ijzer".
Maar er waren ook groeperingen,
kerkelijke en andere, die elke in
spanning ten behoeve van de Duit
se vluchtelingen nog te veel von
den. In De Bazuin schreef een gere
formeerde theoloog dat „het groot
kapitaal voor een niet gering deel
in handen der Joden is" en dat
daarom giften van niet-Joden aan
de Nationale Collecte overbodig
waren.