Expositie 'In het zadel' toont ruiterportret in Noord-Nederland VOORDAT JE JE CADEAU HEBT OPGEGETEN Reportage over politie blijft aan oppervlakte In de nieuwe Herdershond wordt wat afgepraat En dan nog Direkt-klaar van Kodak. K» Nieuwe boeken weekendpuzzel Erik Odekerkes leven werd gespaard Antwoord op kritiek ontbreekt DINSDAG 4 DECEMBER 1979 KUNST/RADIO/TELEVISIE TROUW/KWARTET 4 door Tyme Valk LEEUWARDEN Daags na de verjaardag van Sinterklaas, op 7 december, zal ln het Fries Museum te Leeuwarden onder de naam ,,In het zadel" een tentoonstelling openen van het Noordnederlandse ruiterportret (1550*1900), maar de goedheiligman, toch Nederlands meest bekende ruiter, zal er niet vertegenwoordigd zijn. Het is niet de zwart-wit tegenstelling van het zwarte Friese paard en de schimmel, die de laatste het onderspit heeft doen delven Wel is de hippische show georganiseerd als afsluiting van het eeuwfeest van Nederlands oudste paardenstamboek, de Koninklijke Vereniging „Het Friesch Paarden-Stamboek". Het onderzoek naar het ruiterportret werd verricht en de samenstelling van de tentoonstelling gemaakt door de Dienst Verspreide Rijkscollecties in samenwerking met Charles Du mas. De onderzoekers hebben enige afspraken gemaakt om het thema af te bakenen. Niet alle ruiterstukken mogen rui terportretten genoemd worden. Heiligen als St. Joris. St. Martinus, St. Hubertus en St. Eusta- chius die toch nauwelijks zonder paard voorkomen zijn ondanks hun verdiensten niet geautoriseerd en zelfs sinterklaas moet ontbreken. Verder zijn bijbelse, mythologische, allegorische of literaire historiestuk ken die geen paarden kunnen missen, genrestukken. landschappen en stadsgezichten met ruiters buiten be schouwing gebleven. Het ruiterstuk moet een portret van de ruiter bevat ten, het is niet noodzakelijk dat de geportretteerde op zijn paard zittend is weergegeven. Er mag één persoon geportretteerd zijn, maar evengoed meer personen of een hele groep rui ters (een cavalcade). Paardenportret- ten doen niet mee evenmin als veld slagen, jachtpartijen en gebeurte nissen. Keuze Het aldus geformuleerde ruiterpor tret leverde bij onderzoek ongeveer driehonderd geschilderde resultaten op, die alle ln een register werden gerangschikt. De documentaire ca valcade werd na de inleiding tot het genre in de catalogus opgenomen. Voor de tentoonstelling moest uit die werken een keuze gemaakt worden. Deze werd beperkt door praktische omstandigheden. Zo kon over het fraaie portret van Dirck Tulp door Paulus Potter (1653) en de twee rui- terportretten van Rembrandt (het Londense portret van waarschijnlijk Frederick Rihel en de zg. „Poolse ruiter") niet beschikt worden en Al- bert Cuyp is evenmin vertegenwoor digd. De keuze werd bovendien ge richt, omdat de verschillende aspec ten van het thema moesten worden getoond en men tevens een evenwich tige presentatie van de ontwikkeling gedurende drieëneenhalve eeuw wil de geven. Een inleidlnkjè met enkele ruiter stukken die geen ruiter Portretten zijn wordt gevolgd door het indruk wekkende portret van Reinout III van Brederode te paard geschilderd door een onbekende kunstenaar uit het midden der zestiende eeuw (uit V1 raadhuis van Vlanen), waaruit gelijk de representatieve bedoeling van de ruiterportretten te proeven valt. Bij dit en de volgende portretten wordt eveneens duidelijk waarom de ontwikkeling van het ruiterportet in Nederland langs lijnen der geleide lijkheid verlopen ls zonder opzienba rende momenten. De geschiedenis van het vorstenhuis (alleen Frederik Hendrik hield min of meer hof) en de krijgsgeschiedenis zijn beperkt van schaal geweest en na het bekijken van de tentoonstelling moet men bo vendien tot de conclusie komen van de spectaculaire representatie als rui ter de Nederlander kennelijk weinig lag. De belangrijkste ruiters zijn de leden van het vorstenhuis en van hen zijn, wat te verwachten was, Maurits en Frederik Hendrik het meest te paard geportretteerd. Van enkele portret ten door de specialist Pauwels van Hillegaert (1595/6-1640) is dat van Maurits gezeten op een witte strijd- hengst die hem gewerd na de over winning in de slag bij Nieuwpoort het opmerkelijkst. Een portret van Fre derik Hendrik te paard, geschilderd door Jacob Fransz. van der Merck (ca. 1610-1664) is merkwaardig, omdat er zwevende putti als allegorische la ding aan meegegeven zijn. Tot het laatste stuk van de tentoonstelling, een portret van koningin Wilhelmina door Otto Eerelman (1839-1926), zijn de vorsten en vorstinnen goed verte genwoordigd. Toch is vermeden de tentoonstelling tot een zoveelste Oranjegalerij te ma ken. Vóór de helft van de zeventiende eeuw lieten hooggeplaatste militai ren zich wel te paard portretteren en in de tweede eeuwhelft zouden ook belangrijke burgers zich als ruiter verbeelden. Ook dit type is vertegen woordigd. Een aparte categorie vormen de zg. „afgestegen" portretten, waarvan en kele fraaie stukken bij de tentoon stelling zijn opgenomen. TJepke van Aylva door de in de tweede helft van de zeventiende eeuw in Friesland werkzame meester Nicolaas Wieringa is van een enigszins hiërarchische compositie, maar niettemin met le vendige aandacht geschilderd. Veel charmanter is het portret van Prinses Maria, de jongste dochter van Frede rik Hendrik, dat de ruiterportretspe- cialist Johannes Mijtens schilderde. In deze „afgestegen" portretten kre gen de paarden gewoonlijk een on dergeschikte positie. Dat van Jan Diederik baron van Tuyll van Seroos- kerken mag een dubbelportret heten, -het paard heeft door Christiaen I van Oeelen (1755-1824) in de compositie evenveel aandacht gekregen als het portret en beide zijn zorgvuldig uitge- detaillerd. Na onderzoek bleek het een bijna spiegelbeeldige verwerking van een stuk van Gainsborough te zijn. In tegenstelling tot de artistieke re sultaten van de Engelse liefde voor het paard gedurende de 18e en 19e eeuw werden ln Nederland gedurende die eeuwen nog minder vaak ruiter portretten vervaardigd dan in de voorafgaande anderhalve eeuw. Bo vendien moest men veelvuldig ge bruik maken van de talenten uit om ringende landen. Niettemin heeft men ook uit deze periode een aantal aantrekkelijke ruiters kunnen ten toonstellen. De tentoonstelling van het genre biedt een doorsnede; de catalogus bevat na een uitvoerige inleiding, waarin o.a. op de tradities wordt inge gaan waaruit het ruiterportret voort komt, een register van alle bekende ruiterportretten die ln Nederland in de periode van 1550 tot 1900 zijn geschilderd. De catalogus is royaal geïllustreerd. Aan de tentoonstelling (alleen te Leeuwarden) is enige docu mentatie over het Fries paarden stamboek toegevoegd. De tentoonstelling is achtereenvol gens in het Fries Museum te Leeu warden van 7 december 1979 tot 21 Januari 1980, het Noordbrabants Mu seum te 's-Hertogenbosch van 26 ja nuari tot 16 maart 1980 en in het Provinciaal Drents Museum te Assen van 21 maart tot 4 mei 1980 te be zoeken. Foto boven: Pauwels van Hillegaert (1595-1640): Prins Maurits gezeten op de witte strijdhengst, hem geschon ken na de overwinning in de slag bij Nieuwpoort. Foto rechts: Nicolaas Wieringa: TJepke van Aylva. Tweede helft 17de eeuw. DE KORENAER 1 is fijn, z'n prijs verrassendfklein. The Boys Choir of Harlem, een jongenskoor uit het centrum van Harlem (New York), maakt van 16 tot 26 december een tournee door Neder land. Het uit zestig, voornamelijk zwarte zangertjes bestaande koor ge niet in de Verenigde Staten grote bekendheid. Tijdens het optreden on der meer in Amsterdam, Den Haag en Haarlem zal het gezelschap hoofdza kelijk kerstliederen ten gehore brengen. De theater-groep „Keskidee Cen tre" uit Engeland speelt van 11 t/m 15 september in het Soeterijn Theater in Amsterdam „The throne in an au tumn room" van Lennox Brown. Het stuk laat zien hoe drie Jamaicanen die in het koude en afstandelijke Ca nada wonen op een ongewone manier hun problemen proberen te over winnen. ADVERTENTIE zijn de kleuren van Kodak al klaar. Met direkt-klaar kleurenfoto's van Kodak heb je op sinterklaasavond nauwelijks tijd om van je chocoladeletter te snoepen. Speciaal vandaag Brandpunt besteedt aan dacht aan de volgende onder werpen: de 23 christen-Turken die na de bezetting van de ka thedraal in Den Bosch nu al drie maanden in Nederland ondergedoken leven. Verder een profiel van Jimmy Carter die zich opnieuw kandidaat heeft gesteld voor het Ameri kaanse presidentschap in de periode 1981-1985. Ten slotte bekijkt Brandpunt de stand punten over modernisering van kernwapens in Europa. Ned. 2 21.30 uur Hotel op stelten. Lachen, gieren, brullen met John Clee- se als de maffe eigenaar van hotel Fawlty Towers. Ditmaal moet Basil (Cleese) bewijzen dat hij het geld dat hij in zijn zak heeft niet gestolen heeft. Ned. 2 22.05 uur Hiroshima is overal kern wapens in Nederland. RKK gaat in ap de discussie tussen parlement en regering over de invoering van nieuwe kernwa pens. Is dat wel een zaak warx burgers over mee mogen pra ten?, zo vraagt men zich af. Het Interkerkelijk Vredesbe raad zegt in ieder geval „nee" tegen het invoeren van nieuwe kernwapens. Ned. 2 22.35 uur Kapelaan Erik Odekerke, gespeeld door Jo de Meyere, in gesprek met Klaasje Weenink, de dochter van een communist, gespeeld door Renée Soutendijk. door Riet Diemer HILVERSUM Willy van Hemert en de KRO hebben zich gewaagd aan een tweede, tevens laatste, dramaserie van acht afleveringen over de belevenissen van de Limburgse dorpskape laan Erik Odekerke: Dagboek van een herdershond. Na een „overrompelend succes" bij de kijkers het eerste dagboek was op de belangrijke voetbalreportages na het best bekeken en meest gewaardeerde programma uit 1978 was er de uitdaging dit te evenaren. Misschien is dat ook wel gelukt, maar dat is pas aan het eind van de rit te beoordelen. Afgaand op die afleve ring die onlangs werd voorvertoond hebben we er echter een hard hoofd in. Maar dat hoeft over de publieke belangstelling niets te zeggen, want de kritiek van de recensent staat nog al eens haaks op die van de kijker. Praatstuk Waarom die kritiek? In de getoonde aflevering nummer tien als ik het goed heb begrepen de KRO begint vanavond met negen rollen we midden in het ontluikende rooms- katholieke vakbondswerk en door de komst van de mijn Maurits spitsen zich de politieke en religieuze tegen stellingen toe. Er moet heel wat uit de doeken worden gedaan over dat prille vakbondswerk en de sociale verhou dingen enzo. En dat gebeurt aan een lange vergadertafel waar de vergade raars uitvoerig uitleggen waarmee ze wel bezig zijn. Heel schools allemaal, want zoiets gebeurt in werkelijkheid natuurlijk nooit en het heeft ook met toneel niets te maken. Want we heb ben met drama te maken en niet met een praatstuk. De acteurs kunnen de teksten nauwe lijks uit hun mond krijgen, maar vol gens overlevering hebben ze daarover niet geklaagd. Wel heeft Jo de Meye re, die Odekerke speelt, een harde strijd moeten voeren met Van He mert om als de dorpskapelaan wat volwassener te mogen worden en niet langer met vallen en opstaan door het leven te hoeven stuntelen. Willy van Hemert heeft weer heel wat hooi op zijn vork genomen. Het schrijven van de scripts voor de acht afleveringen heeft hij allemaal zelf gedaan, evenals de regie van de acht delen. In Engeland wordt eert serie meestal geschreven en gereglseerd door verschillende mensen. De situa tie in ons land noopt Van Hemert misschien wel om alles in één hand te houden, maar hij vindt zelfs nog tijd om het televisiescript om te werken tot een roman met foto's van de opna men en die ligt nu voor 24,50 verlei delijk in de boekhandel in Sinter klaastijd. Dronkaard Voor de eerste serie heeft Van Hemert het bestaande boek van priester Jac ques Schreurs als leidraad gehouden, bij de tweede is hij zijn eigen weg moeten gaan. Bij het lezen van het tweede deel van Schreurs triologie moest hij namelijk ervaren dat kape laan Odekerke al spoedig dood ging, dat Nicolaas Bonte een agressieve dronkaard werd, dat vrouw Bonte eveneens het tijdelijke met het eeu wige verwisselde en dat Miete in het klooster zou eindigen. Daarbij kwam dat hij boer Bonte uit het stuk moest „wegschrijven", omdat Ko van Dijk die die rol speelde plotseling was overleden. „Ik vroeg en kreeg toestemming om het leven van Odekerke en vrouw Bonte te sparen en ging aan het werk, zegt Van Hemert letterlijk in de inleiding. Het verzoek werd aan de KRO gedaan. Het resultaat is dat er anno 1979 een kersverse roman verschijnt waarvan de inhoud zich zo'n zestig jaar gele den afspeelt in een sleer van nostal gisch sentiment met comestibleswin- keltjes vol aandoenlijke potjes en pannetjes uit grootmoeders tijd en waarin de klompenmaker een ge meente-aanstelling krijgt als vuilnis ophaler en in die taak veel vreugde schept. Ja, denken ae mensen dan, dat had je toen, het was vroeger toch veel en veel gezelliger. En met die sfeer weet Van Hemert ook het publiek in de huiskamer te pakken. Geen ondankbare rol bij dit alles speelt het mooie filmwerk in een. gebied, bekend van „Wie schun os Limburg is". door Leo Kleyn HILVERSUM Een paar maanden geleden legde een uit politiemannen, departementsamb tenaren en organisatie-adviseurs bestaande commissie in een omvangrijk rapport de feilen van de Nederlandse politie bloot. Het rapport, „Sterkte van de politie", maakte duidelijk dat dit overheidsapparaat hard aan een andere werkwijze toe is. Catherine Keijl nam het onder de arm bij de vervaardiging van een reportage die wil laten zien hoe gebrekkig de politie functioneert. Haar verslag wordt vrijdag uitgezonden door de tv-actualiteitenrubriek van de NCRV, „Hier en nu". Het diagram bij de weekendpuzzel in de krant van 1 december was het verkeerde. Voor het invullen van de puzzel is bovenstaand diagram nodig. AO-boekje nr 1791: Het denkbeeld van de Baha'i door G. C. Vilene. Uitg. Stichting IVIO, Lelystad. 20 blz 1.75. Van uitgeverij Unieboek te Bussum zijn; Vliegend voor de vrede de Ame rikaanse luchtmacht in Europa, een fotodocumentaire van G. K. Mast (125 blz 32.50), Hutspot, 60 verha len van Maria Oomkes (Scheheraza de) (179 blz 17.50) en Het Koe koeksjong roman van B. Taylor (202 blz - 24.50). Ultgéverij Nelissen te Bloemendaal stuurde: De ontmaskering van het gezicht (handleiding tot het onder kennen van emoties in .gelaatsuit drukkingen) door P. Ekman en W. V. Friesen (227 blz 39.95) en De wensmand, speltherapie voor grote mensen van C. G J. Pulles (80 blz 12.90). Met deel 23 en 24 (LEI SAU en SAUB ZZW plus bibliografie) is de Grote Spectrum Encyclopedie van ultg. Spectrum te Utrecht voltooid. Grassen en schijngrassen in Kleur, geschrevens door M. 3kytte Christi ansen en G. den Hoed (160 blz ƒ32.50) en Aquariumplanten in kleur van de hand van N. Jacobson (162 blz ƒ24.50) zijn van uitgeverij Mous- sault te Baaj*n. Stoppen met roken door Elsa Helde. Uitg. Stichting Volksgezondheid en roken. Den Haag. 160 pag.. 10.-. In het rapport dat Catherine Keijl tot leidraad diende, wordt gesteld dat het de politie niet aan mankracht ontbreekt, maar dat er ondoelmatig wordt gewerkt, doordat organisatie en bedrijfsvoering te wensen overla ten. In een eerder uitgebracht rap port, „Politie in verandering", was al op een grondige reorganisatie van het apparaat aangedrongen. Het was een publiek geheim dat dit rapport de samenstellers niet in dank was afge nomen. Veranderingsgezindheid was wat te veel gevraagd. Volgens Leen van der Linden, een van degenen die in de tv-reportage aan het woord wordt gelaten, zal het daar van toch snel moeten komen. De voorzitter van de Nederlandse politie bond spreekt van een „faillissement" dat „heel erg zichtbaar" is geworden. Als er nu niets verandert, zegt hij, hoeft het niet meer. Hij vreest dat de politie geen lering heeft getrokken uit de uitbarstingen van geweld, zoals die zich in de provo tijd voordeden. Bureaula De Nijmeegse hoofdcommissaris van politie, W. H. G. Hetterscheid, zegt schoorvoetend dat de politie in een isolement zit, dat zo ervaart, maar daaraan ook zelf heeft meegewerkt. De politie heeft zich te veel afge schermd, vindt hij. Catherine Keijl is vermoedelijk niet alleen naar Hetter scheid toegestapt, omdat ze bij zijn korps heeft gefilmd, maar ook omdat andere politie-autoriteiten zelfkri tiek, indien al aanwezig, liever bin nensmonds houden. Catherine Keijl Van openlijk geuite kritiek moet de politie niet veel hebben. De samen stellers van de twee politierapporten hebben de laatste maanden ervaren dat ook hun tweede werkstuk menige leidinggevende politieman in het ver keerde keelgat is geschoten, maar de tv-reportage registreert die ontstem ming niet. Volgens Catherine Keij, is zij wel gestuit op enkele gezagsdra gers die de vloer aanveegden met de onbarmhartige analyse van het poli- tle-apparaat, maar weigerden zij zulks in de aanwezigheid van came ra's te doen. Vervelender is dat ook niemand laat weten ln welke bureaula op het minis terie van binnenlandse zaken de rap porten verdwenen zijn. Dat er iets mis is bij de politie, ls al geruime tijd bekend. Interessanter dan de vast stelling of onderstreping daarvan, is het antwoord op de vraag welke con sequenties daaruit op bestuurlijk ni veau worden getrokken. De geïnteresseerde kijker had vast wel willen weten of de Indruk juist is dat ten departemente het rapport hooguit in een verloren uurtje wat landerig doorgebladerd wordt. Cathe rine Keijl is wel op het ministerie gaan kijken, maar het verhaal waar mee zij daar werd afgescheept, heeft zij jammer genoeg buiten haar repor tage gelaten. Naar haar zeggen heeft zij slechts een bijdrage willen leveren aan de discus sie over de manier waarop de politie te werk gaat. Uit haar verslag blijkt dat het publiek van de ondoelmatige werkwijze de vruchten plukt. „Als je ze nodig hebt, komen ze niet", merkt een ontevreden consument op. Even later weet een deskundige hoogleraar haarfijn uit te leggen hoe dat nou komt. Wat daarover te discussiëren valt, is niet duidelijk. Zo langzamerhand komt het op daden 'van de verant woordelijke minister, zijn ambtena ren en niet in de laatste plaats het parlement aan. Een pelling van de wil tot verandering zou een waardevoller programma hebben opgeleverd dan een inventarisatie van de meningen die 'een stuk of wat onheilsprofeten rondstrooien. Als je het daarbij Iaat, komt straks de politie helemaal niet meer.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 4