ympathieke Franse ifaard in Amsterdam Atlas met witte plekken en weerzien met Blazen speelgoed Opmerkelijke Albanese film prikt clichés door Werkgroep bepleit fonds voor lezer jiurage Fuyons De klaproos op de muur Prolongaties en reprises Geschiedenis van de letterkunde als Boek van de Maand jsnnessee Williams' eerste succes Wetenschappelijk bureau D'66 «3 30 NOVEMBER 1979 FILM KUNST TROUW/KWARTET P 11 RH 17 S 15 F| /er der erk - ai w. Wlelek-Berg tanse regisseur Yves Robert is in onze contreien bekend geworden door comedies als „Le d blond avec une chaussure noire", „Un Eléphant se trompe énormément" en „Nous irons i b|au Paradis". Zijn nieuwste, „Courage Fuyons" vormt niet het (verwachte) sluitstuk van ilogie, ingeleid door de twee bovenstaande films, doch flierefluitert op zijn eigen houtje. ieeft hij met zijn voorgangers dat hij lekker weg hapt. En lerlanders heeft hij nog een de ale aantrekkingskracht: hij voor een groot deel in de lage i, voornamelijk in Amsterdam. dat daar iets wordt ontdekt wat eblaseerde vaderlandse oog door ren heen is ontgaan: voorzover ;t wordt gerommeld in van elke Mie toets gespeende hotels zijn grachten en fietsen troef, toch Hij mag dan laf zijn, zij is leugenach tig. En op deze eigenschappen bou wen ze een lang en gelukkig leven mag men hopen. Het leuke van Courage Fuyons is. dat menselijke zwakheden met grote to lerantie worden benaderd, maar dat als het ware een lans wordt gebroken voor een kronkelig gedragspatroon, dat leidt tot zo weinig mogelijk scha de voor de ander en zo weinig moge lijk ontbering voor het eigen ik. Het einde is wat ongeloofwaardig gezocht en te kluchtig, zodat de komediestijl wordt gebroken, maar ala Overigens heeft scenarioschrijver Je- an-Loup Dabadien een zo groot aan deel gehad in het ontstaan van de film dat hij uitdrukkelijk als mede maker wordt genoemd. Amsterdam Leidsepleintheater en Kriterion. Den Haag Bijoux Utrecht Select Enschede Alhambra III Jean Rochefort en Catherine Deneuve fietsend langs de bloembollen in Courage Fuyons liheld oofdpersoon (Jean Rochefort) is ntiheld bij uitstek: een bange- van een apotheker, ver in de elbare leeftijd gegleden, die in oerige Parijs van 1968 mogelijk- te over vindt om van zijn ge- aan moed te getuigen (hij deinst let voor terug om, met voorge- revolutionair elan, zijn eigen te vernielen als een groep stu- en zich dreigend opstelt). ontvlucht hij, gedreven door de Duitsers „Torschlusspanik" niek omdat de deur bijna geslo- noemen, zijn vastgeloepn hu- en volgt de geheimzinnige isonnière Eva (Catherine Deneu- laar Amsterdam. Daar brengt hij overheerlijke tijd met haar door, een vroegere vrijer gaat dreigen. verdwijnt hij niet alleen met [kende knieën naar Parijs, hij dt ook nog geheugenverlies voor zich aan gekift en andersoortige unotie te onttrekken. ir ware liefde overwintdat kt. Als zijn Eva weer opduikt valt als een mus, neergeschoten door katapult. Hij wil haar huwen h de dame verbergt het een en Ier in haar haute couture-mouw. Van een medewerker Over de Albanese cinema was tot voor kort in het westen niets bekend. Niet alleen werd geen enkele film uit dit geïso leerde communistische land vertoond, maar ook in de lite ratuur over de cinema van Oost-Europa was Albanië afwezig. Sinds enige jaren presenterende Al banezen zich echter op filmfestivals met eigen werkstukken van een op vallende kwaliteit. De film „De klap roos op de muur" van regisseur en tevens scenarioschrijver Dhimiter Anagnosti dateert uit 1976 en is in april van dit jaar vertoond op het derde Balkanfilmfestival in Istan- boel. Cineclub heeft hem naar Neder land gehaald en daarmee de eerste Albanese speelfilm geïntroduceerd. „De klaproos op de muur" is een verhaal over antifascistische strijd in Albanië tijdens de Italiaanse bezet ting van 1939 tot 1943 en de linkse Cineclub heeft vooral politieke rede nen om hem te vertonen. Maar ook van psychologisch en filmhistorisch standpunt 'uit is Anagnosti's film in teressant. Het „socialistisch realisme" in de Oosteuropese cinema heeft nog nooit anders dan stomvervelende propa- ganda opgeleverd en de westerse be langstelling en waardering voor films uit landen als Polen en Hongarije is pas gekomen na de neergang van deze typisch stalinistische kunststro ming. Albanië heeft echter hardnek kig vastgehouden aan het stalinisme en artistiek verwachtte daarom nie mand iets bijzonders uit dat land. „De klaproos op de muur" is geen esthetische hoogvlieger, maar prikt wel duidelijk een aantal clichés door die de Oosteuropese oorlogsfilm lang hebben gedomineerd. Het is geen starre film. Het verhaal speelt zich af in een wees huis voor jongens, die van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat te lijden hebben onder het schrikbewind van een fanatiek collaborerende directeur en een kwaadaardige oppasser. Ze komen in verzet en worden daarbij geholpen door een communistische arbeider en een taalleraar, die ook van de partij blijkt te zijn. Het con flict bereikt een climax, als de oppas ser van de trap wordt gegooid en een van de jongens, die in het nauw ge dreven op de vlucht slaat, sterft on der de kogel van een Italiaanse pa trouille. Een aantal wezen schrijft dan 's nachts „weg met het fascis me!" op de muur en wordt het huis uit gegooid. De communistische partij vangt hen op. Het lijkt een variant op Oliver Twist, waarbij de weeshuisleiding dit keer fascistisch heet. Maar dat is alleen de oppervlakte. Want regisseur Anag nosti laat geen schapen van kinderen zien. Het zijn kleine volwassenen met harde monden en wereldwijze ogen, die hun vijanden weloverwogen pro beren te doden en de arbeider om een revolver vragen. Ze lijken sprekend op de jonge partisaan in „De jeugd van Iwan" van de Rus Andrej Tark- kowskl. Geen buitenlanders Anagnosti laat van het traditionele beeld van onschuldige, passieve kin deren, die eigenlijk buiten de oorlog staan, niets heel. De twee fascisten die hij toont, zijn sadistische beulen, maar het zijn geen Italianen of Duit sers: het zijn Albanezen. Ook dat is een opvallende afwijking van de vroe gere stalinistische oorlogsfilm, waar in de wreedheden meestal door de bezetters gepleegd worden. En in de Westeuropese oorlogsfilm heeft die simplistische voorstelling eveneen- een lang leven geleld. Films als „Mon sieur Klein" van Joseph Losey en „Lacombe Lucien" van Louis Malle, waarin alle Nazi's Fransen blijken, zijn vrij recent. Ten slotte is er een politiek nogal pikante scène, waarin gezinspeeld wordt op gemeenschappelijke trek ken van fascisme en communisme. Als een weesjongen de communisti sche arbeider vertelt over het verzet tegen de fascistische directie, ver maant de man: „Denk vooral aan de discipline." Waarop de jongen korze lig antwoordt: „Ja, dat zegt de direc teur ook altijd." Hij krijgt te horen dat zo'n opmerking tot verraad leidt, maar dat is een dooddoener. „De klaproos op de muur" wordt op vrijdag 30 november en zaterdag li december vertoond in De Smederij, Nieuwe Jonkerstraat 8. aanvang 20.30 uur. Er is tevens een nachtvoorstel ling op vrijdag 7 december in City 7 op het Leidseplein. Apocalypso Now Overweldigende anti-oorlogsfilm over Vietnam van Francis Coppola. De gehele week in Tuschinski, Amsterdam. Die Ehe der Maria Braun Rain er Werner Fassbinder dringt met de middelen van het melodrama door tot de kern van het Wcstduitse Wirt- schaftswunder. Een prachtige hoofd rol van Hanna Schygulla. De gehele week in Tuschinski 3, Amsterdam; Rembrandt 2. Utrecht; Lldo 3. Lei den; Rembrandt. Eindhoven; Molen straattheater. Wagenlngen. Provo d'orchestra Federico Felllni bedrijft in zijn nieuwste film maat schappijkritiek door middel van een orkestrepeUUe. De gehele week in Camera 2, Tilburg. Death in Venice Prachtige film over verval en dood in Venetië gebaseerd op Thomas Manns novelle „Der Tod in Venedlg". De gehele week in Came ra, Utrecht La Femme qui pleure Film van Jac ques Dolllon waarin een driehoeks verhouding op een nieuwe manier wordt bekeken. De gehele week in Studio 2000, Den Haag Bnitti. spore hi e cattivi Comedie met kluchteffecten gestoeld op een sterk sociaal engagement, gemaakt door Ettore Scola. De gehele week in Scène. Arnhem. Préparei vos moncboirs Alleraardig ste satirische comedie van Bernard Blier met Patrick Dewaere en Oèrard Dépardleu in de hoofdrollen. De ge hele week In Clnecenter, Amsterdam; 8tudlo. Delft; Rembrandt 3, Eindho ven; Movies, Groningen; Studio, Utrecht Te gek om los te lopen. Ontroerende en schokkende film van een Italiaans collectief over nieuwe wegen om 'krankzinnigen te Integreren ln de maatschappij. 2 dec. 8.8.R. Utrecht Lea petites Fugues Uitstekende film van de Zwitserse regisseur Yves Yer- sln over een oude boerenknecht die op zijn brommer de vrijheid verkent 2 dec. Tinpanally, Emmen. Padre Padrone Indrukwekkende film van de Italiaanse gebroeders Tavianl over de 8ardijnse herdersjongen die door de macht van de taal uit zijn isolement wordt bevrijd. 5 dec. Lera renopleiding. Delft Van onze kunstredactie AMSTERDAM. „Ik probeer mijn pen", heet het nieuwe Boek van de Maand, dat vanaf 6 december door uitgeverij Bert Bakker in Amsterdam op de markt wordt gebracht. Net als de andere Boeken van de Maand gaat het hier om een initiatief van de CPNB (Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek), die met dergelijke uitgaven onderwerpen die goed aansluiten bij actuele ontwikkelingen, kleurige illustraties en aantrekkelijk geprijsd de verkoop van het boek wil stimule ren. Met dit project richt de CPNB zich in de eerste plaats op een publiek dat nog weinig met het boek in aanraking is gekomen en slechts zelden leest. Het nieuwe boek, dat een atlas van de Nederlandse letterkunde wil zijn, is daarom zo opmerkelijk, omdat het zich richt op een relatief klein deel van het publiek, dat in het land der letteren wel van de hoed en de rand weet. deze atlas tegen, maar De Moor heeft het mes al heel wat drastischer ge bruikt als het gaat om de jaren zestig. vuldlgheid op dit gebied beter be tracht had kunnen worden. Merkwaardigerwijs moest kenne lijk om de kwaliteit zo hoog mogelijk te stellen een heuse schrijver wor den ingehuurd voor de fotobijschrif ten. En omdat zoiets voor de dichter Bernief geen al te aantrekkelijk baantje was, heeft hij het bij tijd en wijle maar -op de lollige toer willen doen. Wat in sommige gevallen tot naargeestige lolbroekerij heeft ge leid, in een poging om maar vooral zo leuk mogelijk te willen doen. Dat leidt dan tot J. F. Helmers was welis waar het aanzien niet waard of „KIoos in de bloemen gezet. Zelf blikt hij verlept in de lens", of bij een portret van P. N. van Eyck „Aan de aandachtige pose is te zien dat hij poëzie leest", Berlef verschijnt zelf tien keer in gefotografeerde vorm in dit boek. Is hij wel het aanzien waard? „Ik probeer mijn pen-Atlas van de Nederlandse letterkunde", 272 bis. Uitgeverij Bert Bakker/Contact, Amsterdam. Prijs vanaf 6 december tot en met 5 januari 29,50, daarna 49,50. itx sephine van Gasteren en Marja Lieuwen in Glazen Speelgoed. (Foto Erwin Verheyen) a K>r André Rutten !N HAAG „Glazen Speelgoed" is het stuk, waarmee de Amerikaanse toneelschrijver nnessee Williams (nu 65) onmiddellijk na de tweede wereldoorlog zijn internationale faam stigde. Het werd al in 1947 in Nederland gespeeld door Cor Hermus Comedia in een orstelling, die pas een doorslaand succes werd toen de Nederlandse Comedie haar in 1954 in zelfde bezetting herhaalde: ^lien van Kerckhoven-Kling, Ellen Vogel, Han Bentz van den rg, Guus Oster. 5 1 was een sterke voorstelling, die, je haar gezien hebt, onvermijde- ln je geheugen terug komt bij het fen naar hetzelfde stuk, nu onder van Jo Dua gespeeld door Jo- ne van Gasteren. Marja Lieu- Eddy Brugman. Manfred de aaf. Andere voorstellingen, zoals Amerikaanse uit 1960, of die van Haagse Comedie in 1965, zijn Immig geworden, maar die eerste «ismaking is blijkbaar een zeer Wonlij ke ontmoeting geweest, verbonden met de spelete erin. kom je anderen tegen. Het kan la niet kloppen. voor wie dit een eerste kennis- 'ting met het stuk is werkt dat getwijfeld heel anders. Tennessee Warns heeft er heel persoonlijke 'aringen in verwerkt Hij laat een igeman, die schrijversambities «t. terugkijken naar de tijd, waar- WJ als simpele magazijnbediende net genoeg geld verdiende om zijn moeder, zijn (manke) zusje en zichzelf in leven te houden, maar dat benau wende bestaan toch ontvlucht is. Dominerend Het is geen omzien in wrok, eerder het zich bevrijden van een soort wroe ging: wat heeft hem zo in zijn moeder de dominerende figuur in het stuk geïrriteerd? Dat zij nog altijd in het verleden leefde, de armelijke werke lijkheid van haar bestaan nu. met zijn levensvreemde, schuwe zusje de tweede dominante in het stuk met vreemde illusies te lijf ging: haal nu eens een aardige vriend in huis. met wie je arme zusje kan trouwen. Hij doet dat, van goeden wil als hij is. Het wordt een pijnlijke teleurstelling. Maar het bevestigt hem wel in zijn voornemen; weg uit dat wereldje, niet langer meer vluchten in de bioscoop, maar zelf beleven wat de sterren op het witte doek in zijn plaats en in plaats van het hele Amerikaanse volk tot dan toe beleefden tot er weer een oorlog komt en dat Amerikaanse volk zelf de donkere ruimtes uit en de barre werkelijkheid in moet. Daar wilde hij niet op wachten, nu de wer kelijkheid in. Op dat laatste wordt ln deze nieuwe voorstelling meer een accent gelegd dan in de vroegere. Wat een goed ding is. Het breekbare evenwicht tussen herinnering en werkelijkheid leek niet zo goed bereikt, waarschijnlijk omdat er te nadrukkelijk naar ge streefd werd. Het decor van Tom Schenk herschept de werkelijkheid tot een gefixeerd herinneringsbeeld, maar de toegepaste lichteffecten de len de voorstelling op in te veel brok stukken: de grotere scènes vooral die tussen het zusje en de gewaande vrijer Marja Lieuwen en Manfred de Graaf gaan pas echt leven. De CPNB heeft met dat feit enerzijds rekening gehouden (de oplaag be draagt nog geen 80-duizend, dat is voor dit soort boeken erg laag), maar anderzijds is toch naar een opzet ge zocht ^iie voor een breed publiek aan trekkelijk kan zijn. Formaat, tekst en vooral de vaak smeuiige illustraties moeten ervoor zorgen dat deze ge schiedenis van de Nederlandse lette ren zo goed mogelijk aan de man wordt gebracht. De CPNB vult met de uitgave van dit werk eèn behoorlijke lacune op, want het is waarschijnlijk niet eeftier voor gekomen dat een dergelijk boek over onze literatuur, zo overvloedig in zijn feiten en illustraties, voor een groot publiek bereikbaar is. Daarvoor is als voornaamste motief het feit aange grepen dat het Nederlands Letter kundig Museum deze maand een kwart eeuw bestaat. Vanuit dit mu seum zijn regelmatig boeken opgezet die portretten van Nederlandse schrijvers bevatten. Aan dat project is in 1966 een einde gekomen, met als gevolg dat nu. dertien jaar later,, een (bijna) volledige atlas van de letter kunde kon worden samengesteld. Auteurs „Ik probeer mijn pen" telt twee au teurs voor de tekst, de ln onderwijs kringen zo bekende literatuurkenner Fernand Lodewick en de literatuur criticus en -didacticus Wam de Moor die repectievelijk de periodes vanaf de vroegste tijden tot 1940 en die van de Tweede Wereldoorlog tot heden behandelden. Voor zover er kritiek op dit werk kan worden geuit, richt die zich in de eerste plaats op de behandelng van het tijdvak dat het dichtst bij de lezer staat. Op Lodewicks analysering van wat definitief achter ons ligt en dat ai die namen bevat die als „geautori seerd" mogen worden beschouwd, valt weinig aan te merken. Anders is dat bij De Moor. die de weinig benij denswaardige taak kreeg om nu voor eens en altijd uit te maken wie wel of geen literatuur bedrijft. De Moor heeft dat met grote plichtsbetrach ting gedaan, maar hij ontkomt niet aan een neiging die lijkt te zijn inge geven door dat deel van het literato renwereldje dat alles maar mooi vindt als het „weer es wat anders" is. Bijna elke schrijver die in de jaren zeventig in het nieuws was kom Je ln Het is natuurlijk aantrekkelijk om een lijstje samen te stellen met na men die door de auteurs zijn weggela ten. In bepaalde gevallen betreft het schrijvers die hebben aangetoond dat ze werkelijk over talent beschikken, in andere gevallen moeten ze dat nog bewijzen. Opmerkelijk is het ontbre ken van een wat oudere generatie tot wie bijvoorbeeld Manuel van Log- gem, William Kulk, Jacoba van Vel de, Rico Bulthuis, J. J. Klant. Riekus Waskowsky en B. Roest Crollius be horen, die. geen van allen worden genoemd, Hester Albach Sommige schrijvers die met een en kel boek opvielen, maar vervolgens wegzakten in de anonimiteit, worden eveneens vergeten: Johan Betzema. Han B. Aalberse, Jo Otten, Piet Bak ker en W. G. Klooster is dat lot be schoren. Opvallend ls het ontbreken van Hester Albach, wier Het Debuut toch veelvuldig werd geprezen. Ook van authentieke toneelauteurs moet De Moor niets hebben. Geen Lode- wijk de Boer dus, Geen Gerard Lem- mens, Herman Lutgerink, Wim T. Schippers, Rob Bognar of Jan Staal. De Belgen, die alleen met hun grootste schrijvers vertegenwoordigd zijn, zullen bedenkelijk kijken wan neer ze vergeefs de namen van Moni- ka van Paemel, Mare Andries. Marcel van Maele en Hedwig Spellers zoe ken. En hoewel de Nederlandse letter kundige wereld zich voor 1948 ook tot het voormalige Oost-Indië heeft uit gestrekt. is dit een van de witte plek ken op de atlas van Lodewick en De Moor. Zo moet P. A. Daum het bijvoorbeeld ontgelden. Met Suriname ls het al niet beter gesteld, wel Edgar Cairo (omdat hij in Nederland woont? wel Frank Mart in us Arion, maar geen Thea Doelwijt. De auteurs van de atlas dekken zich tegen verwijten bijvoorbaat ln door te stellen dat er gemakkelijk een boek was samen te stellen dat bij een nog grotere omvang slechts een op somming zou geven van „alle" schrij vers. Dat neemt niet weg dat de zorg- Van een onzer verslaggevers AMSTERDAM Het wetenschappelijk bureau van D'66 heeft zich ontfermd over het bedreigde boek in de samenle ving. Gisteren heeft de werkgroep kunsten en media van het bureau een nota gepresenteerd waarin na een analyse van de economische situatie van het boek, een aantal politieke aanbevelingen wordt gedaan. Zo meent de werkgroep dat er naast het bestaande fonds voor de letteren, een fonds voor de lezer moet komen (respectievelijk een fonds voor de publica ties). Verder voert men het pleidooi voor de erkenning van het leenrecht voor auteur en uitgever, en de instelling van een produktiefonds voor wetenschappelijke publicaties. Het hoofdbestuur van D'66 heeft de nota die de titel heeft „Het bedreigde boek in de samenleving", geheel voor haar rekening genomen, maar de Ka merfractie houdt nog een paar slagen om de arm, al ls de fractie het met de geest van de nota in hoofdzaken ge heel eens. Prof. Herman Cohen Jehoram, die gisteren een toelichting op de nota gaf zei dat het uitgangspunt van de werkgroep de vrijheid van menings uiting was geweest Maar die vrijheid heeft twee elementen Men moet niet alleen de vrijheid hebben zijn mening 'metterdaad kenbaar te maken, maar ook de vrijheid om kennis te nemen van andermans inzichten. Aangezien het boek ln onze samenle ving te veel wordt overgelaten aan het vrije marktmechanisme, is het met belde elementen soms droevig gesteld. Wat de beschikbaarheid van minderheidspublicaties betreft, kan men bij voorbeeld denken aan het feit dat er steeds meer plekken in Nederland zijn waar alleen een paar inloopboekwinkels te vinden zijn. In die winkels zijn dikwijls de minder- heldsboeken van hoge kwaliteit niet voorradig. Er ls naar het inzicht van D'66 sprake van een „gevaarlijke vorm van econo mische censuur". De opstellers van de nota zijn van mening dat het de taak van de overheid ls dit gevaar te zien en te keren. Vooral als men be denkt dat het Juist de overheid ls die een grote eigen verantwoordelijkheid heeft voor het ontstaan van de drei gende verschraling. De overheid grijpt Immers in ln het economische proces, ook ten aanzien van cultuur uitingen. D'66 meent dat het minderheidsboek en het minderheidstijdschrift de ge varenzone hebben bereikt. De nota pleit voor een aantal directe maatre gelen. Naast het genoemde leenrecht, het fonds voor de lezer en het produk tiefonds voor wetenschappelijke pu blicaties. denkt men onder meer aan een betere regeling van het reproduk- tierecht voor auteur en uitgever, de inschakeling van bibliotheken bij de verkoop van minderheidspublicaties, subsidie voor boekhandels om een zo breed mogelijk assortiment in voor raad te hebben, uitbouw en bunde- Aing van een niet-commerciële univer sitaire perc en handhaving van de kartelafspraken (dus niet tornen aan de vertikale prijsbinding) "I-I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 17