markllh Politiek zat Vondeling aan het hart Tekening van een lezer *OUW Commentaar NUT PARKEREN HET VERRE PARADUS nogmaals de graaf van horne "mme stok(l) «pmme stok (2) elektrische treinen kompleet v.a. 79.50 dflingonderhoud in de knel 'Oud-Kamervoorzitter verpersoonlijkte de na-oorlogse PvdA' NIET pRcjrucEfLEH NIETS RlZK&REN 'Titels zijn onbelangrijk' marsmannetjes everest uitvaart meegevoel CAG 23 NOVEMBER 1979 BINNENLAND TROUW/KWARTET 5 'li ,di ter Wiegel van binnenlandse t< heeft de gemeente Rotter- dringend gevraagd een einde ei ,ken aan de vijfploegendienst mbinatie met een werkweek "'gemiddeld 33,6 uur bij het iebedrijf van Rotterdam. De ter meent dat de overheid als rever de „trend" van het be- jg, even moet volgen in de ar iër voorwaarden voor overheids tel. De overheid moet geen 1 rekker zijn, ook niet op het van vijfploegendienst en ver- Jn*g van werktijd, meent de ijn het geenszins eens met de lenten van de minister, maar n niettemin de indruk dat 3e conclusie juist is. Eerst de nten. De minister beroept 'k, op het passieve „trendbe- dat sinds de jaren zestig voor rij verheidspersoneel wordt ge- Naar onze mening wordt :hter hoog tijd dat de over als werkgever een actiever leid gaat voeren. De groep Isetters" (de CAO-werkne- in het bedrijfsleven) is de jaren aanmerkelijk geslon- V n verhouding tot de groep jvolgers" (overheidsperso- ien dus volop redenen voor ctiever inkomensbeleid van erheid als werkgever. Het is ugend dat ook de bonden van ac^naren in meerderheid daar li, voelen, getuige hun stand- im de ambtenaren met aftop van prijscompensatie een EeeJd te laten geven aan de erknemers en getuige ook de ling van de CNF-bonden van I^naren in de zaak van de legendienst bij het Rotter- energiebedrijf. De CNV- n hebben er namelijk op en dat de werknemers van ergiebedrijf er zelf voor heb- etaald. rijn met deze bonden van g dat de minister een vijf- indienst en een verkorting e werkweek, die mede via "lilevering worden gefinan- ;n het bedrijf niet op extra -J jagen, zou moeten stimule- lo'n werktijdverkorting moet de overheid ten voorbeeld ff n gesteld aan het bedrijfslc- Korter werken is immers een :n waarschijnlijk zelfs onmis- nstrument om te komen tot It betere verdeling van het be- rhjare werk over werkenden en boekenden, s moeten we vaststellen dat otterdamse geval niet tot bo- doelde groep goede voor in kan worden gerekend, het hier om gaat en wat de neel). Het wordt steeds onlogi scher om de ene grote groep zich passief te laten leiden door een éndere grote groep. Bovendien blijkt de overheid met haar arbeidsplaatsen aan werf kracht te hebben gewonnen op de arbeidsmarkt. Dat kan liggen aan aversie bij werkzoekenden tegen d£ „harde" commerciële mentali teit in het bedrijfsleven, of aan de grotere rechtszekerheid van een overheidsbaan in een tijd van eco nomische onzekerheid en ontsla gen. Het kan ook liggen aan de goede pensioenvoorziening bij de overheid, of domweg aan het ho gere netto-salaris, met name voor minimumloners. Waarschijnlijk ligt het aan al deze dingen en misschien nog wel aan meer. De vraag is in elk geval of het geen tijd wordt voor enig tegenwicht, want er zijn aanwijzingen dat de overheid door die grotere werf kracht als werkgever andere werk gevers op de arbeidsmarkt voor de voeten loopt en hindert. Een op onderdelen en aspecten uitgewerk te vergelijking tussen arbeidsvoor waarden bij de overheid en in het bedrijfsleven zou handvaten moe ten bieden voor concrete maatre gelen. minister wil zien teruggedraaid, is een verkorting van de werkweek van gemiddeld 36,8 naar 33,6 uren. Dat is een verkorting met 8,7 pro cent. Daar staat inderdaad een inlèvering tegenover, ene wel van ruim 50 gulden per maand ploe- gentoeslag plus een vrije dag. Maar zelfs in een toeschietelijke rekensom kunnen wij daar in pro centen hooguit een inlevering van 2,5 3 procent uit destilleren. Het lijkt onvoorstelbaar dat het ver schil zo'n zes procent zou worden overbrugd door stijging van produktiviteit in de energiebe drijven of besparing op uitkerin gen aan werklozen. Het Rotterdamse geval is dus geen goed maar juist een slecht voor beeld voor het bedrijfsleven. Naar onze indruk zijn het linksom of rechtsom de belastingbetalers of de energieverbruikers die het grootste deel van de vijfploegen dienst met werktijdverkorting daar moeten financieren. Nu kunnen de bonden van ambtenaren wel aan voeren dat het energiebedrijf toch geen zinvoHe produktieve arbeid kon aanbieden voor de nu vrijaf gegeven uren. Dat doet echter aan de principiële kant van deze zaak niets af. Vandaar onze indruk dat de minister juist handelt, zij het met onjuiste argumenten. Hij pro beert met een kromme stok een rechte slag te maken. ADVERTENTIE iep AA G (ANP) Het dringend onderhoud van het vooroor- rakoningbezit komt ernstig in ge er u de regering slechts 8,5 mil- er ilden wil bijdragen in het te- va n 93 miljoen dat de gemeenten ti< d 1977 op dit onderhoud heb beden. Dat is de mening van gatie van de vier grote ge en de Vereniging van Neder- Gemeenten, die dit voorstel rob te horen kreeg van de staats- door Willem Breedveld DEN HAAG Met het plotseling overlijden van dr Anne Vondeling (63) is een streep gezet onder een al even veelzijdige als ver boven het gemid delde liggende politieke carrière. De steile Fries diende zijn partij en het land achtereenvolgens als Ka merlid, minister, partijvoorzitter. Ka mervoorzitter en laatstelijk als lid van het Europese Parlement. Daarin een duidelijk spoor te trekken, is ze ker gemeten aan de leegte die hij achterlaat, niet eenvoudig. Wellicht doen we Vondeling nog het meest recht door hem te typeren als de man die als geen ander een nim mer aflatende ijver aan de dag heeft gelegd om bij de gewone man ver trouwen te wekken voor de publieke zaak. Hij deed dat op zijn eigen ge staag optimistische, een tikkeltje uit dagende en soms ook wel prikkelende wijze. Als de jonge minister van landbouw die hij in 1957 was, werd hij op een persconferentie eens geconfronteerd met deze vraag: de roomboter is de laatste tijd zo ranzig. Heeft u daar een verklaring voor? Vondeling repli ceerde scherp: heeft u het nummer genoteerd dat op de wikkel stond. Nee. Dat had u dan wel moeten doen en het vervolgens door moeten geven aan het zuivelbureau. Die nummers zetten we er niet voor niets op." Uitdagend Dit antwoord was Vondeling ten voe ten uit. Een tikkeltje uitdagend. Je moest je als kiezer niet al te gemak kelijk in de hoek laten drukken, maar vooral gebruik maken van de moge lijkheden die er waren Op diezelfde prikkelende manier wekte hij de kie zers'op toch vooral naar de stembus te gaan. Want echt, de publieke zaak was zo slecht nog niet en zeker niet wanneer men van voldoende belang stelling blijk gaf. Vondeling schrok er niet voor terug met deze boodschap al onze landsgrenzen af te fietsen. Tegelijkertijd klonk er in dit ant woord ook voldoende alertheid door om echt te willen helpen. Anne Vondeling als voorzitter van de Tweede Kamer. bediende van een aantal voor die tijd nieuwigheden: persconferenties en een grote openheid en duidelijkheid over politieke problemen. Zijn hoogtepunt als oppositieleider beleefde hij ongetwijfeld toen hij vanuit deze stijl van openheid het kabinet-Marijnen tot spreken dwong over de crisis die toen in het kabinet woedde. Hij kreeg weliswaar niet zijn zin: Marijnen zweeg in alle talen in het parlement. Maar in alle duidelijk heid was toch maar gesteld dat het maken van crises geen zaak was voor een onderonsje, maar een publieke zaak. Openheid Het is deze houding die we terugvin den bij bijna alle posten die Vonde ling heeft bekleed. Onder het kabi net-Marijnen ontpopte hij zich als de vasthoudende flitsende oppositielei der. Na het wat ruwere wek van zijn voorganger Burger was dit een geheel nieuwe stijl. Te meer waar hij zich Formaliteit Minder fortuinlijk was Vondeling als minister van financiën in het kabinet- Cals. Hij wist dat ministers van finan ciën zelden geliefd zijn. Toch verkeek hij zich lelijk op een aantal kleinighe den waar zijn achterban aanzienlijk zwaarder aan trok dan hij voor moge lijk hield. Bij voorbeeld verhoogde hij op een bepaald ogenblik de belasting op het schoeisel. Het was een maatre gel die voortvloeide uit een bepaalde EEG-regeling en die hij als een for maliteit beschouwde. Zijn achterban dacht er echter anders over. Het was een van de kleinigheden, die hem na de val van het kabinet-Cals het leiderschap van zijn partij kostte. Burger typeerde Vondeling eens als „de consequent cerebrale rationalist met een hardnekkig geloof in publici teit, openbaarheid, publieke discus sie en objectiverende probleemstel ling" Het zijn ongetwijfeld waarde volle eigenschappen. Zij zijn echter elk voor zich onvoldoende om de emotie van een PvdA-achterban te beroeren. Vondeling moest daarom plaats maken voor Den Uyl. Sinds dien. in alle collegialiteit overigens, is er altijd een zekere rivaliteit tussen beide politici blijven bestaan. Veteraan Dit alles neemt echter niet weg, dat Tekeningen, bij voorkeur in liggend for maat. sturen aan Trouw, jury politieke prent, postbus 859, 1000 AW Amster dam Naam en adres aan de achterzi|de vermelden. Voor geplaatste prenten is er een boekenbon. 'T kAfy VERkïREf/ secretarissen Koning (binnenlandse zaken) en Brokx (volkshuisvesting). De gemeentelijke delegatie vindt dat voorstel „volstrekt onaanvaardbaar". De gemeenten kunnen daar weinig mee beginnen, wat ze de Tweede Ka mer ook zullen laten weten, aldus kondigde de delegatie aan Als de gemeenten het plan accepte ren, zal per 1 juli volgend jaar het bedrag voor onderhoud met twintig gulden worden verhoogd. Vondeling toen al „de verpersoonlij king is geworden van de PvdA in het na-oorlogse Nederland," zoals Den Uyl het gisteren uitdrukte. Hij had onmiskenbaar geschiedenis gemaakt voor de PvdA en voor menig nieuw komer in de jaren zestig stond hij ai te boek als veteraan. Toch zou zijn veelzijdige carrière op nog geen stukken na een einde ne men. Een achteraf verbijsterende constatering is. dat. hij opnieuw car rière ging maken nadat hij ten gevol ge van een auto-ongeluk een tijd lang uit de running was geweest. Hij werd Kamervoorzitter, een post die hij ge durende zeven jaar met grote inzet heeft vervuld. Ook op deze post hield hij nauwlet tend de publieke zaak in het oog Waren er verdachtmakingen aan het adres van parlementariërs, zoals bij voorbeeld in de affaire van de koop sompolissen. dan stond hij erop dat de zaak tot op de bodem werd uitge zocht Het parlement mocht geen doelwit worden van besmuikte veron derstellingen dat het politieke hand werk slechts bedreven zou worden om er beter van te worden. Parate kennis Maar afgezien daarvan was Vonde ling een knapper voorzitter dan me nig voorganger Onder zijn „bewind" waren procedurele ontsporingen een zeldzaamheid en zo er al gevaar dreig de dan beschikte hij over voldoende parate kennis om het een en ander weer in het goede spoor te krijgen. Hij werkte hard aan een betere bewerk tuiging van het parlement, kortom hij deed al het mogelijke om het parlement de plaats te geven die het toekwam. Ministers las hij duchtig de les wan neer zij onvoldoende de egards jegens de Kamer in acht namen. Vondeling zette de puntjes op de i en waar een parlement in ons land vaak door coa litievorming tot een zekere machte loosheid is gedoemd, was dat waar schijnlijk nog het beste wat hij kon doen. Overigens liet Vondeling nooit na er op te wijzen dat geen regering het in dit land zonder de nadrukkelij ke steun van een meerderheid van het parlement kan. Zo er dus al reden tot klagen was, dan moest men vol gens de Kamervoorzitter maar bij de meerderheid van de Kamer te rade gaan. Energie Als er in zijn ogen iets mis was. placht dr. Anne Vondeling zijn bezwaren vaak publiekelijk te uiten. Velen herinneren zich wellicht zijn kritiek op het on deugdelijke en onduidelijke taalgebruik door ambtenaren en politici en op de gang van zaken bij staatsbezoeken die volgens hem een „bezoeking" zijn. Hij kantte zich ook tegen het „lintjes"-systeem, volgens hetwelk „Jan met de pet" een lagere koninklijke onderschei ding krijgt dan „Jan met de hoed". Dat ook het gebruik van titels Vondelings ergernis kon opwekken blijkt uit een brief die hij eind oktober schreef aan „Europa van Morgen", een pe riodieke uitgave van het Haag se bureau van de EG. In het nummer van 21 november staat die brief afgedrukt: Rauwerd, 27 oktober 1979 Aan de redactie van Europa van Morgen Geachte Redactie, Mag ik u een goede raad geven? Laat in het vervolg alle titels weg. Ze zijn onbelangrijk en iwerken verwarrend. Sinds een aantal jaren zijn we ze vrijwel kwijt geraakt in de Tweede Kamer en zijn de voornamen in ere hersteld. De paar keren dat ik in Straatsburg in de voorzitters- stoel mocht zitten heb ik het woord gegeven aan mevrouw Elles en collega O'Hagan, met weglating dus van hun adellij ke titels. Wil je perse titels gebruiken, dan zeker ook die welke verdiend zijn en niet slechts geërfd. Uw nederige, Grootofficier, doctor, inge nieur, Anne Vondeling. ook al weet ik dat zij die het meest onze aandacht en hulp nodig hebben onder die 3950 andere miljoenen zit ten, die ook onze medeburgers zijn." „Ik weet dat je in het politieke werk niet het antwoord zult vinden op de belangrijkste vragen die het leven ons stelt. Niettemin zit de politiek aan mijn hart gebakken En zo was het voor Vondeling. Als de landsgrenzen van Europa te befietsen waren geweest, zou hij dat ook onge twijfeld hebben gedaan ADVERTENTIE Als Euro-parlementariër begon Von deling met verbluffend veel energie een nieuwe carrière. Zijn laatste toe spraak als Kamervoorzitter besloot hij aldus. „Dan zal ik de belangen van 260 miljoen mensen mogen beharti gen van de veertien miljoen die ik nu vertegenwoordig. Daar heb ik zin in, van M M. Kaye is een monumen taal boek dat alles geeft wat men van een roman mag verwachten: opwinding, avontuur en een klassieke liefdesgeschiedenis die overal doorheen gloeit, geplaatst in een levendig beeld van India. Het cadeauboek bij uitstek! Een internationale bestseller' iClDeKern-Bussum Hoe zit dat nou met de graaf van Horne? Is hij in 1568 na zijn onthoofding in de St. Marti- nuskerk van Weert begraven, of ligt daar het stoffelijk overschot van een onbekende? Een paar weken geleden maakten we mel ding van de twijfel die daarover in en ver buiten Weert heerst. Niemand is helemaELl zeker, maar voor stadsarchivaris J. Henkens is dié twijfel maar 5 procent groot: „Wat mij betreft, is ie het voor 95 procent zeker wèl." zei hij, en ook voor deken Van Tuel van het dekenaat Weert is dat beetje twijfel niet de moeite om er een probleem van te maken. Het graf, werd ons verteld, is nu weer dicht, er ligt een dure vloer verwarming overheen, en nu de gerestaureerde St. Martinuskerk al bijna heropend wordt, is er geen sprake meer van dat de boel opnieuw overhoop zal worden gehaald. Ten minste één man is erg boos over die beslissing. Al sinds okto ber 1977 heeft hij er al zijn vrije tijd (ongeveer 500 uren, schat hij zelf) aan gespendeerd om de waarheid over de overblijfselen van de graaf boven tafel te krij gen, maar vergeefs. Zijn bewerin gen, onderzoekingen en protes ten tegen de sluiting van het graf hebben niets, althans niet meer dan de genoemde twijfel, uitge haald. Het is de Weerter amateur- archeoloog M. P. L. (Thieu) Heij- mans die een aantal uitspraken van vooral de archivaris en de voorzitter van de Stichting St. Martinus-monument fel be strijdt. Er is, zegt hij, geen verwarming over de grafingang gelegd, speci aal met het oog op een eventueel later onderzoek In tegenstelling tot wat ir. D Monte, de voorzitter van de Stichting St. Martinus- monument, heeft gezegd, is er volgens hem wel degelijk iemand van de rijksdienst voor het oud heidkundig bodemonderzoek in de kerk geweest. De heer Heij- mans kan de dag zelfs nog noe men: 25 juni. Er is toen een af spraak gemaakt, dat de ROB een week lang zou komen opgraven na ontvangst van een bericht van een medewerker van de archi tect; dat bericht is volgens de heer Heijmans nooit verstuurd. Ook die 95 procent zekerheid van de stadsarchivaris vindt hij vreemd: „De resultaten van de röntgenfoto's (van de wervels van het stoffelijk overschot red.) waren: géén beschadigingen te zien door onthoofding of door kloving ontstaan op de wervels, wel door de inwerking van het hout van de bodem van de kist." De Belgische en Nederlandse pathologen die het fotomateriaal en de overige informatie hebben bestudeerd, zijn. zegt de heer Heijmans, tot dezelfde conclusie gekomen: er bestaat wel een ster ke overeenkomst met het portret en de gedenkpenning van de graaf, maar dit hoeft geenszins een bewijs te zijn. Voor de heer Heijmans is de kous nog niet af. Hij heeft er zijn te leurstelling over uitgesproken, dat de tinnen lijkbus („het krie belige handschrift leek op het eerste gezicht wat te populair kDI -Kll^ voor die tijd") weer in de grafkei- der is ingemetseld, en dat het gebeente van de graaf of wie het ook mag zijn, niet is herkist. Om de kosten had men het niet hoe ven nalaten; zelf heeft hij prijsop gave gevraagd en herkisting bleek niet meer dan 400 te hoe ven kosten. De ingang van het graf kan volgens hem „vrij goed koop" opnieuw geopend worden. Als het aan hem ligt. zou het onderzoek dan gewoon kunnen worden voortgezet waar het ta melijk abrupt beëeindigd is „Maar ja, wie ben ik?", zegt hij. Oud KNIL-militair F. van Voorn feliciteert hier Wieteke van Dort so hartelijk mogelijk met de gouden plaat, die se ver diende doordat er 50.000 platen van „Weerzien met Indië" ver kocht tijn. In Bronbeek, het te huis voor oud-militairen, kreeg Wieteke bovendien de „gouden lotus" van de Indische Kulturele Kring voor alles wat ze gedaan heeft om de Indische en Neder landse cultuur tot elkaar te brengen. wie gelooft je als je zegt dat je met eigen ogen twee groene man netjes gezien hebt? „Geen sterve ling", zegt de 57-Jarige Rick van Kommer in de Winschoter Cou rant. Hij woont in Ugchelen bij Apeldoorn, werkt bij een papier fabriek en zag deze week tijdens zijn nachtdienst „twee wezens van 1.40 1.50 meter, klein en fijn van postuur, maar met een ge weldig hoog voorhoofd en lange, spits oplopende oren". Zijn colle ga's geloofden hem wèl en gingen met hem op zoek naar de als bij toverslag verdwenen „marsman netjes" Helaas hebben ze geen spoor kunnen vinden, zodat Van Kommer slechts ongeloof ont moet als hij zijn opwindende we derwaardigheden vertelt. Zoveel doorzetters hebben in middels al de top van de Mount Everest, het hoogste (bijna 9000 meter) punt van de Himalaya, beklommen, dat het haast niets bijzonders meer is dat zich nu weer een expeditie klaarmaakt om te vertrekken. En toch staat de twintig man sterke Poolse ex peditie voor een heel nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van de bergbeklimming de Polen zul len de piek voor het eerst in de winter beklimmen. De Nepalese regering heeft toestemming gege ven de poging in december, ja nuari en februari te wagen, als de dagen het kortst, de temperatu ren het laagst en de stormen en sneeuwjachten het ijzigst zijn. Vijf jaar geleden heeft de leider van de winterexpeditie, Andrzej Zawada, het al eens aan het eind van het jaar geprobeerd op de Mount Lhotze. de iets „kleinere" (8500 meter) buurman van de Everest. Maar toen de december maand aanbrak, verbood de Ne palese regering hem en zijn me deklimmers verder te gaan. „Als het ons nu lukt", zegt Zawada, „te bewijzen dat Je in elk Jaarge tijde zo n prestatie kunt leveren, dan kun je pas zien wie van al die bergbeklimmers de besten van de wereld zijn." Als het de Polen inderdaad lukt. zal er later niet veel lol meer voor collega-klimmers aan zijn. Alles is dan al gepresteerd, en ze kun nen alleen nog maar na-apen, zij het dat ook dat allesbehalve een koud kunstje zal zijn. Hoewel, er is er al één. een Japanner, die een nog moeilijker stunt wil uithalen met een klein groepje wil Naomi Oermoera in de winter van 1980- 1981 de Mount Everest op, zonder vast kampement, zonder sherpa- gidsen en zonder extra-zuurstof. En als hij slaagt hoewel het vooralsnog meer op een zelf moordpoging lijkt valt er echt geen eer meer aan de Mount Eve rest te behalen, althans niets waardoor je een beroemdheid kunt worden Volgens het weekblad Quick la ten steeds meer West Duitsers zich midden op zee begraven Een begrafenisondernemer in Hamburg zorgt voor de crematie, waarna een van de twee speciaal daartoe uitgeruste schepen met, urn en familie uitvaart. Ter hoog te van Goremitz (Sleeswijk-Hol stein) wordt de urn dan in zee begraven. Een eenvoudige uit vaart zonder uitgebreide ceremo nie aan boord komt op een dikke duizend gulden. Gemiddeld va ren de schepen van de onderne ming zo'n tien keer per week uit Volgens Quick kiezen steeds •meer mensen voor een laatste rustplaats op zee. om hun nabe staanden de zorg voor het grafon derhoud te besparen. Normaal gesproken zou de man een veel hogere boete gekregen hebben, maar de rechter voelde intens mee met de ex-bokser die vergeten had dat hij voor het gerecht moest verschijnen. Zo'n man zal door al die klappen op zijn hoofd wel vaker iets verge ten. vond een rechter in Johan nesburg en gaf de Zuidafrikaanse zwaargewicht Mike Schutte (bij genaamd „de tank") niet meer dan een paar tientjes boete we gens minachting van de recht bank.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 5