uivèlcoöperatie moet naar de bron Snelle groei, snelle fusies Meer aandacht nodig voor kleine onderneming Voortdurende groei in omzet speelgoed Bonden vrezen veel ontslagen in Tiel ICL Compleet in computers behouders en werknemers ontevreden over medezeggenschap Ondanks dalend kindertal j de beveiligingssector dreigt chaos' Drie werven met sluiting bedreigd Rabobank: nog werkgelegenheid genoeg "plDAG 10 NOVEMBER 1979 FINANCIEN EN ECONOMIE TROUW/KWARTET 33 Henk Thomas [jd, dat in ieder dorp van belang een fabrieks- orsteen van de stoomzui- briek prijkte op enige af- van de kerktoren is al- voorbij. De honderden Ibedrijven zijn samenge- rd tot vier grote indu- n en een gering aantal lere ondernemingen. inlsche vooruitgang leidde tot irgroting, de stijging van de ;osten tot mechanisering en itisering van hèt produktie- Dit proces heeft consequën- jjiad voor de werkgelegenheid 'zuivelindustrie, voor de bedrij- in delen van het platteland, consument en voor de melk- Jers. die aan de basis staan voor het overgrote deel ratieve leest geschoeide zui- itrie. concentratieproces in de zuivel oid? Ja, zegt mr A. H. Bosscha, taris van dè directie van DOMO lilen. Hij verwacht niet, dat de uivelblokken nu zullen samen- in één grote industrie. „Nog len yan de vraag ot zoiets n)?t og op de Wet Economische Me- ging haalbaar is, zie ik geen re fusies in het verschiet, omdat ivelbedrijven ook nog eens een-, dienen te blijven van een wérk- omvang." s de vraag of de groeigrehzen ;en niet zijn overschreden, ge- let toenemende onbehagèn van. jongere melkveehouders over unctioneren van „hvw" zuivel-, ratie. Waarschijnlijk is. dat de landse zuiveimarkt in de nabije mst beheerst blijft door de vier i. naar dat de groten groter zul- irden door het „opslokken" van ■inere coöperaties. Gewezen kan >n op de. vooralsnog gestaakte, gen tot nauwere samenwerking n DOMO, de zuivelverkooporga- Frlco en de Coöperatieve Con- abrieken Friesland (CCF). lijver ^r in de zuivelindustrie is ont- lijkt op wat in economieboe- |J en „oligopolie" wordt genoemd: paar grote ondernemingen, die II (1 identieke produkten op de I t brengen Een kenmerk van marktstructuur is een harde ver via het prijsbeleid om de mentengulden. Zie in dit ver- f ^de enige tijd geleden gevoerde •.oorlog". De concurrentieslag Jpiden tot het ontstaan vah. één toot onderneming of het maken van Aken over prijzen en marktveh de consument is de wedijver, g het duurt, een zegen. Hij be- gelet ook op het zuivelpolitieke van „Brussel" en Den Haag mumverkoopprijs) niet te veel ,0,^lzijn melk, boter en kaas Idirecteur S. W. Meihuizen van [O ontkent, dat er een oligopolis- e marktstructuur is ontstaan. swMat we n Nederland niet op een zitten en de zuivelindustrie M a^iog eens rekening dient te hou- met vooral Belgische en West- concurrentie. Er is, volgens een situatie ontstaan, waarin dc zuivelcoöperaties weten wat ze ilkaar hebben, weten hoe de een iageren op stappen van de, ander, uizen: „maar zijn er mogelijkhe- >m een ander met succes een deel rijn markt te ontnemen, dan zul- e die kans benutten. Echter, dat ook voor de anderen ten opzich- ons. Het is ook zo, dat als wij concurrentiestrijd zouden willen len, ons binnen afzienbare tijd Ie scherven om de oren vliegen." jk of niet >r de onwikkeling van de tech- ontstond de economische nood- tot schaalvergroting Dat is een omische wetmatigheid, of je dat leuk vindt of niet", zegt Bosscha, rakbonden hebben het niet leuk inden, want de schaalvergroting concentratie hebben arbeids- gekost. Arbeidsplaatsen ns, die hoe dan ook verloren zouden zijn gegaan. Je niet laten mèe'zuigen in het proces van schaal vergroting betekent verlies aan con currentiekracht en ten slotte werkge- lcgériheid. Bij de voedingsbonden houdt men rekening-met een verder verlies: van ongeveer 2000 arbeidsplaatsen het komende jaar en meer nog als in „Brussel" maatregelen zouden wor den genomen ter beperking van de melkstroom met meer dan tien pro cent. Hoewel de werkgelegenheid, in de bedrijfstak bevredigend is (som mige zuivelfabrieken hebben nog steeds een personeelstekort), beplei ten de voedingsbonden meer samen werking tussen de coöperaties ter vermindering van de concurrentie slag, die uiteindelijk ten koste van de werknemers wordt gevoerd. Geen verschil De grote coöperaties in dit land on derscheiden zich in niets van de grote vennootschappen. Het lid van de coö peratie. de veehouder, heeft net zo weinig in té brengen in het beleid van „zijn" bedrijf als de aandeelhouder in .Zijn" vennootschap. Het zijn de ma- magers. de technocraten, in coöpera tie of NV die de dienst uitmaken, zeggen veel melkveehouders, zeggen de vqëcühgöböndèn. Niets is minder waar; zeggen de managers der coöpe-1 "mies.v"" 'iAi i Erkend wordt, dat het fabriceren en verkopen van zuivel zo ingewikkeld ls geworden, dat het voor de leden-vee houders vrijwel ondoenlijk is zich een oordeel te vormen over alle aspecten van de besluitvorming. Maar is dit niet een probleem ook van de parle mentaire democratie in een ingewik kelde samenleving? Structuur Bosscha schetst de democratische structuur bij DOMO. De Drentse On- dermelk Organisatie heeft, afgerond. 4.3Ó0 melktoe\eyerende leden, die hun belangenbehartiging hebben op gedragen aan de organisatie DOMO. Het gebied waarin DOMO opereert is verdeeld in vijf regio's, teneinde het vanuit bestuurlijk oogpunt wat ge makkelijker te kunnen oveizien. In de vijf regio's bestaan 38 ledenvereni gingen; de basis ter plekke. Alle ver enigingen hebben een eigen bestuur, waaruit mensen worden gerecruteerd voor het regio-bestuur. Ieder regionaal bestuur vaardigt twee mensen af naar het algemeen be stuur. zodat dit college tien man. vee houders, omvat. De algemene verga dering. bestaande uit de besturen van de ledenverenigingen, komt twee maal per jaar bijeen. Dit orgaan kiest uit zijn midden een voorzitter van het algemeen bestuur, zodat dit orgaan ten slotte ulL elf man bestaat. Bos scha: „in deze structuur heeft tien procent van de 4.300 leden eei> be stuurlijke functie." be produktie- en marketlngsaspec- ten van de zuiVelcoöperatïe zijn al lengs zo gecompliceerd geworden, dat men op een gegeven moment niet meer kon draaien op praktijkmensen. De experts, technocraten, deden hun intrede om het algemene bestuur bij te staan. De experts vormen de direc tie, die twee maal per maand tekst en verantwoording aflegt aan het alge meen bestuur. Boven of naast dit bouwwerk figureert nog een uit vee houders bestaande raad van commis sarissen. die tot taak heeft toezicht te houden op het bestuur Voorstellen worden geformuleerd door de directie, het management, en via het algemeen bestuur voorgelegd aan algemene vergadering, de regio besturen en de verenigingen. Dan gaat het voorstel, al of niet met Ingrij pende wijzigingen, terug naar het ma nagement, waar het besluit wordt ge nomen. Dit soort besluitvorming is niet log, zegt Bosscha. „Statutair zijn we in staat om binnen één tot twee weken de volledige procedure af te wikkelen". „In dit opzicht doen we niet onder voor een naamloze ven nootschap." Onontkoombaar „Het is natuurlijk onontkoombaar, dat bij het groter worden van de coöperatie (in aantal leden en in pro- duktie-omvang) de functie van het lid-veehouder afneemt. Dat betekent niet. dat je het daarbij moet laten zitten, niet probeert de boeren bij hun coöperatie te blijven betrekken", zegt Bosscha. Hij vervolgt: „onze le den, die in de loop der jaren meer ondernemer dan boer zijn geworden en die vooi' 75 procent van hun inko men afhankelijk zijn van de coöpera tie, zijn ook meer betrokken geraakt bij het reilen eri zeilen van de Coöpe ratie. Zij willen mee-praten over in vesteringen, over het sociaalbeleid, over marketing-problemen en over Documentatie van de Federatie van Nederlandse Zuivelondernemingen (FNZ) leert, dat de oprichting van de coöperatieve zuivelfabriek in Warga in 1886 meestal wordt gezien als het begin van de coöperatieve melkverwerking in Nederland. Na die eerste gaat de groei in een rap tempo: in 1895 waren er 245 coöperatieve fabrieken en in 1897 al 450. In 1919 noteerde de FNZ hét grootste aantal leden: 502 zuivelcoöperaties. Daarna loopt het aantal, door sa menklontering, terug. In 1964 zijn er nog 315 zuivelcoöperaties en op 1 januari van dit jaar nog maar 46. Van die 46 coöperaties domineren er viert Coberco jn Oost-Nederland, DMV-Campina in Zuid-Nederland, CMC/Melkunie in West-Nederland en DOMO in Noord-Nederland. Van de totale^ verwachte melkaanvoer dit jaar (11,5 miljard kilo) zullen ge noemde vier 55 procent verwerken. De overige coöperatieve zuivelfa brieken nemen bijna 35 procent voor hun rekening. De resterende tien procent is voor de particuliere zui velsector met negentien fabrieken. De hele Nederlandse coöperatieve zuivelindustrie, die de meik in 132 fabrieken verwerkt, produceert 92 procent van de nationale kaas, 93 procent van alle boter, 86 procent van de melkpoeder, 77 procent van de gecondenseerde melk en 71 pro cent van alle consumptiemelk. Indrukwekkender Het fusieproces heeft niet alleen toe geslagen in de produktie-, maar ook in de verkoopsector. Van de vroege re acht coöperatieve zuivelverkoop- verenigingen zijn er nog drie over: Frico in Friesland, de Nationale Coöperatieve Zuivel verkoopcentra le (NCZ, boven de grote rivieren, uitgezonderd Friesland) en de Zuid- Nederlandse Melkindustrie, die ge ïntegreerd is in de DMV-Campina- organisatie. De samenwerking in de coöperatieve zuivelsector gaat zo ver, dat regelmatig Wordt overlegd over produktie-omvang en assorti ment. De concentratie in de zuivel is nog indrukwekkender als wordt beseft, dat de 625 zuivelproducenten (coöpe ratief en particulier samen) van na de wereldoorlog samen 4,7 miljard kilo melk verwerkten, terwijl op dit moment de 151 overgebleven zuivel fabrieken 11,5 miljard kilo voor hun rekening nemen. De melkverwerkende industrie be taalt dit jaar voor de geleverde 11,5 miljard kilo melk ongeveer 6,7 mil jard gulden. Na verwerking, waarbij 26.000 werknemers betrokken zijn, zal de opbrengst ongeveer 9,5 mil jard gulden zijn. Ongeveer 55 pro cent van dit bedrag zal worden be taald door het buitenland. sociaal-ethische vragen, zoals bij voorbeeld het ontwikkelingsvraag stuk en de rol die de zuivelcoöperatie daarin kan spelen". Volgens DOMO's directiesecretaris wordt nu. meer dan vroeger, tijd en mankracht ingezet voor informatie aan de leden. Dat niettemin enige onvrede bestaat bij de leden van coöperaties, bewees een bijeenkomst van het Nederlands Agrarisch Jongerencontact eind ok tober in de Flevohof. Hoewel de jon geren het belang van de coöperaties onderstreepten, was er kritiek op de grote afstand tussen het gewone coö peratielid en de leiding. Ook vroegen de jongeren zich af of de invloed van het algemeen bestuur van veehou ders op het management van de coö peratie nog wel groot genoeg is Zij vinden, dat de tijd gekomen is om naar vormen van coöperatief bestuur te zoeken, die beter aansluiten op de participatie van de leden. Platteland Maakt het voor een werknemer iets uit of hij werkt bij een naamloze vennootschap of een coöperatie, een in wezen democratische onderne mingsvorm? „Jazeker", meent Bos scha. „Je moet dan verder kijken dan het wettelijke recht op medezeggen schap (Wet op de ondernemingsra den)." „De zuivelcoöperaties is meer buiten de steden gelokaliseerd. Op het platteland met zijn meerdere mo gelijkheden tot contact en een groter saamhorigheidsgevoel De toeleve ranciers, de leden van de coöperatie dus, en de werknemers, zitten sociaal- economisch gezien (bedoeld wordt: naar inkomen) op vrijwel dezelfde lijn. Daarom kent men beter eikaars posities en problemen", licht Bosscha toe. Volgens de directie-secretaris ge beurt. gezien de geschetste relaties op het platteland, regelmatig, dat problemen of verlangens van een be paalde werknemer via een contact met een lid-melkveehouder buiten de normale overlegorganen (onderne mingsraad) om in de coöperatie wordt gebracht. Dit lijkt mooi, hoewel niet zeker is dat dit prakrijk is en als het dat is. is het de vraag of op deze wijze een sociaal ondernemingsbeleid hoort te worden gevoerd. Verondersteld wordt, dat een melkveehouder vol doende invloed heeft binnen de coö peratie om de kwaliteit van de ar beidsplaats van een bepaalde werk nemer aan de orde te stellen. Heeft hij die invloed wel. dan is het gevaar groot, dat een sociaal beleid van de onderneming niet iets is waar de werknemer recht op heeft, maar komt te liggen in de sfeer van patriar chale welwillendheid. Pet in de hand Voorzitter Den Hollander van de Voe dingsbond CNV meent, dat noch het een, noch het ander waar is. De melk veehouder heeft niets te zeggen en de partriarchale verhoudingen zijn ver leden tijd. Zegt: „werd je vroeger als werknemer bij de zuivelfabriek In het dorp aangenomen, dan werd Je ge acht met de pet in de hand de boeren, die deel uitmaakten van het bestuur, langs te gaan en te bedanken. Dat is gelukkig voorbij. Nu word je aange nomen door een directie, die echt geen toestemming bij de boeren gaat vragen. Nu liggen je arbeidsvoor waarden vast in een CAO. Die zullen echt niet beter worden, ook al zou een boer dat willen." Is de coöperatieve zuivelindustrie, ge zien de in opzet democratischer structuren, voor de voedingsbonden geen betere onderhandelingspartner dan het particuliere bedrijfsleven? Voorzitter Den Hollanders antwoord paart kortheid aan krachtigheid: „ach jongens, het maakt geen donder uit." Wil Winter, secretaris varf de vak groep zuivel van de Voedingsbonden FNV. meent dat werknemersverlan gens ten aanzien van medezeggen schap (over het sociale beleid, het personeelsbeleid, de investeringen) bij een coöperatieve ondernemings vorm betere aansluiting vinden. Mits, zegt hij, die coöperaties bereid zijn terug te keren naar hun democrati sche uitgangspunten. Denkt u, dat die bereidheid er bij de zuivelcoöpe raties is? Wil Winter: „nee, niet bij het management, wel bij de veehouders." Van een onzer verslaggevers AMSTERDAM Het aantal kinderen tussen 0 en 14 Jaar zal in de periode 1975-1990 met ongeveer een miljoen dalen Toch zal er nog voortdurend meer speelgoed verkocht worden, zo voorspelt De Algemene Bank Nederland in een rapport „De tailhandel in speelgoed". Volgens de bank zal er door de toene mende vrije tijd meer ruimte zijn voor recreatieve activiteiten wat bin nen de speelgoedwereld vooral te merken zal zijn aan een grotere afzet van hobby-artikelen, spellen en puz zels. Daar komt nog bij dat de ge woonte om per kind meer speelgoed te geven voorlopig nog wel zal aan houden. Dat is een gevolg van het kleiner worden van de gezinnen De ervaring leert namelijk dat hoe groter het gezin is. des te minder er aan speelgoed per kind wordt uitgegeven. Een stimulerende invloed op de con sumenten-uitgaven kan ook uitgaan yan een groeiende belangstelling voor het betere speelgoed, zo meent de bank. Verdubbeld In de Jaren 1970-1977 is de omzet aan speelgoed meer dan verdubbeld: van 240 miljoen tot 510 miljoen. Daar zit wel een stuk prijsstijging in ver disconteerd maar in hoeveelheden gerekend was er toch een toename van 38 procent. In het soort speelgoed was er een verschuiving van auto's en poppen naar spellen, puzzles, treinen en modelbouw. Daar heeft ook al weer het dalende kindertal mee te maken maar daarnaast de kortere periode dat het kind werkelijk kind is. Verder speelt tegenwoordig ook de volwassene met speelgoed, met name met puzzles en spellen. Terwijl het aantal winkels in de mees te bedrijfstakken afneemt, stijgt het al jaren In de speelgoedbranche. Wa ren er in 1960 nog slechts 276 winkels In Nederland die uitsluitend of hoofd zakelijk speelgoed verkochten, in 1970 was het bestand al gestegen"1 tot 378 en In 1978 tot 537. Dit jaar ging de stijging verder tot 579. Deze gestadige groei ls te danken ftan het feit dat in de loop der jaren nogal wat zaken ln huishoudelijke artike len. die aanvankelijk speelgoed erbij deden zich later geheel op dit assort! ment specialiseerden. Dat droeg er toe bij dat het marktaandeel van de speciaalzaken is vooruitgegaan rypar 37 procent De speelgoedwinkels ver drongen daarmee de warenhuizen als grootste leveranciers. Vooruitzichten De al gesignaleerde verdere groei in de speelgoedafzet zal. zo meent de ABN, gepaard gaan met meer belang stelling voor het goede speelgoed. Dat brengt met zich mee, zo gaat dc bank verder, dat de deskundigheid van de detaillist een belangrijk wa pen kan gaan vormen in de concur rentiestrijd. De winkelier zal er wel voor moeten zorgen dat de verkoop gelijkmatiger over het jaar verdeeld wordt. Voorna melijk door Sinterklaas lag vorig jaar nog 33 procent van de omzet in dc maanden november en december Die grote nadruk op de laatste twee maanden begint trouwens al iets af te nemen: in 1976 lag nog 36 procent van de omzet in die periode Wat niet wegneemt dat Sinterklaas hèt kin derfeest bij uitstek is; 97 op de 100 kinderen krijgt dan speelgoed. TIEL (ANP) De vakbonden vrezen, dat binnen enkele jaren enige honderden arbeidsplaatsen verloren gaan bij de vlak- glasfabriek De Maas in Tiel. waar nu circa 700 mensen werken. Dit hebben de districtsbestuurders van de industriebonden FNV en CNV meegedeeld. Dat verlies aan arbeidsplaatsen zou het gevolg zijn van een op handen zijnd? overname van het bedrijf door het Engelse glasconcern Pilkington. Dë Tielse fabriek is thans nog eigen dom van het Franse bedrijf Cervals- Danone, dat zijn glasfabrieken in Eu ropa wil afstoten en zich in de toe komst louter op de levensmiddelen sector wil toeleggen. Pilkington ls de uitvinder van het zogenoemde gegoten glas. Dat procé dé gaat sneller dan de verouderde produktlemethode van het trekken van het glas. dat ln Tiel plaats vindt. Voor de Engelse methode zijn aan zienlijk minder mensen nodig De bonden zullen de Pilkington-directie. die over twee weken in Tiel een kijkje komt nemen, garanties vragen voor het behoud van de werkgelegenheid. Ook bij de conservenfabriek De Betu we (Flipje) in Tiel staan volgens de bonden arbeidsplaatsen op de tocht. Hier zouden ruim honderd van de ongeveer vierhonderdtwintig ar beidsplaatsen verloren gaan als ge volg van het streven van Unilever (eigenaar van De Betuwe) om de pro- duktiekosten van de fabriek in Tiel omlaag te brengen. Een adviesbureau heeft hierover aap de directie gerap porteerd. De directie van De Betuwe zal nu een nader plan uitwerken, al dus de bonden. DEN HAAO - De Tweede Kamer is bang, dat de vakcentrales FNV en CNV een ondergeschikte rol gaan spelen bij de aanpak van bedrijfstak ken. Dit bleek gisteren in de Tweede Kamer tijdens een interpellatie van de socialist Van der Hek over de moeilijkheden bij de Nehem (Neder landse Herstructureringsmaat schappij). ADVERTENTIE ADVERTENTIE ITERDAM (ANP) Door het »e toelatingssysteem op grond de herziene wet op de weerkorp- dreigt de chaos in de bevelli- ssector nu op legitieme wijze nog werkelijkheid te worden. Dit itateert de voorzitter van dè Ver ing van particuliere bevelllgings- nisaties, B. Boer, in het novem- ummer van het Tijdschrift vóór lolitie. wel er ln de beschikking partleu- beveiligingSorganisaties wordt (geven, dat er geen nevenberoep iedrijf mag worden uitgeoefend Schadelijk kan zijn voor de bevei- gswerkzaamheden, was hem ge bleken dat thans voornamelijk aan vragen voor toelating binnenkomen van grote bedrijven, uitzendbureaus en schoonmaakbedrijven, die de be veiliging alS bij-artikel gaan voeren. De vereniging acht deze ontwikkeling volstrekt ontoelaatbaar. Boer schrijft, dat de voor de hand liggende oncontroleerbare vermenging van ac tiviteiten door de „100-procent"-be- drijven gezien wordt als het begin van een heilloze concurrentieslag, die de doorzichtigheid van de bedrijfstak geheel opheft. „Het zal het toezicht door de politie sterk bemoeilijken en juist veroorzaken wat vermedert had moeten worden: chaos", aldus Boer. en thuis In uw branche Europa^ grootste computerfabrikant ICL Nederland li.V,. Zwaansvlict 20,1081 Al' Amsterdam, (cl.: 020-42 45 45 Van een onzer verslaggevers AMSTERDAM „De overheid zou haar gedachten over de gezondmaking van onze economie wat scherper moeten toespitsen op de kleine onderneming Daar zijn de zaken overzienbaar, worden vondsten vindingrijk omgezet in actie en kan snel worden beslist. ADVERTENTIE. Van een onzer verslaggevers SCHEVENINGEN Na de failliet verklaring deze week van de al jaren sukkelende Sleephelling Maatschap pij Scheveningen. dreigen tevens drie dochterwerven van dit bedrijf in Lei den. Hardinxveld en Druten de poor ten te moeten sluiten. In totaal wer ken er 150 man op de vier kleine scheepswerven. Jansen in Druten is gespecialiseerd in binnenvaartsche pen. de andere drie werven hebben zich in het verleden vooral toegelegd op visserijschepen. De definitieve sluiting van de werven kan wellicht nog enkele weken uitgesteld worden omdat de directie in appel is gegaan tegen het faillisement. Directeur Pronk van het concern heeft voorts een kort geding tegen de staat aange spannen. omdat hij van mening is dat de regeling bij de steunverlening aan scheepswerven zich te veel richt op grote werven en de kleine bedrijven in de kou laat staan. Een woordvoer der van het CNV zei gisteren dat de vakbonden zullen proberen ten min ste de werkgelegenheid in Schevenin gen en bij werf „de Hoop" ln Hardinx veld te behouden. Dit zei mr H. J. A E. M. Klarenbeek. lid van de hoofddirectie van de Cen trale Rabobank, in een rede ter gele genheid van het 75-jarig bestaan van de Rabobank Nijmegen. „Wij vinden de ter beurze genoteerde industriële ondernemingen ook belangrijk, maar aldus de heer Klarenbeek. „onze horizon houdt daar niet op". De werkgelegenheid in het midden- en kleinbedrijf is van grotere beteke nis. De totale werkgelegenheid groeit daar sinds drie jaar gewoon absoluut, in aantallen arbeidsplaatsen." HIJ wees erop, dat de Rabobank zich nu de grootste bank mag noemen voor het midden- en kleinbedrijf. Het marktaandeel in deze sector heeft zich namelijk zodanig ontwikkeld met name ln de sfeer van de groep van bedrijven tot 50 werknemers (dat zijn er ruim 400 000 in Nederland) dat de Rabobank thans eerste ban kier is voor ruim 30 procent van deze ondernemingen. Terughoudend De heer Klarenbeek ging ook In op recente uitlatingen van minister Van Aardenne van economische zaken als zou het bankwezen zich nogal terug houdend opstellen bij dc langere termijn-financiering aan het bedrijfs leven. De Rabobank, aldus de heer Klarenbeek. heeft zich hierover ver baasd. met name over de onderbou wing van de verwijten, die toch voor-, al moeten berusten op de ontwikke ling van de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen in het midden- en kleinbedrijf Daarover is vreeipd genoeg geen enkel cijfer beschikbaar Wel ls bekend dat de overheid zelf geen garantie biedt aan midden- standsbedrijven met een eigen ver mogen beneden 5 procent van hpn balanstotaal". ROTTERDAM De zeven drlnkwa- terboten die in Rotterdam de binnen vaart aan water helpen, blijven in dc vaart. Het is niet mogelijk de boten te vervangen door vaste „tappunten" op de wal. Dat staat ln een rapport dat het Drinkwaterleidlngbedrijf in Rotter dam volgende maand publiceert.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 33