De dood van Walter Mongisidi 1 ^ZATERDAG 3 NOVEMBER 1979 TROUW/KWARTET 23 ■REPORTAGE! Terwijl in Nederland op de Ronde Tafel Conferentie de onafhankelijkheid van Indonesië al volop in voorbereiding was stierf in Zuid Celebes nog een jonge vrijheidsstrijder voor een Nederlands vuurpeleton. In Nederland bleef de dood van deze Walter Mongisidi onopgemerkt, maar zij leidde in Makassar tot heftige reacties. Een typisch hoofd stuk uit het drama van de Nederlandse Indonesië- politiek, waarin een strijder als Mongisidi niet paste. door Ben van Kaam „Vandaag heeft de Officier van Justitie mij laten weten, dat het zeker is. Aanstaande maandag is de dag die ze hebben bepaald. Zoals ik je vroeger heb beloofd, hoop ik dat ik deze weg kan gaan met de hulp van de Heer. Ik koes ter geen kwade gevoelens in mijn hart over wie dan ook, ook niet tegenover degenen, die dit zeer zware vonnis over mij hebben ge veld, omdat ik meen dat zij niet weten wat zij doen. Tenslotte ben ik blij dat er geen kameraden van mij hier zijn, die zij ook verantwoordelijk hebben gesteld voor de revolutionaire activitei ten van voorheen op Zuid-Cele bes. Mijn hart is vol van de huidi- ve situatie van mijn vaderland. Ach, Milly, wat zal ik achterlaten voor mijn vrienden, die mij ge kend hebben. Mijn strijd is veel tekort geweest. En nu heeft de Heer mij reeds geroepen. Maar mijn geest zal voor altijd mijn jonge broers en zusters vergezel len. Ja, er vallen nu slachtoffers in onze revolutionaire strijd. Die strijd verslindt velen uit de rijen der jongeren. Ze zijn als bloemen die willen bloeien, maar die door de storm worden afgesneden. Maar deze slachtoffersalle tra nen en al het bloed dat vergoten is, vormen het fundament van het vaderland waarvan wij houden, namelijk Indonesië. Groet dege nen, die ik heb gekend. Walter". Op 1 september 1949 wordt deze brief geschreven in de gevangenis in Makassar op het eiland Celebes door een 24-jarige christen-Menadonees, Walter Mongisidi. Enkele dagen later, maandag 5 september wordt hij opgehaald en door een vuurpelo ton van de Nederlandse Militaire Politie terechtgesteld, bijna veertien dagen na dat in Den Haag de Ronde Tafel Confe rentie is begonnen. De bevolking van Ma fcassar reageert ontsteld als bekend wordt m wat is gebeurd. De begrafenis van Mongi- i g sidi wordt een grote nationalistische de monstratie. Bijna vier kilometer lang is de stoet, die achter de kist met het lijk van Mongisidi door de straten van Makassar trekt. De lokale autoriteiten durven het niet te verbieden. Iets van schrik verraadt^ ook de reactie achter de schermen van de' Nederlandse autoriteiten. Men dacht dat er een misdadiger was terechtgesteld; voor de publieke opinie blijkt het een volksheld te zijn geweest. In geen geschie denis weerspiegelt zich op zo schrille wijze de blindheid aan Nederlandse kant voor het nationaal-Indonesische karakter van de op 17 augustus 1945 door Soekarno en Hatta geproclameerde Republiek als in het verhaal van Walter Mongisidi. Het hele drama van Nederlands Indonesië- politiek in de jaren '45 tot '49 concentreert zich in de executie van deze vrijheidsstrij der op een moment, dertig jaar' geleden waarop in Den Haag de RTC-conferentie al volop aan de gang is. Standbeeld Hoe Indonesië thans Walter Mongisidi ziet, is duidelijk. Op 21 maart 1959 wordt Mongisidi posthuum de „Bintang Oeri- lay" toegekend, op 17 oktober 1960 de Bintang Mahaputera"en op 6 november 1973 wordt Mongisidi Uitgeroepen tot Pahlawan Nasional Indonesië" (Natio nale Held van Indonesië), een onderschei ding, die hij deelt met een beperkt aantal historische figuren als Pattimura en Dipo- negoro. Straten zijn naar Mongisidi ver-l noemd, schoolboekjes zijn over hem veri schenen en in Menado is een standbeeld- voor hem^>p gericht. De beeldhouwer heeft zich duidelijk laten inspireren door de foto die Mongisidi om streeks 1946 van zich liet maken in de studio van een familie-fotograaf. Hij was toen een van de leidende figuren in de Indonesische guerrilla-beweging, die op Zuid-Celebes in de omgeving van Makas sar opereerde. We zien een knappe jonge man, net twintig jaar, die de romantische behoefte had om zich als vrijheidsstrijder te laten vereeuwigen in een soort uniform, pistool in de hand. Mongisidi groeide op in een groot christelijk gezin in Menado in de Minahassa. Tijdens de Japanse tijd las hij alles wat hij kon vinden over het Indonesi sche vrijheidsstreven en zoals voor velen van zijn leeftijdsgenoten was ook voor hem de proclamatie van de Republiek, augustus 1945 de boodschap dat Indone sië nu een onafhankelijk land was. Héél Indonesië. Dat was de kem van het conflict tussen Nederland en de Republiek in de Jaren '45- '49. Aanvankelijke militaire zwakte, inter nationale druk en realiteitsbesef brachten Nederland (Van Mook) ertoe om met dui delijke tegenzin de facto het gezag van de Republiek te erkennen over grote delen van Java en Sumatra. Maar van enige Republikeinse zeggenschap elders in In donesië wilde men niet weten. Daarover was Nederland snel weer de baas gewor den na de Japanse bezettingstijd, vooral dankzij de snelle ontwapening door de geallieerden van de Japanners. Een uitzondering, ver van Java, leek even» Zuid-Celebes te worden. Daar manifes teerden de Indonesische nationalisten zich zo krachtig, dat voorjaar 1946 (y< de Hoge Veiuwe Conferentie) Repul keinse onderhandelaars er zelfs aan spraak op maakten dit gebied feitelijk in handen te hebben. Dat was overdreven, want zeker in de stad Makassar was dit niet het geval en Sjahrir cs. lieten deze aanspraak dan ook al gauw vallen. De souvereiniteitsaanspraak heeft Indo nesië nooit prijsgegeven en ze spreken daar dan ook niet over de souvereiniteits- overdracht op 27 december 1949, maar over de souvereiniteits-erkenning. Souve- rein was Indonesië al vanaf 17 augustus 1945. Dat is hun nationale feestdag. De 27e december is voor hen een onbelangrij ke datum. 'draf der Hollanders' —m Walter Mongisidi en andere nationalisti sche jongeren op Celebes doen in 1946 hetzelfde als de pemuda's op Java. Ze proberen wapens te bemachtigen om daarmee de teruggekeerde Nederlanders te bestrijden en nog feller Indone siërs. die bereid blijken actiëï mee te wil len werken aan herstel van het gezag van de koloniale overheerser, landverraders in hun ogen. Vooral Indonesische politie-- mensen in dienst van Nederland vormen het doelwit van de acties die worden on dernomen door een door Walter Mongisidi geleide verzetsgroep. In de loop van 1946 wordt Mongisidi een van de belangrijkste verzetsleiders op Zuid-Celebes. Hij opereert in nauw con tact met de Republikeinen op Java. Als gouverneur voor Celebes heeft de Re publiek aangesteld dr. Ra tul an gi, een Me- nadonees intellectueel, die al ver voor de Japanse tijd als nationalist actief was. Voor Mongisidi vertegenwoordigt dr. Ra- tulangi het wettig gezag, niet de Neder landse resident. Deze laatste signaleert oktober 1946 dat in Makassar een pamflet van Mongisidi wordt verspreid met een ultimatum aan het KNIL om de wapens neer te leggen daar anders de stad Ma kassar als „graf der Hollanders" zou ko men bekend te staan". Bluf van een jongeman, die de kracht van zijn guerrillabeweging overschatte? Niet volgens Nederlandse rapporten uit die da gen. waaruit de ene noodkreet na de ande re opstijgt over de kracht van de nationa listische beweging op Zuid-Celebes. ,Met met moeite opgebouwde gezag brokkelt langzaam maar zeker af, kamponghoof den zweren trouw aan de rebellen en vele Indonesiërs zijn slechts in schijn loyaal (aan het Nederlands gezag, BvK) doch staan in werkelijkheid in nauio contact met de extremisten", alarmeert op 8 no vember '46 de Officier van Justitie in Makassar de autoriteiten in Batavia. Ge vreesd wordt en terecht dat het op Zuid-Celebes dezelfde kant opgaat als op Java. Voor de politiek van Van Mook vormen de ontwikkelingen op Zuid-Celebes een ern stige bedreiging. Het verhaal dat Den Haag zichzelf en de wereld tracht wijs te maken, is dat de Republiek van Soekarno en Hatta een beperkte, slechts op Java en delen van Sumatra spelende aangelegen heid is. Een „Republiek Java", begrijpt Drees uit wat hem wordt meegedeeld. Later zal zelfs de naam „Republiek-Djok- ja" worden bedacht. In de conceptie van Van Mook zou de Republiek hoogstens een van de vele deelstaten kunnen zijn van een te stichten federatie van Indone sische staten. Het Nederlandse verhaal over wat er in Indonesië aan de hand was, zou evenwel ineen storten, wanneer voor het oog van de hele wereld zou blijken dat ver van Java, op Zuid-Celebes. Republikeinen het Nederlands gezag hadden verdreven. De deelstaten-constructie (in Indonesische ogen een verdeel- en heerspolitiek) kon men eigenlijk wel vergeten wanneer de rood-witte revolutie ook op Zuid-Celebes zou hebben gezegevierd. Als eerste deel staat had Van Mook Oost-Indonesië op papier geschetst met als hoofdstad Ma kassar. Westerling De zogenaamde „excessen", van Neder landse troepen op Zuid-Celebes eind '56. begin '47, worden helaas maar al te vaak beschreven los van de politieke situatie van die dagen. Maar Westerling was echt niet op eigen houtje naar Zuid-Celebes getrokken om daar orde op zaken te stel len en de afkondiging van de staat van Oorlog en Beleg in dit gebied was evenmin zijn beslissing. Voor het slagen van de deelstatenpolitiek was het een voorwaar de dat aan de guerilla-beweging op Zuid- Celebes een eind werd gemaakt. In Den Pasar op Bali waren december '46 diverse figuren uit Oost-Indonesië bijeen- getrommeld om de eerste deelstaat, Oost- Indonesië, in het leven te roepen. Een marionetten-staat, protesteerde de Repu bliek meteen. Op een fiasco zou dit stre ven zijn uitgedraaid wanneer het de Repu blikeinse verzetsbeweging zou zijn gelukt om Zuid-Celebes onder het bestuur van de Republiek te brengen. Dat Van Mook zich geschokt toont, wanneer hem blijkt op welke manier de verzetsbeweging op Zuid- Celebes de kop is ingedrukt, neemt niet weg dat hij z'n politiek wel had kunnen vergeten, wanneer Mongisidi c.s. decem ber '46 de rood-witte vlag van de Repu bliek in Makassar hadden kunnen hijsen. Zo sterk is de OostindonesischeReptjljU-- lrttftse stroming op de cóhTSretlfle van Den Pasar, dat het weinig scheelt of een Republikeins-geörienteerde vertegen woordiger wordt tot president gekozen van de daar in het leven geroepen staat. De Nederlands-georiënteerde Balinese vorst Sukawati redt het maar op het nip pertje, na drie stemmingen. Wat zich op dat moment overigens precies afspeelde op Zuid-Celebes. weten de gede legeerden niet. En als ze er nadien van vernemen, blijken ze zo angstig voor het op Zuid-Celebes onder de staat van Oor log en Beleg opererende KNIL, dat ze nauwelijks bij de Nederlandse autoritei ten durven klagen. Men kan dit allemaal lezen in de door wijlen dr. Van der Wal verzorgde bronnenpublikatie over de Ne derlands-Indonesische betrekkingen tus sen '45 en '49. Marionettenstaat Was Oost-Indonesië een marionetten- staat? In het begin stellig. De kunstmati ge constructie (van een Oostindonesisch nationaal streven was nooit sprake ge weest), kan alleen met Nederlands finan ciële, militaire en politieke steun overeind worden gehouden. Wel laat zich van mee- taf een meer pro-Nederlandse en een ster ke pro-Republikeinse stroming in Oost- Indonesië onderscheiden, tot in de diverse regeringen toe. De republikeinse stroming is zo sterk, dat na diverse kabinetscrises zich tenslotte alleen een kabinet in Makassar kan hand haven, dat in sterke mate in de pas gaat lopen met de Republiek Indonesië. Ont werper van dit politieke kunststuk, de zogenaamde „synthese-politiek" is de Ba linese vorst Anak Agung Gde Agung, schoonzoon van president Sukawati, maar een veel bewuster Indonesisch na tionalist. Het zal nog de nodige moeilijk heden in de familie geven. Onder de regering van Anak Agung ont wikkelt zich in Makassar iets van een eigen Oostindonesische politiek. Hij krijgt het begin 1948 zelfs voor elkaar dat de regering van de Republiek overgaat tot officiële erkenning van de regering in Ma kassar. Maar veelzeggend is wel, dat Anak Agung het papiertje waarop dit staat, aangereikt krijgt door de Ambonees mr. Latuharhary, die door de Republiek was benoemd tot gouverneur voor de Moluk- ken. De persoonskeuze van de boodschap per sprak boekdelen. Die zei zoveel als: en als de Nederlanders eenmaal vertrokken zijn, dan bekijken we de zaak natuurlijk opnieuw als Indonesiërs onder elkaar. De prijs voor de „erkenning" van Oost- Indonesië door de Republiek is betaald door de Oostindonesische jongelui in de verzetsbeweging. Ze vielen tussen de wal en het schip. Voortzetting in Oost-Indone sië van de gewapende strijd betekende sinds 1948 vechten tegen een door de Republiek erkend bewind. De enige moge lijkheid om „legaal" de gewapende strijd tegen de Nederlanders voort te zetten, was uitwijken naar Java. Veel Oostindonesi sche verzetsstrijders hebben dit ook ge daan. Onder de regering-Anak Agung zien we het gewapend verzet in Oost-Indonesië inzakken. Wie niet meer naar Java kon uitwijken was de op 28 februari 1947 in Makassar gevangengenomen guerrilla-leider Walter Mongisidi. Jarenlang zit hij in de gevange nis zonder dat het tot een proces komt. Eenmaal weet hij, oktober 1948 te ont snappen, maar na negen dagen wordt hij opnieuw gearresteerd. „Overlopen" De tweede militaire actie, december 1948, maakt een eind aan Anak Agungs „syn these-politiek". Door uit protest tegen de Nederlandse militaire operatie ogenblik kelijk het ontslag van zijn kabinet aan te bieden, voorkomt hij dat z'n kabinet ten val wordt gebracht. Ea het lukt Anak Agung alleen met zijn volgende kabinet in het zadel te blijven doorfetch steeds iheef loyaal op te stellen tegenover de Repu bliek. Drees en Beel zün woedend over dit „overlopen" van de „f&eralen". De mario net gedroeg zich niet meer zoals verwacht. Scherper worden in 1949 ook de tegenstel lingen in Oostrlndonesië zelf. tot in de boezem van het kabinet in Makassar toe. Figuren als president Sukawati en de mi nister van Justitie Soumokil vinden dat Anak Agung veel te ver gaat in z'n aan pappen met de Republiek. Anak Agung ziet kans om de regeringen van alle door Nederland gestichte deelstaten op één po litieke lijn te krijgen, sterk pro-Republiek. De stroming in Oost-Indonesië die op Ne derland leunde, toont zich diep veront rust. Anak Agung wordt ervan verdacht Oost-Indonesië aan de Republiek uit te leveren. In die sfeer staat maart 1949 Walter Mon gisidi in Makassar terecht voor de lan drechter. voor de activiteiten die hij be dreef in 1946 en begin 1947. Op 7 maart 1949 begint het proces en op 26 maart doet de landrechter uitspraak: doodstraf. Mon gisidi wordt schuldig bevonden aan (on der meer) opstand, gepleegd als leider en samenspanning tot opstand; het als op richter en bestuurder deelnemen aan een vereniging, die het plegen van misdrijven beoogt; uitlokking van moord, meermalen gepleegd- uitlokking van brandstichting, enzovoorts. Zo ziet, ontdaan van politieke achtergronden, guerrilla eruit. „Avonturen" Heeft de rechter volstrekt geen oog voor het politieke motief van Mongisidi's acti viteit? HIJ probeert het wel te verdisconte ren in zijn vonnis. Maar wikkend en we gend meent hij toch dat Mongsidi's drijf veer in overwegende mate gelegen was in drang naar avontuur en zucht naar per soonlijke macht en roem. Aangerekend wordt Mongisidi o.a. dat hij tot een ver zetsbeweging toetrad toen de voorberei ding tot de Mallno-conferentie aan de gang was. waarvan naar de rechter meende Mongisidi op grond van zijn verstandelijke kwaliteiten en zijn daar voor zeker toereikende ontwikkeling de betekenis zeer wel kon onderkennen. Dat kon Mongisidi inderdaad. Hij ver wierp met kracht het doel van deze door Van Mook op Zuid-Celebes belegde confe rentie, waar de basis werd gelegd voor een deelstaat Oost-Indonesië. Soekarno en Hatta hadden ook voor Celebes de onaf hankelijkheid geproclameerd: de terugke rende Nederlanders dienden als vreemde indringers te worden verdreven. Raadselachtig lijkt het waarom men Mon gisidi nu in 1949 terecht laat staan, nadat men hem eerst twee jaar heeft vastgehou den zonder vorm van proces. Het gevaar voor een gewelddadige omverwerping van het bewind Anak Agung door Republi keinse nationalisten, leek geringer dan ooit nu deze er actief aan meewerkte dat Nederland Soekarno en Hatta naar Djok- ja zouden terugbrengen. In dit beleid zou gepast hebben om Mongisidi nog maar rustig even te hebben laten zitten. Iets anders moet een rol gespeeld hebben en het meest waarschijnlijke is vrees. Wat zou de toekomst worden van al die func tionarissen in Oost-Indonesië. die inder tijd betrokken waren geweest bij het ge welddadig neerslaan van het verzet op Zuid-Celebes? En van al die Indonesiërs, die in de ogen van de Republikeinse guer rilla's Nederlandse marionetten waren? Tegen die achtergrond moet de behoefte worden gezien om de guerrilla van 1946, eens en voorgoed te brandmerken als een onwettige beweging, die door onverant woordelijke, zelfs misdadige elementen was geleid. Vooral de pro-Nederland-stro- ming, sterk vertegenwoordigd in het amb telijk apparaat van Oost-Indonesië, blijkt duidelijk beducht voor de naderende te rugtrekking uit Indonesië van het be schermende Nederlandse machtsappa raat. Gratie verzoek^M^ Mongisidi dient een gratieverzoek in en daarover moet worden beslist door Lo- vink. een diplomaat, die 24 mei 1949 Beel is opgevolgd als Hoge Vertegenwoordiger van de Kroon in Batavia. Als nieuwkomer moet deze in sterke mate varen op ande ren. Hij vraagt de Oostindonesische rege ring in Makassar om een advies hoe te handelen met dit gratieverzoek. Inmiddels is het Van Roijen-Roem-ak- koord tot stand gekomen (dat de weg naar de RTC opende) en bij de „staakt het vuren-regeling" kwam een amnestierege ling met de Republiek tot stand. Om die reden onthoudt de Oostindonesische rege ring zich van een advies over het gratie verzoek. Over kwestie bestaat verdeeldheid in het Oostindonesische kabinet. Op 29 septem ber 1949 schrijft terugblikkend de Nederlandse gedelegeerde in Makassar, dat de eerste reactie van de minister van Justitie Soumokil was om afwijzend te adviseren over het gratieverzoek, maar dat premier Anak Agung prefereerde eerst inlichtingen in te winnen over de interpre tatie van de Van Roijen-Roem-overeen- komst. Hij mikt duidelijk op vertraging. Heeft de Oostindonesische regering deze nadere inlichtingen ooit gekregen en is er toen een definitief advies gevolgd? Waar schijnlijk is dit niet, want daarnaar zou ongetwijfeld zijn verwezen in de ambtelij ke correspondentie die ontstaat na de dood van Mongisidi. De gedelegeerde in Makassar kan alleen rapporteren, dat naar zijn „stellige overtuiging" geen van de door hem gesproken Oostindonesische ministers voor inwilliging van het gratie verzoek was. Een formeel kabinetsadvies ligt er dus niet. Wel wordt uit de rapportages van de gedelegeerde duidelijk dat als premier Anak Agung naar Nederland is vertrok ken voor het bijwonen van de Ronde Tafel Conferentie de meeste van de overblijven de ministers o.l.v waarnemend minister president Soumokil de politieke koers van Oost-Indonesië in meer anti-Republikein se richting proberen om te buigen. Zo wordt bewust achter de rug van Anak Agung om getracht Oost-Indonesië snel aan een eigen legertje te helpen. In „recht-, se" politieke en regeringskringen heeft de Nederlandse gedelegeerde in Makassar vernomen, dat Anak Agung de deelstaat Oost-Indonesië voor persoonlijke doelein den aan de Republiek zou hebben „ver kocht". President 8ukawati en Soumokil zouden daarin vóór zijn gegaan. Daags voordat in Den Haag de Ronde Tafel Conferentie door Drees wordt geo pend. beslist „Batavia" afwijzend op het gratie-verzoek van Mongisidi. Pas op don derdag 1 september wordt dit aan Mongi sidi verteld, zo blijkt uit de brief, die de terdoodveroordeelde die dag schrijft aan Milly Ratulangl, dochter van de kort tevo ren overleden voormalige Republikeinse gouverneur voor Celebes. Maar nog een maal zal er een poging worden onderno men het leven van Mongisidi te redden. Nog een poging December 1977 bracht ik in Jakarta een bezoek aan ir. P. D. Diapari die destijds deel uitmaakte van het Oostindonesische kabinet. Diapari was ernstig ziek, toen ik hem sprak. Enkele maanden later zou hij overlijden. Moeilijk sprekend en zeer geë motioneerd vertelde hij me een verhaal dat hij pas enkele jaren geleden aan zijn zoon had durven vertellen. Op zondagavond 4 september wordt Dia pari opgebeld door de Oostindonesische president Sukawati, die een belangrijk telegram zou hebben ontvangen. Samen met Diapari wil Sukawati naar de waarne mend minister-president Soumokil om te proberen de executie van Mongisidi uitge steld te krijgen „Ik neem aan dat de president grondige redenen heeft om dit te doen. En het moest gauw gebeuren, want morgen zou het gebeuren en die avond moesten wij dat maar even klaar spelen. Ik ben dus meegeweest en we hebben gesproken en de president vroeg Soumokil om moeite te doen om in ieder geval de executie uit te stellen. Waarop Soumokil prompt en gedecideerd zei: nee, geen sprake van. Hij heeft zoveel misda den begaan, zoveel gruweldaden. Dit is zijn terechte straf. Weer probeerde de president hem te bewegen tot uitstel. Het lukte niet. Ik meen dat het driemaal is gebeurd, zonder resultaat". „Dat was mijn telegram", zegt Anak Agung, als ik hem later over deze zaak spreek Druk blijkt in Den Haag, bij de RTC. beraadslaagd te zijn wanneer de weigering van Mongisidi's gratieverzoek bekend wordt. Anak Agung: „Toen het bekend was, dat de heer Walter Mongisidi zou worden terechtgesteld en zijn vonnis zou worden uitgevoerd, hebben wij deze informaties gekregen van Makassar en ook de Republikeinse delegatie, de heer Hatta, heeft mij hierover gesproken. Ik heb hem toen beloofd, dat van mijn kant. en ook van mijn delegatie in de RTC...we waren van mening dat deze executie poli tiek helemaal onjuist was. Ik heb toen direct naar Makassar een heel lang tele gram gestuurd aan president Sukawati, en aan de minister president om deze executie niet uit te voeren en opzijn minst te wachten op mijn komst in Makassar, na de RTC. Inderdaad houdt de publieke opinie onder de Indonesische nationalisten Soumokil mede-verantwoordelijk voor de dood van Mongisidi. Op 20 februari 1950, nog geen twee maanden na de souvereinlteitsover- dracht maakt een Nederlands rapport al melding van geruchten dat wanneer de Militaire Politie van de TNI in Makassar zal zijn gearriveerd. Soumokil en hogere politiccommandanten zullen worden op gepakt. Soumokil o.a. in verband met de Mongisidi-kwestie Duidelijk tekent zich in Nederlandse ar chiefstukken van begin 1950 al af waarom Soumokil zich in april zo furieus zal ver zetten tegen landing in Makassar van In donesische troepen van Java. Want het gaat hier niet om een Indonedlsch batal jon van Javanen, maar van terugkerende Oostindonesische guerilla-strijders. Tot Nederland dringt dat dan nauwelijks door. Het bestaan van Oostindonesische vrijheidsstrijders was altijd ontkend in het beeld van Nederlands deelstatenpoli tiek. Met revolutionairen op Java had men zich verzoend. Precies een week na de dood van Walter Mongisidi ontvangt Koningin Juliana de Republikeinse RTC-delegatie op een re ceptie in paleis Noordelnde. Maar een Indonesische vrijheidsheld op Celebes is dertig Jaar geleden in het Nederlandse beeld nog onbestaanbaar. Misschien stond er daarom dertig Jaar geleden niets over in Nederlandse kranten. Het viel al leen uit te leggen aan wie toen al begreep, dat Nederlands deelstatenpolitiek een fa tale vergissing was geweest

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 23