11 rAiü
lUaiL
i
'Het is zo stom thuis te
zitten als er zoveel te doen is'
'Bij christelijk onderwijs
nauwelijks werkloosheid'
ATERDA3 3 NOVEMBER 1979
ze pagina werd samengesteld door Marga Rijerse en
bert Sikkes (tekst) en Peter Dekkers (Illustratie en vormgeving)
TROUW/KWARTET 13
Bij de RABO-bank in Utrecht is de kans groot dat een klant
geholpen wordt door een bevoegd onderwijzer. Vier van de
tien bankemployés zijn opgeleid om kinderen rekenen te
leren in plaats van rekeningen te controleren.
Regelmatig verschijnen er in de krant verhalen over de grote
werkeloosheid in het onderwijs. Schooldecanen raden het
daarom hun leerlingen af zich op te geven voor een
pedagogische academie (PA) of opleiding voor kleuterleidster
(KLOS)Het gevolg is dat het aantal aanmeldingen aan deze
opleidingen de afgelopen jaren enorm is teruggelopen, soms
tot zestig procent van de voorgaande jaren. Een aantal
opleidingen vroeg Trouw met dit soort publikaties te
stoppen. Door de terugloop van het aantal studenten zijn zij
onder andere gedwongen docenten te ontslaan.
Minister Pais van onderwijs rekent er in zijn actieplan op dat
ieder jaar zes duizend onderwijzers en kleuterleidster teveel
hun diploma halen. Om erger te voorkomen vroeg Pais de
directeuren van de pedagogische academies niet meer
studenten aan te nemen dan in voorgaande jaren. Ook heeft
hij plannen om het aantal instituten fors te beperken. Hij
wil in plaats van de nu bestaande 130 opleidingen voor
onderwijzers en kleuterleidsters 25 nieuwe scholen maken,
van elk 1200 studenten. Hier moeten de onderwijskrachten
worden opgeleid voor de nieuwe basisschool voor vier- tot
twaalfjarigen.
Terugloop van het aantal studenten, de plannen van Pais
plus nog eens vernieuwingen in het onderwijs baren de
directeuren van PA en KLOS zorgen. Kunnen zij in de jaren
tachtig nog voldoen aan de vraag naar geroutineerde
leerkrachten?
De angst voor een tekort werd het eerst uitgesproken in het
protestants-christelijk onderwijs. Het
werkloosheidspercentage ligt in deze sector iets lager dan in
de openbare en katholieke. Ook verschilt het overschot aan
leerkrachten nogal per regio. Daardoor zijn er nu al
gebieden waar het even duurt voor er bij een
protestants-christelijke school weer iemand voor de klas
staat. Lang kan dat niet duren, want feit blijft dat er in
Nederland ongeveer 15.000 jongeren met een akte voor
onderwijzer of kleuterleidster in hun zak werkloos
rondlopen.
Volgens ramingen van overheid en vakbonden zal dat
overschot zeker tot in 1983 blijven groeienMaar er zijn
genoeg mensen die menen dat het onderwijs verbeterd kan
worden. De Nederlandse Federatie van
Onderwijsvakorganisaties (NFO) heeft bij minister Pais een
plan op tafel gelegd dat zowel de kwaliteit van het onderwijs
verbetert, als een stijging van het aantal arbeidsplaatsen
oplevert. Wanneer het aantal studenten op PA en KLOS
echter zo blijft dalen vraagt de NFO zich wèl af of er over een
aantal jaren nog voldoende leerkrachten zijn om de
verbeteringen uit te voeren. Op deze pagina twee visies op de
werkloosheid in het onderwijs en de gevolgen daarvan.
De directeur van een protestants-christelijke pedagogische
academie voorspelt al voor de nabije toekomst een tekort.
Daartegenover een kleuterleidster, die het overschot aan
leerkracten direct ervaart: zij is werkloos. Ook zij ziet een
dreigend tekort, maar pas als èn de gewenste
onderwijskundige verbeteringen doorgevoerd worden èn
steeds minder jongeren besluiten om voor een baan in het
onderwijs te kiezen.
\c
3/
„Als je aan je opleiding
voor kleuterleidster be
gint, sta je er niet
bij stil dat je grote
kans loopt om werkloos
te worden. Je gaat ge
woon iets doen waar je
zin in hebt. In het twee
de jaar zie je het wat
beter, maar denk je
„dat zal mij niet overko
men". En in het derde
jaar, vlak voor je eind
examen zie je het pas",
zegt José van der Steen,
gediplomeerd kleuter
leidster èn werkloos.
Zij heeft op 6 juni van dit jaar
haar diploma gehaald. Op het
eindexamen is haar nog verze
kerd dat iedereen een baan
zou kunnen vinden. De feiten
waren anders. Vanaf juni tot
nu heeft zij dertig sollicitatie
brieven geschreven. Een aan
tal scholen heeft helemaal
niet gereageerd, het overgrote
deel stuurde een stenciltje te
rug met de mededeling dat er
iemand anders benoemd was.
Bijna steeds stond er onder
aan het stenciltje: succes bij
uw verdere sollicitaties. Eén
keer kwam het voor dat José
bericht kreeg dat haar sollici
tatie niet in behandeling ge
nomen kon worden. Achthon
derd brieven lezen vond het
schoolbestuur toch wat veel.
Deze maand zijn de resultaten
van twee enquêtes onder afge
studeerde studenten van de
Pedagogische Academies
(PA) en Opleidingen voor
Kleuterleidsters (KLOS) be
kend geworden. Het rapport
van het ministerie laat zien
dat van degenen die in 1978
hun PA-diploma haalden on
geveer zestig procent een
baan in het onderwijs heeft
gevonden. Bij de kleuterleid
sters ligt dat percentage iets
lager. De actiegroep W3 (Wij
Willen Werk) verzamelde de
zelfde gegevens over hen die
dit jaar examen deden. De re
sultaten waren nog verontrus
tender dan het jaar daarvoor.
Van die groep was slechts 35
procent werkzaam in het on:
derwijs. Beide onderzoeken
lieten ook duidelijk zien dat
ieder jaar minder kersverse
onderwijzers en kleuterleid
sters een volledige baan krij
gen. De zekerheid dat je kan
blijven wordt ook steeds min
der. Vanwege het teruglopen
de aantal leerlingen moeten
kleuterleidsters en onderwij
zers ontslagen worden. Daar
bij geldt de regel: wie het
laatst komt gaat het eerste
weg.
Uit de enquête van W3 bleek
dat de bereidheid van de kleu
terleidsters, onderwijzers en
onderwijzeressen om te gaan
werken zeer groot is. Dertig
keer solliciteren en even zo
veel keer afgewezen worden is
eerder regel dan uitzondering.
Naar aanleiding van het be
richt daarover reageerde een
opleidingsschool voor kleuter
leidsters. Het aantal sollicita
ties kon dan wel hoog zijn,
maar de pas afgestudeerden
waren niet bereid om voor een
baan te verhuizen. José: „In
het begin schrijf je overal op,
tot de verste uithoeken van
het land. Maar er zijn overal
zoveel sollicitanten dat ze
eerst op streek gaan selecte
ren. Het is voor de school en
de sollicitant makkelijker om
iemand uit de streek te ne
men. Daarom selecteer ik nu
zelf op streek, voordat ik een
brief ga schrijven".
José vindt, wanneer je Je laat
inschrijven als werkloos kleu
terleidster, de behandeling op
het arbeidsbureau ronduit
slecht. De pas afgestudeerde,
die dolgraag in het onderwijs
aan de slag wil, krijgt te horen
dat hij of zij drie jaar voor
niets heeft gestudeerd. „Jé
kan Je beter laten omscholen,
werkloze onderwijzers en
kleuterleidsters hebben we
genoeg". Het komt wel voor
dat het arbeidsbureau werk
aanbiedt. Volgens José is het
haast nooit „passend" werk.
„Meestal een tijdelijk baantje
als peuterleidster. Maar die
kinderen zijn jonger dan kleu
ters. Het betaalt ook minder
dan een baan in het onder
wijs. Wij zijn daar ook niet
voor opgeleid, daar zijn de
mensen van de K&O opleidin
gen voor. Door zo'n baantje te
nemen verschuif je de werk
loosheid naar een andere
groep. Maar het arbeidsbu
reau zegt dat het passend
werk is, dus moet je het
nemen.
De reacties uit de omgeving
zijn ook niet altijd positief.
Werklozen wordt dikwijls aan
geraden om aan te pakken
wat er maar voor handen is.
Niet omdat hun omgeving
daarop aandringt, maar om
dat ze anders tegen de muur
opvliegen van het niets doen,
werkt een deel van de pas
afgestudeerden als slagers
jongen, telefoniste of vracht
wagenchauffeur. Het kan ei
genlijk niet. José: „Daarvoor
heb ik niet drie jaar op een
opleiding voor kleuterleidster
gezeten. Iets heel anders doen
kan ook gewoon niet. Ga je
opnieuw solliciteren naar een
baan in het onderwijs dan
maak je helemaal geen kans
meer. Je bent „vervreemd van
het kind" zoals dat heet. Dat
geldt niet alleen als je tijdelijk
iets heel anders gaat doen,
maar ook als je twee of drie
jaar werkloos bent. Kom je
niet snel aan het werk dan is
kans klein dat je ooit nog iets
zult vinden".
Met de op stapel staande inte
gratie van het kleuter- en la
ger onderwijs tot de „basis
school" zou er weer een grote
vraag komen naar onderwij
zers en kleuterleidsters. Dat
kan nog wel een paar jaar
duren en dat vindt José te
lang. „Met de integratie zijn
we weer nodig. Tot die tijd
moeten we ons min of meer
beschikbaar houden. Maar Je
kan ons toch niet twee, drie
jaar werkloos rond laten lo
pen! Dan zeggen ze weer dat
we te lang niet in het onder
wijs gewerkt hebben en ko
men we toch niet aan het
werk. Er moet nü wat gedaan
worden".
Volgens José kan er nu ook
best wat gedaan worden. Als
onderwijskundige verbeterin
gen doorgevoerd worden
zoals kleinere klassen en ex
tra aandacht voor kinderen in
achterstandssituaties le
vert dat meteen arbeidsplaat
sen op. Erg veel hoeft dat niet
te kosten. Geld voor José's
salaris in een nieuw gecreëer
de baan moet, net als op het
ogenblik haar uitkering, uit
Den Haag komen. „Vroeger
werd er gezegd dat er te wei
nig leerkrachten voor dergelij
ke verbeteringen waren. Die
zijn er nu wel, maar is er geen
geld. Ik vind dat Je niet op
onderwijs mag bezuinigen.
Onze maatschappij heeft
goed opgeleide mensen nodig,
en die opleiding begint al op
de kleuterschool".
José wil niemand waarschu
wen die plannen heeft om
naar een PA of KLOS te gaan.
Wie later in het onderwijs wil
gaan werken moet zich niet
laten afschrikken door de ver
halen over werkloosheid, hoe
erg die op het moment ook is.
Als de kwaliteit van het on
derwijs verbeterd wordt is er
werk genoeg. Als er zich
steeds minder mensen aan
melden bij een PA of KLOS
zijn er over een tijdje weer te
weinig mensen om die verbe
teringen te kunnen realiseren,
aldus José.
Na dertig keer blijft José toch
solliciteren. Ze blijft gemoti
veerd om in het onderwijs aan
het werk te gaan. „Ik vind dat
er nog een hoop verbeterd kan
worden en wil me daar best
voor inzetten. En ik ben zeker
niet de enige die daar zo over
denkt. Iedereen die werkloos
is wil graag aan het werk. En
dan is het zo stom om werk
loos thuis te zitten en te weten
dat in kleinere klassen, door
hulp bij het opstellen van het
schoolwerkplan nog zoveel
nuttig werk te doen is".
„In het protestants-
christelijk onderwijs is
nauwelijks sprake van
werkloosheid. Bij vaca
tures solliciteren geen
werklozen mee. Het zijn
of de mensen die al een
baan hebben binnen het
onderwijs, of degenen
die net van de opleiding
komen". Aan het woord
is directeur J. Eggink
van de protestants-
christelijke pedagogi
sche academie „Jan van
Nassau" in Utrecht.
Hij is boos op de media, hij is
boos op de vakbonden en hij
is boos op de regering. „Er is
in de P.C.-onderwijssector
nauwelijks werkloosheid, de
mensen weten niet waarover
ze praten".
Er verschijnt een zorgelijke
blik in zijn ogen. „Je kunt in
feite pas van een reële werk
loosheid spreken als mensen
geen kans hebben gezien om
binnen een jaar aan werk te
komen. Het is onzin om te
zeggen dat iedere onderwijzer
die net is afgestudeerd, aan
het begin van het nieuwe cur
susjaar een baan zou moeten
hebben. Dat kan ook niet, er
moet een arbeidsoverschot
zijn. Want hoe moet anders
het lager onderwijs de behoef
te aan onderwijzers in de loop
van het jaar dekken?"
Er is volgens directeur Eggink
dus nauwelijks sprake van
werkloosheid binnen het on
derwijs. Maar hoe verklaart
hij dan al die enquêtes die
toch duidelijk een groot over
schot signaleren aan onder
wijzers?
Eggink: „Bij een enquête
wordt alles op een grote hoop
gegooid. Dat is natuurlijk wei
nig zinvol. In het protestants-
christelijk onderwijs is van
een reëel arbeidsoverschot
nauwelijks sprake. Dit is wel
het geval in het katholiek en
openbaar onderwijs. De oplei
dingscapaciteit in deze secto
ren is veel te groot geweest.
Het protestants-christelijk
onderwijs is kennelijk beter
afgestemd op de behoefte. De
meeste enquêtes en prognoses
over werkloosheid binnen het
onderwijs zijn niet represen
tatief, in ieder geval niet voor
het protestants-christelijk on
derwijs. Als je met landelijke
gemiddelden gaat werken, be
reken je de malaise in het kat
holiek onderwijs door in ons
onderwijs, en daardoor wor
den er verkeerde voorspellin
gen gedaan. Om een voor
beeld te geven. Als je de cij
fers uit de prognoses-rappor
ten doorberekent, lijkt het net
of er in de jaren 1973-1975 een
grote werkloosheid in het pro
testants-christelijk onderwijs
was. Er was echter in de Jaren
helemaal geen werkloosheid
in de PC-hoek. Uit de cijfers
blijkt wel dat er in het katho
lieke onderwijs sprake was
van een groot arbeidsover
schot".
Directeur Eggink is van me
ning dat enquêtes over een al
of niet grote werkloosheid on
juist zijn. „Al die enquêtes
hebben voor de pedagogische
academies nadelige gevolgen.
Door de negatieve uitkomsten
en de demonstraties die deze
enquêtes weer tot gevolg heb
ben worden de P.A.'s gedu
peerd. Want wat gaat er na
melijk gebeuren? De decanen
op de scholen voor het voort
gezet onderwijs zeggen tegen
hun pupillen: wordt geen on
derwijzer, want dan kom je
toch maar in de WW terecht.
Uit de publikaties weten deze
decanen niet beter dan dat
het slecht gesteld is met de
werkgelegenheid in het onder
wijs. Er zal best eens een ar
beidsoverschot zijn, maar het
is niet meer dan een fractie,
dan beweerd wordt voor het
protestants-christelijk onder
wijs.
Volgens de heer Eggink heeft
zijn pedagogische academie
„Jan van Nassau" nauwelijks
last van werkloosheid. Van de
onderwijzers die in 1978 afstu
deerden is op dit moment bij
na iedereen aan de slag. Vijf
mensen lukte het niet een
baan te vinden..Deze mensen
hebben een extra handicap,
waardoor ze waarschijnlijk
ook geen baan zullen kunnen
vinden. Het zijn of getrouwde
vrouwen of mensen met een
katholieke achtergrond, deze
mensen vissen achter het net,
ze kunnen een baan wel verge
ten. Ook voor degenen die dit
jaar zijn afgestudeerd ver
wacht Eggink eenzelfde ont
wikkeling. „Voor het komen
de jaar heeft zo'n zestig pro
cent al een baan. Ik verwacht
dat de rest ook binnen een
jaar wel aan de slag zal zijn. Ik
ben niet zozeer bang voor een
arbeidsoverschot, maar eer
der, vooral over een paar Jaar,
voor een groot tekort aan on
derwijzers, met name in het
protestants-christelijk onder
wijs.
In 1976-1977 is er een grote
teruggang in het aantal aan
meldingen voor de pedagogi
sche academies gekomen. Het
landelijk gemiddelde lag op
tien tot twintig procent. De
kans dat we binnen een paar
jaar met een tekort aan onder
wijzers zitten is reëel. Van de
kant van het departement
wordt alleen maar gekeken
naar landelijke totalen die het
plaatje ernstig verstoren.
Daar wordt het protestants-
christelijk onderwijs de dupe
van. Ik heb het al zo vaak
gezegd, maar er wordt niet
geluisterd. Je moet uitgaan
van harde cijfers, van feiten.
Enquêtes zoals ze op dit mo
ment worden gebracht zijn
niet anders dan indianenver
halen. Je kunt niet uitgaan
van landelijke prognoses. Je
moet het per zuil bekijken en
bovendien nog regionaal.
Prognoses die spreken van
„waanzinnige aantal werkloze
onderwijzers" zijn onzin, ze
ker voor onZe sector.
Jan van Nassau-directeur Eg
gink is doodsbenauwd voor de
ontwikkelingen in het lager
onderwijs. Het aantal studen
ten aan de pedagogische aca
demies zal ongetwijfeld terug
lopen. aldus Eggink. „Wan
neer de departementen en
mensen zoals Jan Huisman,
de voorzitter van de Neder
landse Federatie van Onder
wijsvakorganisaties en de
Protestants Christelijke On
derwijsorganisatie, de kans
krijgen om alsmaar te
schreeuwen dat het zo slecht
gaat. dan zullen wij daar het
slachtoffer van worden. In
1982-1983 zal er een schreeu
wend tekort zijn aan onder
wijzers in het protestants-
christelijk onderwijs. Om
maar te zwijgen over wat er
gebeurt op het moment van
integratie van de opleidingen
voor kleuterleidsters en de pe
dagogische academies. Wan
neer die nieuwe opleiding be
gint hebben de opleidingen
voor kleuterleidsters twee
jaar lang geen uitstroom. Bo
vendien wordt de opleiding
voor onderwijzer een jaar lan
ger. Wat dat gaat betekenen
weet ik niet. maar ik zie het
wel met enige zorg tegemoet",
verzucht directeur Eggink.